De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 6 september pagina 12

6 september 1919 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 Sept. '19. No. 2202 SENTIMENTEEL VERHAALTJE Un homme passa... Ik haast me om de laatste electrische nog te halen. Met een razende vaart schmink ik me af. Gauw de poelerkwast over m'n gezicht, m'n hoed over m'n hoofd gestulpt. De eene' kleedster staat al klaar met m'n japon, de andere met m'n groote, witte mantel. Vergeet uw pakjes niet." O, ja, twee, drie pakjes. En een parapluiel Wat moet ik in 's hemelsnaam met een parapluie in dit mooie weer l! Maar van morgen, in den Haag, dreigde het. Toch maar meenemen, kan niet blijven staan. Als u een beetje hard loopt, haalt u hem nog wel." En ik word de kleedkamer uitgeduwd. In de electrische plof ik in het eerste het beste leege hoekje neer. Dan zet de trein zich al in beweging. Ik sluit m'n oogen, leun tegen den kant en probeer tot rust te komen. Ik ben hél moe. Eind van het seizoen. Ood, wat ben ik moe. Vaag gaat het door m'n hoofd, dat ik er wel gek zal uitzien met m'n pakjes, en m'n parapluie, en m'n hoed natuurlijk scheef van het leunen en m'n haar d'r onderuitgepiekt... Lekker", denk ik vijandig tegen een aan valler, die er niet is. Nu maar stilletjes zoo zitten tot Den Haag en dan gauw met de tram naar huis. Even doe ik mijn oogen nog open naar het licht als een poes, die tegen de zon knipt. Ik zie in een paar donkere oogen, die me aankijken. In een seconde heb ik hem getaxeerd: Vijftig, goed geconserveerd, veel charme. Natuurlijk denk ik aan een stuk: Papa. Wat speelde Gimberg dat goed!" En in dezelfde seconde gaat het door m'n hoofd : Wat zie ik er uit l Maar wat kan het me schelen! Wat kunnen me alle moge lijke mannen schelen! Ze vervelen me t" Als protest druk ik me nog dieper in m'n hoekje en open mijn oogen pas als we in Den Haag zijn. Dan ineens een stem, vlak bij mij: U ziet er zoo moe uit. Mag ik U even met mijn auto thuis brengen ?" Iets in mi] reageert plotseling op die stem. Ik kijk hem aan en buig zwijgend het hoofd. Hij noemt een naam. Den zijne. Ik geef den correcten chauffeur mijn adres op en stap in. Gerulschloos glijden we door den maanavond. We praten. Of liever hij praat. Ik hoor alleen zijn stem, 'n rustige, onver schillige stem. 'n Routine-stem. Maar met een bijklankje. Dat voor mij is. Ik antwoord kort, haast kortaf. Want m'n gedachten spinnen lieflijk en willen niet gestoord wezen. ?. U ziet er zoo moe uit." Hoe eenvoudig, als muziek, t van het blad te lezen. Maar dat kunnen ze niet, de anderen, de mannetjes. Als je er goed uitziet, of 'n hoed op hebt, die je bizonder flatteert, ja dan. Maar deze: moe zag ik er uit, met m'n hoed scheef en al die gekke pakjes en belachelijk van het hollen. Ik hoor eigenlijk niet goed, wat hij zegt. Die rustige, onverschillige stem begeleidt alleen m'n gedachten. Ik hoor hem vragen: is u nog zoo moe?" Nu moet ik oppassen. Want anders vloeit het weg, dit mooie. Ik antwoord: Ja; nog wel een beetje." Want dat ik niet meer moe ben wil ik voor me zelf houden, daar mag hij zelfs niet aan raken. Vooral hij niet. Ik ben op mijn kamer en sta voor den spiegel. Oogen kijken mij daaruit aan, zoo als ik ze gehad moet hebben, toen ik achttien jaar was. Een groot, rijk gevoel van zuiverst welbehagen vervult me en ik slaap in als een kind. Ik word wakker, blij of ik iets kostbaars kreeg. Ik loop glimlachend door het huis en neurie zacht voor me heen. De rozen geuren. Drie dagen lang ben ik zeer onhebbelijk tegen alles wat man is en zich in mijn na bijheid waagt. Dan gaat alles weer gewoonMaar soms, midden in het banale leven, zingt het in me als een Hef, oud melodietje... gehoord... ergens ... toen ik nog een kind was... u ziet er zoo moe uit " MIEN VERMEULEN DEN HAAG VAN UIT EEN EENDEKKER Het blijkt dan toch maar, dat ik gelijk heb met te beweren, dat Den Haag de stad is der primeurs." Niet alleen vindt je dat maar op alle vensters van voorname fruitwinkels, ofschoon ik niet begrijp wat het speciaal met fruit te maken heeft, niet alleen waren de primeurs, beter gezegd de primicres bij Cor v. d. Lugt gepasseerde winter niet van de lucht, maar op elk gebied is er in Den Haag een haute nouveauté, een demier cri te vinden. We zijn er bij de pinken als nergens anders, we hebben een fransche vlugheid... behalve dan het gemeente bestuur. Nu ja, maar dat telt niet mee, dat is van een degelijke sollede, Hollandsche langzaam heid; 'zonder die degelijke Hollandschheid zou Den Haag allang vercosmopolitiseerd zfln; en nu is onze residentie, ondanks haar tikje verborgen perversitelt, tenminste nog een fatsoenlijke Hollandsche stad gebleven. Maar nu we gaan de temp! versnellen. Wij krijgen... schrik niet lezer, het is heusch waar... we krijgen een vlieghaven. Den Haag zal dus weer een primeur hebben DEN MAAG WARMOND PADOX HOUTBOUW EbUREAJ ARCHITECT: PAWK^TRAAT rt/ LEVERT DE/VERLANGD IN ZIER KORTEN TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIE/ ALS CLUBGEBOUWEN JACHTHUIZEN TENNI/HUI/JE/ CATALOCU/ OP AANVRAAG geleverd. En welk eene ? De Elta is er niets bQ. We krijgen een vlieghaven met al wat daar bQ hoort. Het geheele patriclsche land goed Ockenburg, dat zich uitstrekt van Houtrust tot in Loosduinen, is er voor aange kocht. Wij krijgen er vliegvelden, hangars, station voor vliegreizigers, café's en restau rants, misschien straks een hotel, een huis, waar plaatsen in de vliegmachlnes kunnen gereserveerd worden, enfin de lezer begrijpt me wel, dat het daar een nieuw Haagsch milieu zal worden, de cc qu'il y a de plus chic. Want ditmaal heeft de haute noblesse besloten om zich de vliegmachine niet te laten ontfutselen door O.W'ers, zooals ze het hun auto's deden. Ze hebben een bond opgericht en elkander beloofd geen lage nummers van hun motorvogels" te verkoopen voor hooge sommen, want die dingen krijgen natuurlijk ook nummers met het oog op de politieverordeningen, nopens" zoo luidt immers de prachtig ambtelijke uit drukking, de te nemen vlieg wegen. Den Haag zal een attractie meer hebben. en ofschoon dit alles van particulier initiatief uitgaat en het gemeentebestuur er nog lang niet aan toe is, om zelfs maar zijn gedachten in te spannen ten opzichte van deze moge lijkheden, juicht hij het plan toe, omdat aan de onveiligheid en de onzedelijkheid in de duinen achter de evenzeer beruchte als be roemde boschjes van Poot dan een einde zal komen, want nu kon geen vrouwen belager meer ongezien langs de paden sluipen, en de verliefde paartjes zijn zelfs in een verborgen duinpan niet meer vrij. Dat ik persoonlijk het vlieghavenplan toejuich, laat zich denken. Ik behoef nu niet meer in alle stilte ergens neer te dalen. Als een majestueuse Albatros, die drijft op zijn breede wieken, laat ik mijn eendekkertje zweven over de vllegweide en daal statig neer te midden der Haagsche beau-monde. Pas maar op! Het Scheveningsche seizoen krijgt een concurrent. Straks wordt het ton" om in den zomer te gaan afternoon-teaën" op het vlieghavenveld, want mondain zal het er wel wezen. Daar ken ik mijn Haegje, mijn Haegsche vrouwtjes voor. V LIEGENIER J. H. DE BOIS - HAARLEM KRUISWEG 68 TABLEAUX - ESTAMPES - EDITIONS D'ART Zomer1919 R EDON Tentoonst. IIIIIMIIMIIMHIIIII BOEKETJES SOFISTIEK XXVI Het Feest Het is omtrent 2 uur in den voormiddag, en beneden, op de gracht" dat is: de straat, niet-Amsterdamsche lezer onder de ramen mijner slaapkamer ontmoeten elkander juist twee cohorten jongelieden van beiderlei kunne. Terwijl het eene gezelschap met ietwat schorre, doch nog zeer luide stemmen betuigt. Jao-hao, wij wi-hille frou-leksaan, verzekert de andere, (met alleszins redelijken nadruk, want men zou het niet kunnen vermoeden): Dat gaat naar Den Bosch toe zoete, lieve Gerretje. Bedenkend dat ik het aanhooren dezer reien, evenals de gansche cacophonie van dezen infernalen avond, te danken heb aan wat de kranten euphemistisch noemen: de viering van den Koninginne-dag" zoek ik naar het verband tusschen deze twee feite lijkheden : de verjaring onzer vorstin en het onaesthetisch bedrijf dat van den vroegen middag tot den zeer laten nacht van Am sterdams centrum een (bovendien ongeriefelijk) Luna-park maakt. Ik moet mfl voorzichtig uiten: het betreft een dubbel delicate kwestie. Zoowel de S«ylla der verachting van allen die ons koningshuis liefhebben, als de Charybdis der doodverklaring door ieder waschechten democraat, zal ik moeten ontzeilen. Den eersten verzeker ik, Maandagmorgen op den Dam met ontbloot hoofd en een vol hart de melodie van den Wilhelmus-psalm te hebben aangehoord. En van binnen zong iets mede, dat hoop ik tot mijn dood niet zwijgen zal. Hoe echter te ontkomen aan den doem, ons gelief d volk te kwetsen, dat zijn teederste gevoelens in hossen pleegt te uiten ? Zeker, jedes Tierenen fiat sein Plalslrchen, en ik misgun mijn tierenden broeders en zusters deze vermoeiende doch blijkbaar henzelf bevredigende genoegens allerminst. Ondanks de werkzaamheden eener achtbare Vereenlging t«t Veredeling van het Volksvermaak schijnt nog een belangrijke categorie dézen vorm van vreugdebetoon boven alle andere te apprecieeren. Misschien ook zijn, ondanks de ffjnzinnigheid dezer eeuw, zulke lawaai-explosies even natuurnoodwendlg (en dus even redelijk) als vulcaan-erupties, en voorkomen zQ andere, nog minder gewenschte excessen. Het eenige, dat men discretelijk in over weging zou willen geven, is de mogelijk heid om de, laten we 't noemen: coïnci dentie van Haier Majesteits verjaring en de jenever-vreugde af te schaffen. Moet ook de hos-woede haar dag" hebben, men zoeke uit de,364 resteerende dagen een anderen. De stichtingsdatum der Erven Lucas Bols bijvoorbeeld, of een andere passende ge legenheid. Zooals thans zekere soort oranje-lol" uit haar zesjarigen schijndood is herrezen, behoeft men niet eens een Nurks te zijn om er een smaad in te zien van Haar die nog duizenden willen eeren met een lach van liefde en een lied van trouw, maar niet met 'n oue" en liederlijkheid. Ik begrQp volkomen dat ik hiermede mijn laatste kansen op een democratischen raadszetel voorgoed verspeeld heb G ER H. v. D. KONINGINNEDAGVIERING Stadion Vór den oorlog hadden wfl, op H. M's. verjaardag, vrfl entree (en dientengevolge recht op vrij vervoer per gasthuiskarretje" UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE ^ & (p) \.,~^ Jfe' tL-r ^?/Mf f/V iiiiiiiiiiiiiiiiii C7E F\ MSTERIM MSCH E HEEREMGKflCHT ? *M1 , LEVEMS-OMGEV/1LLEI1-/l/lNSPR/lKÉLlJKHEIpS ZIEKTE VERZEKERIMGEtt niniiiiiiiiiii van de plaats waar wij bewusteloos werden gedrukt tot in een ziekeninrichting) op de terreinen der Amsterdamsche Ysclub, waar wedstrijden werden gehouden en voorstel lingen gegeven. Met duizenden trokken wij daarheen. Vooraf verwisselden wij onze nette schoenen voor een paar zeer oude, omdat het een ingewortelde gewoonte scheen dat de voor ons staande personen de crème op onze schoenen niet konden velen en, de achter ons staanden met alle mogelijke ge weld onze voetbekleeding trachtte uit te trappen. Het ging dan ook leer om leer. In onze ijver, om toch ook maar iets te zien, gaven wij waarheid aan het spreekwoord: zoo gij zaait, zult gij maaien. Onderwijl hingen wfl tusschen de schouders der om standers. Het geheele publiek hing. De buitensten van de massa hadden het hek als steunpunt voor hun z.g. vrije schouder. Wij deinden met de groep mede, voorof achteruit, links of rechts al naar gelang de plaats waar het hek bezweek of doorboog. Van hetgeen op de bühne" gebeurde, of van de wedloopen enz. zagen wij totaal niets. Dat ging zoo door totdat wij een lang gerekt en zich langs de rijen voortplantend .hè" hoorden. Het beteekende dat de lucht ballon was opgegaan. Hadden wij het geluk ons, tusschen de lichamen uit, naar boven te werken, dan zagen wij de ballon juist achter de boomen of huizen verdwijnen. Onder het huiswaarts keeren moesten wij oppassen dat ons gehoorvlies door het aan houdend gejenk van nationaal oranje, oranje nationaal" niet werd beschadigd. We hadden niets gezien; maar het was alles vrij", het kostte geen cent, behou dens de na-behandeling van dokter en apotheker. # * * Tijden en toestanden zijn veranderd, eveneens de menschen. Dat bewees de virring van den voorbyen verjaardag der Vorstin. De dag stond niet in het teeken van oranje nationaal, nationaal oranje," doch in dat van kwatta, kwatta; pleyer en kapstan, heeren." Het vroegere feestterrein, achter het Rijks museum, lag stil te treuren tusschen zijn gesloten hekken. Ditmaal trokken wij met drommen langs den breeden Amslelveenscheweg naar het Stadion om daar, in het land van koning Ceucke, ons royalistisch hart te luchten. Weliswaar werd een bescheiden toegangs prijs geheven, maar wij konden daarvoor rustig zitten of staan, naar verkiezing, en alles zien, indien wij oogen genoeg hadden gehad. Er was volop te genieten en de aan wezigen hebben genoten van een schitterend varietéprogramma en interessante wieler wedstrijden, die, daar de meeste aanwezigen niet tot het geregelde wielerwedstrijdpubliek behoorden, de belangstelling voor de wieler sport nog grooter heeft gemaakt, dan zij reeds is. De heer Coucke (voor dezen officieelen dag had hij het luchtige spoilpak verwisseld voor de mecr-offlcieele cut-away) heeft zijn best gedaan, en wij hopen de resultaten daarvan, later in zijn knoopsgat (jas, lapel, links) te zullen zien. Een raad meenen wij hem te mogen geven. De vaderlandsche liederen moeten niet te dikwijls worden herhaald. Hoedje af, hoedje op, hoedje af... Notaris Miseroy was er ook weinig mede Ingenomen, te oordeelen naar de wijze waarop hij zijn keurige hoogezijë langzaam, voorzichtig en onwillig af en angstig-snel, na de laatste boem, weer op zette. Neen, dan deed zij n collega Wertheim prettiger op dat punt. Die werkte met zijn flambard even handig en vlug als de jong leurs en acrobaten op het midden-terrein met hun werktuigen en toestellen. C. F v. D A M BATAVIA'SCHE DAGBOEKBLADEN IV In 't Hertogspark staat tusschen reus achtige waringins, koel en schaduwlg het gebouw waar de Volksraad zetelt. Een auto staat stil voor de poort en een tweetal regenten stapt uit.. Ginds wacht een aantal Europeanen, gekomen voor een plaatsje op de publieke tribune. Meerdere auto's komen aanrijden. Men wijst elkaar de bekende figuren uit de inlandsche wereld. Straks zal het onderwijsdebat worden voortgezet; het onderwijs, bodem waarin en waaruit het jonge Java zal moeten opgroeien. Zoo dadelijk ga ik het gebouw binnen: het is een deftig, paleisachtig Indisch huis: de voormalige woning van den legercomman dant. In de groote zaal worden de zittingen gehouden. Links op het podium de statige figuur van den voorzitter, geflankeerd door secretaris en archivaris. Aan kleine tafeltjes zitten de leden. De voorzitter opent en achtereenvolgens be klimmen de sprekers het gestoelte. Ik hoor Tjipto. Luidop klinkt zijn boute, revo lutionaire taal: zijn gebaar is dat van den Westerschen volksredenaar, al is zijn dracht ook Oostersch. Straks hoor ik Raden Kamiel, inspecteur van het inlandsen onderwijs. In keurig Nederlandsen weet men in Holland wel hoe volmaakt zuiver de be schaafde inlanders, k zij die nimmer daar heen kwamen, onze taal spreken? houdt hij een kleine rede, zijn gebaar is gestyleerd Javaansch maar soms is er iets guitlgs in zijn voordracht als van een oud rabbijntje. De sprekers gaan en komen: de statige regent van Japara in ruischend gewaad, de preciese heer Stokvis, de drukke heer Labberton. Het publiek op de tribune is vol aan dacht: men fluistert, maakt opmerkingen, knikt instemmend of is verontwaardigd. Het geheel heeft iets knus' en huiselijks. En toch voelt ieder; hier is iets gewichtigs, iets groots: hier is het begin eener nieuwe aera. Want dit alles is ongekend-nieuw in Indië: politiek leven, politieke belangstel ling ; blank en bruin tezamen vrijuit rede twistend over het wel en wee van Insulinde's volk. Ieder gevoelt het: de tijd van de krossi malas" *) is voorbij: een nieuwe wind waait over Java. Java draagt op dit plekje van zijn bodem Insulinde's toe komstig parlement. Zoo werd ook ten slotte het gebouw in het Hertogspark tot symbool: symbool van het Java van nu en van de toekomst. Weltevreden. Mr. H. G. KOSTER *) Luie stoel. Een kennis zelde bQ het afscheid nemen van een zieke, hartelijk: ik beloof je, ik kom heel gauw weer eens bij je kijken." De zieke, die weinig afleiding had, zcide blijde: héja, doe dat." Maar weken en weken verliepen eer de bezoekster haar bezoek herhaalde. Zij had er niet eerder toe kun nen komen. En al dien tijd had de zieke liggen verlangen en telkens zich teleurge steld gevoeld. Ik zal zorgen, dat jehet boek krijgt hoor! Van de week kom ik toch in je buurt en reik het dan wel even aan. 't Is echt opwek kend geschreven. Net wat je op 't oogenbllk noodlg hebt". En na een hartelijken handdruk vertrok de gast. Nooit een boek gezien.,. Twee vrienden zitten bij elkaar. De een deelt een plan mede ter verbetering van bestaande slechte toestanden. Hij is vol enthousiasme voor de zaak. De ander wordt medegesleept en roept spontaan: ,,ja, dat is prachtig, daar voel ik voor! Ik zal je helpen, doe met je mee. Ik kom gauw weer bij je, dan kunnen we alles precies voor elkaar zetten. Laat ieder voor zich in dien tijd i het plan uitdenken". De eerste nog meer verwarmd en aangevuurd door den ijver van zijn vriend maakt plannen voor zich, voor den ander, vindt dit ge schikt, verwerpt dat maar verneemt niets meer van zijn vriend. Later hoort hij achteraf dat deze hem: zoo'n leuks Idealist" noemde, waar je. je als je niet oppaste, waarachtig door zou laten meesleepen. De eerste is diep teleurgesteld. Genoemde gevallen en vele andere komen dagelijks voor. Hoeveel maal wordt niet spontaan uit louter goedgemeende vriende lijkheid en hartelijkheid iets beloofd, dat \ nooit nagekomen wordt. Hoeveel maal wor| den door spontane hartelijkheid dingen ge zegd, meeningen geuit, die op andere tijden bij kalm nadenken of buiten invloed van anderen nooit uitgesproken zouden zijn. Toch zit er achter al deze dingen de drang tot geven, tot warmte geven zijn ze op zoo'n oogenblik gemeend cht gemeendMaar hoe dikwijls v/orden anderen eerst verkwikt door de warmte en goedgemeendheid hunner vrienden, teleurgesteld. Zij; die gewend zijn te gelooven en vertrouwen op wat anderen uit ware vriendschap en har telijkheid beloven, hebben dikwijls een heel harde les te leeren. Ondervindt iemand iets dergelijks van een gewone kennis, dan is dat in de meeste gevallen niet zoo erg. Maar ondervindt iemand hetzelfde van vrienden, van heel goede, dan kan het pijn doen. Komt dit meermalen voor, dan wordt het vertrouwen geschokt en werkt spontaan de gedachte op: ja dat zeg je", of ja,dat zal wel", of hoogstens: nu we zullen zien". 1 Dat is smartelijker dan te zeggen is. Laat ons beproeven na te denken, vór we ons uitspreken. M. M. A. SPONTAAN Wij hadden het over spontaan." In een gesprek met een onzer, had eene vriendin, die veel van bloemen hield, gezegd: ,Nu ik heb ze dan maar liever bij mijn leven, dan bij mijn dood." Mijne moeder, die bij het gesprek tegen woordig geweest was, zelde later: mijn hart drong mij om te zeggen: ,,nu, dan krijg je van mij als je jarig bent, mooie bloemen," maar daar ik niet zeker wist of ik daartoe in de gelegenheid zou zijn, hield ik mijn woorden in, maar nam mfl voor, haar zoo mogelijk, de bloemen te zenden. Later bleek dan ook, dat haar voorzichtig zijn verstandig geweest was, zij werd inder daad verhinderd, haar voornemen ten uitvoer te brengen. Had zij spontaan uiting gegeven aan wat haar hart haar ingaf, dan zou zij wel is waar een hartelijken indruk gegeven, maar hare vriendin teleurgesteld hebben. iitiiiiiimitiiEiimiiimiiiiiiiiiiiiimii \

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl