Historisch Archief 1877-1940
. 2201
Zaterdag 30 Augustus
A°, 1919
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
\ Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.50. Abonn. loopen per jaar j Redactie en Administratie; Keizersgracht 333. Amsterdam | | Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel |
33E3R.IOH.T
Men wordt beleefd verzocht
adresveranderingen zoo vroeg moge
lijk op te geren en zoowel het oude
als het nieuwe adres te vermelden.
Adresveranderingen welke ons na
Donderdag bereiken, kunnen niet
meer voor het eerstvolgend nummer
behandeld worden.
iiiiiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiiiiiiigiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiliiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii
INHOUD t Bladz. l: Te vroeg Victorie, door
T. H. Bnitenl. Overzicht: Menschen en Generaals,
IV, door dr. W. G. O. Byvanok. De 8. D. A. P,
Jubileert, door W. H. Vliegen. 2: Uit Parijs, door
dr. Frederik van Eeden. Krekelzang, door J. H.
Speenhofl. 3: Feuilleton: Kermislief- en leed, door
Hessel Visser. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M.
Rogge) Een bijeenkomst van leden van den
Internationolen Vrouwenraad (I. C. W.) te Londen, III,
door E. O. v. Dorp. Van Kinderen, door E. W,
Asscher. MenscheHJk Qcvederte, door
Geertruida Carelsen. Licht, door A. Kleyn-v. d. Ley.
Eleeding van de Maand. Uit de Natuur: pp de
Eilanden, III, door Jao. P. Thijsse. Met teekeningen
van Annie Boes. 7: Nienwe Ecgelsche Boeken,
door Willem v. Doorn. Midden-Enropa, teekening
van George van Baemdonck, Lichamelijke Ont
wikkeling, door Weerbaarheidsman.?'J: Schilder
kunst-Kroniek, door Plassehaert. Moet de Kritiek
verdwijnen, door Joh. Tielrooy. De geheime
Limbnrgsche Circulaire, teekening vnn Jordaan.
Werkstuk van Penaat, door Otto van Tussenbroek.
10; Russische Kunstnijverheid, door J. Greshoff.
11: The Uned Peaoe Union, door mr. H. Giltay.
Verzen. Uit het Kladachrift van Jantje. Nieuwe
Friesche Zangindrnkken, door dr. F. Buitenrast
Hettema. 12: Het Spoorwegvraagstuk in de
Vereenigde Staten, door J. D. Bantilhano. 13: De
Collectieve Arbeidsovereenkomst in het
Drnkkersbedrtjf, door jhr. mr. H. Bmissaert, 14 Een
Vleugje Haagsche Wind, door Ari. Boeketjes
Bofistiek, door Gerh. van D. Correspondentie
met een Dame, door B. O. H. 15: De eisoh fot
abdicatie van Aartshertog Jozef, teekening van
Joh. Braakeusiek. Uit den Napoleontisohen Tijd,
door C. i'. Gijsberti Hodenpeil. Een Vraagge
sprek, door J. N. J. de Booij. Telepaten, door
Ari. BoekbeoorJeeling, door v. O.
Paedagogische Lectuur, door drs. A, aalborn. Uitvaart,
door dr. Felix Hutten.
Bijvoegsel: De Voorgestelde Belasting op de
Vermogens-aanwas, teekening van Joh.Braakensiek.
TE VROEG VICTORIE
Een golf van vrijheid is na den wapen
stilstand in de gemoederen opgeslagen.
De menschheid was verzadigd van disci
pline en van beperkingen. Zij kondigde
zichzelve aan, dat die nu uit zouden
zijn en dat de vrijheid van leven, de
vrijheid van bedrijf konden worden hervat.
Met 't naderen, met het sluiten van
den vrede zette dit steeds krachtiger
door. Vrouw democratie, in deze tijden
zoo bedenkelijk bezig met een groot
deel van haar reputatie in te boeten,
voorzoover het de bekwaamheid tot
eenigen verder-vooruitzienden arbeid
betreft, praatte daarin aanstonds mee.
Zeker, vrijheid van huishouding, van
bedrijf, van handel, zoo riep zij mee uit.
Riep vrijwel ieder mee uit, die
eenveriiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiimmiiiii
MENSCHEN EN GENERAALS
IV
JOFFRE
De schok van Verdun zal den meesten
nog wel zijn bijgebleven.
20 Februari 1916 is het dat het Duitsche
leger van den Kroonprins, heimelijk ver
sterkt en voorzien van overweldigend ge
schut, de eerste linies der forten om Verdun
doorbreekt; een paar dagen later reeds zijn
de Duitschers meester van het fort
Douaumont. Het kan niet anders of weldra zullen
zQ den toegang bezitten tot het hart van
Frankrijk.
Wonderen van dapperheid herstellen
daarna het evenwicht.
Er is nog een andere geschiedenis van
Verdun, de blnnenkantsche. Daar loopen de
draden strubbellg, zooals bij tappisseriewerk
van de verkeerde zijde gezien; de mooie
egale teekening is weg, allerhande bewe
gingen kruisen eikander en brengen ver
warring.
Aan den buitenkant daarentegen ziet en
voelt men alleen den schok en tegenschok.
Er bestond reeds geruimen tijd een
quaestie-Verdun.
Luik en Namen hadden volgens de mee
ning der militaire autoriteiten afdoende
bewezen dat vestingen het niet uithielden
tegenover de moderne manier van aanval.
Men had daarom de versterking van Verdun
verwaarloosd, forten ontdaan van hun ge
schut en de verbinding tusschen de afzon
derlijke werken verwaarloosd.
Onder de officieren heerschte de meening
dat de bevelvoerende generaal in dit opzlchl
veel te ver was gegaan. Wrijving was voor
gekomen, verplaatsingen waren geschied.
Een zeer gezien officier, de kolonel Driant
die later zijn leven heeft opgeofferd om den
kiezingssucces te behalen, een populair
prestige te vestigen had. Weg met de
beperkingen, reglementeeringen, distri
buties, rantsoeneering: vrij en volop.
't Ergste was, dat daarbij ook de
economen en deskundigen van de praktijk
gekomen zijn, om de mogelijkheid van
tiet vrij en volop" te bevestigen. Waren
er sommigen, die betoogden dat het door
den oorlog geschapen tekort en gebrek
zich nog jaren lang zou doen
nagevoelen, hoe spoejdig waren er niet de beter
weters bij om met allen klem van hun
inzicht te verklaren dat er wereldvoor
raad ruim genoeg was, en 't herstel van
normale verkeerstoestanden dit ook aan
stonds aantoonen zou. Ten onzent, klas
sieke bodem der economie van vrijheid
en overvloed, werd dit ten spoedigste
geldende leer. Te gereedelijker, toen men
in allerlei landen en in den eigen staat
met verrassende snelheid de internatio
nale distributie- en
rantsoeneeringsregelingen, de reglementeering en controle
vervliegen zag. De elasticiteit van de
wereldvoorraden scheen waarlijk veel
grooter dan de zwartzieners hadden
voorspeld.
*
* *
Totdat nu wel, langzaam maar zeker,
de overtuiging komt, dat en de theorie,
n de praktijk veel te vroeg victorie
hebben gekraaid.
Veel te vroeg is gemeend, dat aan
volkswenschen, met name ook aan de
o zoo verklaarbare en redelijke
wenschen van alle bedrijvige standen, gehoor
kan worden gegeven. Nu doet 't zich
aanzien, dat menige stap op den weg
van vór November zal moeten worden
teruggezet en dat de wereld zich voor
den naderenden winter al weer heeft te
zetten in 't sterreteeken dat in den naam
Hoover kan worden samengevat.
De graan- en vetproductie is niet
voldoende. De kolenvoorziening nog
minder. Vooral ook: de
credietverhoudingen werken een natuurlijken snelle
en bevredigende distributie tegen. De
internationale koopkracht is dusdanig
verzwakt, (en loonsverhoogingen helpen
daartegen natuurlijk niets, integendeel!)
dataangereedelijken uitvoer uit de landen
waar 't vandaan moet komen, geen sprake
is. Qver de beschikbare scheepsruimte
is lichtvaardig gedacht.
Het kan zijn, dat de aanvankelijke
reactie tegen het keurslijf der oorlogs
economie een onweerstaanbare en on
vermijdelijke was. Men moest misschien
die smachtende poging naar den normalen
vrijheidstijd doen.
Met des te meer kracht en bewustheid
moet dan evenwel van stonde af aan
de erkenning worden aanvaard, dat het
zonder internationale dwingende regu
lariseering, zonder rantsoeneering en
distributie, zonder georganiseerde pro
ductie-bevordering en zonder gecontro
leerde consumptie, zonder transportmid
delen-discipline en zonder
crediet-inmenging, niet zal gaan.
vijand van Verdun te weren, wendde zich
tot Qalliénl, den minister van oorlog en
waarschuwde hem dat de betoonde nalatig
heid een gevaar voor Frankrijk kon opleveren.
De minister richtte daarop een schrijven tot
Joffre, hij wenschte de verzekering te hebben
dat het noodige was gedaan voor de orga
nisatie der verdediging.
Dadelijk ontving hij antwoord: de opper
bevelhebber kon hem borg staan dat alle
voorzorgen waren genomen of tenminste
ledere voorbereiding was getroffen. Niets,"
zoo eindigde zijn schrrjven, rechtvaardigt
de vrees die gij uitspreekt.
Maar daar uw vermoedens zijn gebaseerd
op berichten over den verdedigingstoestand,
verzoek ik u mij in kennis te stellen van die
verslagen en de namen van de berichtgevers
te noemen.
Ik kan niet toestaan dat militairen onder
mijn orders buiten mij om zich beklagen;
evenmin kan ik Ingaan op vage aanduidingen
waarvan ik de bron niet ken.
Dat de regeering zulk soort berichten
aanvaardt, ondermijnt de tucht van het leger.
Ik kan m? niet neerleggen bij de voortduring
van dezen toestand. Het geheele vertrouwen
der regeering is voor mij noodzakelijk, zonder
dat vertrouwen kan ik niet de verantwoorde
lijkheid blijven dragen van mijn commando."
Hoe het oorspronkelijke stuk heett geluid
waarmede de minister bescheid heeft gegeven
op Joffre's boutade, is niet bekend geworden;
het officieele antwoord, door hem na raad
pleging van den minister-president opge
maakt, klinkt vrij nederig. Maar twee maan
den later, brj den Duitschen overval van
Februari 1916, bleek wie gelijk had gehad.
Den 24en Februari maakte zich onder het
geweldige vuur der 150 duims mortieren een
panische schrik meester van een divisie die
niet gesteund werd door eenig fort in de
nabijheid, en een peloton soldaten van het
regiment Brandenburg trok het verlaten fort
Douaumont binnen, waar het hek open stond.
De uren van de vesting Verdun schenen
geteld.
De Duitschers hadden vast op hun succes
gerekend, zij meenden dat niets was bestand
tegen hun kanonnade. Waren zij minder
zeker en minder methodisch geweest, hadden
zij voortvarend van hun voordeel gebruik
In het teeken der vrijheid herstelt zich
de menschlieid gedurende deze abnor
maliteit der tijden, gedurende de onste
vigheid der geesten, niet. Het is zeker
waar, dat de andere periode, van inter
nationale en nationale staatsinmenging,
k den heilstoestand niet, maar heel
wat nadeelen en ruïne met zich brengt.
Maar die van de herstelde vrijheid doet
het, naar ruwe schatting, nog honderd
maal erger. Men staat in ieder land
waarschijnlijk voor de keuze om zich,
ongereglementeerd geheel, of met regle
menteering een bétje, te ruïneeren. En
dan is de keuze gemakkelijk.
Ware het nog, dat het stelsel der vrije
economie dór de ellende en het tekort
heen, de zekerste weg moest worden
geacht om tot een normaal vrij produc
tiewezen terug te keeren, het paarden
middel zou kunnen worden aanvaard.
Doch dit is niet zoo. De tijd voor Adam
Smith is nog niet daar. Het vrije inter
nationale spel der economische machten
is op het oogenblik niet er op gericht,
het evenwicht te herstellen. Het zal
integendeel dit evenwicht steeds verder
en verder in de war brengen. Eerst
wanneer een rustige maar ingrijpende
organisatie voor den vredestijd een nor
malere psychologie en een normaler
productie-praktijk in de hand gewerkt
hebben zal, wordt het tijd om de banden
te slaken, 't Beste zal dit dan geleidelijk
kunnen gaan. Zoo niet, dan zullen een
nieuw Saint-Simonisme en een nieuw
Manchesterdom misschien weer de vol
gende phase zijn. Doch wie meent, de
wereld daarin nu te moeten verplaatsen,
ziet haar geheele werkelijkheid over het
hoofd. Zij zou morsdood zijn, eer zij bij
dat oogenblik ware aangeland!
*
* *
Te vergeefs wordt op 't oogenblik
van vrijheid ook de verheffing der pro
ductieve krachten verwacht. Wat al
pogingen worden in schoone redevoe
ringen, daartoe gedaan! Aan opwekkin
gen geen gebrek. Zonder vrucht. Gelijk
in den oorlog, door organisatie, disci
pline en staatsbemoeiïng, en alleen
daardoor zal de noodzakelijke
productievermeerdering kunnen worden tot stand
gebracht.
Wij geven al weder aanstonds toe,
dat dit niet de volmaaktheid, dat dit
onnatuurlijk en zeer kostbaar is. Maar
onvermijdelijk, nolens volens, komt toch
iedere regeering en komt ook de inter
nationale familie der staten voor de
oplossing te staan dat alleen wanneer
de productie van overheidswege geprik
keld wordt, de volkeren in hunne be
hoeften meer voldoende zullen kunnen
voorzien.
Dit omvat het oude oorlogsplan, al
kan het zeer doelmatiger worden in
gericht: prijs- en premiebcpaling in
landbouw, bevordering van industrie,
uitvinding en produetieverbetering,
credietregeling, transportorganisatie enz.
Van een gang naar sociaal-democra
tische droombeelden heeft dit weinig.
Het is integendeel hoogst gewenscht,
gemaakt, wie weet wat zou zijn gebeurd!
Generaal Castelnau was als
generaalmajoor aan Joffre toegevoegd, sinds hem
het opperbevel over alle Fransche legers
was gegeven, en Castelnau ontving dien
24en Februari tusschen zeven en acht uren
's avonds, in het hoofdkwartier te Choutilly,
de alarmeerende berichten uit Verdun ; Joffre
immers naar zijn vaste gewoonte, had zich
reeds ter ruste begeven. Om tien uren werd
de tijding zoo verontrustend dat de
generaalmajoor vroeg den opperbevelhebber te wek
ken om zijn orders te kunnen vragen. Maar
Joffre's ordonnans durfde in 't eerst daartoe
niet overgaan; alleen toen het nieuws
buitengewoon dringend werd, gaf hij toe.
Joffre op de hoogte gesteld nam dadelijk
zijn beslissing. Van ontruiming van Verdun
mocht geen sprake zijn. H{| stelde den
commandant der vesting verantwoordelijk
voor haar behoud en verleende aan Castel
nau, die dadelijk daarheen moest vertrekken,
alle mogelijke volmachten voor de noodige
maatregelen: Wat het ook koste," beval
hij, houd stand tot nieuwe troepen zijn
gekomen.''
Van Castelnau heeft men gezegd het
is een oordeel van Galliéni
Dés qu'il a r r i ve q u el que part
la décision et l'ordre l e suivent."
Men had in Verdun het hoofd verloren,
de verschillende diensten liepen door elkan
der, een algeheele wanorde dreigde. Castelnau
gaf energieke bevelen, en herstelde de orde
met behulp der stafofficieren die hem waren
gevolgd; maar hij begreep dat een krachtige
hand voortaan de leiding op zich moest
nemen. Dus telegrafeerde hj den
bekwaamsten generaal van het leger om In Verdun
het bevel te komen voeren.
Het was Pétain, bij den aanvang van den
oorlog nog kolonel, op dat oogenblik aan
voerder der He armee. Joffre, die op echte
quallteiten lette, had hem leeren waardeeren
ondanks zijn moeilijk karakter, en hij heeft
voldaan aan wat men van hem vroeg.
Castelnau heeft de vesting in het moeilijke
oogenblik gered, Pétain heeft haar voor
Frankrijk behouden. Half Maart kon Joffre
tot de soldaten van het leger van Verdun
de dagorder richten:
Duitschland heeft zijn aanval voor
onzooveel mogelijk op den bodem der
kapitalistische werkelijkheden te blijven
staan.
Wel zullen vele particuliere belangen
worden geschaad. Andere onwillekeurig
boven de maat bevoordeeld.
Doch dit moet meegenomen in den
koop. Het allervoornaamste is toch, dat
de maatschappij in haar geheel in het
leven gehouden worden kan.
Dit kan alleen door sterk
organiseerende regeeringsbemoeiing, en door
gestadige internationale samenwerking
tusschen de regeeringen, voor de econo
mische orde.
* *
*
Ook binnenlands komt men weer voor
dezelfde problemen te staan.
In alle landen ziet men weder de zorg
voor nationale productie naar voor
komen, met al 't onnatuurlijke, maar
ook met ;'il 't noodwendige wat daarin
begrepen is. Het internationale
ruilverkeer helpt ons niet, tenminste niet vór
dat het kalt verdronken is.
Men bereide zich dus voor, ook inter
nationaal, op hernieuwde reglementee
ring en discipline niet alleen, maar
minstens evenzeer op overheidsmaat
regelen ten gunste van de eigen,
binnenlandsche zelfgenoegzame produc
tie der voornaamste levensvoorziening.
Het was te verwachten, dat dit uit
den oorlogstoestand zouden voortvloeien.
Het zal nu ook alom gebeuren. Het is
alleen wat meer langs een omweg ge
gaan. En wat andere volkomen doen,
wordt ook voor ons economische nood
wendigheid. Landen als Nederland ge
wennen zich bijzonder moeilijk aan harde
maar onontkomelijke waarheden als deze.
Wij zijn daarvoor te vol van ingebur
gerde dogma's naar den anderen kant,
en van onuitroeibare gezonden prakti
sche neigingen in deze richting der
individueele vrijheid en particuliere
energie.
Beter dan in dogma's en praktische
tjaditie ten onder te gaan, is het ten
slotte in aanpassing aan het onvermij
delijke op de been te blijven.
v. H.
DE S. D. A. P. JUBILEERT
door W. H. VLIEDEN
Het was op 2G Augustus 1804 dat een
kleine groep personen, op een enkele na
allen leden van den toenmaals tamelijk
sterken Sociaaldemokratischen Bond, te
Zwolle bijeenkwamen om een nieuwe
soiaaldemokratische partij te stichten. De
algemeene reden daarvoor was dat deze perso
nen zich in den Soc. Dem. Bond niet meer
thuis gevoelden, wijl in deze organisatie,
die onder leiding stond van den heer
Domela Nieuwenhuis, de anarchistische
denkbeelden meer en meer overwegenden
invloed kregen, niet het minst op den lei
der zelf. Voor wat rnen in het algemeen
te verstaan heeft onder sociaaldemokratische
politiek, nl. het scheppen van een zelfstan
dige politieke arbeiderspartij, die zich ten
doel stelt de politieke macht te veroveren
iiimiiiiimiiiDiiiii
weerstaanbaar gehouden. Het meende zijn
triomf verzekerd. Het had niet op u gere
kend ... Het land kent u thans, het houdt
het oog op u. Gij zult tot de mannen behooren,
van wie men zegt: zij hebben den Duitschers
den weg van Verdun verlegd."
Maar Galliéni, de minister, drong aan op
een regeling der bevoegdheden van den
opperbevelhebber en het hoofdkwartier. Hij
stelde zijn bepaalde eischen. De president
minister, Aristide Briand, soepel en op de
hand van Joffre, om geen verwarring in de
regeering te brengen, trachtte den minister
van Oorlog te bevredigen door hem
in beginsel gelijk te geven, maar kon
men op dit oogenblik, juist in de crisis
en bij het beginnende succes van Verdun
het aanbinden met den opperbevelhebber ?
voor het prestige van Frankrijk moest men
geduld hebben, van iedereen werd vertrou
wen verlangd... .Maar ik heb geen ver
trouwen," barstte (jillléni uit (volgens zfln
eigen verhaal).
Men geeft mij voortdurend beloften, en
houdt er geen enkele van."
Er was geen kans dat Gallléni als minis
ter zou aanblijven. Eén man had misschien
het gezag om als tegenwicht tegen Joffre
te dienen, de generaal Lyautey, gouver
neur van Marocco, maar de regeering zou
niet licht tot die keus overgaan. Het leek
voldoende voor het moment de zaken op
gang te houden en een overgangsminister
te vinden die het met Joffre kon viaden.
Aan een noodzakelijkheid ontkwam men
echter niet.
Kamer van Afgevaardigden en Senaat
waren te diep ingewfld geworden in de
verschillende quaestiën die zich hadden
opgedaan om er hen verder buiten te kun
nen houden. Briand, de minister-president,
met zijn rneesterUJken slag om al toege
vend gelijk te krijgen en zich te verdedigen
met een Ironischen aanval, wist wel zijn
positie voor de Kamers te handhaven
hoor hem naar aanleiding van Verdun
zeggen : Zeker, daar zijn fouten begaan.
Wie maakte ze niet ? Wie zou ze niet
hebben gemaakt ? Misschien alleen twee of
drie man, die ongelukkig niet aan de regee
ring zijn l" maar hij kon de zaken van
het leger niet onthouden aan een scherper
om daarmede het maatschappelijke stelsel
om te zetten van een kapitalistisch in een
socialistisch, vond men in die organisatie
weinig of geen steun meer. Het was een milieu
geworden waar in de ruimte propaganda
werd gemaakt voor .de afschaffing van het
privaat-bezit", met als middel daartoe de
revolutie", zonder dat ergens eenig klaar
denkbeeld bestond over de wijze waarop
men zich deze kleinigheden in de werke
lijkheid dacht.
De Sociaaldemokratische Bond had in
den korten tijd van zijn bestaan hij was
in 1881 opgericht?inderdaad alle mogelijke
standpunten Ingenomen en weer verlaten,
zoodat van eenig houvast voor wie aan een
vast en konsekwent ingenomen standpunt
behoefte hadden, geen sprake was. De eerste
jaren na zijne stichting had hij een
krachtigen en ook wel succesvollen strijd ge
voerd voor het algemeen kiesrecht. In de
jaren 1884 en 1885 vonden groote
kiesrechtdemonstraties plaats die wel geleid werden
door den Bond voor Algemeen Kies- en
Stemrecht", maar de bestuurders van dien
Bond waren ongeveer allen bekende
sociaaldemokraten en de Soc. dem. Bond was
van de geheele beweging de kern en de
ziel. Het Algemeen Nederlandsen
Werkliedenverbond" nam ook deel aan deze be
weging, maar had op haar gestle weinig of
geen invloed. Zóweinig dat de groote
demonstratie, in 1885 in den Haag gehouden,
een openlijke revolutiebedreiging opzond
aan de regeering (het laatste
ministerieHeemskerk), zonder dat het
werkliedenverbond eenige poging deed om dat te
verhinderen.
Die bedreiging was een groote politieke
fout, want ze verhinderde de
kiesrechtbeweglng om door nieuwe en steeds grootere
demonstraties de massa voor zich te winnen
en op de reeds aangekondigde grondwets
herziening invloed te oefenen, terwijl van
eenige poging tot revolutie, bij den relatief
nog zeer geringen aanhang der socialistische
beweging, natuurlijk geen sprake kon zijn.
Van 1886?1888 stoomde de Bond met volle
zeilen in een wild revolutionair vaarwater.
