Historisch Archief 1877-1940
6 Sept. '19. No. 2202
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Dr. J. PRINSEN J.LZN., De oude en de
nieuwe historische roman in Nederland.
Lelden, A. W. Sflthoff's U. Mg.
Een nummer, het eerste zelfs, van de
.reeks artistieke handboeken. Nederlandsche
kunst" Is dit werk van dr. Prinsen. Als we
even over het ongewone van een .artistiek
handboek" heen zijn en bedenken, dat de
uitgave van de reeks Fransche kunst" zoo
uitnemend slaagt, krijgen we vertrouwen in
deze zuster-uitgave voor onze eigen kunst.
Immers de beschaafde leek heeft belang
stelling genoeg, en niet in de laatste plaats
voor de geschiedenis der eigen letterkunde.
Dat op dit terrein van smaak en kennis
dr. Prinsen de aangewezen gids moest zijn,
begrepen en hoopten we. Zoo is dit eerste
nummer een geslaagde Inzet.
Voor een deel, een groot deel zelfs, was
ons deze studie bekend: want reeds in 1912
verscheen in den Gids een uitgebreid opstel
met denzelfden titel. Maar het was wel de
moeite waard, dit belangwekkende betoog,
inmiddels vermeerderd en gedeeltelijk her
zien naar aanleiding van door den auteur
zelf of anderen opgedane ervaringen en in
zichten, te ontrukken aan de vergetelheid.
Zooals dr. Prinsen met evenveel piëteit als
rechtvaardige c rit lek in zijn studie zelf
kostelijke preciosa uit vroeger tijd de hun
toekomende plaats geeft of hergeeft. Preciosa
uit het verleden in dubbelen zin: immers
het gaat om .de historische roman" van
vroeger en nu, maar altijd spelend in die
Zeiten der Vergangenheit." De bedoeling
was enkel het nieuwe tegenover het oude
te doen uitkomen, niet de moderne
historische-romankunst in Nederland in haar ge
heel te overzien." En juist die tegenover
stelling is het meest aantrekkelijke n nieuwe
van deze studie. Wel wordt met veel smaak
en oordeel een niet-genoeg-te-waardeeren
combinatie een historisch-letterkundig
overzicht gegeven van het ontstaan en den
samenhang van den vaderlandschen
historischen roman, maar eerlijk gezegd we
waren van het verband tusschen en de let
terkundige beteekenis van Scott en van
Lennep, Drost, Bosboom-Toussaint al eerder
op de hoogte. Niet het minst door de woor
den van dr. Prinsen zelf. Doch wat dit
handboek zoo aantrekkelijk maakt, wat het
gecompliceerde wezen der groote en latere
Romantiek aanschouwelijk, dus levend maakt,
is het zoeken naar contact met de
persoonIQkheid van den kunstenaar. Niet op de
wijze van den Duitschen litterair-hlstoricus
Dibeiius door dr. Prinsen zelf ironisch
eerbiedig uitgeleid bij wien het is, of
men een wandeling maakt door een natuur
kundig kabinet, waar alles netjes in bakken
met vakjes, onder glas bij zijn soort is In
gedeeld met de overgangsvormen op hun
juiste plaats, uiterst leerzaam en overzich
telijk, zooals deze de indeeling en rangschik
king der Scottsche motieven doorloopt."
Hier, bij dr. Prinsen is ook wel degelijk
sprake van historische feitenmateriaal, we
bljjven voortdurend stevig met de voeten
op een soliede basis, maar de conclusies
spreken duidelijker, pakken meer, omdat we
klaar beseffen, dat het inzicht van den cri
ticus verder reikt dan historisch verband
en buitenlandsche voorbeelden, hoe hier
gezocht wordt naar het wezen en de kern
van elk letterkundig product. Zie bijvoor
beeld eens deze waardeering van Warhold:
.ik wilde laten zien, hoe deze historische
roman geeft het leven, het algemeen
menschetijke, dat van allétijden is, het grootsche
drama van de ziel, die door een geweldigen
drang naar het goede gedreven, snakkend
naar de hoogste en heiligste liefde, torsend
het opperste geluk voor allen en alles, wordt
gerukt in het slijk, gesleurd door de krachten
der aarde In de diepste vernedering en
hulpelooze verootmoediging. Als op Saint Julien
l'hospitalier rust op Warhoid een onverbid
delijk fatum, dat hem telkens weer neer
stoot, tot hij vindt de rust in opperste ge
nade. Dit drama kan in alle tijden, in alle
RUSSISCHE KUNSTNIJVERHEID
door J. GRESHOI F
(Slotj
Met het citaat uit een studie van Roerich,
over de ateliers van de Princes Tenichef
(waarmede wij het vorige artikel besloten)
wordt ons tevens de hooge m o r e e l e
waarde van de Russische volkskunst dui
delijk. Goede arbeid ei&cht een concentratie
van de edelste levenskrachten van den arbei
der. En deze weet, dat voor het welslagen
van het werkstuk zuiverheid van geest en
vrome aandacht de eerste noodzakelijkhe
den zijn. Men verwondert zich over de
prachtige moreele krachten, die in de da
gen van de revolutie aan den dag zijn ge
komen, te midden van de eenvoudige, lang
onderdrukte landelijke bevolking van het
land. Men staat verbaasd over het heldere
verstand, het rijpe menschelijke gevoel en
de humane teederheid van boeren in een
Monsterzalen van 3T Metsr: leidscheplein 5-7-9
levensverhoudingen, ook de meest moderne,
gedacht worden. Maar men gevoelt, hoe,
juist in dit meer primitieve leven der mid
deleeuwen, in die zooveel minder gecom
pliceerde maatschappij, waarin nog niet alles
is vervlakt en vervaagd, waarin men nog
niet twijfelt of zonde wel zonde is, waar
plaats is voor groote spontane daden, waarin
nog een kerk en een geloof heerschen met
zooveel meerimponeerende universeele macht
tegenover den zwakken sterveling, die zich
in haar voelt opgenomen, dit drama zooveel
puurder en forscher moet uitkomen."
De lijnen, waarlangs het betoog van dr.
Prinsen voert, zijn, al lijkt het soms door
de pittige en amusante uitweidingen, of we
zoo maar eens aan het grasduinen zijn in
de geschiedenis onzer letterkunde, scherp en
duidelijk getrokken. Na een inleiding over
de wording der historische-romankunst, volgt
een In tweeën gedeelde bespreking van het
genre bij ons voor en na '80 en eindelijk als
afsluiting de belangrijke conclusie: de tegen
stelling tusschen het oude en het nieuwe.
En omdat we in de voorafgaande bladzijden
duideiflk hadden leeren begrijpen, dat het
meest typische en voor dien tfld meest
verdienstelijke voortbrengsel der Nederland
sche Romantiek was de Pestilentie te Katwijk,
vrucht van letterkundige samenwerking der
drie veelbelovende jongeren" omstreeks
1830, Drost, Potgieter, Bakhuizen, plaatst
de auteur terecht dit werk vergelijkend
naast Warhold en Irmenlo van dien anderen
jongere" Adriaan van Oordt. Het blijkt, dat
de afstand, die de twee soorten scheidt, wat
opvatting en uitbeelding betreft, voorvoeld
was door dienzelfden genialen geest, die in
zijn eigen tQd de, dikwijls ongenoemde,
richter bleek zijner bentgenooten": Bakhui
zen. Had hij niet, midden in den bloeitijd
van den historischen roman vermanend ge
zegd : Er blijft n taak over voor den
historischen roman: gebeurtenissen, die (door
4e historische wetenschap) niet geschreven
en niet kunnen geschreven worden, toestan
den en handelingen van het dageiijksch
leven, welke met hunne namelooze en on
genoemde lijders en bedrijvers voorbij gegaan
zijn, in verband te brengen met de groote
gebeurtenissen en de groote personen, waar
aan het tijdvak zijn naam ontleent."
Zoo moeten we bij van Oordt's werk ook
niet spreken van een nabloei" van een oud,
vergeten genre. Zooals Drost de Perk
van de Gids-beweging stond aan den in
gang van een nieuwe wending, aan de poort
der groote Romantiek, gaat de historische
roman van Van Oordt een eigen baan.
Voortaan is deze opgenomen In de breede
stroomen der moderne roman-kunst. Zooals
de stand van zaken nu is, zou ik bijna
willen beweren" zegt dr. Prinsen dat
de historische roman moeilijk meer een genre
apart kan genoemd worden. Hei is een roman
als elke andere, een greep uit het leven; het
algemeen menschelijke in schoonheid gezien
en uitgebeeld, om esthetische motieven ge
dacht en gevoeld in oude tijden en ver
houdingen."
Zoo stemt de lectuur van deze studie ons
zoowel tot tevredenheid als vertrouwen:
voldaan over het heldere beeld van onze
historische-romankunst, zien we vol ver
trouwen de volgende nummers der reeks
Nederlandsche Kunst" tegemoet.
Dr. J. M. DE WAAL
Dwaze en Ernstige Invallen, door HANS
MARTIN. W.L. en J. Brusse's Uitgevers
maatschappij.
Hans Martin heeft onder deze veel
omvattenden titel zestien schetsen gebundeld,
waarvan er verschillende als feuilleton in
Het Vaderland hebben gestaan. Nog talrijke
andere adjectieven zou hij voor zijn invallen
hebben kunnen kiezen, want zelden is er
een bundel verschenen met zooveel afwis
seling, hetgeen echter niet aan het boek ten
goede komt. Na een vermakelijke schets
lezen we een sentimenteel verhaaltje, dan
weer een banale vertelling, een avontuur uit
Durazzo en ten slotte zelfs een soort dagblad
verslag van de ramp van Messina. Het is
een zonderling mengelmoes van journali
stieke arbeid, geen litteratuur Het best ge
laagd zijn de vermakelijke verhalen als
vergeten deel van een onmetelijk rijk. De
kennis van de Russische volkskunst en van
de volkskunstenaars verklaart ons heel veel.
La jeunesse faft naftre en elle les
aspiratfons nouvelles que consolide l'exemple
du labeur artistique. On n'a pas Ie temps
de courlr les cabarets, on n'a pas besoin de
cela pour se croire de fête, quand on trouve
a sa portee tant de choses rëellement
divertissantes, qui arrachent a la vie grise de
tous les jours." Hierin ligt samengevat de
oude moraal van het goede en eerlijke
werkmanschap; de vreugde om den arbeid
is de kracht van ieder natuurlijk en vrucht
baar leven.
Alle jonge kunstenaars, die als Roerich
zich de bevordering van de Russische kunst
nijverheid tot bestaanstaak hebben gesteld,
zijn vol eerbied en bewondering gekomen
tot de eenvoudigen van geest, tot de ijverige
en vindingrijke Koestari.
In den tijd, dat Victor Vasnietsov be
roemd door zijn decoratie-schilderingen in
de Cathedraal van St. Vladimir te Kiev
een vernieuwing van de
quasie-Europeesche Russische schilderkunst beproefde
door zfjn onderwerpen te ontïeenen aan de
historie der Russische middeleeuwen, aan
de oudste legenden en de heilige verhalen
der eeredienst, wendden twee kunstenares
sen met talent en vrouwelijke intuitieïzich
uitsluitend tot de winterhuisvlijt der boe
ren, omdat zij en niet ten onrechte
meenden, dat een groote Russische kunst
langzaam en natuurlijk moest opgroeien
uit de sterke en primitieve uitingen van de
schoonheldswil van het Russische volk. Zij
heetten Helene Polenof en Marie
Jakoentchikof. Geholpen door een rijk
medestandster, mevrouw Manioukof, stichtten zij in
het dorp Alramtzevo gouvernement Mos
kou - een aantal ateliers, waar de leerlin
gen naar hunne ontwerpen en volgens de
oude modellen en tradities ook die voorwer
pen wisten te vervaardigen, die het moderne
leven ons ten gebruike voorschrijft.
Hunne werkzaamheid duurde te kort.
Mevrouw Polenof stierf reeds in 1898 en
mevrouw Jakoentchlkof een viertal jaren
later. Maar hun streven werd voortgezet
door de prinses Tenichef, die van haar dorp
Talachkino een centrum van opgewekt
des Nachtredacteur", De Goudezel" en
De Gebroken Neus". Verder is er nog een
vertelling De Man met de Witte Baard",
die sterk suggeseert en als griezel-ver
haal uitnemend geslaagd mag heeten. Maar
daarmede is het beste uit de bundel opge
noemd.
Wat in dit boekje eenigszins ongenaam
aandoet is de onbescheiden toon. Met te
veel plezier vertelt de schrijver van
Italië, als of hfj even met zijn bereisdheid
geuren wil. Eenigszins pedant klinkt in vele
schetsen de eerste persoon, in de De Aapjes"
vooral, waar hij zich door degene, die hij
iet verhaal laat vertellen, complimentjes
iaat geven.
Blijkbaar zijn de verhalen in journalistleken
haast geschreven, want ze zijn slordig en
vertoonen de sporen van oppervlakkigheid
en vluchtigheld,die ieder graag vergeven zal
van werk, dat voor de copie verslindende
dagbladpers is gemaakt.
Maar vór dat deze schetsen in boekvorm
verschenen, had de auteur toch zeker zijn
werk wel eens een klein beetje mogen
cuischen. v. T.
«iiiiiiiiiiiiHmiiiiimiiiiiiiiHiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiM
DE MYTHOLOGISCHE VERKLA
RINGVAN DE OUDE
BIJBELEN HELDENSAGEN
Het is tegenwoordig vrij duidelijk aan
ieder wetenschappelijk ontwikkeld mensch,
die zich op de hoogte houdt der groote
vraagstukben van onzen tijd, dat men in de
verhalen omtrent Jezus, Mozes, Henoch en
anderen geen betrouwbare historische
mededeelingen kan zien, maar dat zQ over 't
algemeen zonnemythen voorstellen. Ik vind
het jammer, omdat ik althans in Jezus nog
zoo gaarne een historisch persoon wilde
blijven zien, maar tegenover het overwel
digende materiaal dat de aanhangers der
mythologische verklaring geven, moet ik
mijn hartewensch terugstellen bij mijn
wetenschappelijke overtuiging.
Het is voor een ieder vrq duidelijk dat
het verloop van de geschiedenis van Jezus
precies overeenkomt met het verloop van
de geschiedenis van Osiris, en dat de
Osirisof Isisdienst in de Egyptische tempels een
zonnedienst was, is zonder eenigen twijfel
vastgesteld.
BÜalle volkeren, in de mythologie van
alle cultuurvolken, en ook in de zooge
naamde geschiedkundige verhalen van deze
natiën, waarbij de personen dier vroegere
helden met een aureool van sagen zijn
omhuld, vinden wij altijd weer dezelfde
zonnemythe terug met de grootste duide
lijkheid, Het is altijd weer het drama van
de vruchtbaarheid der aarde, die sterft in
het najaar door de booze streken van
Typhon of hoe de vent mag neeten (Alva
heet hij ook ergens), doch in het voorjaar
weer opleeft en schooner is dan ooit. Het
mist nooit, maar die trekken, die lijn is in
al die verhalen duidelijk te herkennen. De
heer Zondervan schreef in het Nieuw The
ologisch Tijdschrift afl. 3 van dit jaar een
uitvoerig artikel, waarin hij zich ijverig
voorstander toont vatufeïe- leer en die ons
noodzaakt voor zij a scherpen aanval het
veld te ruimen. Wij zfjn voortaan ijverige
voorstanders van deze methode.
Isis en Osiris tegenover Typhon of Setthi,
Jezus en Maria tegenover Satan of Judas,
Demeter en Pcrsephone tegenover Hades,
verder c!e verhalen van de wonderbare red
dingen van helden en goden bfj hun ge
boorte : Mozes, Romulus en Remus,
Cyrus, Perseus, die door den gouden regen
bij Danaégeboren wordt en door Acrlsius
bijna wreedaardiglijkvermoord wordt, Noach
en zijn zonen, Labda van Corinthe, die een
zoon krijgt en deze om hem te redden voor
de zijn op bloed en door een orakel ver
hitte moordenaars verbegt in een kist, Koning
Sargon als kind in een kistje als dat van
Mozes met aardpek toegesloien en in den
Euphraat geworpen, Oedipins, die of door
den herder te land gevonden is of in een
korfje op het strand aanspoelt, enz. verder
de sagen van David en Goliath, Kleinduimpje
en de Reus, Sint-Joris en de Draak, Prins
Willem III en de Wit, het zijn aïle zonne
mythen, waarbij de vruchtbaarheid der aarde
gedood dreigt te worden of wordt door
IIIIIMIII 'Illl
Illlllllllll
kunstleven wist te maken. In 1887 had de
prinses Sviatopolk-Tzeiwertirsky aldaar een
ambachtsschool gesticht, die onder leiding
van de prinses Tenichef meer en meer het
karakter van een Academie van Volkskunst
kreeg. Hoewel een bijzonderen zorg aan de
algemeene ontwikkeling, aan teeken- en
muziekonderricht werd besteed, bleef toch
alle aandacht samengetrokken op de ate
liers van meubelkunst en houtsnijwerk,
van ceramiek, borduren en koperemaiile.
De kunstenaars die de prinses aan haar
arbeid verbond, werden geleid door een
gemeenzame overtuiging en gelijke
grondbegbselen. Zs lieten allen hunne jonge
leerlingen de volle vrijheid van hunne
phantasie en hun overleveringen. Zij leerden
hen slechts het vak tot in de uiterste
détails beheerschen en verzorgen. En als
men de meesterstukken van Talachkino be
schouwt, dan komt men op de gedachte, dat
zij, de intellectueelen, meer van hun een
voudige leerlingen geleerd hebben, dan deze
van hen. De voorwerpen van de prinses,
van Boerlch, Zinovlef, Mialoutine,
Ovtchinnlkof hebben bij al hun raffinement van
kleur en decoratieve schikking, bij hun
voortreffelijke uitwerking, al de lenteiqke
bekoringen de echtheid en de naïveteit
van het werk der oorspronkelijke koestarie.
En inderdaad, sommige takken van huis
vlijt waren reeds technisch en artistiek z
hoog opgevoerd, dat het niet noodlg - ja
onmogelijk zou zijn geweest nog iets te
willen verbeteren".
Schooner en gaver arbeid als die der
Russische weefsels is niet te denken. Maar
ook de nabcïki, de kunst van kleuren en
bedrukken van geweven stoflen, is door de
Russische handwerkslieden van de
NoordeWHITE
Lastautotnobielen
ku nen 250.000 tot 500000 KM. oflfggen. 400namenenadressen vanfir:m,'s
waa- Wffl i E lastauto's bovengenoemd aantal K.M hebb n geloopen, zenden
wij op aanvrag'. De WHITE is per K.M goedkooper in gebruik dan >:lk
ander merk, is bedrjjfszeker en eenvoudig geconstrueerd, f1?.' wogen houd-n
wij voor ? 500 onderdeelen in voorraad. Wy leveren 3A, /'/£, 2, 3Vs en 5 ion's.
Laatste zendtng utverkocht, nieuwe zmding zeilende, een 2 ton*s
ar'oefwagen in VOORRAAD.
Firma GEB®. NEFKENS, Filiaal
Amsterdam, 26Jac. Obrechtstr. Tel Z 2507
Ultlllll IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIEMMIIII
den boozen winter, maar waarin de lente
toch weer zegeviert. Bij David en Goliath
en de anderen gaat de held wel niet
eerst dood, maar dat doet er niet toe. Je
kunt 't ook alles niet zoo precies uit rekenen
maar dat 't een zonnemythe is, dat is beslist
zeker, anders deugde de heele nieuwere
wetenschappelijke methode niet. B. v.
Simson met zijn lange haren is de zon op haar
hoogste standpunt; als de haren afgesneden
worden dan is de held zwak, en de zon ook
in den winter wanneer haar stralen kort zijn,
is er het slechtst aan toe. 't Komt wel niet
precies uit, want de zon sterft niet en
Simson gaat heelemaal dood en wordt nooit
meer levend, maar dat doet er niet toe. Je
kunt 't ook niet alles zoo precies uitrekenen
maar dat 't een zonnemythe is, dat is beslist
zeker, want anders enz.
Het belangrijkste in de gansche bewijs
voering van de voorstanders dezer weten
schappelijke methode, waaronder mannen
van grooten naam, is de in de legenden en
verhalen terugkeerende kist waarin de
held in zijn jeugd of gelijk Osiris in zijn
wederopleving gered en uit het water
getogen wordt. Deze treedt zoo hardnekkig
duidelijk naar voren, dat zij een beteekenis
moet hebben, en men kan aan zoo'n kist
als symbool iedere beteckenis geven, die
men maar wil, al naarmate het standpunt of
de praemisse waarvan men uitgaat, maar
als men uitgaat van de praemisse dat deze
verhalen zomermythen zijn, dan is het vrij
duidelijk dat deze kist met kostbaren inhoud
van nieuw leven, getrokken meestal uit het
vruchtbaarmakende water, het symbool is
van de zaadkorrel, die door water bevoch
tigd opengaat en zijn rijken schat openbaart,
het symbool dus van de vruchtbaarheid,
van de levenwtkkende kracht der aarde,
die in de lente weer opleeft, als de jonge
God, de zon, gered is van den dood. Soms
is het geen kist, het is zelfs eens de dij
van Zeus, die daarin het knaapje dat
vermoord dreigt te worden opneemt en
weer te voorschijn brengt, als de tijd van
de redding en de nieuwe geboorte daar is.
Soms komt er ook wel een kist in de ver
halen voor met een geheel ander doel, b.v.
om de stukken van het lijk van Osiris
op te nemen en het in de rivier te doen
verdwijnen (in het geval van Jesus was er
geen kist, maar een grafspelonk, bij gebrek
aan een rivier, en de Jordaan was te ver),
maar in zulk een geval heeft de kist na
tuurlijk in 't geheel geen symbolische be
teekenis, want als zij die dan wél had dan
zou zij juist het tegenovergestelde, het on
vruchtbare, het vernietigende leven
symboliseeren, en dat kan niet, want dan kwam
er van de mythologische verklaring dier
verhalen niets terecht. De kist van Mozes,
van Osiris, als hf] uit de rivier wordt
gered, van Koning Sargon, van Hugo de
Groot, als hij er weer uitkomt, het zijn alle
zoovele doorslaande bewijzen voor de juist
heid dezer hypothese Als ergeen kist en geen
rivier in de buurt is dan is het kind ge
wikkeld in iets anders, dat opengeslagen
wordt opdat de schoonheid van die kleine
kinderen plotseling aan den dag komt, even
als de heerlijke lente zich ook gewoonlijk
lijke en Noord-Oostelijke gouvernementen
tot de volmaaktheid opgevoerd.
Ik ken geen beeld zoo schoon dan die
oude boerenvrouw voor haar weefstoel, in
het schemerige houten huisje. Achter haar
glimt de samovar. Haar gelaat is gekrenkt
door het leven van werk en zorgen. Om
haar mond ligt de glimlach van goedheid,
die stille oude vrouwen zoo schoon maakt
en haar oogen zijn nog for.kelerd van ver
stand en geest. Nu begrijp iets van het
wonder dier doeken van oud blauw met
gouden en roestbruine kleuren tot een
eenvoudig en zinrijk motief te
samengeschikt; van die windtapflten, waarop een
fantastische bloei van kleur en lijn
ligt uitgeteekend; van die kantwerken in
hun veelvuldige, spitse pracht als van
gothische cathedralen; in die oogen leeft de
hemelsche droom en de diepe levenszin
van de oudste sagen en in den arbeid worden
deze een heerlijke werkelijkheid.
Waar In sommige streken en in tijden
van geestelijke vermoeidheid de oude kunst
en de vaardigheid dreigden verloren te
gaan, wisten altijd ware leiders, de koestart
met nieuwe liefde en frlssche kracht te be
zielen. Gravin Brobinskaja in het district
Bogorodsk, vorstin Golitzjna in Tachern,
gravin Rehbinder in Nowosll, vorstin
Tenischewa In Orel, vorstin Schachowskaja
in Pensa, mevrouw Horwat in Cherson,
vorstin Lwowa in Moscou: ziehier van
honderd voorbeelden slechts enkele. Onder
goede en verlichte leiding zijn in alle deelen \
van het rijk de boeren en boerinnen voort
gegaan met het voortbrengen van een ver
scheiden en gelukkige productie. En het
is een bewijs voor de gezondheid van den
Russischen geest en de Russische samen
leving, dat adelijke dames met eenvoudige
boerinnen, ondanks het groote verschil in
intellectueele ontwikkeling, samenwerken en
samenwerken kunnen, omdat zij naar het
innerlijk wezen zoo dicht bfl elkaar staan
en zoo innig verbonden zijn door eenzelfde
religieus levensgevoel, eenzelfde
schoonheidstradltie en eenzelfde liefde voor het
edele handwerk der vaderen.
Het heeft geen beteekenis. om in dit
verband de oorsprong van het Russische
ornament na te gaan. Alle kenners van de
vrij plotselingopenbaartinalhaarschoonheid.
Om kort te gaan, de geschiedenis van
Jezus is bepaald een zonnemythe. Zij komt
telkens in alle tijden weer aan den dag en
Is als de duidelijkste openbaring van
dien heilscyclus der natuur ook al
voorgevoeld of te constateeren in de oude
mythologische verhalen van den bijfcel. De
pek, waarmede Noach de ark (daar is de
kist weer!) moest waterdicht maken, wijst,
gelijk een exegret uit de 18e eeuw reeds
nadrukkelijk opmerkt, zonder eenigen twijfel
op Christus, die de geheele wereld bij elkaar.
houdt en laat drijven. De Hoogepriester, op
wiens baard in den eeredienst van den
tempel te Jerusalem, de olie of zalf
neerdruipt, is de verpersoonlijking; van den
geheelen cyclus. Zijn hoofd is Christus als het
Hoofd der wereld, en de baard stelt dus
voor de apostelen op wie Christus' geest
is neergevallen. Een sarcastisch grappen
maker uit de 18e eeuw zeide wel spottend
dat de Hoogepriester dan geen z waren baard
heeft gehad, daar er maar twaalf haren in
waren (het getal der discipelen was immers
twaalf), maar het is beter zich aan sarcasme
niet te storen. Die achttiende-eeuwsche
exegese was nog zoo mal niet, blijkt nu in
onze dagen, nu de wetenschap ons leert,
dat de twaalf apostelen in het Evangelisch
verhaal volgens de mythologische verklaring
duidelijk heen wijzen naar de twaalf figuren
uit den dierenriem waarin de zon zich beweegt.
Maar niet alleen in het verleden is deze
Christuslegende aan te wijzen in alle lite
ratuur, ook later komen wij in de geschied
verhalen, die ons zijn overgeleverd, her
haaldelijk dezelfde gedachte tegen. Die
Christus-mythe, de uit het duister weer
terugkeerende overwinnende macht van de
zon, meestal uit het water getogen enk dan
in een kist, vindt ge weer terug in de legende
van den zwanenridder uit de Lohengrin,
die in een sierlijk kistje uit de golven op
duikt ; in het verhaal van de Batavieren die
in kistjes (Kano's) uit het water opkomen
en na bijna uitgemoord te zijn door de
katten (een kat is de natuurlijke medeezel
vaneen booze heks) in de Beiuwe een ge
lukkig leven ging leiden. Let wel op de
naam Betuwe (Bet-ouwe, gelukkig Land
Paradijs). Die gedachte vindt ge duidelijk
weer terug in de geschiedenis van Hugo
de Groot in zijn kfst, den man, die de
grootsche schepping van een vrije zee
(liberum Mare) op deze wijze redt van den
ondergang. De Roomschen en Duitschers
denken er anders over, maar dat is tot
daaraan toe.
Ik voor mij heb eens de aandacht op
deze richting van wetenschappelijk werk
willen wijzen en laten zien hoe men ten
slotte wel alles kan bewijzen, wat men maar
wil, als men slechts de noodige durf heeft.
Nog even zfl terloops opgemerkt, dat boven
staande Christusbeschouwing geen grap is,
en dat de naam Zondervan, die ik boven
noemde geen fictie van mij is, (de naam
zou het kunnen doen veronderstellen) maar
dat hij wezenlijk de schrijver is van ge
noemd artikel en zijn standpunt met kracht
verdedigt.
Monnikendam P. H. VEEN
oude Russische kunst Vladimis Stossoff,
Kandakoff komen tot denzelfden slotsom
dat de decoratieve kunst van Rusland een
late echo van de ornamentale kunst van
Azië is (Kath. Polowzowa). En ieder, die
naast oude Russische motieven, bijvoorbeeld
de ceramiek van Turkestan beziet, zal over
tuigd worden door de overeenkomsten in
vorm, schikking en kleur (zie het prachtig
uitgevoerde album van N. Bourdoukpff
Céramique de l'Asie centrale" Petroerad
Manufactures des papiers de l'éiat 1005).
Aan den anderen kant vindt men in de oude
en moderne iconen, die alle in denzelfden
stijl zijn opgevat, dezelfde By?antische
invloeden, die ook zoo s!erk w; rkten op de
primitieve schilders der school van Sienna
(Vaticaansch Museum).
Maar het is van veel belang voor ons
vast te stellen, dat de Russische kunstnijver
heid, waarin de principes van de oude
Europeesche en de oude Aziatische kunst
zijn blijven leven, de bron is, waaruit
or.ze Wcstersche kunst de dronk der jeugd
kan putten. Aan deze gezondheid en levend
geloof hebben wij behoefte. En aan de
zinrijke en doeltreffende maa':reg?len van
kunstbescherming, die de Zemstwo's overal
wisten te treffen, kunnen onze regeeringen
en gemeentelijke besturen tot in lengte vau
dagen een voorbeeld nemen.
Wij vermeldden iceds hoe kort voor den
oorlog in Parijs een showroom der
Koestarnaja Promischlenrosk werd ingericht.
In 1914 opende Wertheim in zijn warenhuis
te Berlijn een groote volledige tentoonstel
ling van Russische nijverheidskunst. En
toen, in 1914 alweer, de Haagsche kunst
handelaar d'Audretsch een kleine collectie
Russische Koestari-kunst exposeerde, vonden
de voorwerpen in den korst mogelijker) tijd
hunne koopers. Voor de directe en lieve
bekoringen van deze kunst blijven weinigen
ongevoelig, dat is de overtuigende kracht
van al wat echt en bloeiend is.
NederI* Mant
Hollands meest gctwilüc Sst/aar