Historisch Archief 1877-1940
13 Sept. '19. No. 2203
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
TOURNOOIVELD
PLATS DU JOUR
van 12.30 tot 2 uur en van 7 uur tot 8.30
Restaurant-CaféLa Réserve"
Rembrandtplein 44 bij de Utrechtschestraat
AMSTERDAM
Lunch - Diner - Souper. Vaste prijzen.
Afternoon tea-, Diner- en Avond-Concert
JAC. IIRLUSH;
HAVANA
GAAR
Piano's, Vleugel* en
Kunstspolplano'sAoor \\uui
In eigendom verkrijgbaar, mits
drie Jaar afbetaald.
Brieven No. 1431, Bureau van dit Blad,
&%*£*?
MM(f IW*
/-r ?y.xfra, A M V)* J* * /' -f / / ?? , ?
^gez?/ï\...,ür ^S *)*?'
Mi.
^ ^
De
"iwit Product Cacao
(DE E.P. CACAO)
is oordeelkundig vervaardigd van cacao
poeder met eiwitstoffen van groote waarde
voor de voeding,
overtreft verder elke gewone cacao.
Schrijft, wanneer Uw winkelier geen voor
raad haeft met opgave van diens naam aan
de E. P. AMSTERDAM
Spoors
vvwspoorjr_ Culemborg
Le
C06NAC
MARTELL
est garanti comme tant
Ie produit naturel des
vins récoltés et distillés
dans larégiondeCognac
Koopmans & Bruinier
Wijnhandelaren te Amsterdam
MLVEDSTOAff42A!1STEMn
^/HOOFDVECTEGENWOOBÜIGEDSvoo^EDEDLAND
>\ vAiWrODFÈVGEDIE CMDISTOFLE
i( SPECIALITEIT \n ECHTE BDOMZEH
Kiss^EM
LUXEARTJKELEM.^X"
M.
t.
I MEEREN MODE-ARTIKELEN I
| - HEEKENSTRAAT 12, «KONINGEN - g
TELEFOON 1083 B
ijiuiiiuiiiiiiiiiuuiuiiiiyiiiiuiiiiuuuuuiuiiiuuiiiiiiiiiiiiiuiiiiuüiiiul
ALM ELO
HOTEL DOLFIH
i Met prachtige Tuin en Ssrre. Ruime
i frissche logsarkarïtsrs.Eloctr.verl.
Tel. 133, Schuin over 't Station.
| Aanbevelend J. H. DOLFJH, Eig.
Amsterdam
fiNEft
ELECTRICITEIT
P. H. Kade 68
N. V. ALG. NED. LECTR. MU.
V/M GROEMEVELD, RUEMPOL & Co.
Briefadres A.N.E.M. - Tel. N. 4826, 4827, 7004
Elootromotoren. Generatoren.
Sohakeliessenaars.
Hoogspannlngslnrlohtingen.
Schakelkasten. Eleotr. Sirenes.
ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED.
Vraagt prijsopgave van
Cognac
Hennessy
aan
Wijnhandelaren,
ZWOLLE,
AAG
ROTTERDAM
AMSTERDAM
BE BESTE EN GOEDKOOPSTE
OVERAL VERKRYGBAAR
AORE5 v/o flANOEU
JOM.H.VAN DER MEIDEN
AMERSFOORT
- -iiiniiiiiiiiMiNiiiiiiiiiitiiiniiiiiiiiniiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiMtiiiiitiiMiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiHiiiiiiin- =
I! STARK'S OXYDOL" 11
[z (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) | =
jiNaaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-HABE", 's-Qravenhsge | jjj
- MICHELIN
Rijwielbanden
Buitenband f 9.
Binnenband 5.25
?H
!*?
ë
Si
.Si
ii
ii
?ii
H
ii
il
ffl
ffl
i
bij alle goede Rijwielhandelaren i
SINT JANSVUUR
DOOR
NORA VERLOREN
Het was Juni en de nachtegalen zongen...
In dat voorjaar had Ellen dagelijks duide
lijker gevoeld, dat het met den tweekamp
tusschen baar en Leo Vorst ten einde liep.
ZIJ kon niet meer... Als een vogel ergens
floot, of zonnelicht filterde door pas-ontloken
groen, doortrilde haar opnieuw de zekerheid:
Als hij rui kwam, zou ik niets meer tegen
hem vermogen...
Waarom toch eigenlijk die strijd, die jaren
lange worsteling?
Bij vele namen had zij haar verzet genoemd:
eerst wilde ze niet omdat haar ouders zich
er tegen kantten, toen omdat haar vader
haar niet missen kon, ten slotte omdat zij
werk had, dat haar lief was. Zij had altijd
een reden gehad, om rich dieper doordenken
te sparen maar nu bedroog rij zichzelf
niet meer, nu wist ze eindelijk dat het alles
enkel trots was geweest. Beleedigde trots,
'omdat hij eens troost bij een ander had
gezocht toen ze, heel jong meisje nog, en
verschrikt door zijn heftigheid, hem af had
gewezen.
Als hfj toen maar geduld had gehad tot
ze haar angst voor het leven had over
wonnen, hoe anders had dan hun jeugd
kunnen zijn...
Zijn engagement met die andere had slechts
kort geduurd, doch in haar had het iets
voorgoed gebroken.
Het wantrouwen was in haar leven ge
komen. Wantrouwen vooral jegens haar
gevoel en de macht die een man over haar
zou kunnen verkrijgen. Stampvoetend had
ze toen op en neer geloopen en zichzelf
gezworen, dat ze hem haten zou, neen
erger, dat hij haar koud Het, ijskoud,
dat ze nooit meer aan hem denken zou
noch ooit meer een man gelooven, die haar
van liefde sprak. Want liefde was pijn, niets
anders: hoe heeter liefde, hoe branden der
pfln...
Ze was toen nog een kind en had zich
met waren wellust overgegeven aan den
storm van haat en wantrouwen, die den
tuin van haar leven verwoesten kwam.
Na drie jaar had ze hem teruggezien: hl
die naar Indië gaat, doet het beste
om zijn Uitrusting te koopen in
DE BIJENKORF" - AMSTERDAM
Vraagt Catalogus
weer vrij, zij nog bekoorlijker, en de oude
liefde was tusschen hen opgelaaid.
Doch haar gekwetste trots en een wreed
heid, die ongeweten in haar sluimerde,
riepen om wraak. Zij speelde een wreed
spel met hem.
Vooral daarom zoo wreed, omdat zij niet
werkelijk koud voor hem bleef. Er waren
oogenblikken, dat een machtig opwellend
gevoel alle wraakgedachten verdreef, dat
zij zich als versmelten voelde in den gloed
van zijn begeeren. Dan moest ze haar handen
krampachtig samenknflpen, de nagels scherp
in de palmen, om ze hem niet toe te steken,
bevend van verlangen: Ik kan niet meer
tegen je op. Ik houd van je, altfld, altijd..."
Toch was ze hem telkens ontvlucht, had
hem nooit te lang in haar oogen laten lezen.
Ze had zich gehuld in haar trots als in een
mantel van ijs. Daaromheen laaiden de
vlammen van zijn hartstocht, en (o, als hij
het geweten had!) ook daarbinnen gloeide
het reeds...
Maar zij had hem misleid en het uur der
wrake was gekomen. Met snfldend-spottende
woorden had ze hem heengezonden en was
toen alleen gebleven met haar verlangen...
Vele jaren later was hij teruggekomen.
Als schilder was hij beroemd geworden, en
in al dien tijd had hij wild en onverschillig
geleefd met vele vrouwen.
Zij griezelde van hem en het kwetste
haar trots, dat hij haar mi nog durfde na
deren, na al die anderen. Heftiger dan ooit
verzette zij zich tegen zijn liefde, die haar
besloop als een roofzuchtig dier, die haar
hart binnensloop in duister en eenzaamheid...
Maar ditmaal was zfl reeds weerloozer.
Haar trots was niet zoo overmoedig, zoo
hoog en ijzig meer, haar verlangen was on
eindig grooter. En hfj, hfj... zijn tegen
woordigheid was als een bedwelmd aroma
en benam haar alle wilskracht. Als hij
naderde werd haar het hoofd licht, het harte
blij ze kon dan niet denken, enkel voelen
en léven, dartelend leven in den lichten
schijn, die straalde om hém. Alleen dit in
stinct hield ze: vluchten, vluchten, nooit
met hem alleen zijn, nooit in zijn oogen
zien ...
Maar aan zijn wil was geen ontkomen;
hij kreeg haar voor zich alleen, alleen in
een schemerlichte kamer, en hij dwong haar,
hem in de oogen te zien... Duizelend stond
zij toe, dat hij haar in zijn armen nam en
kuste, kuste...
Eindelijk vond ze haar trots terug. Neen,
neen IV stamelde ze onder zijn kussen, en
weer, hijgende; Neen, neen, neen:"
Al haar wilskracht had ze toen noodig
gehad om zich los te rukken, om te vluch
ten, vér, vér uit den ban van zijn oogen.
Ontmoeten durfde ze hem niet meer, ge
schreven had ze slechts, dat zijn heftigheid
haar overrompeld had, maar dat zij niet
genoeg van hem hield om haar vader, die
haar noodig had, voor hem te kunnen ver
laten.
Haar zegepraal was ditmaal minder schit
terend geweest. De banier van haar trots
kwam aan flarden uit dien strijd. En zijn
kussen hadden een nieuw verlangen gewekt'
dat stil aan bleef smeulen in haar hart..,
Dat was nu vier jaar geleden.
Haar vader was intusschen gestorven. Zij
let f de alleen en leerde veel denken en
droomen. Werk had zij gelukkig genor;g,
maar, nu de zorg voor haar vader niet langer
haar gedachten vulde, reikten die naar
andere, verboden dingen. Ze wilde Leo ver
geten, en kon het niet. Angstdroomen kwa
men haar nachten vullen. Droomen van
vlucht voor een onbekende verschrikking,
die plotseling met zijn stem riep of haar
met zijn oogen aanzag. En dan de zalig
heid der overgave, zich te laten achterhalen,
op te zien in zijn oogen en alles te ver
geten. ..
De dagen die op zulke droomen volgden,
waren lang en eenzaam, beheerscht door
een scherpe physieke pijn als van een
wond waaraan zij langzaam verbloedde.
Uemarteld e« vereenzaamd, was zoo haar
trots ten slotte gebroken en had zij in haar
eigen hart leeren zien.
Zou ook hij niet eenmaal sterven, en wat
ter wereld bleef haar dan?
Was niet de heimelijke verlokking van
elk nieuw levensjaar geweest, dat hij mis
schien aan het einde ervan stond?
Wat bleef er voor vreugde in de tinteling
van het zonlicht, in kleuren en geuren van
bloemen, in liederen en vogelzang, als de
bron aller levensvreugde verdrogen moest?
Er ging als een sterke brug van hem raar
haar, over alle oceanen van misverstand en
verwijdering, en daarover gingen dagelijks
onzichtbare boden, die alles brachten wat
het leven zijn waarde gaf.
Oneindig geduld had hij gehad, maar ns
kon dat uitgeput raken. En hoe, als hij die
brug eens moedwillig vernielen zou?
Eindelijk begreep zij en aanvaardde dee
moedig de waarheid, dat hier geen trots
hielp en geen verzet, dat zij vanaf den
aanvang der dingen verbonden waren en
elkaar moesten steunen of afzonderlijk ten
onder gaan.
Toen werd het heel stil in haar en het
leven was een tijdloos wonder.
Het was Juni en de nachtegalen zongen...
Zij logeerde bij Mary, de vriendin, door
wie ze Leo het eerst had leeren kennen.
Een mooi buiten was het, waar al vele
gelieven hun droomen hadden gesponnen
onder de ouden beuken. Hier voelde zij zich
dagelijks jonger worden, dagelijks blijder,
in een zachte verteedering. Was dat het
voorjaar, waren liet de nachtegalen, de rozen,
de oude droomen onder de hoornen? Of
was het een nadering die zong door de
lucht?
Nu was het St. Jan en dien avond zou
een vreugdevuur ontstoken worden op het
open veld tusschen de kastanjes. Zij liep
langs den brandstapel en hoorde een auto
oprijden door de beukenlaan. Een blijde
schrik kropte verstikkend in haar keel. Wie
kwam daar?
Mary had dikwijls gasten verscheidene
auto's reden daar dagelijks af en aan. Maar
toch...
Zij kwam op het terras waar allen
btjeenzaten. En hij was er.
Lang, slank, donker zijn voorhoofd
hooger, zijn oogen glanzender, zijn mond
bitterder dan vier jaar geleden. Verder was
er niets veranderd.
Er was geen tijd geweest en geen afstand.
Daar waren alleen hij en z?, groeiend in
liefde, in kracht, in bewustheid ... Wat zij
elkaar aangedaan hadden, telde niet, noch
wat zij geleden hadden: daar waren zij
weder, hij en zij, elkaar aanziend met wijde,
wetei de oogen.
Zij begroetten elkaar en spraken zwegen
ook veel terwijl anderen een net vanwoer
den weefden. De woorden der anderen ver
bonden hen en hun eigen zwijgen en
aldoor zongen hun harten tezamen.,.
De middag verstreek zoo, en ook de avond,
tot zij samen stonden bij het ontstoken St.
Jansvuur.
Droomerig sprak hij en zijn stem had een
fluweel-donkeren klank:
Als een St. Jansvuur is de liefde, als
een laaiend roekeloos vreugde-vuur. Schoon
heid is het en vreugde in blijden overdaad...
Naar het nut moet men niet vragen, noch
naar wat het ons kosten moet. Wie dat
vreugde-vuur brandend wil houden, moet
niet weifelen om ook het kostbaarste wat
hij heeft in de vlammen te werpen...
Maar de menschtn willen vuur, dat geen
brandstof vergt, en de meesten vragen naar
vreugde noch schoonheid, maar zoeken het
nut alleen..."
Omdat ze de vreugde van het offer
niet kennen, het offer dat verder niets vraagt
dan te mogen branden ter wille van de
liefde ", vulde zij aan.
Zij zwegen weer en zagen in de vlammen.
Hij raakte zacht haar arm. Kom mee waar
niet zooveel anderen zijn '.
Zij volgde hem zwijgend naar den rozen
tuin, waar zij zich zetten op een
blankschemerenüe bank.
Ik ga vanavond weer weg", zelde hij.
Kom je mee?" Ze zag hem aan en wist
dat het goed was.
Dus dit was het offer wat hij vroeg: vol
komen overgave, zonder terughouding, zon
der klein-menschelijke overwegingen...
Kun je niet langer wachten?" vroeg zQ
rustig,
Neen," zeide hij. Twaalf jaar was al
lang genoeg. Nu is het niet meer noodig.
Je weet wat je wilt."
Het is waar. Zij had de liefde aanvaard.
AI het andere was onwezenlijk.
Zij zag tot hem op ja, wfl hooren
samen," zeide ze alleen.
Een vlam brak uit zijn oogen, sloeg om
haar bevend lijf. Hij nam haar in zijn armen
en droeg haar den tuin uit, als een kind.
Zij zag naar zijn oogen, zijn dierbaar
gezicht in het maanlicht, sprakeloos...
Waar gaan we heen?" vroeg ze eindelijk.
Naar het hóiel waar mijn auto staat."
Laat mij dan loepen," zei ze gesmoord,
anders verlies ik m(jn krachten..."
Er trilde iets om zijn mond. Het is waar,
wij zijn er nog niet."
Toen ze het hek uit waren en het hotel
naderden, sprak ze eindelijk weer, moeizaam:
Moeten we Mary niets laten weten?"
Ik zal haar een briefje laten bezorgen.
Dat ze zich niet ongerust moet maken. Dat
ze ons weer ziet als we getrouwd zfln, over
een paar weken ..."
Dat jij niet langer kon wachten," viel ze,
zacht-glimiachend in. Toen rilde zij even.
Heb je het koud?" vroeg hij. Ik heb een
jas voor je in de auto."
Hij wikkelde haar in een ruige jas, wijd
maar warm en hielp haar zwijgend instappen.
tiiiiiimitmii iifttiMiiiiiimfitiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiMtniiiiiiiiniiiiiiiiliii
SPAAHSCH, ENGELSCH,
FRAHSOH, DUITSOH oto.
Berlitz-School
Hoorengracht 451 M. 3286
Prict. Onderwijs door buiten!, leeraren
III Illlllll l II l II Illlllllll Illlllll III
Haar kanten sjaal wond ze zich als een
sluier om het hoofd.
Hij ging zijn tasch halen en voor den
brief zorgen. Zij zat geduldig, bewegingloos.
Nu hij weg was, leek alles een droom,
maar och, mocht ze nimmer ontwaken...
Ineens stond hij weer naast haar, een
levende, warme werkelijkheid. Bedaard stak
hij een sigaret aan. Het lucifersvlammetje
belichtte grillig zijn neus en oogen.
Wat heeft hij toch lange wimpers", vloog
haar door het hoofd...
Zij reden door den maanlichten nacht,
zwijgend zooals zij reeds zoo dikwijls samen,
gezwegen hadden.
Telkens zag ze hem van terzijde aan.
Haar oogen dronken zijn gestalte in, zijn
donker profiel... Het was wonderbaarlijk,
hem zoo dicht naast haar te weten en
dat nu voorgoed... ns slechts spraken zij.
Sinds wanneer wist je dat ik van je hield?"
vroeg zfl.
En hfl: Sinds ik vanmiddag je oogen
zag. Die hebben me alles gezegd".
Zij reden door de straten van een provincie
stad, waar Ellen niemand kende en slechts
eens geweest was. Hij stopte voor het voor
naamste hotel. Bij den naar buiten komenden
kellner bestelde hij kamers, een licht souper.
De kellner nam tasch en reisdeken op en
Ellen volgde hem naar binnen, terwijl Leo
de auto wegbracht. In de eetzaal ontdeed
ze zich van Leo's jas en ordende het haar
voor den spiegel tot hfl terugkwam en de
kellner het bestelde bracht.
Langzaam lepelde ze haar bouillon. Ze
had geen honger. Een grooie onrust deinde
in haar. Ineens hechtte zich haar blik aan
zijn reistasch.
Ik heb heelemaal niets bfl me", zei ze
ongerust.
Onbewogen glimlachte hij. Morgen zullen
we alles koopen, wat je noodig hebt, en
vanavond moet je maar schipperen met
wat ik je leenen kan."
Haar oogen openden zich wijder. Duidelijk
zag ze ineens den inhoud van zijn reistasch
voor zich. Steellooze, harde borstels zouden
het zijn, een bescheiden kam, reukwater,
Pears' zeep, vilten pantoffels en dan zoo'n
groote ruige chambercloak, donkerpaars of
wijnrood...
Dat alles zou ze straks mogen uitpakken,
hanteeren, gebruiken dat alles doortrokken
van zijn persoonlijkheid, zijn magnetisme...
In eens barstte zfl in snikken uit, haar
hoofd op zijn arm, die op tafel lag. Hij werd
bleek, maar bewoog zich niet.
Ben je geschrokken kindje?" vroeg hij
zacht, met donkere stem.
Neen"' snikte ze, dat is het niet maar
ik hr b al zoo vreeselijk lang naar je verlangd!''
En ik dan?" vroeg hQ gesmoord.
Hij boog zich voorover en zoende haar
rozige oorschelp.
Kom mee naar boven," zei hfl toen kort.