Tal van processen, als die tegen van Om
meren en tegen den heer Domela
Nieuwenhuis zelf, alsmede de groote werkeloosheid,
gaven aanleiding tot voortdurende botsingen
met het gezag dat voor de eigenlijke roer
selen van de volksmassa's geen 't minste
begrip toonde, en omgekeerd. De grondwets
herziening van 1887 had plaats onder de
meest absolute machteloosheid van de
kiesrechtbeweging die haar had veroorzaakt, en
leidde dan ook niet verder dan tot een
kiesrechtuitbreidlng waarbij de geheele arbei
dersklasse bleef uitgesloten.
Toen in 1888 de heer Domela Nieuwenhuis
lid van de Kamer werd, begon de Soc. Dem.
Bond ietwat aan arbeiderspolitiek te doen,
nam op zijn kongressen besluiten ten gunste
van sociale wetgeving en de
kiesrechtbeweging herleefde. Na het eerste Internationaal
kongres, te Parijs in 1889 gehouden, trok
de heer Domela Nieuwenhuis het land door
met een redevoering de eischen der arbei
ders" getiteld, die een verdediging bevatte
van een sociale politiek zooals die voor
elke sociaaldemokratische partij in dien tijd
paste. Maar met den val van den heer Nieu
wenhuis als kamerlid, in 1891, was dat
meteen weer uit. De anti-politieke, de anar
chistische, strooming werd aldoor sterker.
In heele landstreken nam de propaganda
een zuiver anarchistisch karakter, aan, zoo
in Groningen, waar het toen ten plattelande
heftig toeging. In 1893 ging de kogel door
de kerk doordien het kerstkongres van dat
jaar het besluit nam niet meer deel te nemen
aan de verkiezingen, een besluit dat, met
het oog op de toen aanhangige
klesrechtcontióle van het Parlement.
In het jaar 1911) breidde zich de
krijgvoering uit. Niet alleen bleek het dat een
krachtige poging der vereenlgde Fransche
en Engelsche legers noodig zou zijn in het
Westen, maar in Italië en vooral in het Oos
ten op het Balkan-schiereiland werd de
tusschenkomst der geallieerden vereischt.
En tegelijkertijd verminderde het vertrou
wen in de opperste leiding van den oorlog.
Er begonnen allerlei geruchten rond te
gaan over het hoofdkwartier te Chantilly.
Men sprak over de Jong Turken" die zich
daar het gezag aanmatigden, en - - men
had geen persoon om Joffre te vervangen.
De talenten van Foch waren bekend, maar
het heette: Foch was ziekelijk, Castelnau
was een uitstekend generaal, maar hij be
hoorde tot de clerlcale partij en stond in
beginsel tegenover de Republiek, Pétain
wederom was te kort aangebonden, veel
meer militair dan burger.
Eindelijk vestigde zich de aandacht op
generaal Nivelle die Pétain in Verdun was
opgevolgd. Hij toonde zich een minzaam
militair en het plan werd opgevat met
Lyautey als minister van Oorlog, den
machtigen man, de voornaamste comman
do's, in Frankrijk aan Nivelle, in het Oosten
aan Sarrail toe te vertrouwen, terwijl Joffre
de eer, maar ook niet veel meer dan de eer
van het opperbevel zou behouden.
De rollen werden verdeeld; op het eind
van het jaar werd Lyautey, minister en
Nivelle opperbevelhebber van Noord-Oost
Frankrijk.
Maar Joffre was er niet van gediend, toen
hij bemerkte dat de werkelijkheid van het
gezag hem zou ontgaan. En hier beging hij
een fout. Hij toonde zich geërgerd en liet
duidelijk blijken dat hij de benoeming tot
maarschalk wenschte als vergoeding voor
de achteruitzetting die men hem wilde aan
doen. Lyautey greep de gelegenheid aan;
hij bevestigde de genomen decreten en be
noemde Joffre tot den hoogen rang van
maarschalk.
Zoo hield de Republiek haar waardigheid
op tegenover den krijgsman, en door hem
te verheffen drong zij hem tot onderwerping.
W. G. C. B Y v n N c K