Historisch Archief 1877-1940
-?>?! ? l i
6 Sept. '19. No. 2202
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
HOEKER & ZOON
? HEEBEKEIUCHT 435-43Ï
Paar/on
- Bril/anten
' on Zilverwerk
OVER DE POPULARITEIT
VAN KUNST
ESSAY
Een kunstwerk dat z.g.naamd populair
wordt, is door zijn populariteit verdoemd.
Wat van den enkeling is kan de massa
niet toebehooren, wat de massa toebehoort,
is voor den enkeling verloren.
. En wat de kunstenaar, die artisan van
den geest, schept, is zoo individueel, dat
slechts individueele appreciatie, enkelings
bewondering mogelijk is. Zoodra de massa,
dom of gecultiveerd, wat hetzelfde is, aan
het bewonderen slaat, is het kunstwerk als
zoodanig voor den enkeling verloren.
Zoodra de assuradeur en de restaurateur,
de makelaar en de dtamantslQper, de kellner,
de arts, de graaf, de dichter en de prosti
tuee in gelijke vergaping voor een Rembrandt
staan, dan is die Rembrandt als zoodanig
niets meer waard dan bijv. een goed klaar
gemaakte biefstuk met gebakken aard
appelen, een cultuurmonument dat zij allen,
individueel, ook weten te waardeeren. De
alleenige bewondering van den makelaar,
of van den graaf, of van de prostituee voor
een schilderij of voor een feuilleton verleent
daaraan een hoogere waaide dan de
massaextaze van hen allen.
Massa-bewondering is slechts mogelijk,
zonder de waarde van het bewonderde tot
bïjna niets te reduceeren, voor de natuur.
Een hooge, blanke berg, een diep, wazig
dal waarin koeien, een dorpje, een schui
mende beek, kunnen gelijkelijk het voren
genoemde rfltje In bewondering zetten,
zonder populair te worden. Misschien is
het dan meer verwondering dan bewondering,
misschien gieten de zeef schoone
natuur
HET CONCERT
DOOR
FELICIE JEHU
Vader had het gewild.
Het moest er nu maar eens van komen,
had hy gezegd. Ze studeerde al zoolang en
ze speelde beter dan de meeste jonge talenten,
die het Concertzaaltje avond aan avond
vulden en succes hadden.
Noemt u dat succes hebben?" had ze
gevraagd en daarbij gedacht aan de alles
behalve malsche critiek, waaraan diezelfde
jonge talenten hadden bloot gestaan. Her
innert u zich maar eens, wat ze van Lies
Bos gezegd hebben."
Van Lies Bos, nu ja, dat was me ook
spelen!"
En dan van Greet Doorman."
Och kom, Greet Doorman, die moet je
noodig aanhalen. Dat schepseltje was niet
half klaar. Eigen schuld dus, als ze niet
slaagde. Met jou is het wat anders. Jij hebt
waarachtig talent, groot talent, ieder, die je
hoort, is verrukt over je spel. Je hebt een
pracht aanslag, gevoel en temperament."
Toe maar, ga uw gang", lachte Ans.
Toen haar arm om haar vaders hals slaande,
met een zucht:
Vadertje, ik zal u zoo teleurstellen.'
Welja, waarom niet," schertste haar vader,
maar zijn mond trok zenuwachtig. In ieder
geval ga ik van middag eens met je leeraar
spreken. Ik bedank er langer voor, door
iedereen gevraagd te worden, wanneer jij
nu eens in het publiek optreedt."
Ji, dat was afschuwelijk, daar had Vader
gelijk aan. Dat medelijdende lachje, waarmee
bemoeizieke kennissen vroegen, of ze nog
niet zoover was, dat ze zich eens kon laten
hooren. Meestal volgde er dan een verhaal
van een of ander jong genie, dat overal
concerten gaf en toch zoo'n succes had.
Je weet wel, dat kleine, blonde ding, zoo'n
snoesje. Ze is immers een paar jaar jonger,
dan jij ? Of vergis ik me daarin ?"
Het was onuitstaanbaar, dat moest ze
bekennen.
Vader was dus naar haar muziekleeraar
gegaan en was heel triomphant thuis ge
komen.
Mijnheer" vond het best, uitstekend hoor,
Ans moest maar eens bij hem komen, om
alles af te spreken.
En Ans was dienzelfden middag nog ge
gaan, een beetje verlegen wel, maar vol
moed. Mijnheer" vond het immers een uit
stekend plan.
Maar dat bezoek was niet meegevallen.
Haar leeraar had haar wat spottend aan
gekeken enïgevraagd: Durf je?"
Toen was opeens al haar moed verdwenen
en ze had haastig van neen geknikt.
Maar dwaas kind, waarom begin je dan?'
Vindt u het niet goed ?" had ze angstig
gevraagd.
Toen had mijnheer" gelukkig niet meer
zoo akelig sarcastisch gekeken, maar ernstig
gezegd:
Hoor eens, meisjelief, je moet zelf weten,
wat je doet. Je spel Is niet slecht, dat weet
je wel. Als ik er zeker van was, dat je je
geven zoudt, zooals je dat kunt, dan zou
ik er niets op tegen hebben, dat je je eens
in het publiek hooren liet. Maar kun je
genoeg op je zelf rekenen ? Voel je je sterk
genoeg?"
Daar was me Ans opeens beginnen te
schreien.
Vol ongeduld had hu haar toegesnauwd:
Daar hebben we het al. Hoor eens, kind,
je moet goed weten, wat je begint. Als je
van plan bent, een gek figuur te slaan, laat
dan de boel liever loopen. Je hebt nu een
maal beroerde zenuwen en zoolang je die
niet beter meester bent..."
Toen opeens weer vriendelflk:
Ik zou nog wat wachten, als ik jou was.'
Ans droogde haar tranen af. :
Irjke kunstwerken den geest van allen een
wijle in denzelfden vorm van starren schrik,
die bewondering kan zijn.
Wanneer we dus een oogenblik aannemen
dat een god de wereld «schiep, dan is die
god de eenige kunstenaar, welke populair
kon worden zonder zijn waarde te verliezen.
Dat dankt die god niet aan het ongewone
van zijn prestatie, dat dankt hl] aan de
hoeveelheden die hem ten dienste stonden
en aan het feit dat hij monopolist was.
En nu is het aardig dat massa-arbeid
hetzelfde uitwerkt als god. Op eenvoudige
menschen, die niet vantevoren weten en
niet hun gedachten reeds formuleeren, al
vorens te zien (ellendige eigenschap van
den z.g.naamden intellectueel) op dezulken
maken Boroh-Boedoer en Eieer-gletscher,
Eiffeltoren en fjorden, New-York en Rus
sische sneeuwvelden qualitatief en
quantitatlef denzelfden stllmakenden en
verstarrenden Indruk.
En wanneer ik daareven natuurcreaties
van gigantische afmetingen noemde, die den
aanschouwer in bewondering brengen, dan
is dit slechts toeval. Want van de kleine
en bescheidene kunstvoorwerpen van god
del q k fabrikaat geldt hetzelfde.
Immers een veld met madeliefjes en
margrieten brengt in het voorjaar kinderen
en menschen (bedorven kinderen ten slotte)
in verrukking, een enkele bloem zelfs kan
meerdere individuen tot oprechte bewonde
ring verleiden. Maar: een schilderij is de
reproductie van zulk een bloem, de bloem
gezien via een temperament en evenmin als
er twee menschen uiterlijk aan elkander
gelijk zfln, evenmin zQn er twee tempera
menten aan elkaar gelijk. Een kunstvoorwerp
kan dus in waarheid slechts den schepper
bevredigen, en het is absolute welwillend
heid wanneer we aannemen, dat er nog
twee of drie menschen te vinden zijn, die
door toevallige factoren van buiten, ongeveer
dezelfde vreugde er aan hebben als de maker.
Maar de aangekweekte massabewondering
is niets anders dan een jammerlijke prosti
tutie. En wie kunst aan velen, aan het volk,
of aan anderen wil brengen, die is even
dom of even slecht als iemand, die een
meisje overlevert aan de prostitutie.
Kunst is nu eenmaal geen brood, dat thuis
bezorgd kan worden; kunst moet zelf
geHe ja, nog wat wachten.
Maar daar bedacht ze zich, dat haar vader
wilde, dat ze spelen zou en dat die het wel
zou weten door te zetten. Tegen haar vader
was ze niet opgewassen.
En zoo was het ook gegaan.
Haar vader had van geen uitstel willen
weten en dus werd de dag bepaald en het
program besproken.
Toen het eenmaal vaststond, dat ze spelen
zou, was mijnheer" heel aardig geweest.
Hij had haar geholpen een mooi
progratnmetje op te stellen en ze had heerlijk alles
nog eens bij'hem mogen doorspelen. AUeen
had hij haar aangeraden, liever de muziek
voor zich te nemen, dat zou haar meer
kalmte geven.
Wat haar betrof, ze had niets liever ge
daan, maar haar vader wilde het niet. Het
stond kinderachtig, dillettanterig, zooals hij
het noemde en het was niet noodig; ze
speelde immers alles uit het hoofd.
Jawel, dat deed ze, maar het idee alleen,
dat ze er uit kon raken!
Vreeselijk vooral vond ze het, dat ze thuis
allemaal zoo heel veel verwachting van haar
hadden. Vader niet alleen, maar moedertje
ook en de zusjes. Zelfs kleine broer sprak
mee en vertelde aan ieder, die het hooren
wilde, dat zijn oudste zus piano ging spelen
voor een heelen boel menschen en dat die
het zoo prachtig zouden vinden.
Natuurlek lachte men om het grappige
ventje, maar haar maakte dat alles benauwd.
Nu zou het morgen zijn.
Half gek van angst werd ze, als ze er
aan dacht.
Morgenochtend zou ze den vleugel in de
zaal probeeren, haar program heelemaal door
spelen, om te wennen aan de acoustlek.
Daar zou niemand bij mogen zijn, zelfs Vader
niet, daar had ze op gestaan.
Ans wil de verrassing niet bederven,
had haar vader geschertst en de zusjes
hadden juichend toegestemd, maar Moeder
had haar wel begrepen. Moeder begreep
haar altijd het best.
Dien nacht sliep ze weinig.
Ze deed al wat ze kon, om gauw in te
slapen, telde tot in het oneindige, trok de
dekens over haar hoofd, omdat ze wel eens
gehoord had, dat dit hielp, als men niet in
slaap kon komen.
Maar alles te vergeefs; doodsbenauwd
gooide ze de dekens al gsuw terug en ging
rechtop zitten.
Kon ze maar aan iets anders denken, dan
aan morgen.
Ze deed haar uiterste best, maar het lukte
niet. Altijd zag ze die zaal vol menschen
voor zich en zij alleen op het podium aan
den vleugel. Goddank, dat ze tenminste wat
van het publiek afgewend kon zitten, anders
was ze bepaald verloren geweest.
Een mooi program had ze: Raphsodie van
Brahms, Arabeske van Schumann, Pastorale
en Capriccio van Scarlatti. En dan Chopln,
een nocturne, een ballade en twee walsen.
Mijnheer" was vanmiddag heel tevreden
geweest. Ze had graag gehad, dat hij mor
genochtend nog even was komen luisteren,
maar hij kon niet. Dat hij ook 's avonds
verhinderd was, vond ze heerlijk.
In gedachten ging ze heel haar program
nog eens door, dat kalmeerde haar, het zou
wel goed gaan.
Gelukkig, ze voelde zich doffer en doffer
worden, niet meer zoo akelig helder en op
gewonden. Morgennacht zou alles voorbij
zijn... alles... voorbij...
Toen haar moeder den volgenden morgen
naar haar kwam kijken, sliep ze nog gerust.
En haar moeder, big, dat ze zoo kalm was,
liet haar slapen.
De repetitie ging dien morgen best.
Het was ook zoo heerlijk te spelen, als
je wist, dat niemand naar je luisterde. Van
avond zou het wel heel anders zijn, maar
toch, ze had nu goeden moed. Als ze wer
kelijk succes had, wat zou dat heerlijk zijn.
Het moet goed gaan, hoor meisje," had
mijnheer" gisteren nog gezegd en het zou
goed gaan.
Ze was dien middag aan tafel zoo opge
wonden en praatte zoo druk, dat haar moeder
wat angstig naar haar keek en haar vader
het noodig vond, haar wat tot kalmte aan
te manen. Maar de zusjes venden haar eenig.
ittmimmiiiiuiiiiiiiiiiiituiiiiimiii
vonden worden, zonder hulp. Op de tien
duizend menschen is misschien n kunste
naar en laat het aan dien nen ongelukkige
maar gerust overom zichzeiven te ontdekken.
De andere 9999 zijn kunsteloos vanaf de
wieg en zij zullen het blflven tot aan hun
graf, ten spijt van comitë's en flverige
propagandisten, die zich vermoeien met
pogingen om de blanke slavin (kunst) in
handen te spelen van (bovendien nog on
willige) bruten. Veel menschen van een
schilderij willen doen genieten is niets
anders dan een tientje onder honderd lui
willen verdeelen om er honderd in plaats
van n blij te zien.
En het smartelijke gevoel, dat ik ondervind,
als ik zie hoe de massa nolens volens vol
gepropt en ondergeverfd wordt met kunst,
hoe zij boeken lezen, die zij leelijk vinden
en schilderijen zien, waarvan zij rillen, dat
gevoel kan ik misschien demonstreeren door
een incident te verhalen, dat ik eens, jaren
geleden, meemaakte.
In een gezelschap waren onder meer
menschen aanwezig een oudere vriend van
mij, een oppermensch, wiens werken onlangs,
kort na zijn dood eerst verschenen zijn (de
goden verhoeden dat zij populair worden!)
en een juffrouw van middelbare leeftijd, die
veel gereisd en veel gestudeerd had, d. w. z.
die veel in boeken geneusd en op booten
en treinen gezeten had. Het gesprek kwam
helaas ook op Goethe en voormelde juffrouw
zelde:
... En dan op dat bankje te zitten
waar Goethe zelf zat, toen hij het dichtte,
en in datzelfde hutje met het uitzicht over
die bergen, en dan zoo zacht voor je heen te
mogen zeggen: Uber allen Gipfeln ist ruh enz.
De man met den welhaast goddelijken
geest steunde zijn hoofd en zeide tot mg
zonder mij aan te zien, alsof hij zich schaamde:
Is het niet ontzettend? Eeuwen lang
Wat een iype toch, zoo zeker van haar
succes te zijn.
Kleine broer beweerde: Ansis al vooruit
blij, net als ik, als ik morgen jarig ben."
Moeder stond er op, alleen met haar te
blijven onder het kleeden, de zusjes en
zelfs broer hadden anders graag geholpen.
Lief zag ze er uit, toen ze gekleed en
gereed op het rijtuig stond te wachten.
Haar eenvoudig wit japonnetje stond haar
zoo goed en haar warme wangen en van
opgewondenheid schitterende oogen
flateerden haar bepaald.
Maar in de wachtkamer, waar ze even
alleen bleef, nadat haar ouders en de kinderen
naar hun plaatsen in de zaal waren gegaan,
kwam de angst plotseling terug. Vader had
haar verteld, dat het heel vol was, prachtig
bezet, had hij gezegd.
Ze begreep niet goed, hoe dat kon. Ze was
immers absoluut onbekend als pianiste. Na
tuurlijk had vader aan eenige kennissen
viijbiljetten gestuurd, maar zooveel konden
er dat niet zijn, dat ze een zaal konden
vullen. Zouden er dan heusch betalende
toehoorders zijn ? Zou ze werkelijk vanavond
haar eerste geld verdienen? Maar als die
menschen voor hun plaatsen betaald hadden,
zouden ze zeker veel verwachten. Ze dachten
natuurlijk iets heel moois te zullen hooren,
anders hadden ze er geen geld voor over
gehad. Had vader er maar niet zoo op ge
staan, dat ze het conceit alleen zou geven.
Als er nu iemand bij haar was geweest, die
haar taak deelen moest...
Ze haalde benauwd adem en veegde zich
het vochtige voorhoofd af.
Daar had je vader weer.
Hoe is het? Goed in de stemming? Ze
zijn er, hoor, zoowat allemaal."
Wie ? Wie zijn er ?"
De recensenten natuurlijk. Ja meiske, dat
heb je aan mij te danken. Die heeren van
de ciitiek zijn niet zoo gemakkelijk naar het
concert van een nieuwelingetje te krijgen.
Maar ik heb ze allemaal zelf bezocht en ze
weten te bepraten. Natuurlijk heb ik ze wat
moois beloofd, pas dus maar goed op."
Een klopje op haar schouder, een knikje
aan de deur en weg was vader.
Ans had moeite om niet in schreien los
te barsten.
Heel de kritiek in de zaait
Als ze daar aan dacht, zou ze geen noot
kunnen spelen.
Daar kwam men haar waarschuwen dat
het tijd was, om te beginnen. Ze had zelf
gewild, dat niemand bij haar bleef, dat heel
de familie rustig op hun plaatsen zouden
gaan zitten. Ze had gedacht, dat het haar
kalmte zou geven, als ze vór haar entree
even alleen bleef, maar nu had ze dolgraag
moeder bij zich gehad.
Maar het was nu te laat, ze moest gaan,
ze moest
Even een blikje in den spiegel, waaruit
haar een paar angstige oogen aanstaarden,
een aarzeling, toen een diepe ademhaling
en ze stapte het podium op.
Eensklaps sloeg haar een vreeselijk lawaai
te gemoet. Ze deinsde heel even terug, maar
begreep toen, dat het applaus was, wat ze
hoorde: haar vrienden ontvingen haar met
handgeklap.
Ze ging schuchter naar voren, boog, ze
voelde, dat ze het heel links deed, en nam
op den pianostoel plaats.
Wat zat ze naar, te hoog of te laag, ze
wist het zelf niet goed. Ze had dien morgen
den stoel op de goede hoogte geschroefd,
maar ze hadden er zeker aan gedraaid. Enfin,
ze zou het maar zoo laten. Hoe eerder ze
begon, hoe beter.
Heel stil was het in de zaal, toen haar
vingers de eerste noten zochten. Angstwek
kend stil, vond ze.
Ze had daareven in haar verwarring nie
mand kunnen onderscheiden in de volle zaal,
maar nu zochten haar oogen die van haar
moeder. Toen keek ze weer voor zich en
poogde zich te concentreeren. Nu aan niets
anders denken, dan aan haar muziek.
Hè, wat een naar gevoel had ze in haar
hoofd, net of een sterke band over haar
voorhoofd gespannen was.
Even zuchtte ze, even aarzelde ze,. toen
weerklonken de eerste tonen,
Haar moeder viel een pik van het hart,
nu was ze over het ergste heen.
KONINGINNEDAG
Teekening voor de Amsterdammer" van George van RaemdoncK
Vfff. r/r Sfj\
?? ;>^w. ^JL^^^--:-" T-W Kl?' ^ '?'~
A.V'-'??? ..-???^ %*^~^
'^:% ? : ^
-?¥/? V x, '^,1, \
' (' '''?* fr ' V'VSN xA.
i,' J ; ...." ;.,..;, }.-g^.A^g^r»^..v^^^, CS
Koninginnedag. Het lieve lint aan borst of staart.
zullen ze daar zitten, die kruidenieren van
den geest, en nalispclen of namompelen in
vloeiend of in gebrekkig Duitsch, of in patois:
Uber allen Gipfeln ...
En hij kreunde.
Daarom: Wanneer de kunstenaar populair
wordt, dan mag zijn beurs dat aangenaam
vinden, of zijn oog, of zijn rug, of zijn maag
en zijn buik , wanneer er nog n grein
van de oude reine illusie in hem is, dan
moet zijn ziel huilen.
E. VAN LlDTH DE JEUDE
imnmiiiiiijii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiitiiiniiiiiii
Al spelende werd ze wel kalmer, maar
toch.. ze voelde, dat niet alles klonk, zoo
als ze dat wilde, ze was zich bewust, dat
ze dien ochtend zich veel meer had kunnen
geven. Maar het ging tenminste, ze maakte
geen fouten, ze bleef er in, de rest was haar
op het oogenblik onverschillig.
Toen ze geëindigd had, werd er weer
geklapt en even wipte ze van haar stoel
om te danken.
Als die band om haar hoofd maar niet
zoo gekneld had!
Even hield ze haar hand voor de oogen.
Kom, ze moest weer beginnen.
Ze zocht haar zakdoek, veegde vlug haar
vingers af en legde haar handen weer op
de toetsen.
Weer klonken de tonen van den vleugel
door de zaal, maar onzeker en aarzelend.
Het dwarrelde ook zoo vreemd door haar
hoofd, vast houden moest ze de noten, aan
niets anders denken, vooral niet afdwalen,
want dan was ze verloren.
Daar kwam die maat, waarbij ze telkens er
uit was geweest bfl het studeeren.
Daar nu niet aan denken... nu niet aan
denken...
Maar het was te laat, ze h a d er aan ge
dacht, haar vingers struikelden over de
toetsen,... ze was er uit.
Een vreeselijke angst kwam over haar. Ze
wilde zich herstellen, maar kon niet.
Even dwaalden haar oogen naar de eerste
rij, waar haar familie zat. Ze zag het starre
gezicht van haar vader, de angstoogen van
haar moeder.
Toen nam ze een kloek besluit; ze wreef
zich over de oogen, als om een visioen te
verjagen en begon van voren af aan.
Weer klonken de eerste noten, nu vaster,
goddank, het ging beter.
En niet denken aan de noodlottige maat,
niet denken... niet denken... ze naderde...
ze was er uit.
Een oogenblik zat ze sul voor den vleugel,
haar handen in haar schoot.
Doodstil was het in de zaal, pijnlijk stil.
Zou ze nog eens beginnen ?
Daar klonk opeens een flauw applaus. Het
was goed gemeend, maar ons arm planistje
klonk het als een bespotting in de ooren.
En eensklaps vloog ze op en rende het
podium af, naar de artistenkamer. Daar
wierp ze zich snikkend op de sofa. Haar hoofd
diep in de kussens gedrukt, om geen geweld
te maken, lag ze daar en wenschte dat ze
dood was. Liefst had ze het uitgegild van
schaamte en wanhoop, maar ze bleef zich
bewust, dat ze geen leven mocht maken.
Alles was verloren, ze had zich voor goed
onmogelijk gemaakt, ze hadden haar bespot,
haar geknoei geapplaudiseerd.
Daar hoorde ze de deur open gaan, en ze
drukte haar gezicht nog dieper in de kussens.
Ze wilde niemand zien, niemand spreken.
Hen hand streelde haar over het hoofd en
moeders stem klonk haar in de ooren.
Even richtte ze zich op. Was moeder
alleen ? Neen, daar zag ze ook haar vader
en vlug zakte haar hoofd weer naar beneden.
Maar het zou nog erger worden.
Was dat niet de stem van haar leeraar?
En hij had gezegd, niet te zullen komen
vanavond.
Nu wist ze niet meer, waar ze zich bergen
moest, nu schaamde ze zich dood.
Laat mij er eens even bij," hoorde ze
zeggen en ze voelde een stevigen druk op
haar schouder.
Stel je zoo niet aan meisje," zei de stem,
die ze vereerde als geen anaer op de heele
wereld, als je even nadenkt, zul je begrijpen,
dat er niets ergs gebeurd is. Er uitraken
kan den btste overkomen, maar als een
dolle wegrennen, dat doen alleen dwaze,
kleine meisjes, zooals jtj. Kijk me eens aan."
Even waagde ze het op te kijken, en voor
ze haar gezicht weer in de kussens kon
laten zakken, voelde ze haar hoofd vast
gehouden.
Hier, drink eens vlug uit en veeg die
malle tranen af. Gauw maar een beetje, je
kunt het publiek geen halven avond laten
wachten."
Hevig verschrikt keek ze hem aan.
U denkt toch niet, dat ik terug zal gaan ?"
Natuurlijk denk ik dat. Maar we zullen
nu verstandig zijn en de muziek op den
vleugel zetten. Toe, drink nu uit. Klaar?"
Ik ga niet," hield ze vol.
Je gaat wel. Waar is de muziek ? Ik geef
je nog vijf minuten. We kunnen toch niet
al die menschen dupeeren en al die entrees
terug geven. Dat zou een ruïne voor je
vader zijn.
Waarom lachte hij nu? Wat hij zei was
waar. Het zou jammer zijn voor die entrees
en ze voelde zich wel wat beter dan straks,
het schreien had haar opgelucht.
Laat me dan nog even bekomen," zei ze.
Best. Ik zal het geëerde publiek vragen,
nog een oogenblikje geduld te hebben."
HIJ lachte weer en verdween.
Nauwelijks was hij weg, of Ans beweerde,
dat het haar werkelijk onmogelijk was, voor
dit publiek nog te spelen. Ze hadden haar
bespot. Of haar moeder al zei, dat ze het
zoo niet moest op nemen, ze hadden haar
niet willen bespotten, alleen de pijnlijke
stilte verbreken. Ans bleef er bij, ze wilde
naar huis.
Maar zoodra haar leeraar weer terug was
en haar zijn arm bood, om haar naar den
vleugel te brengen, stond ze op en liet zich
wegvoeren naar het podium. Met een harte
lijk applaus werd ze ontvangen en met een
blos van verlegenheid op haar gezichtje,
boog ze even en ging toen zitten.
Ze zag de muziek op den vleugel staan
en dadelijk voelde ze, dat ze er nu heel
anders voorstond, dan daar straks. Als ze
aarzelde behoefde ze immers maar even te
kpen.
In het begin nog v/at zenuwachtig, werd
re hoe langer hoe rustiger en haar succes
ging bepaald crescendo. Toen bij het slot
haar een paar mooie bloemstukken werden
overgerelkt, vergat ze zelfs een oogenblik
die vreeselijke ondervinding van daarstraks
en even voelde ze zich blij.
Maar thuis gekomen, kwam het gevoel
van schaamte en verdriet weer over haar.
Iedereen was even lief voor haar. Moeder
en de zusjes riepen om het hardst, dat ze
later zoo mooi gespeeld had, zelfs haar
vader beweerde, dat ze weer veel goed
gemaakt had, zij zelve hield vol, dat alles
verloren was, dat ze zich voor altijd onmo
gelijk gemaakt had.
Denk toch eens, dat iedereen het mor
gen in de couranten lezen zal," klaagde ze.
Ja, daarop wist niemand veel te antwoor
den. Wat de critiek er van zeggen zou,
moest worden afgewacht.
Toch sliep Ans goed dien nacht; ze was
zoo dopdelijk vermoeid en afgemat. Maar
nauwelijks ontwaakt, kwam het hopelooze
gevoel weer terug alles was uit voor
haar, ze zou tevreden moeten zijn met haar
brood te verdienen met les geven.
Daar kwam haar moeder binnen en hield
een ochtendblad in de hoogte.
Wakker Ans? Lees dan maar eens gauw".
Iets goeds? U kflkt zoo glunder," en
Ans stak gretig haar hand uit.
Waar, moeder?"
Hier. Zal ik het voorlezen?"
Als 't u blieft."
n moeder las: Gisterenavond waren we
weer eens uitgenoodigd om een van de
eenleltergrepigen te hooren in haar kunst
uiting. Als ik me niet vergis, was de letter
greep dezen keer Ans. Maar of het Ans,
Jet of Toet was, komt er minder op aan,
wel, dat we gisterenavond te doen hadden
met een pianiste van werkelijke begaafdheid.
Toen ze eenmaal over een hevigen aanval
van Biihnefleber heen was, waardoor de
eerste nummers van het program droevig
mislukten, bleek al meer en meer dat deze
pianiste waard is uit de rfl der
eenlettergrepigen te treden en wanneer ze zal hebben
geleerd haar zenuwen wat meer in bedwang
te houden, durf ik haar met zekerheid voor
spellen, dat ze eenmaal een eervolle plaats
zal kunnen innemen onder onze
vaderlandsche artisten, die hun kunstenaarschap door
nog iets anders, dan door hun naam weten
te bewijzen.
Moeder zweeg en keek in de ;verrukte
oogen van de eenlettergrepige.
Wie heeft dat geschreven, moes?"
Scheffer."
Scheffer? De proote Scheffir? Wat een
snoes, hèmoeder ?" en dankbaar kuste Ans
het critiekje, dat haar leven weer met hoop
vervuld had.