De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 30 augustus pagina 1

30 augustus 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

. 2201 Zaterdag 30 Augustus A°, 1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF \ Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f2.50. Abonn. loopen per jaar j Redactie en Administratie; Keizersgracht 333. Amsterdam | | Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel | 33E3R.IOH.T Men wordt beleefd verzocht adresveranderingen zoo vroeg moge lijk op te geren en zoowel het oude als het nieuwe adres te vermelden. Adresveranderingen welke ons na Donderdag bereiken, kunnen niet meer voor het eerstvolgend nummer behandeld worden. iiiiiiiiiiiitiiiiiiiiitiiiiiiiiiiigiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiliiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii INHOUD t Bladz. l: Te vroeg Victorie, door T. H. Bnitenl. Overzicht: Menschen en Generaals, IV, door dr. W. G. O. Byvanok. De 8. D. A. P, Jubileert, door W. H. Vliegen. 2: Uit Parijs, door dr. Frederik van Eeden. Krekelzang, door J. H. Speenhofl. 3: Feuilleton: Kermislief- en leed, door Hessel Visser. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge) Een bijeenkomst van leden van den Internationolen Vrouwenraad (I. C. W.) te Londen, III, door E. O. v. Dorp. Van Kinderen, door E. W, Asscher. MenscheHJk Qcvederte, door Geertruida Carelsen. Licht, door A. Kleyn-v. d. Ley. Eleeding van de Maand. Uit de Natuur: pp de Eilanden, III, door Jao. P. Thijsse. Met teekeningen van Annie Boes. 7: Nienwe Ecgelsche Boeken, door Willem v. Doorn. Midden-Enropa, teekening van George van Baemdonck, Lichamelijke Ont wikkeling, door Weerbaarheidsman.?'J: Schilder kunst-Kroniek, door Plassehaert. Moet de Kritiek verdwijnen, door Joh. Tielrooy. De geheime Limbnrgsche Circulaire, teekening vnn Jordaan. Werkstuk van Penaat, door Otto van Tussenbroek. 10; Russische Kunstnijverheid, door J. Greshoff. 11: The Uned Peaoe Union, door mr. H. Giltay. Verzen. Uit het Kladachrift van Jantje. Nieuwe Friesche Zangindrnkken, door dr. F. Buitenrast Hettema. 12: Het Spoorwegvraagstuk in de Vereenigde Staten, door J. D. Bantilhano. 13: De Collectieve Arbeidsovereenkomst in het Drnkkersbedrtjf, door jhr. mr. H. Bmissaert, 14 Een Vleugje Haagsche Wind, door Ari. Boeketjes Bofistiek, door Gerh. van D. Correspondentie met een Dame, door B. O. H. 15: De eisoh fot abdicatie van Aartshertog Jozef, teekening van Joh. Braakeusiek. Uit den Napoleontisohen Tijd, door C. i'. Gijsberti Hodenpeil. Een Vraagge sprek, door J. N. J. de Booij. Telepaten, door Ari. BoekbeoorJeeling, door v. O. Paedagogische Lectuur, door drs. A, aalborn. Uitvaart, door dr. Felix Hutten. Bijvoegsel: De Voorgestelde Belasting op de Vermogens-aanwas, teekening van Joh.Braakensiek. TE VROEG VICTORIE Een golf van vrijheid is na den wapen stilstand in de gemoederen opgeslagen. De menschheid was verzadigd van disci pline en van beperkingen. Zij kondigde zichzelve aan, dat die nu uit zouden zijn en dat de vrijheid van leven, de vrijheid van bedrijf konden worden hervat. Met 't naderen, met het sluiten van den vrede zette dit steeds krachtiger door. Vrouw democratie, in deze tijden zoo bedenkelijk bezig met een groot deel van haar reputatie in te boeten, voorzoover het de bekwaamheid tot eenigen verder-vooruitzienden arbeid betreft, praatte daarin aanstonds mee. Zeker, vrijheid van huishouding, van bedrijf, van handel, zoo riep zij mee uit. Riep vrijwel ieder mee uit, die eenveriiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiimmiiiii MENSCHEN EN GENERAALS IV JOFFRE De schok van Verdun zal den meesten nog wel zijn bijgebleven. 20 Februari 1916 is het dat het Duitsche leger van den Kroonprins, heimelijk ver sterkt en voorzien van overweldigend ge schut, de eerste linies der forten om Verdun doorbreekt; een paar dagen later reeds zijn de Duitschers meester van het fort Douaumont. Het kan niet anders of weldra zullen zQ den toegang bezitten tot het hart van Frankrijk. Wonderen van dapperheid herstellen daarna het evenwicht. Er is nog een andere geschiedenis van Verdun, de blnnenkantsche. Daar loopen de draden strubbellg, zooals bij tappisseriewerk van de verkeerde zijde gezien; de mooie egale teekening is weg, allerhande bewe gingen kruisen eikander en brengen ver warring. Aan den buitenkant daarentegen ziet en voelt men alleen den schok en tegenschok. Er bestond reeds geruimen tijd een quaestie-Verdun. Luik en Namen hadden volgens de mee ning der militaire autoriteiten afdoende bewezen dat vestingen het niet uithielden tegenover de moderne manier van aanval. Men had daarom de versterking van Verdun verwaarloosd, forten ontdaan van hun ge schut en de verbinding tusschen de afzon derlijke werken verwaarloosd. Onder de officieren heerschte de meening dat de bevelvoerende generaal in dit opzlchl veel te ver was gegaan. Wrijving was voor gekomen, verplaatsingen waren geschied. Een zeer gezien officier, de kolonel Driant die later zijn leven heeft opgeofferd om den kiezingssucces te behalen, een populair prestige te vestigen had. Weg met de beperkingen, reglementeeringen, distri buties, rantsoeneering: vrij en volop. 't Ergste was, dat daarbij ook de economen en deskundigen van de praktijk gekomen zijn, om de mogelijkheid van tiet vrij en volop" te bevestigen. Waren er sommigen, die betoogden dat het door den oorlog geschapen tekort en gebrek zich nog jaren lang zou doen nagevoelen, hoe spoejdig waren er niet de beter weters bij om met allen klem van hun inzicht te verklaren dat er wereldvoor raad ruim genoeg was, en 't herstel van normale verkeerstoestanden dit ook aan stonds aantoonen zou. Ten onzent, klas sieke bodem der economie van vrijheid en overvloed, werd dit ten spoedigste geldende leer. Te gereedelijker, toen men in allerlei landen en in den eigen staat met verrassende snelheid de internatio nale distributie- en rantsoeneeringsregelingen, de reglementeering en controle vervliegen zag. De elasticiteit van de wereldvoorraden scheen waarlijk veel grooter dan de zwartzieners hadden voorspeld. * * * Totdat nu wel, langzaam maar zeker, de overtuiging komt, dat en de theorie, n de praktijk veel te vroeg victorie hebben gekraaid. Veel te vroeg is gemeend, dat aan volkswenschen, met name ook aan de o zoo verklaarbare en redelijke wenschen van alle bedrijvige standen, gehoor kan worden gegeven. Nu doet 't zich aanzien, dat menige stap op den weg van vór November zal moeten worden teruggezet en dat de wereld zich voor den naderenden winter al weer heeft te zetten in 't sterreteeken dat in den naam Hoover kan worden samengevat. De graan- en vetproductie is niet voldoende. De kolenvoorziening nog minder. Vooral ook: de credietverhoudingen werken een natuurlijken snelle en bevredigende distributie tegen. De internationale koopkracht is dusdanig verzwakt, (en loonsverhoogingen helpen daartegen natuurlijk niets, integendeel!) dataangereedelijken uitvoer uit de landen waar 't vandaan moet komen, geen sprake is. Qver de beschikbare scheepsruimte is lichtvaardig gedacht. Het kan zijn, dat de aanvankelijke reactie tegen het keurslijf der oorlogs economie een onweerstaanbare en on vermijdelijke was. Men moest misschien die smachtende poging naar den normalen vrijheidstijd doen. Met des te meer kracht en bewustheid moet dan evenwel van stonde af aan de erkenning worden aanvaard, dat het zonder internationale dwingende regu lariseering, zonder rantsoeneering en distributie, zonder georganiseerde pro ductie-bevordering en zonder gecontro leerde consumptie, zonder transportmid delen-discipline en zonder crediet-inmenging, niet zal gaan. vijand van Verdun te weren, wendde zich tot Qalliénl, den minister van oorlog en waarschuwde hem dat de betoonde nalatig heid een gevaar voor Frankrijk kon opleveren. De minister richtte daarop een schrijven tot Joffre, hij wenschte de verzekering te hebben dat het noodige was gedaan voor de orga nisatie der verdediging. Dadelijk ontving hij antwoord: de opper bevelhebber kon hem borg staan dat alle voorzorgen waren genomen of tenminste ledere voorbereiding was getroffen. Niets," zoo eindigde zijn schrrjven, rechtvaardigt de vrees die gij uitspreekt. Maar daar uw vermoedens zijn gebaseerd op berichten over den verdedigingstoestand, verzoek ik u mij in kennis te stellen van die verslagen en de namen van de berichtgevers te noemen. Ik kan niet toestaan dat militairen onder mijn orders buiten mij om zich beklagen; evenmin kan ik Ingaan op vage aanduidingen waarvan ik de bron niet ken. Dat de regeering zulk soort berichten aanvaardt, ondermijnt de tucht van het leger. Ik kan m? niet neerleggen bij de voortduring van dezen toestand. Het geheele vertrouwen der regeering is voor mij noodzakelijk, zonder dat vertrouwen kan ik niet de verantwoorde lijkheid blijven dragen van mijn commando." Hoe het oorspronkelijke stuk heett geluid waarmede de minister bescheid heeft gegeven op Joffre's boutade, is niet bekend geworden; het officieele antwoord, door hem na raad pleging van den minister-president opge maakt, klinkt vrij nederig. Maar twee maan den later, brj den Duitschen overval van Februari 1916, bleek wie gelijk had gehad. Den 24en Februari maakte zich onder het geweldige vuur der 150 duims mortieren een panische schrik meester van een divisie die niet gesteund werd door eenig fort in de nabijheid, en een peloton soldaten van het regiment Brandenburg trok het verlaten fort Douaumont binnen, waar het hek open stond. De uren van de vesting Verdun schenen geteld. De Duitschers hadden vast op hun succes gerekend, zij meenden dat niets was bestand tegen hun kanonnade. Waren zij minder zeker en minder methodisch geweest, hadden zij voortvarend van hun voordeel gebruik In het teeken der vrijheid herstelt zich de menschlieid gedurende deze abnor maliteit der tijden, gedurende de onste vigheid der geesten, niet. Het is zeker waar, dat de andere periode, van inter nationale en nationale staatsinmenging, k den heilstoestand niet, maar heel wat nadeelen en ruïne met zich brengt. Maar die van de herstelde vrijheid doet het, naar ruwe schatting, nog honderd maal erger. Men staat in ieder land waarschijnlijk voor de keuze om zich, ongereglementeerd geheel, of met regle menteering een bétje, te ruïneeren. En dan is de keuze gemakkelijk. Ware het nog, dat het stelsel der vrije economie dór de ellende en het tekort heen, de zekerste weg moest worden geacht om tot een normaal vrij produc tiewezen terug te keeren, het paarden middel zou kunnen worden aanvaard. Doch dit is niet zoo. De tijd voor Adam Smith is nog niet daar. Het vrije inter nationale spel der economische machten is op het oogenblik niet er op gericht, het evenwicht te herstellen. Het zal integendeel dit evenwicht steeds verder en verder in de war brengen. Eerst wanneer een rustige maar ingrijpende organisatie voor den vredestijd een nor malere psychologie en een normaler productie-praktijk in de hand gewerkt hebben zal, wordt het tijd om de banden te slaken, 't Beste zal dit dan geleidelijk kunnen gaan. Zoo niet, dan zullen een nieuw Saint-Simonisme en een nieuw Manchesterdom misschien weer de vol gende phase zijn. Doch wie meent, de wereld daarin nu te moeten verplaatsen, ziet haar geheele werkelijkheid over het hoofd. Zij zou morsdood zijn, eer zij bij dat oogenblik ware aangeland! * * * Te vergeefs wordt op 't oogenblik van vrijheid ook de verheffing der pro ductieve krachten verwacht. Wat al pogingen worden in schoone redevoe ringen, daartoe gedaan! Aan opwekkin gen geen gebrek. Zonder vrucht. Gelijk in den oorlog, door organisatie, disci pline en staatsbemoeiïng, en alleen daardoor zal de noodzakelijke productievermeerdering kunnen worden tot stand gebracht. Wij geven al weder aanstonds toe, dat dit niet de volmaaktheid, dat dit onnatuurlijk en zeer kostbaar is. Maar onvermijdelijk, nolens volens, komt toch iedere regeering en komt ook de inter nationale familie der staten voor de oplossing te staan dat alleen wanneer de productie van overheidswege geprik keld wordt, de volkeren in hunne be hoeften meer voldoende zullen kunnen voorzien. Dit omvat het oude oorlogsplan, al kan het zeer doelmatiger worden in gericht: prijs- en premiebcpaling in landbouw, bevordering van industrie, uitvinding en produetieverbetering, credietregeling, transportorganisatie enz. Van een gang naar sociaal-democra tische droombeelden heeft dit weinig. Het is integendeel hoogst gewenscht, gemaakt, wie weet wat zou zijn gebeurd! Generaal Castelnau was als generaalmajoor aan Joffre toegevoegd, sinds hem het opperbevel over alle Fransche legers was gegeven, en Castelnau ontving dien 24en Februari tusschen zeven en acht uren 's avonds, in het hoofdkwartier te Choutilly, de alarmeerende berichten uit Verdun ; Joffre immers naar zijn vaste gewoonte, had zich reeds ter ruste begeven. Om tien uren werd de tijding zoo verontrustend dat de generaalmajoor vroeg den opperbevelhebber te wek ken om zijn orders te kunnen vragen. Maar Joffre's ordonnans durfde in 't eerst daartoe niet overgaan; alleen toen het nieuws buitengewoon dringend werd, gaf hij toe. Joffre op de hoogte gesteld nam dadelijk zijn beslissing. Van ontruiming van Verdun mocht geen sprake zijn. H{| stelde den commandant der vesting verantwoordelijk voor haar behoud en verleende aan Castel nau, die dadelijk daarheen moest vertrekken, alle mogelijke volmachten voor de noodige maatregelen: Wat het ook koste," beval hij, houd stand tot nieuwe troepen zijn gekomen.'' Van Castelnau heeft men gezegd het is een oordeel van Galliéni Dés qu'il a r r i ve q u el que part la décision et l'ordre l e suivent." Men had in Verdun het hoofd verloren, de verschillende diensten liepen door elkan der, een algeheele wanorde dreigde. Castelnau gaf energieke bevelen, en herstelde de orde met behulp der stafofficieren die hem waren gevolgd; maar hij begreep dat een krachtige hand voortaan de leiding op zich moest nemen. Dus telegrafeerde hj den bekwaamsten generaal van het leger om In Verdun het bevel te komen voeren. Het was Pétain, bij den aanvang van den oorlog nog kolonel, op dat oogenblik aan voerder der He armee. Joffre, die op echte quallteiten lette, had hem leeren waardeeren ondanks zijn moeilijk karakter, en hij heeft voldaan aan wat men van hem vroeg. Castelnau heeft de vesting in het moeilijke oogenblik gered, Pétain heeft haar voor Frankrijk behouden. Half Maart kon Joffre tot de soldaten van het leger van Verdun de dagorder richten: Duitschland heeft zijn aanval voor onzooveel mogelijk op den bodem der kapitalistische werkelijkheden te blijven staan. Wel zullen vele particuliere belangen worden geschaad. Andere onwillekeurig boven de maat bevoordeeld. Doch dit moet meegenomen in den koop. Het allervoornaamste is toch, dat de maatschappij in haar geheel in het leven gehouden worden kan. Dit kan alleen door sterk organiseerende regeeringsbemoeiing, en door gestadige internationale samenwerking tusschen de regeeringen, voor de econo mische orde. * * * Ook binnenlands komt men weer voor dezelfde problemen te staan. In alle landen ziet men weder de zorg voor nationale productie naar voor komen, met al 't onnatuurlijke, maar ook met ;'il 't noodwendige wat daarin begrepen is. Het internationale ruilverkeer helpt ons niet, tenminste niet vór dat het kalt verdronken is. Men bereide zich dus voor, ook inter nationaal, op hernieuwde reglementee ring en discipline niet alleen, maar minstens evenzeer op overheidsmaat regelen ten gunste van de eigen, binnenlandsche zelfgenoegzame produc tie der voornaamste levensvoorziening. Het was te verwachten, dat dit uit den oorlogstoestand zouden voortvloeien. Het zal nu ook alom gebeuren. Het is alleen wat meer langs een omweg ge gaan. En wat andere volkomen doen, wordt ook voor ons economische nood wendigheid. Landen als Nederland ge wennen zich bijzonder moeilijk aan harde maar onontkomelijke waarheden als deze. Wij zijn daarvoor te vol van ingebur gerde dogma's naar den anderen kant, en van onuitroeibare gezonden prakti sche neigingen in deze richting der individueele vrijheid en particuliere energie. Beter dan in dogma's en praktische tjaditie ten onder te gaan, is het ten slotte in aanpassing aan het onvermij delijke op de been te blijven. v. H. DE S. D. A. P. JUBILEERT door W. H. VLIEDEN Het was op 2G Augustus 1804 dat een kleine groep personen, op een enkele na allen leden van den toenmaals tamelijk sterken Sociaaldemokratischen Bond, te Zwolle bijeenkwamen om een nieuwe soiaaldemokratische partij te stichten. De algemeene reden daarvoor was dat deze perso nen zich in den Soc. Dem. Bond niet meer thuis gevoelden, wijl in deze organisatie, die onder leiding stond van den heer Domela Nieuwenhuis, de anarchistische denkbeelden meer en meer overwegenden invloed kregen, niet het minst op den lei der zelf. Voor wat rnen in het algemeen te verstaan heeft onder sociaaldemokratische politiek, nl. het scheppen van een zelfstan dige politieke arbeiderspartij, die zich ten doel stelt de politieke macht te veroveren iiimiiiiimiiiDiiiii weerstaanbaar gehouden. Het meende zijn triomf verzekerd. Het had niet op u gere kend ... Het land kent u thans, het houdt het oog op u. Gij zult tot de mannen behooren, van wie men zegt: zij hebben den Duitschers den weg van Verdun verlegd." Maar Galliéni, de minister, drong aan op een regeling der bevoegdheden van den opperbevelhebber en het hoofdkwartier. Hij stelde zijn bepaalde eischen. De president minister, Aristide Briand, soepel en op de hand van Joffre, om geen verwarring in de regeering te brengen, trachtte den minister van Oorlog te bevredigen door hem in beginsel gelijk te geven, maar kon men op dit oogenblik, juist in de crisis en bij het beginnende succes van Verdun het aanbinden met den opperbevelhebber ? voor het prestige van Frankrijk moest men geduld hebben, van iedereen werd vertrou wen verlangd... .Maar ik heb geen ver trouwen," barstte (jillléni uit (volgens zfln eigen verhaal). Men geeft mij voortdurend beloften, en houdt er geen enkele van." Er was geen kans dat Gallléni als minis ter zou aanblijven. Eén man had misschien het gezag om als tegenwicht tegen Joffre te dienen, de generaal Lyautey, gouver neur van Marocco, maar de regeering zou niet licht tot die keus overgaan. Het leek voldoende voor het moment de zaken op gang te houden en een overgangsminister te vinden die het met Joffre kon viaden. Aan een noodzakelijkheid ontkwam men echter niet. Kamer van Afgevaardigden en Senaat waren te diep ingewfld geworden in de verschillende quaestiën die zich hadden opgedaan om er hen verder buiten te kun nen houden. Briand, de minister-president, met zijn rneesterUJken slag om al toege vend gelijk te krijgen en zich te verdedigen met een Ironischen aanval, wist wel zijn positie voor de Kamers te handhaven hoor hem naar aanleiding van Verdun zeggen : Zeker, daar zijn fouten begaan. Wie maakte ze niet ? Wie zou ze niet hebben gemaakt ? Misschien alleen twee of drie man, die ongelukkig niet aan de regee ring zijn l" maar hij kon de zaken van het leger niet onthouden aan een scherper om daarmede het maatschappelijke stelsel om te zetten van een kapitalistisch in een socialistisch, vond men in die organisatie weinig of geen steun meer. Het was een milieu geworden waar in de ruimte propaganda werd gemaakt voor .de afschaffing van het privaat-bezit", met als middel daartoe de revolutie", zonder dat ergens eenig klaar denkbeeld bestond over de wijze waarop men zich deze kleinigheden in de werke lijkheid dacht. De Sociaaldemokratische Bond had in den korten tijd van zijn bestaan hij was in 1881 opgericht?inderdaad alle mogelijke standpunten Ingenomen en weer verlaten, zoodat van eenig houvast voor wie aan een vast en konsekwent ingenomen standpunt behoefte hadden, geen sprake was. De eerste jaren na zijne stichting had hij een krachtigen en ook wel succesvollen strijd ge voerd voor het algemeen kiesrecht. In de jaren 1884 en 1885 vonden groote kiesrechtdemonstraties plaats die wel geleid werden door den Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht", maar de bestuurders van dien Bond waren ongeveer allen bekende sociaaldemokraten en de Soc. dem. Bond was van de geheele beweging de kern en de ziel. Het Algemeen Nederlandsen Werkliedenverbond" nam ook deel aan deze be weging, maar had op haar gestle weinig of geen invloed. Zóweinig dat de groote demonstratie, in 1885 in den Haag gehouden, een openlijke revolutiebedreiging opzond aan de regeering (het laatste ministerieHeemskerk), zonder dat het werkliedenverbond eenige poging deed om dat te verhinderen. Die bedreiging was een groote politieke fout, want ze verhinderde de kiesrechtbeweglng om door nieuwe en steeds grootere demonstraties de massa voor zich te winnen en op de reeds aangekondigde grondwets herziening invloed te oefenen, terwijl van eenige poging tot revolutie, bij den relatief nog zeer geringen aanhang der socialistische beweging, natuurlijk geen sprake kon zijn. Van 1886?1888 stoomde de Bond met volle zeilen in een wild revolutionair vaarwater. Tal van processen, als die tegen van Om meren en tegen den heer Domela Nieuwenhuis zelf, alsmede de groote werkeloosheid, gaven aanleiding tot voortdurende botsingen met het gezag dat voor de eigenlijke roer selen van de volksmassa's geen 't minste begrip toonde, en omgekeerd. De grondwets herziening van 1887 had plaats onder de meest absolute machteloosheid van de kiesrechtbeweging die haar had veroorzaakt, en leidde dan ook niet verder dan tot een kiesrechtuitbreidlng waarbij de geheele arbei dersklasse bleef uitgesloten. Toen in 1888 de heer Domela Nieuwenhuis lid van de Kamer werd, begon de Soc. Dem. Bond ietwat aan arbeiderspolitiek te doen, nam op zijn kongressen besluiten ten gunste van sociale wetgeving en de kiesrechtbeweging herleefde. Na het eerste Internationaal kongres, te Parijs in 1889 gehouden, trok de heer Domela Nieuwenhuis het land door met een redevoering de eischen der arbei ders" getiteld, die een verdediging bevatte van een sociale politiek zooals die voor elke sociaaldemokratische partij in dien tijd paste. Maar met den val van den heer Nieu wenhuis als kamerlid, in 1891, was dat meteen weer uit. De anti-politieke, de anar chistische, strooming werd aldoor sterker. In heele landstreken nam de propaganda een zuiver anarchistisch karakter, aan, zoo in Groningen, waar het toen ten plattelande heftig toeging. In 1893 ging de kogel door de kerk doordien het kerstkongres van dat jaar het besluit nam niet meer deel te nemen aan de verkiezingen, een besluit dat, met het oog op de toen aanhangige klesrechtcontióle van het Parlement. In het jaar 1911) breidde zich de krijgvoering uit. Niet alleen bleek het dat een krachtige poging der vereenlgde Fransche en Engelsche legers noodig zou zijn in het Westen, maar in Italië en vooral in het Oos ten op het Balkan-schiereiland werd de tusschenkomst der geallieerden vereischt. En tegelijkertijd verminderde het vertrou wen in de opperste leiding van den oorlog. Er begonnen allerlei geruchten rond te gaan over het hoofdkwartier te Chantilly. Men sprak over de Jong Turken" die zich daar het gezag aanmatigden, en - - men had geen persoon om Joffre te vervangen. De talenten van Foch waren bekend, maar het heette: Foch was ziekelijk, Castelnau was een uitstekend generaal, maar hij be hoorde tot de clerlcale partij en stond in beginsel tegenover de Republiek, Pétain wederom was te kort aangebonden, veel meer militair dan burger. Eindelijk vestigde zich de aandacht op generaal Nivelle die Pétain in Verdun was opgevolgd. Hij toonde zich een minzaam militair en het plan werd opgevat met Lyautey als minister van Oorlog, den machtigen man, de voornaamste comman do's, in Frankrijk aan Nivelle, in het Oosten aan Sarrail toe te vertrouwen, terwijl Joffre de eer, maar ook niet veel meer dan de eer van het opperbevel zou behouden. De rollen werden verdeeld; op het eind van het jaar werd Lyautey, minister en Nivelle opperbevelhebber van Noord-Oost Frankrijk. Maar Joffre was er niet van gediend, toen hij bemerkte dat de werkelijkheid van het gezag hem zou ontgaan. En hier beging hij een fout. Hij toonde zich geërgerd en liet duidelijk blijken dat hij de benoeming tot maarschalk wenschte als vergoeding voor de achteruitzetting die men hem wilde aan doen. Lyautey greep de gelegenheid aan; hij bevestigde de genomen decreten en be noemde Joffre tot den hoogen rang van maarschalk. Zoo hield de Republiek haar waardigheid op tegenover den krijgsman, en door hem te verheffen drong zij hem tot onderwerping. W. G. C. B Y v n N c K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl