Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13 Sept. '19. No. 2203
VERWIKKELINGEN"
Teekenlng voor nde Amsterdammer" van Jordaan
N.V. PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
iiiiiiiiiiiiimiimnii
zonder eenige leiddraad, zonder eenlge hou
vast, velen geheel in het duister tasten,
terwijl toch zoovelen onder de militaire op
voeders in hun omgeving naar het goede
trachten."
De schrijver geeft toe geen nieuws te
hebben gebracht voor de ingewijden. Het
was zijn bedoeling de karakterlndeeling naar
het bekende schema van Professor G.
Heymans meer onder de menschen te brengen
en het nut ervan te betoogen ook en vooral
gedurende de gedwongen samenleving van
de meest uiteenloopende karakters in de
kazerne.
Het boekje zal veel nut kunnen stichten
en de prijs behoeft voor de aanschaffing
geen bezwaren op te leveren.
* *
*
De schuld van Uw hond, Madame l"
IIIIIHIItlllllllllllllMIIHMIIIIIIIllll
De wijze, waarop aanvankelijk deze uitin
gen werden tegengegaan, heeft wel het meest
de aandacht gevestigd op het feit, dat de
verhouding tusschen meerderen en minderen
niet was, zooals zij met het oog op den
volksaard kon zijn.
Intusschen zijn in het mobilisatie tijdperk
het gebrek aan contact tusschen meerderen
en minderen en de gebreken van de tot nu toe
gevolgde methoden van opleiding aan den
dag getreden.
In dat tijdperk, waarin oude minderen
gesteld werden onder jonge, onervaren en
vluchtig opgeleide meerderen, is de wijze
van omgaan, de verhouding tusschen meer
deren en minderen aan een krachtproef onder
worpen geweest en heeft deze verhouding
de proef niet kunnen doorstaan.
Dit heeft velen de oogen geopend, ook
voor andere zaken, die verbetering, althans
hervorming eischten.
Het is dus geen toeval, dat verschillende
personen, meenden goed te doen hun denk
beelden over verbeteringen en hervormingen
te uiten en te verspreiden.
De verschijning van zulke geschriften, ge
tuigenissen van belangstellenden, moet dan
ook worden toegejuicht.
* * *
De kapitein der grenadiers H. C. Rouffaer
vroeg het eerst onze aandacht met een
boekje over karakterontleding, leiddraad voor
den omgang met en een oordeelvorming
over verschillende karakters ten dienste van
militaire opvoeders (uitgave de Bussy Am
sterdam prijs ?0.75). Het doel van den heer
Rouffaer is de aandacht te vestigen op de
noodzakelijkheid verschil te maken in de
behandeling van de ondergeschikten naar de
mate van hun karakter. Hij vreest, en niet
ten onrechte, voor een massa-behandeling
in stede van een individu-behandeling waar
van hij in zijn diensttijd groote cadeelen
heeft gezien. Om deze individueele
behanneling mogelijk te doen zijn is het noodig
karakters te kunnen onderscheiden en om
dit te kunnen doei, dient men een en ander
te weten van de kenmerken der verschillende
karakters. Vaadaar de titel, die niets meer
iiiiiiiiiiiiiiiuiii
intmiiii ui
belooft, dan werkelijk wordt gegeven.
We treffen dan ook zoo goed als niets
aan omtrent de wijze van toepassing van
hetgeen in het boekje overigens als nood
zakelijk wordt aangeprezen.
De schrijver is van meening, dat hiervoor
geen voorschrift, geen recept is te geven en
beperkt zich daarom tot hetgeen hij in korte
trekken over de karakterontleding meent te
moeten in het midden brengen.
Wij juichen dan ook het verschijnen van
dit boekje toe, omdat het dienen kan hen
den weg te wijzen tot studie, d/e tot heden
vreemd stonden tegenover de karakters van
de hen toevertrouwde menschen-kinderen.
Zeer terecht heeft de schrijver ingezien,
dat het opvoeden nu eenmaal niet ieder in
htt bloed zit en dat de kunst van opvoeden
iemand niet zoo maar aanwaait.
Groote geleerden hebben over opvoeding
en karakter dikke boeken geschreven, doch
niet elke jonge officier of oudere onderoffi
cier voelt zich geroepen, noch in staat zich
zoo in de studie te verdiepen van iets dat
weliswaar een voornaam bestanddeel, doch
volgens de heden nog geldende begrippen
volstrekt niet het voornaamste bestanddeel
vormt van de taak van den officier en van
den onderofficier.
De heer Rouffaer zegt dan ook in de
inleiding o.a. De wetenschap is te
omvangrflk en de personen, die haar moeten
hanteeren zijn te onervaren, dan dat het in
mij zou opkomen over dit moeilijk onder
werp een verhandeling te schrijven, die als
studieboek waarde had".
en iets verder: Doch ik weet ook, dat
De Ie Lultenant-Adjudant der Jagers,
J. B. de Jongh, die onlangs zeer belang
wekkende artikelen schreef in een vaktijd
schrift heeft thans bij de firma Gebrs. van
Cieef (te 's Gravenhage) een boekje het
licht doen zien, getiteld De meerdere", be
schouwingen voor en over onze weermacht.
Wanneer men aan een boekje een titel
geeft, die een bepaald begrip omsluit, dan
moet de inhoud met dien titel verband
houden. Toen wij het boekje hadden door
gelezen was onze indruk, dat aan het logisch
verband wel iets ontbrak. Onze totaalindruk
was een goede, doch tevens een zeer tamme.
In de hoofdstukken I De belangen van de
weermacht en van hare leden, II Krijgstucht,
III Het leven en de dienst in de kazerne
en IV Karakter, wordt niet veel nieuws
beweerd, althans niet veel, dat niet reeds
elders in couranten- en tijdschriftartikelen,
rapporten en verslagen werd behandeld.
Hoofdstuk V is belangwekkender en heet
De positie van den officier als volksleider."
De schrijver gebruikt hier zoo terecht
meermalen het woord menschenleider" en
geeft daarmee wel zeer juist de taak weer
van den officier tegenover de dienstplichtigen,
die jaar op jaar onder zijn handen doorgaan.
Hij klaagt dat aan de opleiding tot men
schenleider niet altijd evenveel zorg is be
steed en geeft aan op welke voorname
punten naar schrijvers meening de opvoeding
of beter de leiding der jonge mannen, die
in dienst zijn gekomen moet gericht zijn.
De hoofdstukken Beroepskenze en De
Militaire Groet hadden gevoegelijk achter
wege kunnen blijven.
Het hoofdstuk [ets over
Karakter-psychologie" behandelt in zeer beknopten vorm,
hetgeen waaraan de heer Rouffaer zijn boekje
wijdde, terwql in het hoofdstuk .De Straf'
eenige juiste opmerkingen over het straffen
zijn gemaakt.
Het boekje is prettig geschreven, er kleven
aan stijl en taal hier en daar kleine vlekjes,
die evenwel niet hinderen, doch het pakt
den lezer niet, het spijt ons dit te moeten
neerschrijven.
Het is te algemeen, het bevat te veel
wijze lessen", die goedkoop aandoen, doch
die niet opwekken tot navolgen, wellicht
omdat een te zoetvloeiende kabbelende
woordenstroom de aandacht afleidt.
Hoe geheel anders oakt de redevoering
van den Majoor van Everdingen den lezer
aan en sleept hem mede.
Nieuwere begrippen inzake de verhouding
van meerderen tot minderen In het leger"
is de wel wat langademige titel van een
OELOFflITROEN
JUWELIER
KALVERSTRAATl
AMSTERDAM
OPGERICHT 1850
Uitsluitend
Nieuwe Collectie
PLATINA ARMBANDHORLOGES
MET BRILLANT
Eerste Kwaliteit
IIIIIIIIIIIIIIIMIIII
iiiiiiiiiiiiiimii
INDISCHE CAUSERIEËN
Voor M. J. B.
VAN KERKHOVEN EN BEGRAFENISSEN
ledere?tètök",die de poëzie kent vanden
vaderlandschen doodenakker met zijn popu
lieren en treurwilgen, zijn kleine
bloemtuintjes op de graven, zijn mild dekkende
grastaprjt en vredige stilte, voelt zich ont
sticht als hQ voor het eerst een Indisch
Europeesch kerkhof bezoekt. Een Indisch
kerkhof voor Europeanen toch maakt uit de
verte den indruk van een met tentjes bezet
marktplein. Boven de graven staan op stut
tende stangen, dakjes, die de grafsteenen
moeten beschermen tegen de vlammenspeer
van het tropisch hemelmonster, de zon. Niet
door dakjes beschermde grafsteenen bar
sten open als overrijpe vruchten.
Op zulk een kerkhof groeit geen sprietje.
Verzengd, verdord brok grond, bezaaid met
de fel-blinkende zerken is het door gemis
aan lommer en lichttempering volkomen
atmosfeerloos. Geen vogel zingt er, geen
bloem geurt er. Slechts in n opzicht is
IIIIIIIIIIIIIIIII1IMIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIII
Levensverzekering Maatschappij
H A A R L E M"
Wilsonsplein 11
DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN
het vaderlandsche kerkhof het Indische ge
lijk: als lugubere kermis der ijdelheid. Ook
hier dezelfde smaktlooze versieringen, ijdele
praal, valsch pathetische opschriften, on
doorvoelde vroomheid.
Indische begraafplaatsen zijn in den regel
omgeven door zware muren. Die zware
muren zijn suggestief: zij vertellen U dat
zij de dooden beschermen tegen den
lijkroover, tegen gele of bruine hyena's, die
met de oostersche dievenlantaarn gewapend
vuurvlieg in kiapperdop neersnuiven
op wat pieteitvolle handen den heengaanden
medegaven.
Wie de zerken oplettend beziet en de
opschriften leest, hem valt op, hoevele
vreemdelingen in onze koloniën wonen:
vertegenwoordigd zijn alle talen van Europa
en velerlei letterschrift Armenisch,
Grieksch, Russisch, Perzisch, k maar
zeldzaam Javaansch op het graf van een
inlandsch Christen.
Tevens treft den gevoeligen bezoeker het
groot aantal lieden, heengegaan in de kracht
des levens, die hier rusten, die gestorven
z^n ver van huis, van wie hen minden in
het goede Holland, die hoopvol gingen naar
Insuiinde, vol verwachting op eervolle
carrière, op rijkdom, op avontuur, op alles
waarin wij. arme menschenkinderen zoeken
... het geluk.
Zooals het oostersche, dat zich Europe
seert, caricatuur wordt, zoo wordt ook het
westersche, dat zichoiientaliseeit,caricatuur:
het westersche kerkhof in de Oostis een gruw
zaamheid maar de oostersche kerkhoven:
de Chineesche en inlandsche zijn schoon
heid. De Chineesche vooral, want (de in
landsche zijn te sober. De inlandsche
koeboerans (begraafplaatsen) liggen overal ver
spreid, het zijn onomheinde stukken gronds,
begroeid met verdord gras, waartusschen
stompj;s hout opsteken, die met een enkel
opschrift, met een enkele letter melden, wie
daar rust.
De Chineesche begraafplaats is als voor
reuzen. De graven der rijke Chineezen
familiegraven zijn heuvels.
Mystischsymbolisch zijn ze gebouwd in den vorm
eener baarmoeder (in horizontalen stand)
opdat het lichaam, dat eens uit een baar
moeder in het licht des levens werd
gestooten, ook na verscheiden weer in een
baarmoeder rusten zal. In het midden dezer
grafheuvels is een gesloten deur, waarop in
de gouden, decoratieve Chineesche letters
eenig opschrift: steenen draken houden aan
weerszijde de wacht.
Ook het Chineesche kerkhof getuigt van
den grooten artlstieken geest van het oosten,
die natuur en kunst tot een wondere, sym
bolische eenheid weet te synthetiseeren.
Gruwzamer dan het Europeesche kerkhof
in Indië is daar de Europeesche begrafenis:
die is een schennis, een vlijmende schande
voor onze cultuur. Zie ginds dien stoet ge
naken. De lijkkoets een monsterlijke
strengeling van houten krullen en franjes
is behangen met verschoten lappen en wordt
getrokken door vier afgejakkerde paardjes,
die o, 't is een deftige begrafenis
schabrakken dragen. Op de bok zit een
suffige inlander, een zwarten hoogen hoed
scheef gezakt over zijn hoofddoek. Zijn
bruine voeten steken uit zwarte broekspijpen
en bengelen over den rand van de bok.
Achter de lijkkoets de volgkoetsen, open
rijtuigen, alle van verschillende model,
waarin In 't zwart, zweetende meneeren.
De aansprekers zijn inlanders, uitgedost
in zwarte soepjassen, statige kachelpijpen
op de hoofddoeken en barrevoets: het ge
heel is een begrafenis uit een ouderwetsch
honden- en apenspel.
Bij de kleine burgerij begraaft men maar
voordracht welke de Eerste Officier aan de
Koninklijke Militaire Academie heeft gehou
den voor de officieren aan dit instituut
verbonden.
Het is zeer toe te juichen, dat het
legerbestuur deze voordracht voor kleinen kring
bestemd, aan de openbaarheid heeft prijs
gegeven.
Hier is een man aan het woord, die wat
te zeggen heeft, die behalve de denkbeelden
ook de gave bezit ze te uiten, die zijn
meening geeft zoo noodig in sarcastischen
vorm, opdat de hoorder wordt wakker ge
schud zich getroffen voelt en geprikkeld
wordt tot aandacht, desnoods tot tegenspraak,
mits overwonnen worde vooroordeel, laks
heid, wanbegrip en sleur.
Juist omdat het onderwerp zoo moeilijk
is, hebben de meeste schrijvers zich niet
anders dan in algemeene bewoordingen
durven uiten.
Als gevolg van de steeds groeiende
tuchteloosheid van hel Nederlandsche volk zijn
er slechts weinigen meer, die het aandurven
de woorden bevelen en gehoorzamen in den
mond te nemen.
De Majoor van Everdingen schroomt niet
te zeggen, waar het op staat.
Gelukkig, eindelijk eens iemand die het
ook zeggen kan, zonder misverstaan te
worden.
Mocht ik over voldoende ruimte beschik
ken, ik zou u groote gedeelten willen over
schrijven, waar hij in klare koele zinnen de
groote lijnen schetst van den hufldigen
toestand. Luister even, naar enkele gedeelten:
Hoe uit zich de moderne tijd in de weermacht, die
de weerspiegeling is van het eigen volk?
Er is ontevredenheid, er is onwil, of althans moeite
om het gezag te erkennen; er is gebrek aan zelfcritiek,
er is gebrek aan eerbied voor ouderen en hooger
geplaatsten. Er is een groote vrijmoedigheid urn klach
ten te uiten, groote neiging um al wat ve'keerd U of
verkeerd geacht wordt, te wijten uitsluitend aan de
bestuurders. Velen vestigen hun hoop op gezamen
lijke actie; het vereenigingsleven is tot groote hoogte
opgebloeid en teeken van den nieuweren tijd de
erkenning van het vereenigingsrecht is algemeen
gewo den".
De schrijver houdt met deze feiten reke
ning bi] het bepalen van zijn gedragslijn en
zegt dan:
Wij officieren hebben zorg te dragen, dat in dezen
moeilijkea hervormingstijd het gezag niet in het gedrang
komt, want, laat ons tocti niet vergeten, dat wij mede
dragers zijn van het gezag, in dim zin, dat onze posi
tie ons vuur alles oplegt een ontzaglijk groote verant
woordelijkheid. Niet onze rechten, maar onze verplich
tingen zijn daardoor onnoemelijk vele en zwaar. Men
verwacht van ons, dat wij ons zullen aanpassen aan
de omstandigheden, aan de nieuwe levensvoorwaarden,
aan, let wel, den natuurlijken loop der dingen. Maar
eri'us', dat wij zulten blijven lei lt'>>, dat wij vooruitzien,
dat wij vuór blijven en dat wij, ieder op zijn plekje,
zorgen, dat het gezag niet wordt meegesleept".
De vooruitgang moet niet worden tegen
gewerkt, geen verbitterd passief verzet ligt
op onzen weg. Slechts een actief
tegemoetstreven kan ons medescheppers doen worden
van een beteren tijd op een wijze en in den
geest, zooals wij aie zien."
Ach, dat is nu juist, waar het geheele
leger op wacht.
We hebben ons te onthouden van machts
misbruik, zegt de heer van Everdingen
elders. Voor velen is deze waarschuwing
allerminst nieuw en zeer zeker overbodig.
Maar er is gezondigd, en niet door een
hoogst enkele. Het wordt tijd, dat het uit
is, zoo schrijft hij verder.
Weer op een andere plaats waarschuwt
hij dat door de pogingen om de banden
minder knellend, de verhoudingen aange
namer, de dienstvervulling lichter te maken,
de gehoorzaamheid niet mag verslappen en
een bevel een bevel moet blijven, waardoor
zoo juist wordt geschetst, wat wij door
anderen hoorden opmerken, dat democratische
begrippen volstrekt niet Inhielden slapheid
in verschillende vormen.
Opdat de lezer den schrijver niet rekene
tot hen, die met veel woorden zich van een
moeilpe oplossing tracht te ontdoen, ver
melden we dat de heer van Everdingen
uitvoerig bespreekt een vijftal punten, die
werkelijk een leiddraad vormen bij den om
gang tusschen meerderen en minderen.
ZH luiden: Werk, Wees soldaat, Wees een
voorbeeld, Waardeer uw lager Kader, Waak
steeds over uw ondergeschikten.
Helaas kunnen wij niet uitvoeriger zijn
en beperken ons tot ten blik op het slot
van schrijvers verhandeling. De hooge op
vatting van zijn taak als menschenleider
weerspiegelen zijn woorden, waar hf zegt
niets nieuws te hebben kunnen geven, doch
slechts het nuttige en noodige te hebben
kunnen herhalen van hetgeen reeds lang in
allerlei vormen aan ons is voorgezet.
in het wit, in de toetoepjas, alleen ziet men
bij die begrafenissen althans te Soerabaja
den voorlooper, een armoedlgeii Indo,
nog veelal o wonder in het costuum
van den oud-Amsterdamschen kraai; ver
legen met zijn figuur en haast struikelend
over zijn lamfer, bijna bezwijmd van de
hitte, oi'.ent hij den uit kossongs en dog
karretjes bestaanden stoet.
De Chineesche begrafenissen zijn, hoewel
weinig plechtig, toch zeer stijlvol. Dekifur
aan de lijkstatie is wit, de Chineesche
rouwkleur; want wit is evenals zwart
symbolieke rouwkleur, wit dat Immers de inén
smelting zooals zwart de opheffing aller
kleuren Is.
Opvallend in den Chineeschen rouwstoet
zijn de bezittingen der overledenen, die in
effigie worden meegedragen, ten einde bij
het graf te worden verbrand. Alleraardigste
huizen en tuinen, die herinneren aan de
bouwplaten onzer kinderjaren, paarden van
bordpapier en ook etenswaar, het wordt
alles straks verbrand, opdat de schimmen
dezer voorwerpen de schim van den over
ledene zullen vergezellen. Boven den lijk
wagen draagt men reusachtige parasols.
De inlandsche begrafenis is eenvoudig:
bloedverwanten dragen elkander hierbfl
om beurte aflossend het lijk naar de
koeboeran. Ook hier ziet men dat n der
volgers den doode beschut met een zonne
scherm.
Eigenaardig is het, hoezeer inlanders en
Chineezen bij een uitvaart soms lachen en
pretmaken. Zoowel van Chineesche als In
landsche zijde werd mij meermalen verzekerd,
dat hieraan niet zoo zeer oneerbiedigheid
als wel bügdoof ten grondslag ligt: men
meent bonue mine a mauvais jeu te moeien
maken, men behoort den dood niet te toonen,
dat men hem vreest, anders zou hij juist...
ONDER DE MENSCHEN
Arbeid, orde en beschaving
Eendracht en voortvarenheid,
Godsdienst, vrede, naastenliefde
Samen een: in plicht en strijd.
Pool
Revolver
Moord
Tribune
Wijnkoop, doodslag, Ravesteijn
Bolsjewiki, revolutie
Communisme moet er zijn
Wraak: partijgenoot gevallen
Voor het Hooge Ideaal
Dan: protestvergaderingen
MannentaaU
Leger: onbetrouwbaar houden
Weg, de' knecht de' slaaf-soldaat
Dazen in de Tweede Kamer
Tegenwerken in den Raad.
Oproer, branden, burgertwisten
Diefstal, inbraak, plundering,
Jodenmoorden, pogroms, oorlog
Wanhoop en vernietiging.
En de Zon gaat eiken morgen
Stralend en vertroostend op,
En ze koestert bloemen, vruchten
En ze opent blad en knop.
En ze ziet die booze menschjes
En hun peuterig gemier,
Met hun staken en hun meetings
En hun kinderlijk getier.
Vele, vele lange eeuwen
Keek ze onze aarde aan,
Altijd, zag ze, dat hetzelfde
Door die menschjes wera gedaan.
Hoe de een den ander worgde
Als hij 'm vermoorden kon,
Altijd vechten, moeten tobben
Voor een plaatsje in de Zon.
En de Zon vangt eiken morgen
Weer zoo trouw haar dagtaak aan,
En ze ziet zoo weinig menschjes
Die, al zingend, werken gaan.
J. H. SPEENHOFF
iiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiMitiiMMi
DEVO
Geurige Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigarenfabriek UTRECHT
iiiiiiiiinmiii
IIIIIIIMII
Ook voor ons officieren blijft de hoogste wet ons te
geven aan onre taak. aaa onze naasten met li-'f'h'. die
meer is dan geloof en hoop. die alles overwint. ' > k
v.ior den olïicier is het geheim van zijn kracht altijd
geweest, de zich gevende, zichzelf verloochenende
iietde en zijn grootste vijand het egoïsme".
Al wat door de besten is geleeraard over
onderwijzen, opvoeden en gezagvoeren is
tenslotte geworteld op dit ëéne, geef U
zelf, onvoorwaardelijk en volkomen. Wie
zijn leven wil behouden, die zal het
verliezen, maar wie zijn leven zal willen geven,
die zal het behouden "
WQ hopen van ganscher harte, dat dit
boekje, hetwelk door de Koninklijke Militaire
Academie te Breda wordt uitgegeven, ook
algemeen verkrijgbaar zal worden gesteld.
omdat niet voornamelijk het leger van deze
woorden moet kennis nemen doch juist de
burgerij, die veelal zulk een slecht, een
zijdig en dus verkeerd beeld krflgt van het
leger en van de taak van den officier.
W. J. M. LINDEN
Wie over begraven in Indië vertelt, mag
niet nalaten even melding te maken van de
kramats", heilige graven. Er zijn er vele,
zoowel uit den Hindoetijd die de herinnering
bewaren aan de bijna mythische vorsten
uit een grfls verleden bijv. de tallooze
kramats te Batoe Toelis bij Buitenzorg, als
uit den eersten Islamtijd bijv. het vermaarde
graf van Malik Ibrahim (Raden Pakoe) dr n
eers'cn Mohammedaanschen zendeling op
Java.
Onbewust van de juiste beduidenis dier
heilige plaatsen komen duizenden daarheen
als brdevaartgangers nut bloemen of papie
ren versieringen als offerande, om te bidden
en te vragen voorspoed, genezing, vrucht
baarheid. Talloos zijn onder het volk de
verhalen omtrent huizen, die per ongeluk
op het graf van eenig heilig man gebouwd
werden en nu voortdurend aan ineenstorting,
brand en dergelijke blootstaan en ook allerlei
ander onheil brengen over den ongelukkigen
bewoner. Zulk een gebouw was het
OostJava restaurant aan de aloon aloon tjontong
te Soerabaja, welks exploitanten achtereen
volgens failleerden en dat ten slotte geheel
uitbrandde.
Kipling zegt ergens dat in India every
thing is clear against the sky" en dat dit
ook voor menschen en toestanden geldt.
Hij heeft gelijk, de cynische kenner van het
verre Oosten : ook de dwaasheden en schoon
heden van Oosterschen en Westerschen
doodencultus komen in het tropische licht
scherp en ongetemperd uit.
Mr. H. G. KOSTER
IIIIITIIIIIIIIIIIIIItlliniimilllMllllllllllllIIIIIIIIIIIIIMIlIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIII
l n valid-Portwij n
OE BESTE MIDDAGDRANK f 2.50 p. flisch
Wijnhandal da Barbanson, 51 Amstel, Amsterdam