De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 6 september pagina 5

6 september 1919 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

6 Sept. '19. No. 2202 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Een Dissertatie van Vrouwenhand Mej. G. COOPS, De opheffing der Satis factie van Amsterdam. Academisch proefschrift. Amst., A. H. Kruyt. De titel van dit proefschrift verelscht voor niet-deskundigen eenige toelichting. Volgens eene der bepalingen van de Pacificatie van Gent het verdrag dat in Nov. 1576de Nederlandsche provinciën voor korten tijd hereenlgde werd de Prins van Oranje door de Sta ten-Generaal weder erkend in zijne waardig heid van Stadhouder van Holland en Zeeland, en werd aan de steden in deze beide gewesten, die tot dusverre de Spaansche zijde hadden gehouden, de plicht opgelegd om zich onder zijn gezag te stellen. Hun werd daarbij het recht verleend zich over sommige punten met den Stadhouder nader te verstaan, of, zooals men dit noemde, daarop genoeg doening of .satisfactie" van hem te verlan gen. In Holland gingen de kleinere steden, die nog Spaansch gezind waren, zooals Schoonhoven, Weesp en Muiden, en ook het meer beteekenende Haarlem, spoedig tot dezen stap over; doch voor Amsterdam duurde het meer dan een jaar eer de magistraat zich met den Prins verzoende. Eerst op 8 Februari 1578 werd eene acte van satisfactie geteekend. De toen nog vol bloed Roomsche regeering had daarbfj zeer gunstige voorwaarden verworven: de stad werd o. a. vrijgesteld van het dragen van eenig aandeel in de aanzienlijke schuld, die Holland ten behoeve van den vrijheidsoorlog had gemaakt; bovendien bleef de openbare uitoefening van de Gereformeerde religie verboden. Toen nu slechts drie maanden later, in het einde van Mei, de alteratie" de Gereformeerden op het kussen bracht, verviel natuurlijk het laatstgenoemde verbod, en daaruit wenschten de Staten van Holland de conclusie te trekken, dat het geheele verdrag feitelijk zijn kracht had verloren. De nieuwe Amsterdamsche regeering dacht er anders over en bleef hardnekkig vasthouden aan de overige voor haar zoo gunstige bepalin gen. Lang is hierover gestreden. Het is de geschiedenis der te dezer zake gevoerde onderhandelingen, die het onderwerp uit maakt van de degelijke dissertatie, waar mede mejuffrouw Coops op 10 Mei 1.1. den graad van doctor In de Nederlandsche let teren aan de Universiteit van Amsterdam heeft verworven. Na eene beknopte inleiding, behandelt de schrijfster in de eerste twee hoofdstukken den gang der langdurige onderhandelingen, die geleid hebben tot het accoord tot af stand van de sat sfactie", dat eindelijk op 20 December 1581 tot stand kwam en dat op 18 Januari 1582 door den Prins, die toen te Middelburg vertoefde, werd goedgekeurd, nadat de afgevaardigden van Amsterdam eerst den eed aan den Stadhouder hadden afgelegd. Mejuffrouw Coops stelt ons in staat bijna van dag tot dag den loop der onderhandelingen te volgen, waarbij telkens blijkt dat de Prins van Oranje Amsterdam gunstig gezind was, in tegenstelling o. a. met Oldenbarnevelt, toen nog pensionaris van Rotterdam. Het is jammer, dat noch de Satisfactie zelve, noch de Acte van Afstand in extenso is opgenomen. Thans moest de schrijfster, hetzij in den tekst, hetzij in noten geheele brokstukken aanhalen, terwijl de lezer, die de stukken in hun geheel wil inzien, ze moet zoeken in de Handvesten van Amsterdam. Een diplomatisch zuivere tekst zou bovendien geen weeldeartikel zijn geweest. Doch dit daargelaten, kan men slechts lof hebben voor de nauwkeurigheid, waarmede mej. Coops de onderhandelingen heeft beschreven. De 119 bladzijden, waarin een en ander Is behandeld, vormen echter slechts ruim een derde van het geheel. Zooals het meestal bij overeenkomsten gaat menige quaestie bleef ook bij den afstand der satisfactie onopgelost. De schrijfster wijdt nu nog een zevental hoofdstukken aan de geschie denis der daaruit gesproten geschillen, over de convoolgelden, over de betaling van oude schulden, over rente, die Amsterdamsche burgers te vorderen hadden, over de kloos tergoederen enz. Daarbij wordt menig Ipunt uit de stadsgeschiedenis dier jaren toegelicht. Met noeste vlijt heeft mej. Coops vele bij zonderheden bijeengebracht, o. a. betreffende de kloostergoederen. Het is eigenlijk jam m er dat de jonge doctor haar proefschrift niet heeft kunnen opvatten als eene geschiedenis van Amsterdam gedurende de eerste jaren na de Alteratie, een vervolg op Ter Gouw. Thans plaatste de indeeling der stof haar rT? ZWEEFVLIEGEN Het was eigenlijk niet vriendelijk om te spreken van insectenplagen. Want er zijn ook goede insecten en mooi zijn ze allemaal. Ook van die goede kunnen wij er soms veel te zien krijgen, (nooit te veel) en in dat geval spreken we dan koeltjes weg van insectenzwermen. Een woord van waardeerlng schijnt men niet te vinden. Een week of zoo geleden hebben we zulk een zwerm gehad, het staartje daarvan scharrelt nog rond in alle tuinen, langs alle wegen en wel een van de mooie gord»l-zweefvlieg, Syrphus balteatus, die anders nog al te boek staat als niet vaak in zwermen voor te komen. Al die boeken hebben mettertijd herziening noodig. Ge kunt die gordel-zweefvlieg ge makkelijk herkennen aan de haast conventioneel-decoratieve teekening op zijn oranjegeel met zwart achterlijf. Er is wel eens wat verscheidenheid in; een of meer der gebroken banden kunnen doorloopend worden en er komt ook nog wel eens een smal verdubbelingsstreepje langs den breeden band, altijd mooi vast en scherp van tee kening echte stencil-figuurtjes. Het borststuk is bronzig olijfgroen, de groote oogen, die bijkans den heelen kop beslaan prachtig voor bezwaren, die aan de overzichtelijk heid" van het geheel eenige schade doen, en die misschien oorzaak zijn, dat aan het slot eene samenvatting der stof ontbreekt. Maar toch is de dissertatie, ook in dezen vorm, een hoogst waardevolle bijdrage voor de geschiedenis van Amsterdam. Dr. JOH. C. BREEN IIIIIIIIIIIIIIIIII'I iilllllilmmilllliiimiliiimmiiiiiimui Weduwenpenstoen Een nuttige en heel billijke maatschap pelijke Instelling is het weduwenpensioen. Immers, waar de man, als verzorger ? van zijn gezin, zijn tijd en kracht gegeven heeft aan het werk, dat staat of gemeente hem opdroeg, is het goed gezien dat die staat of gemeente, zij het ook door storting van den ambtenaar zelf, hem in staat stelt zijn weduwe in wat minder zorgvolle omstan digheden achter te laten. Zijn arbeidskracht is het kapitaal waarvan zi] de rente trekt, en waar ze volkomen recht op heeft. Nie mand zal haar dat recht betwisten, en wij zouden het een groote onbillijkheid vinden ais aan een ambtenaarsbetrekking geen we duwenpensioen verbond'-n was. De inrichting van de maatschappij sluit bij dit recht vol komen aan. Der Mann musz hinaus in's feindliche Leben, musz wlrken und schaffen" heet het Immers, .und diinnen waltet, die luchtige Hausfrau, die Mutter der Kinder, und herrschet weise, lm hauslichen Kreise". De man werken voor het brood van 't gezin, de vrouw sparen door zuinig beleid! Maar alles verandert, en zoo is ook het rader van de maatschappij gewijzigd. Niet alleen de man dingt meer naar ambtenaarsbe trekkingen, ook de vrouw neemt haar deel aan het maatschappelijk werk. En de oor logsjaren bewezen overal, in alle landen, dat haar werk gewaardeerd wordt, en haar hulp gezocht. Ze is haar loon volkomen waard. Nu wordt er, heel terecht, geijverd voor gelijke salarieering voor man en vrouw, en het argument, dat daartegen altijd wordt aangevoerd is, dat de man een gezin te verzorgen heeft en de vrouw niet. Is 't waar, dat een vrouw geen gezin te verzorgen heeft ? Hoeveel getrouwde vrou wen werken er niet, omdat de gezondheids toestand van den man het niet toelaat iets, of voldoende in te brengen voor het onder houd van het gezin? Hoeveel mannen zijn in en door den oorlog niet ongeschikt ge worden voor den arbeid, en zullen door hun vrouwen moeten worden onderhouden ? En de ongetrouwde yrouw? Zorgt die allén voor zich zelf ? Of hebben niet de meesten onder hen een moeder, broe* of zuster, die haar hulp noodig heeft en haar finantleelen steun niet oniberen kan? Mag een man allén het recht toegekend worden voor een gezin te zorgen en de vrouw niet? Is ook haar arbeidskracht niet een kapitaal, waarvan ook haar gezin later de rente trekken mag neen muet? Het komt mij voor, dat het tijd wordt, dat wij met de veranderde omstandigheden rekening houden, en dat in de toekomst hst weduwenpensioen" worde omgezet in een gezinspensioen", waarbij mannen en vroumen, die een ambtenaarswerkkring aan vaarden, door storting, hun naastbfjstaande familieleden kunnen verzekeren na hun overlijden, en de staat niet alleen aan de weduwen, maar ook aan den echtgenoot, die door het overlijden van de werkende vrouw onverzorgd achterblijft, of aan een familielid, waarvoor zij den kost verdiende, het pensioen uitkeert De maatregel, vol komen te billijken bij onze vroegere maat schappelijke samenstelling, mist bg den gewijzigden vorm eigenlijk zijn doel, en wordt een onbillijke bevoorrechting van de mannelijke ambtenaren. Gelijke salarieering voor mannen en vrouwen, niet omdat de n wél en de ander niet voor een gezin te zorgen heeft, maar omdat hun arbeids kracht, elk op zijn terrein, evenveel waarde heeft en daar niet gemist worden kan ; en daarnaast, het recht om een gezin of naastbestaande, door hun bijdrage, te verzekeren voor pensioen, door staat of gemeente na overlijden, uit te keeren, als erkenning van bewezen diensten, als erkende rente van het kapitaal aan arbeidskracht en dienstijver, bij het leven gestort. Voor het rechtzetten" van het begrip weduwenpensioen" akenen wij op de medewerking van de vrouwen, gekozen in onze wetgevendende e»be sturende lichamen! S. . F. Mi;', i.:>'>\\ MededeelJnK, Uit Indië schrijft men ons: Op verzoek van den Gouverneur--Ge:ie.aa! van Ned. Indië werd door de Afdccllng UaWat de mode brengt Teekening van Roosje Bakhuis roodbruin, 't Is een van mtjn mooiste zweelvliegen. Nu moet ge u zoo'n zwerm niei voor stellen als de traditloneele sprinkiiarienzwerm die de zon verduistert. Zoo erg is het niet, de meeste wandelaars mf-rks-n er heelemaal niets van, ze weten niet dat zulke dingen bestaan en daarom ontgaan ze hun ook. Om van al dat moois te kunden ge nieten moeten eerst een heele boei sch'i:letjes van de oogen vallen. Ik zag den zwerm op deze manier, io-^a ik 's morgens in de zon was gegaan, l-r n kamperfoelietwijg, door een ia^er, J.M ge groeid bloeide met zes trossen en daarou krioelde het van deze zweefvitegen, die er stuifmeel aten. Er waren er drieën zeventig en niet den andere. Een eind verder in den bloementuln stond een rij van Canadeesche Guldenroede (Solidago Canadtnsb) met zijn hooge gele pluimen en daarop was een heel Insectenleger bezig; houuigbijcu, vlinders en ander gedierte, maar de overgroote meerderheid waren alweer gordelzweef/liegen. Zoo vond ik het overal: op de papavers, de reseda, de scabiose;*,sneeuw bes en zelf s in boschpaden, waar geen enkele bloem bloeide. Daar stonden ze te zweven, tien seconden op een en hetzelfde plekje in de lucht om dan op eens naar een andere plaats te schieten. De heldere vleugeltjes bewegen bliksemsnel, je ziet ze als nevelkegeiijes aan werrzijden van het lichaam en hun eenig effect is nu, dat ze het lichaam in de hoogte houden, zonder beweging voorof achterwaarts. Daar kunnen de avialeurs nog wel wat van leeren. Over de bedoeling van at zweven is heel wat verteld, men FEESTKI.EED Rok van zilvergrijze charmeuse. Hetlrjfje en de afneembare sleep van pauwblauw fluweel met zilvergrijze motieven. Schoentjes van zilver brocaat en het kopje van een geestige brunette. tavia van de Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht een lijst opgesteld van vrouwen, die zich bereid verklaarden zitting te nemen in de aibelds-commissle. In den Gemeenteraad van Batavia werd door den Burgemeester een voorstel aan hangig gemaakt om actief kiesrecht teverieencn aan alle mannelijke en vrouwelijke ingezetenen, Ned. onderdanen, boven 21 jaar, die Hoilandsch of Maleisch kunnen lezen of schrijven. De raad kon zich met het voorstel vrflwel vereenigen en besloot het, eenigszins gewfjzigd, bij de Regeering voor te brengen. Ueite zitting werd door 5 bestuursleden der Afdeeling Batavia bijgewoond. Op 5 juli bepleitte de Heer Waworoento, afgevaardigde van de Minahassa, in den Volksraad het kiesrecht voor de Minahassavrouw in het bijzonder en dat voor de vrouw in het algemeen. Ook deze zitting, waarvoor de heer Waworoento aan dames plaatsen had bezorgd op de gereserveerde tribune werd door 7 dames bijgewoond. De discussies werden met belangstelling gevolgd. Eenige leden der Rsgeering kwamen warm op voor het medezeggingschap der vrouwen. Daarna kwam in behandeling het verzoek van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht aan den Volksraad om haar request aan den (iouverneur-Ger.eraal, waarin zij aandringt op actief en passief kiesrecht voor de vrouw, te steunen. De raad besloot met 20 stemmen vór en den tegen aan dit adres adhaesie te betuigen. De Volksraad sprak zich dus in groote meerderheid uit vór Vrouwenkiesrecht. Het antwoord van den Gouverneur-Generaal op 8 Juli sloeg echter aan alle blijde verwach ting den bodem In. Toch laten de Indische zusterszich hierdoor niet ontmoedigen.Zezien het licht al dagen. Ook onder de Inlandsche bevolking doen zich meer en meer stemmen hooren voor de toelating der vrouw in de verschillende bestuurscolleges. Zoo deelde de Heer Nleuwenhuis, Ass.-Res. en lid eener ('ommissie, die Midden-Java bereisde orn van vooraanstaande personen in de Iniandsche wereld inlichtingen te ver krijgen voor de in te stellen Regentschapsr;-den, mede, dat de Inlandsche man|bijna overal er voor Is de vrouw stem in het kapittel te geven. Het is niet in strijd met de adat. In vele streken wordt de vrouw reeds lang geraadpiergd, al heeft ze geen zitting in de dessa-raden. Op deze gronden verklaren ver scheidene Inlandsche Volksraadsieden zich vór V f ou wen kiesrecht. heeft hi-t wel eens gehouden voor een schoonheids-f xstase, veroorzaakt door de schitterende kleuren van sommige bloemen. Inderdaad ziet ge de zweefvliegen dikwijls staan" voor klaprozen of dahlia's maar ze doen het even goed op bloemlooze plekjes en aan waterkanten. De extase is dan ook van anderen aard: de mannetjes doen het OM op wijfjes te :,wachten, en den wijfjes De ordel-zweetvlieg is het om de mannetjes te doen. Ze zingen er ook bij, sommige heel mooi, zelfs als ze stil zitten, een heel ander geluid dan het ruischen der vleugels. Onze gordel-zweefvüeg zingt heel fijn, net aan den grens der onhoorbaarheid. Andere zingen lager en die maktn dan met elkaar een groot deel van de stemming van mooie zonnige Septemberdagen. Mijn iweefvliegen waren op de bloemen allemaal bezig met het eten van stuifmeel. Ze hebben een merkwaardig gevormden slurf en daarmee kunnen ze heel mooi de stuifmeelkorrels uit de helmknoppen poetsen Alleenstaande Vrouwen Er zijn er zoovelen. Sommigen hoogbe jaard. Het zijn veeltijds weduwen van offi cieren, van ambtenaren. ZQ leven van haar weduwen-pensioen. Sommigen in hulpbe hoevende omstandigheden. Vroeger hadden zij het reeds niet breed... Zij verhuurden gemeubileerde kamers met of zonder pension. Tot de oorlog kwam ... Het leven werd duurder... De huizenspeculanten sloegen de huurprijzen op. De centrale keukens leverien het diner voor weinigedubbeltjes zonder bon. De pensiongasten gingen daar. Het luis werd verkocht. De nleuwekooperdeed iet desnoods door den deurwaarder ont ruimen. De alleenstaande vrouw kwam op een zolderkamertje onder de pannen. Zij leeft daar in vergetelheid.De koningin,aan w ie deze dingen ten vorigen jaren werden verteld, vond alles ontzettend. Het Koninklijk Steuncomit zou zeker helpen. H. M. is daarvan presidente [>at Comitéhelpt echter geen alleenstaande vrouwen die fatsoenlijk armoede lijden. fiet helpt wel werklooze gehuwde mannen die georganiseerd zijn en in de kamer hun spreektrompet alarm doen blazen... Zoo is het treurig lot van menige alleer staande vrouw In Nederland. Kunnen de Organisaties die voor het kiesrecht ijverden, hetgeen nu verkregen werd. hier geen dankbaar arbeids veld vinden ? Straks krijgt misschien in ons Parlement een welsprekende vrouwenstem liet gehoor, dat het Koninklijk Nationaal Steuncomitéthans niet verleent. Dat comit wfjst nu elk verzoek af omdat de armbe zoeker (welk een hatelijken naam) het onrecht dat deze alleenstaande vrouwen, door de sjacheraars, en de woekeraars, werd aan gedaan, niet begrijpen kan... J. N. J. DE BOO 1} tlllllllllIIIIMIIIIlllMIIIIIIIIIIIIIIIIinillllIIMIIIItllllllllllllll'lllllll'llIllllll Brief van een Bakvisch door JOH. IDENBURG Lief Bolletje, Je denkt zeker dat ik dezen brief schrijf uit Assen, maar dan heb je 't mis, ik zit nog steeds in Utrecht. Ik logeer op 't oogenblik bij Jet. O, zeg, wat is het hier in Utrecht toch dol. Maar 't is goed dat ik nu toch gauw weg ga, want ik ben helaas een echt fuifnummer geworden. Ik heb nog nooit zooveel gefuifd als deze maand. Eiken dag weer iets anders. Gisteren bijv. hebden we met Hans en de Raad geautood door de heele stad. 't Was eenig! En we kwamen zooveel kennissen tegen. Eerst zetten ze een verwonderd gezicht als ze ons zagen en dan dopten ze heel diep. Daarna zijn we met z'n vieren taartjes gaan eten en toen hebben we gezamelijk boodschappen gedaan. 't Was een echt leuke middag. Laatst hebben we ook een fuif bij mij gehad. Ook erg gezellig. Maar 't was zoo dwaas, er waren elf jongens en 4 meisjes. Zie je dat is zoo lastig, ik ken tegenwoordig zoo'n macht jongens en haast geen meisjes. Dien avond ook, ik had m'n elf beste kennis sen gevraagd en zes vriendinnen waarvan 2 meisjes nog bedankten. Maar de avond was toch eenig. Jongens zfjn veel gezelliger dan meisjes. Gepasseerden Dinsdag hebben we ook zoo'n leuken dag gehad. Toen hebben Jet en ik met twee studenten een roeitocht ge maakt. We hadden alles meegenomen, een heel diner, haantjes enz. en picnicten ergens aan den oever van de Lek. Ik zal je er maar geen bijzonderheden van vertellen dat zou te veel zijn. (Jet heeft er een opstel over gemaakt van acht bladzflden). 't Was ongeloofelijk gezellig. Enfin zoo hebben we dezen maand tal van leuke fuiven gehad, maar 't zou je vervelen als Ik je alles vertelde. O, ja van een keer moet je toch nog weten. Toen zijn we met de neele tennisclub uitgeweest, 's avonds. Toen heb ik me geloof ik 't meest van alle anderen geamuseerd. Je kunt lekker niet raden waarom. Jan en Gerard zie ik haast niet meer; tegenwoordig maak ik kennis met allemaal veel oudere lui, als studenten en jongens, die op de handelsschool zfjn, of die dit jaar student worden. Ze zijn nooit jonger dan negentien en dan lijken Jan en Gerard zoo kinderachtig bij hen. Wat lees jij op 't oogenblik? Ik eigeniqk niets; ik heb er geen tfjd voor en inoogenbllkken, dat ik niets te doen heb speel ik meest. Ik ben tegenwoordig een hartstochte lijk pianospeelster. Dwaas hc? 't Is maar zoo'n bul hoor. O zeg, de volgende weck is Jet jarig. Dat wordt me een fuif. Ze geeft een bal in Zeist en nu rijden alle ultgenoodigden met Jan-pleziers en mailcoaches daarheen, alle maal in balkleeren met dikke mantels. En zoo ook weer 's nachts terug. Eenig hè? O, Bolletje, wat heb ik me even boos op VAN ALLES W AT DE HEIDE BLOEIT De eene helmknop gaat anders open dan de andere, maar zij weten precies de opening te vinden en elke bloem te behandelen zoo als het behoort. Wie ze daarmee bezig ziet, beseft, hoe onverdiend de beschuldiging van domheid is, waaronder die dieren nu al meer dan een eeuw lijden. Gelukkig, dat ze zich er niets van aantrekken. Het is langzamer hand in de bloemenbiologie een gewoonte geworden om altijd te spreken van de domme vliegen." De schuld ligt alweer bij een boek, een verrukkelijk mooi boek, het levenswerk van een groot en vroom onderzoeker. Ik bedoel: Christian Kon rad Sprengel's ,,Das neu entdeckte Geheimnis der Natur im Bau und in der Befruchtung der Blumcn." Het verscheen in 17Ü3 en vestigde in eens en voor goed de leer der betrekkingen tusschen bloemen en insecten. Merkwaardig is het, dat dit onovertrtïfeltik klassiek werk zijn invloed op c^ wercScl pas erlangde na Darwin, maar toen heeft het zijn schade dubbel ingehaald. Sprengel nu is een en al bewondering voor de honigbij en vindt daarentegen telkens reden, om de vliegen van domheid te be tichten. Dat kon je nu honderd jaar geleden, wel doen, maar tegenwoordig hebben we over verstand eninstinct bijdedierenalweeranders leeren denken en streven we, zoo goed en zoo kwaad als het gaat, naar objectiviteit. 't Is intusschen nog al lastig, om je op een zuiver zweefvliegenstandpunt te plaatsen. Doch alle keeren, dat ik ze bezig gezien heb, gedroegen ze zich zeer doelmatig, vooral als stuifmeeleters, Als honingzoekers zouden zij misschien Sprengel's uitspraak wel eens verdienen, ofschoon ik dat nog lang niet altijd kan toeHeide-jardinière Leg een flink stuk mos op een schotel en steek in 't midden eenige takjes heide, roode takjes van de boschbessenplant en langs den rand kleine dennetakjes; het geheel maakt een aardig kleur-effekt en blijft eenige tfjd goed. Is het mos erg los en zacht, dan kan men de takjes in een laag vaasje steken en het mos er om heen leggen, zó, dat men het vaasje niet ziet. E. H. v. B. DE GEEST VAN DEN TIJD Vader is met vrouw en dochtertjes op de E. L. T. A. De meisjes vinden het vliegen eenig, reuzenfijn, en een der jongsten zegt: Vader wil je me een plezier doen?" Me dunkt, zegt Vader, dat ik al bezig ben om jelui een prettigen dag te bezorgen." Neen maar Vader, laat ik mee vliegen. Je kunt het geld gerust uit mijn spaarpot nemen." Strooi de pitjes van appelen en peren In den tuin voor de vogels. SLASAUS Neem in plaats van een ei, een of twee gekookte aardappelen. Maak die fijn, vermeng ze met zout, desverkiezend met peper en mosterd, roer er in plaats van olie melk door en daarna de azijn. Of neem in plaats van olie en azijn hangop, of neem gecon denseerde melk zonder suiker met azijn (als men de gecondenseerde melk nog bezit). Een scheutje soja door de slasaus wordt door velen lekker gevonden. jou gemaakt! Hoe kom je er aan om Hemmers «n negertje" te noemen! Zijn in jou oog alle na'fbloeden negers? Negers hebben dikke lippen, Hemmers dunne, negers hebben een dikke neus Hemmers juist een fijne dun^e aristocratische neus. 't Eenige verschil tusschen hem en een ander knap jongraentch is, dat hij een bruine gelaatstint heeft. Wie heeft dat toch tegen jou gezegd? Zeker Ans. Zeg, ik bin onze vriendschapsring kwijt. Ellendig. Ik hoop dat ik hem maar terug vind. Dat mandoline lint komt nog wel. Dat zal ik wel eens in Assen maken. Hier heb ik er geen tijd voor. De hartelijke groeten aan Tine, Fransje, Wil enz. De plaat voor Riekje zal Dinsdag waarschijnlijk arriveeren. Zeg, vond je tante me zoo opgeknapt? Ja, dat hoor ik wel meer, dat komt omdat ik mijn schoolkleur heb verloren en een kleur heb gekregen. Ook omdat ik dikker ben geworden. Nu dag, de hartelijke groeten aan je vader en moeder. Poes laat je groeten hij is je nog niet vergeten. K l T T Y F.S. Ik ben ongeloofel^k erg verliefd, echt zooals ik nog nooit ben geweest! Bijzonderheden van alles vertel ik je naderhand mondeling. Verzoeke alle stukken voor de rubriek Voor Vrouwen" in te zenden Koninginneweg 93, Haarlem. :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWAREN E. J. VflN SCHfllCK BOQTHSTRRHT UTRECHT lÜlIIllllUIIIIllltSIIIMtlllltllf MlllilllMlllliiii geven. Er bestaan namelijk zoogenaamde bedriegblocmen" die in het bezit zijn van organen, waardoor valschelijk de aanwezig heid van honing zou worden voorgespiegeld en nu is het sinds Sprengel de gewoonte, om aan te nemen, dat in het bijzonder de vliegen de dupe zouden zijn van die fopperij. Indien echter onderzoekers, voorzien van Sprengel's vernuït, geduld, opmerkingsgave en geestdrift die bioemen nog eens gingen bekijken, dan kon dat sprookje van domheid wel voer goed verdwijnen. Bovendien heb ik dikwijls genoeg de hommels, die dan toch de naaste verwanten zijn van de als zoo intelligent beschouwde honingbijen, de domste flaters zien begaan bij het zoeken naar honing in bloemen, waar ze al honderd duizenden jaren mee verkeeren, daarvan heb ik wel verteld in mijn Omgang met Planten. De zweefvliegen spelen een groote rol bij de bestuiving van bloemen, vooral belangrijk, doordat ze zoo talrijk zijn. Onze gordelzweefvlieg is r.og uit een ander oogpunt belangrijk: zijn larven voeden zich met bladlutzen en 't nut dat zij zoodoende stichten is eenvoudig onberekenbaar. Zelf worden ze veel belaagd door graafwespen en ook wel door hagedissen en vogels. In hoever hun zwart met gele kleuren beschouwd moeten worden als een nabootsing van wesperkleuren en dus zouden werken als een beschuttingsmiddel, is ook nog weer een onopgelost vraagstuk, dat nog veel waarneming en proefneming vereischen zal. Er wordt ook al veel voorbarigs over geleeraard. j A c. P. T n ij s s i-:

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl