De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 6 september pagina 13

6 september 1919 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

6 Sept. '19. - No.,2202 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 13 MASSA-ONTSLAG VAN VROUWEN AAN DE REGEERINGS-BUREAUX IN ENGELAND Teekentng voor ,de Amsterdammer" van Joh. Braakerulek DIENSTBODEN GEVRAAGD STENOGRAFIE GEEN VEREISCHTE Miss Evans, secretaresse van den Bond van vrouwelijke klerken, heeft verklaard dat binnen enkele weken duizenden vrouwen, thans in gouvernementsdlenst, buiten betrekking zullen geraken. De meesten zijn klerken en haar toestand is zeer ernstig, daar in het particuliere bedrijf geen vraag naar vrouwelijke klerken is. Wel is er plaatsing voor machineschrijfster en stenografen (slechts enkelen zijn stenografen; den meesten zal het moeilijk vallen een andere betrekking te vinden)" H i e r I s een plaats voor ons" MIIIIIIIMIIIIIIII De vele goede eigen schappen, die de FONGERS bezit en dit rijwiel bij nor maal gebruik on behoorlijk onderhoud een langen levensduur verzekeren, maken het GOEDKOOF. DefironingerRijwielenfabrieklI.FONGERS MiMtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiif' iiiiiiiniliiiiiii Royal Aüction Bridge In mijn vorige artikelen heb ik het gehad over de b e g i n-annonce en ik herhaal hier nog eens, dat deze niet alleen wordt gedaan om aan te geven, dat men het spel met die kleur als troef zou willen spelen, maar tevens dient, om uw partner te zeggen dat men in die kleur enkele zekere trekken kan maken, waarmede men hem kan steunen ook al wordt die kleur geen troef. Tevens gaf ik een methode van bieden aan voor het geval dat men, behalve in de geannonceerde kleur, nog in een andere kleur een vaste trek heeft, dan wel, dat men uit sluitend in ne kleur kracht heeft. Het spreekt vanzelf dat vorenstaande regels hun toepassing moeten vinden bij normale spellen. Heeft men een bijzonder krachtig spel, dan is er natuurlijk niet het minste bezwaar om onmiddellijk drie of zelfs vier slagen in een kleur of in sansatout aan te kondigen. Maar ik hoor mfjn lezers al vragen, wat zij dan moeten doen met hun toch goede spellen, maar waarin de hoogste kaarten ontbreken! Die spellen komen ook tot hun recht, maar eerst in de tweede ronde. Wanneer ge in de tweede ronde een bod doet, terwijl ge in de eerste hebt gepast, dan weet uw partner, dat ge wel kracht hebt in de genoemde kleur, maar dat op die kleur niet te rekenen valt, wanneer die kleur geen troef wordt. En daaraan wordt nu juist door de middelmatige spelers geen of te weinig aandacht geschonken. Meermalen zag ik, dat een speler die er wel wat veel op uit was, om altijd zelf het spel te spelen, het er maar op waagde, als zijn partner in de tweede ronde een bod deed in een kleur, waarin hijzelf zwak was, om over te gaan in sansatout, en, als hij dan bedrogen uitkwam, aan zijn partner verweet, dat hij een bod in een kleur had gedaan, waarin hij geen slag kon maken. Ik behoef niet te zeggen, dat het verwijt onverdiend was. Door te passen in de eerste ronde en eerst in de tweede ronde een bod ie doen, had zijn partner toch te kennen gegeven, dat hij in de genoemde kleur geen hooge kaarten had, al zou hij het spel wel met die kleur als troef kunnen spelen. Voor een sansatout kan op zulk een kleur alleen gerekend worden als men zelf ook eenige kracht in die kleur heeft of als het voldoende is, dat uw partner in die kleur tegenhoudt dat wil zeggen, dat hij de tegenpartij kan beletten, in die kleur veel slagen te maken. Ook is het gevaarlijk voor den partner van den bieder in de tweede ronde, om in de genoemde kleur hooger te bieden, als men zelf daarin geen kracht heeft. Wanneer het een beglnannonce was, is er geen bezwaar tegen, om, al heeft men weinig of geen kracht in de genoemde kleur, toch in die kleur op te bieden, als men een goed spel in de andere kleuren heef t vooral wanneer de genoemde kleur een der hoog ste kleuren (harten of kroonschoppen) is. Dan weet men dat de bieder enkele vaste slagen in die kleur kan maken en die kleur een goede lengte heeft. Bij een bod in die kleur in de tweede ronde, moet men, om dat bod te kunnen ophoogen, minstens met n vaste slag in die kleur kunnen steunen. Om eens een voorbeeld te geven stelde ik het volgende spel samen S aas, 10,7 H aas, boer, 4 R vrouw, 10, 4 K 10,9,5,3 B S vrouw, 8,6,3 S 2 H l O, 9, 6 A C H 'heer, vrouw, 5, 2 R aas, heer, boer, 6,3 R 9, 8,5,2 * K vrouw K heer, boer, 7,6 lir S heer, boer, 9,5,4 H 8, 7, 3 R 7 K aas, 8, 4, 2 G is het eerste aan bod, hu moet pasaen, A annonceert n ruiten, B heeft geen enkele krachtige kleur, zijn partner heeft gepast en kan hem dus geen krachtigen steun geven; hij doet het beste om ook te passen, vooral na de annonce van A in ruiten; anders ware wellicht te overwegen om ns sans atout aan te kondigen. Hoewel het een zwak spel is, is de kracht voor de vier kleuren verdeeld, maar na het passen van G en het bod van A moet hi] beslist passen, C heeft ook geen spel om de annonce van A in een hoogere kleur over te nemen, zijn harten kleur heeft geen voldoende lengte en het spel heeft verder ook geen kracht, hij past dus ook. Nu komt G weer aan de beurt en nu kan hij n schoppen ar.nonceeren. Om op te jagen zou ik er weinig bezwaar tegen hebben, dat A opbood tot twee ruiten, hij mist wel de trek buiten zijn ruitenkleur, maar met zijn vrij lange schoppenkleur en zijn singleton en klaveren zou het jammer zijn G zonder strijd zijn n schoppen te laten spelen. Nu biedt B tot twee schoppen en C met zijn vier ruiten, zijn singleton en harten en de beide vrfl goede overige kleuren biedt tot drie ruiten, G, hoewel ge steund door B heeft een te slap spel om tot drie schoppen te gaan, hij past, evenzoo doen A en B. A speelt dus drie ruiten en wint die, wat uit het spelen van het spel zal blijken. Nemen wij nu het geval en dat ziet men bij beginnende spelers veel gebeuren dat G begint met n schoppen, A antwoordt daarop met een geforceerd bod van twee ruiten, B biedt twee schoppen, waarop C biedt tot drie klaveren, G, bewust van zijn zwakte, past, evenzoo doet A, maar B, ver trouwende op de beginannonce van G in schoppen, is met zijn goede spel zeker ge rechtigd tot drie schoppen te bieden. Hij brengt twee honneurs mede, hij mag bij G de heer en vrouw van schoppen onderstellen en al zou het spel met een slag te weinig verloren worden, dan is het verlies toch maar zeer gering. B biedt dus drie schop pen, waarna C, G en A passen. Noch het spel van C, noch dat van A is krachtig genoeg om te doubleeren en zeker zullen zij dat niet doen, als G en B schoon op de manche staan, want;dan zou het winnen van het spel het winnen tevens van de manche ten gevolge hebben en daarop moet men bij doubleeren terdege letten. Staan G en B zoo in de manche, dat zij door het winnen van hun drie schoppen toch de manche zouden winnen, dan zou A het kunnen beproeven, omdat C zijn annonce in klaveren heeft gesteund, waarom hij wel een of twee slagen bij zijn partner mag onderstellen, maar het zou m. i. toch gewaagd zijn om de drie schoppen te doubleeren, omdat A te weinig van het spel van C afweet. G speelt dus drie schoppen en als wij het spel spelen, dan zien wij, dat het niet te winnen Is. Dat er opgeboden is tot drie schoppen, is de schuld van G, die een b e g i n-annonce heeft gedaan op een spel, dat daarvoor de nopdlge kracht miste. Een bod in schoppen in de tweede ronde zou geen bezwaar opgeleverd hebben, want dan zou B zeker niet tot drie schoppen hebben opgeboden. B R i D G E R ONZE PUZZLE Opgave van puzzle no. 7 luidde: Onze teekening stelt voor twee doode honden. Gevraagd: hoe men met behulp van vier lijntjes deze honden leven in kan blazen. Ziet hier de oplossing: Goede oplossingen van puzzje no. 7 zonden: F. A. te Z., J. v. A. te B., G. A. te d. B., S. J. W. v. B. te A., J. v. B. te H., Mej. A. B. te V., Mevr. A. B. te B , S. S. B. te A., A. C. B. te N., D. B. te A., Mej. B. te V., D. B. te O., P. B. te D., L. E. te V?L. H. te S., D. H. te IJ., Mej. A. ten H. te A., C, J. te Z, A. M. de J. te K. a/d L., Mej. B. K. te V., D. K. te H?Mej. A. W. v. L. te V.. M. M. te 's G , J. H. M. te D., J. H. W. M. te A., L. W. C. M. te A., Mevr. M. te H., M. N. te H., J. v. O. te A., A. d. O. te H., J. v. P. te R., W. R. te A., F. D. J. R., te A?M. v. d. R. te V., G. C S. te Z., S. S. te B, L. F. S. te A, B. U. te B.. W. v. d. V. te A., G. G V. te A., Mej. A. V. te B., A. M. V. te L., A. v. d. D. d. W. te A., H. W. te A., C. v. d. Z. te Z. Mevr. A. B. te B. won den puzlleprijs. NIEUWE PUZZLES (uit een zeer oude verzameling). No. 10 Hoe kan het zijn, dat van twee Tweellnghen die op een selve trjdt gebooren zijn, ende ghelijck sterven, nochtans de eene meerder daghen ka.n geleeft en hebben als de ander? No. U Een zeer oude puzzle, welke omstreeks 1740 voor het eerst de ronde deed onder den naam van: ,de vrouwen der Hollanders". Drie boeren, Hendrik, Klaas en Kees en hunne vrouwen Truus, Kat r ij n en Anna koopen biggen. Ieder koopt evenveel biggen als hij gul dens per big betaalt. Elke man betaalt 63 guldens meer dan zijne vrouw, terwijl Hen drik 23 biggen meer dan Katrrjn en Klaas 11 biggen meer dan Truus koopt. Hoe heeten man en vrouw van elk ge trouwd paar? Oplossingen, voor elke puzzle afzonderlijk, voor Vrijdag a.s. in te zenden aan het redactiebureau van de Amsterdammer" Weekblad voor Nederland, onder letters A. B PUZZLE-CORRESPONDENTIE Gaarne geef ik gevolg aan de ultnoodiging in No. 2193, blz. 13, om mijne bezwaren tegen de oplossing van puzzle No. 3 in te brengen, ik ga uit van de veronderstelling, dat mijn verweer in zijn geheel, en niet bij uittreksel, zal worden opgenomen. De geachte wèerlegger van mijn betoog beweert, dat ik van eene verkeerde praemissie ben uitgegaan. Mijne bewering, dat er van elke munt soort minstens n stuk moet worden ge bruikt, wordt voor onjuist verklaard, omdat deze eisch niet in de gestelde vraag voor komt. Vergun mij de opmerking, dat deze rede neering wel wat naïf is! De vraag toch luidde: Een schuld van 25 gulden moet be taald worden uitsluitend met halve gul den, guldens, rijksdaalder en vijfgulden stukken Op hoeveel wijzen kan dit ge schieden". Deze redactie geeft omonstootelijk aan, dat bij elke betaling de genoemde munt stukken moeten worden gebezigd. Ware zulks niet het geval, met andere woorden, ware men vrij, om de genoemde muntsooren niet alle te bezigen, dan zou de opgaaf hebben moeten luiden: uitsluitend met halve guldens, guldens, rijksdaalders of vijf gulden stukken. Indien ik iemand verzoek een gulden te wisselen in dubbeltjes en kwartjes", dan is het mijn bedoeling om belde muntsoorten te ontvangen, en niet allaen dubbeltjas of kwartjes; iets anders is het, als ik vraag om dubbeltjes of kwartjes." Indien ik f 20.?betaal met bijv. 10 rijksdaalders, dan heb ik dat bedrag toch niet uitsluitend met halve guldsns, guldens, rijksdaalders en vijfguldenstukken" betaald! Wel verre van mrjne bewering te her roepen, blijf ik de oplossing van mijn geachten wèerlegger derhalve onjuist noemen, omdat in de vraag het woordje ,.en" staat, doch niet of". In deze opvatting sta ik niet alleen; immers nog eenige op lossers zijn dezelfde meening toegedaan, hetgeen op blz. 10 van no. 2180 merk waardig" wordt genoemd. De aan het slot van het verweer gemaakte opmerking omtrent correct lezen van de opgaaf" is ongemotiveerd; met hetzelfde, of liever met meer, recht had een correcter stellen van de opgaaf" mogen worden verwacht. Ware in de puzzle aangegeven, dat men geheel vri] is in het bezigen van de 4 muntsoorten, dan zou het aantal wijzen van betalen zijn: met 4 muntsoorten 3 2 l 114 174 49 4 Totaal . 341 Met dankbetuiging voor de verleende plaatsruimte, hoogachtend, Uw dw. P. Ons verschil loopt nu nog over eene kwestie van woordkeus of redactie. Luidt de vraag zoo als steller aangeeft, (zie het aangehaalde deel), dan valt m.i. uit het woord uitsluitend" volstrekt niet af te leiden dat steeds minstens n muntstuk van elke soort aanwezig moet zijn. Het is wel merkwaardig, dat, voor zooverre ik mij herinnere kan, geen enkel oplosser de meening van den Heer P. deelde; terwijl Mr. A. A. Sth, een stadgenoot van den Heer P. wilde schrijven, waarbij eene nadere oplossing van de betalingspuzzle gevoegd was, mij ongevraagd mededeelde dat naar zijne meening de Heer P. er naast is." Dit juridisch advies versterkt mij in mijne meening dat de redactie of woordkeuze niets te wenschen overliet. A. B. 'In 't donker Ik was te vór in eenzaamheid niet bang: Ik wist de rust wel ver, maar veilig, lang De stille zeek're weg daarheen, en blij De rijkdom van mijn eigen ziel in mij. Het scheen een rijkdom als van avondzon, Warmrood van hartstocht, dien de tijd verwon En die verglom in zachte loutering En puurder schoonheid werd in schemering. Zoo was ik dankbaar, dat Ik stil mocht staan Kijken naar 't wond're leven; 't af en aan Loopen van vele menschen langs mij heen; 'k Hoorde hun stemmen, maar ik bleef alleen. Nu, zooals een ziek mensch zich voelt Vallen in bodemloozen put, De muren wijken weg, hij woelt Met radelooze hand om stut, Iets stevigs, dat hij grijpen kan, Zózinkt mijn hart in wflden kolk En grondeloozer afgrond dan Te vór het droomde. In een wolk Verdwijnt het lang betreden pad, En ik sta hulpeloos, verblind, Een vreemdeling in eigen stad, Verdoold in eigen huis, een kind, Dat in het donker niet herkent De eigen dingen, lang bekend, Maar ze angstig groot en spookig ziet, En gillen wil, maar kan het niet.... Is dit mQn rustig hart, dat vroom En stil zijn weg ging, zonder schroom En zonder vragen? Nu verglijdt En rust n weg n zekerheid; En voor mijn duiz'lend denken breidt Zich, angstig, vage oneindigheid. K. P. Lamplicht Je hooge huis had nimmer plaats voor mij; Maar wonderlicht schijnt door de oude ruiten, Als ik in 't donker ga je raam voorbij. Ik mag je koele kamer niet betreên; Maar in het lampllcht zie 'k je van hier buiten, Met al je eigen dingen om je heen. De avond doet de wereld verre schijnen, De wind strijkt streelend langs mQn moede hoofd; Herinneringen aan den dag verdwijnen.... Een nieuwe wereld daagt in vreemde kleuren; Ik had het oude woord te vast geloofd.... Ik sta nog schuchter vór dit nieuw gebeuren. Nu zie ik je omzichtig, langzaam beuren Van diepen grond een boek, ik proef de geuren Van gelig perkament, de bladen beven Bij 't omslaan, en je handen streelen even Den band. Nu weet ik ook, waarom dit leven Zoo r|k is: 't ligt in 't altijd dankbaar speuren Der groote schoonheid in de kleine dingen, Der eenheid in de vele enkelingen, En hoe vergangklljkheden 't eeuw'ge weven. K. P.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl