Historisch Archief 1877-1940
K°. 8804
Zaterdag 20 September
A°, 1919
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
INHOUD i Bladz. l: MinoriteiteD, door T. H.
Buitenl. Overzicht: Mensohen en Generaals, VII,
dow dr. W. O. O. Bjvanok. Onze Wethouders
en hun program, I, Wethouder F. M. Wiba«k.
2: Orpheus en de dieren, teekening van Jordaan.
Oorlog en Trede, door mr. H. Giltay. Krekel
zang, door J. H. Speenhofl. 3: Feuilleton: Het
Onberekenbare, door J. A. Bas. 5: Voor Vrouwen
(red. Elis. M. Bogge) Had. Breshkovskaya, door
G. O. Franeche Modes, door Yvonne de Tesaan.
Het Peest" van des Ned. Bond v. Vrouwenkiesrecht,
door Bo van Oren, Daar wroet in mijn hart, door
Anna Hondius.?Uit d* Natuur: Geranium, door Jao.
P. Thtjsse. 7: Leonid Andrejeff f.- Pier Pander t,
door H. Martin. Tentoonstellingen, door
Plasschaert Yeilingen.doorH.?Kwatrijnen, door mr.
Jaoob Israël de Haan. Dramatische Kroniek, door
Top Nat ff. 8: Beolamebiljetten van den laatsten
t|jd, door Otto van Tussenbroek. Beelden
van Euiten, door Arn. Saalborn. De Lawine
teekening van George van Baemdonok.
Bpreekzaal: Over Populariteit van Kunst, door J.
Konerjnenbnrg. Boekbespreking, door dr. Joh. O.
Breen en J. J. Brugmans. 9: Het Collectief ar
beidscontract in het Drnkkeisbedrjjf, door B.
PonsteQn. Onze Pnzzle. 10: Een Vleugje
Haagsohe Wind. Het Hof ts Doorn, door Ari.
Boeketjes Sonstiek, door Gerh. T. Dijk.
Leekenspiegel. Uit het Kladschrift van Jantje. Het
land van Oadzand", door H,?11: De voorgesttlde
Tabaksbelaeting, teekeniog van Joh. Braakensiek.
Muziek in de Hoofdstad, door H. J. den Hertog.
Souaakrubriek, red. dr. A. G. Olland.
Bijvoegsel: Oonstantinopel aan Amerika toever
trouwd, teekening van Joh. Braakensiek.
niiiiiimiiiiiiiiii
MINORITEITEN
De tijd is, zou men bijkans zeggen,
aan de minderheden, de Minoriteiten. Er
dringt een soort van tegenzin tegen de
meerderheid door, en tegen de
meerderheidsmacht.
Ontzag voor de minderheid wordt ge
koesterd. Waarom ook niet? De cultus
van de meerderheid heeft zijn tijd ge
had, en heeft niet tot 't volle resultaat
geleid dat zij voorspelde. De ervaring
heeft geleerd, dat al te vaak de meer
derheid ongelijk, en de kleine minderheid
't bij het rechte eind hebben kan. Dat
de meerderheid het mac/zfsbeginsel ver
tegenwoordigt, en de minderheid op
zuiverder, redelijker basis staat. Dat de
meerderheid wel een grooten mond heeft,
maar zich ook deerlijk vergist. Dat de
meerderheid vaak op tyrannie uitloopt,
waardoor veel goeds wordt gedood en
veel verzet geprikkeld.
Deze gedachtengang heeft in de binnen
landsche politiek het evenredige kiesrecht
Gebracht, met de vertegenwoordiging
er minderheden. De macht en het recht
van het kleine zijn daardoor ontegen
zeggelijk erkend.
Men is zelfs verder gegaan. Het
geheele bolsjewisme, nu als theoretische
beweging genomen, heeft zich nog
scherper tegen de resultaten van de
parlementaire meerderheidsmacht ge
richt. Het stelt er eenminderheidsgezag
tegenover. Daarin is 't zelfs tot uitwassen
gekomen. Maar dit neemt niet weg
dat, wij hebben het ook reeds
vroeger uiteengezet, aan de
principieele grondslagen van de sov/eMeer als
MENSCHEN EN GENERAALS
VII
DE TOCHT NAAR BAGDAD
Nu zou het oogenblik zijn gekomen om
enkele wapenfeiten te vermelden waardoor
de weg naar Bagdad werd geopend. Maar
hoe in weinige regels een voorstelling te
geven van den strijd tusschen de taai vol
hardende Turken en de Engelsche macht,
die, goed geleid, den marsch vooruit niet
op wou geven, nu er eenmaal gang in was
gekomen l
De vijand was gevestigd op den linker
oever van de Tigris, hf had daar een uitge
breide sterke positie en maakte de vaart
over de rivier onmogelijk. Wilde men
Koetel-Amara hernemen en zich vrijheid van
beweging verschaffen, hQ moest van daar
worden verdreven. Maar hoe hem den stoot
toe te brengen? Het water was zeer wijd
en de stroom heel snel; het leek een
noodeloos waagstuk om onder mitrailleurvuur
en bommenbestoking met pontons de rivier
over te trekken, manschappen aan den over
kant te landen en zoo een brug te doen
slaan waarover de bataillons konden trekken
die den vijand op zijn terrein zouden vatten
en vernietigen.
Generaal Maude had een oplossing ge
vonden voor de moeilijkheid. Terwrjl hij de
Turken in het onzekere liet over het punt
van aanval en hun aandacht van zijn ware
bedoeling afleidde, nam hQ al zijn maat
regelen voor een overtocht op twee
uiteen' gelegen plaatsen en gebruikte den tijd van
voorbereiding om voortdurend oefening te
houden en repetities te geven voor wat aan
staande was. De vijand moest verrast, de
praktischen politieken vorm stellig de
aandacht gegeven worden moet.
't Merkwaardige is, dat zich 't zelfde
verschijnsel ook in de internationale
staatkundige verhoudingen voordoet.
Ook daar is zelden zooveel belangstelling
voor de positie der minoriteiten gevoeld,
als thans.
Waaruit spruit dit voort?
Uit de ervaring, dat kleinachting en
verdrukking der minderheden een eeuwi
ge bron van ontevredenheid, verbittering
en onvoldaanheid blijft, waaruit eeuwige
strijd en rustverstoring zullen voort
vloeien.
De minderheden kunnen ten slotte wel
worden onderdrukt; maar zij kunnen er
niet onder worden gedrukt!
Daarom wordt precies als in de nati
onale samenleving, ook in de internati
onale op erkenning van de
minderheidsrechten gewerkt.
Een der grootste bronnen van gesta
dige beroering in Europa was wel de
onvoldoende positie aan de niet-Duitsche
of Hongaarsche elementen in Oostenrijk
Hongarije toegekend: de Tsechen, de
Slaven, de Slovaken . . . Heeft niet hun
aller geprikkeldheid zelfs de directe aan
leiding tot den oorlog met den moord
te Serajewo gebracht?
Hun minderheid is nu tot eerbiediging
gekomen. Grootendeels zijn zij tot eigen
staten erkend. Maar ook voorzoover dit
niet het geval is, wordt Oostenrijk ver
plicht, krachtens 't vredestractaat, de
rechten en eigenaardigheden zijner in
woners van ander ras of nationaliteit
door, behoorlijke regelingen te ontzien,
hun taal, geloof, cultuur te eerbiedigen,
en dit alles onder controle van de bonden
der volkeren.
Het nieuwe Poolsche rijk wordt op
gelijke wijze tot bescherming van zijn
minderheden: joden, duitschers enz ver
plicht.
Van Duitschland wordt verwacht dat
het voor zijn minderheden: Polen in het
overblijvende gedeelte, de Slaven in de
Lausitz, bijzondere regelingen treffen zal.
De Duitsche regeering heeft dit ook
reeds toegezegd.
Dergelijke verplichtingen zullen aan
Turkije en aan Bulgarije worden opge
legd.
* *
Ook de andere Balkanstaten zien zich
voor dezelfde vraag geplaatst. Men weet
hoe Roemenië, hoe Servië, hoe
YougoSlavië zich den eisch hebben zien ge
steld, voor de minderheden van ander
ras binnen hun gebied,
minderheidswaarborgen in te stellen, onder garantie
van den Volkerenbond.
De strijd der nationalisten in den Balkan
is steeds zó'n bron van onrust en ellende
geweest, dat deze oplossing een poging
ten goede moet worden geacht. Door
grensregeling alleen kunnen alle nationa
liteiten niet voldoende tot Jhun recht
worden gebracht. Daarvoor loopen de
afscheidingen te veel door elkaar. De
eenige weg is dus, door het beginsel
der * territoriale souvereiniteit heen,
de nationale belangensferen tot erken
ning te brengen.
De betrokken mogendheden hebben
zich op de achterste beenen gesteld.
eigen soldaten moesten voor het bekende
staan.
Toen men eind Februari 1917 tot de uit
voering overging van het plan, gelukte het
aan de onverschrokkenheid der troepen den
hef tigen weerstand van de Turken te breken,
en een brug over de rivier te leggen, zoodat
een weg werd gebaand en het Britsche leger
gereed stond om de vijandelijke afdeelingen
te omsingelen.
Nu kwam het tot een overhaasten terug
tocht der Turken; zij werden dadelijk achter
volgd, hun werd geen rust gelaten. Maar zij
toonden zich goede troepen, van wanorde
onder hen was geen sprake.
Toch was een groot succes behaald. Wat
men noemt den slag van Sannalyat maakte
de vaart op de rivier vrij voor de Engelsche
kanonneerbooten.
Die waren een hulp waarvan generaal
Maude thans goed gebruik wist te maken.
Onder gewone omstandigheden kan een
gewapend vaartuig tegenover een versterkten
rivierkant maar weinig bijbrengen tot het
slagen van een onderneming. De schoten
die het afzendt zijn veel minder gevaarlijk
dan de schoten die het ontvangt. Een enkele
treffer kan de boot vernietigen.
De vloot van rivierschepen had daarom
werkeloos liggen wachten. Maar als de oever
was gezuiverd en de v g and op de vlucht
gebracht, konden de schepen hun werk be
ginnen ; zij deden mee aan de achtervolging
veel krachtiger dan de cavalerie het kon
doen; de Turksche soldaten die langs de
rivier trokken bestookten zij met hun ge
schut, en dwongen hen hun kanonnen en
voorraden achter te laten. De schepen zijn
thans de rechte vervolgers geworden.
Het terugtrekken der Turken veranderde
hoe langer hoe meer in een wanordelijke
vlucht.
Na den slag bij Sannaiyat, toen
Koet-elAm ara door de Turken werd verlaten, kon
den de Engelsche troepen voor zich uitzien.
Bagdad scheen niet meer op onberelkbaren
afstand te liggen, en vooral, zi] hadden het
Zij klagen over miskenning van hunne
souvereiniteit. Men laat hen niet geheel
eigen baas.
Is dit klagen met recht? Ons dunkt,
dat de nieuwe wereldorde nu eenmaal
dan alleen beteekenis en vrucht hebben
zal, wanneer de eisch van absolute
souvereiniteit niet meer als een onaan
tastbaar dogma kan worden gehoord,
en wanneer het gén oneer meer heeten
mag, wanneer een staat voor zekere
vraagstukken het overleg en de bemoeiing
van de internationale statengemeenschap
aanvaardt. Hiervan moeten alle natiën
worden overtuigd.
Zoo bezien, zijn de
minderheidsverplichtingen voor geen staat als iets
onaannemelijks te beschouwen, en het is te hopen
dat dit ook zal worden erkend.
** *
Het beginsel bergt verdere mogelijk
heden, waarop de evolutie heenen wijst.
In het vraagstuk der minderheden is nu
eenmaal de zielsrust van groote gedeel
ten der minderheid het best te bereiken
wanneer de meer objectief geziende
internationale belangstelling er zich
mede bezig houden kan.
Wat al strijd is er niet uit
minderheidskwestie's geboren! Oorlogen hebben zich
ook vroeger daaraan vastgezogen.
Men ga maar eens na hoe telkens de
mogendheden die met Engeland oorlog
hebben gewild,Frankrijk vroeger,
Duitschland onlangs, een kracht hebben ge
zocht in aanluiting bij de lersche
ontevredenheidsbeweging.
En hoe hebben de Duitschers België
zoeken te bestrijden door het
flamingantisme aan te wakkeren en te ondersteu
nen, daardoor tot afvalligheid dringend.
In Egypte, in Zuid-Afrika, in Oekraïne,
dito dito.
Zal er ten slotte niet een algemeene
waarborg voor den vrede en de goede
trouw onder de volken worden gescha
pen, wanneer nog yoof verschillende
andere gevallen de nationaliteitenkwestie,
door regelingen van /nfernationale waar
de worden tot rust gebracht?
Ook hier weer zal vaak het rustig
overleg in de statengemeenschap mér
kunnen bewerken, dan de enkele natio
nale regeling ooit vermag.
Hoede regeling der minoriteitsbelangen
ten slotte worden moet0 Ziet daar een
vraag waarover nog veel moet worden
gedacht, en die geen algemeene theo
retische oplossing verdraagt. In de Oe
kraïne is men er reeds toe overgegaan,
een algemeenen bond van de leden eener
minderheidsgroep te maken, die sommige
kwesties, als onderwijs enz. in eigen
kring regelen kan.
* * *
Doch daarop gaan wij thans niet in.
Slechts n algemeene opmerking
moet ten slotte worden gemaakt.
Minderheidsrecht mag ten slotte geen
minderheidsroes worden! Minderheden
zullen ten slotte mmcferheden moeten
blijven, die zich wel doen gelden maar
niet tot verwarring leiden. De nheid,
en ja het gezag van de groote meerder
heid mag niet verloren gaan.
Anders breekt de dwaasheid, de
anarchie aan.
Het exces der evenredige
vertegenI Illlllllllllllllllllllllllllllll Illl Illlllll Mllltllllllll
vertrouwen op z'chzelf herwonnen door het
vertrouwen in den veldheer.
De krijgsoperatiën hadden wel veel man
schappen gekost, maar men kon niet anders
zeggen dan dat de krijgshandelingen glad
en geregeld waren verloopen. Ieder peloton,
ledere compagnie, leder regiment en iedere
brigade had vooruit de bepaalde plaats ge
kend waar de gestelde taak was te verrichten.
Niemand had het aan verpleging en munitie
ontbroken. Een enkelen dag had het wel eens
geschenen dat men op half rantsoen was
aangewezen, maar dan kwam toch nog op
tijd de karavaan van kameelen of muildieren
of het verwachte vaartuig aan.
Hoe het alles geschiedde wist men niet,
men nam dankbaar aan wat men kreeg.
Er behoefde geen oponthoud te zijn, er
was geen reden om aan de Turken een
verpoozlng te schenken. Bagdad naderde in
zicht. 11 Maart reed de cavalerie de stad bin
nen. De beroemde Schotsche Zwarte Garde
bezette het eindstation van den spoorweg die
Berlijn met het hart van Mesopotamlë had
moeten verbinden.
Onze ooggetuige" behoorde onder de
eersten die Bagdad betraden. De nabijheid
van de hoofdstad had zich aan hem reeds
een tijd van te voren doen gevoelen. Hij
vond de physlonomie van het land veranderd.
Met zijn egale grijze stof kleur, zijn een
tonige, door geen groen, geen groei en
geen verheffing afgebroken vlakte kon het
hem tot nog toe niets zeggen, of het moest
zijn dat het hem sprak van dood. Thans
echter begonnen zich groepen yan boomen
langs het water te vertoonen, hoogten en
laagten kwamen voor, kanalen waren ge
graven, en wat misschien nog meer dan al
het andere getuigde van leven, de gedachte
aan een historisch verleden deed zich op;
bouwvallen waren verspreid, monumenten,
al was ook hun pracht verminkt geworden,
lieten een stem hooren die de levenlooze
leegte vulde. Was het niet hier dat
Babyloniërs en Perzen en generaals van
Alexanderden Groote, en Romeinsche Keizers
hadden gestreden voor de oppermacht?
woordiging schept een machteloos par
lement, in eindeloos veel
minderheidspartijtjes verdeeld, zooals onze Kamer
b.v. doet zien.
Het minderheidsbegrip der sovietisten
schept nieuw onrecht.
Onbeperkt doorgedreven
minderheidsrecht in het internationale statenleven
schept evenzeer ontbinding en bederf.
Niet iedere groep en niet ieders vol
recht kan worden erkend. De zaak blijft
altijd moeilijk, omdat vrijwel altijd een
compromis zal moeten worden gezocht.
Geheel en absoluut bevredigend opgelost
kan een taalkwestie of een binnenlandsche
nationaliteitskwestie waarschijnlijk nooit
worden. Altijd moet worden geschikt en
verzoend, en zal de minderheid in haar
wijn eenig water moeten doen. Want
onoplosbaarder kwestie's dan die van
dooreengestrengelde taal, nationaliteit of
ras, bestaan er denkelijk in de wereld
niet.
Maar ook daarom juist zal de meest
bevredigende schikking nog het beste
onder verstandige /nternationale sanctie
moeten worden gezocht.
De nationale waardigheid zal hier
onder niet behoeven te lijden. Zij zal er
door worden gediend.
v. H.
IIIIIIIIIIIIllIIIMIIIIII
IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII
ONZE NIEUWE WETHOUDERS EN
HUN PROGRAM
I
Wij hebben den nieuwbenoemden
wethouders gevraagd een overzicht
te geven van hetgeen zij, in hun
zittingstijdvak, voor Amsterdam
meenen te kunnen doen. Als eerste
bijdrage vinden de lezers hieronder
het program van den wethouder
F. M. W i b a u t, onder wiens be
heer ressorteeren de afdeeling
Volkhuisvesting (Oem.
Woningdienst; Bouw en Woningtoezicht);
de afdeeling Financiën; de Gemeen
telijke. Inspectie; de openbare lees
zalen; het Burean van Statistiek;
Belastingen en de zaken betreffende
de Hinderwet.
Voor zijne bereidwillig verstrekte
medewerking zeggen wij den heer
Wibaut bij dezen dank.
Red.
Wat Ik mQ voorstel In de eerstvolgende
vier jaren als Wethouder te doen? Het zou
onvriendelijk zijn U uitsluitend te verwijzen
naar het gemeenschappelijk werkprogram
van de Sociaal-Democraten, de
VrijzinnigDemocraten en de Unie-Liberale Raadsleden.
Ik stel mij dan allereerst voor al mijn
krachten te geven om Amsterdam uit den
bitteren woningnood te helpen, waarin het
verkeert. Ik herinner er aan, dat dit ook
mijn illusie was toen Ik Wethouder werd
in 1914. Toen de Raad mij als Wethouder
koos, wist hij, dat daarop volgen zou de in
stelling van een afzonderlijken dienst voor
de Volkshuisvesting, die aan mijn bijzonde
ren zorg zou worden toevertrouwd.
In den loop van Juni 1914, twee dagen
vór het verklaren van den oorlog, waren
mijn plannen voor Gemeentelijke woning
bouw gereed. Op een concept-voordracht
was in het College van Burgemeester en
Wethouders de principleele Instemming ver
kregen. Op den zelfden middag, dat vast
IIIIIIIIIIIIIIMilllUltUllil
Om niet te spreken van de tochten der
Arabieren, Mongolen en Turken.
Een groot stuk wereldgeschiedenis was
in deze streek gepasseerd, het algemeene
wereldleven had hier zijn spoor Ingedrukt.
Vaag doemden zulke denkbeelden op.
HQ dacht misschien, onze ooggetuige",
toen hij op het punt stond om Bagdad
binnen te gaan, dat de grootte van het
historische moment met zijn horizon van
belangrijke gebeurtenissen, hem den geest
zou verheffen tot een wijd overzicht van
menschelijk lijden en streven; maar
grootheid is zoo moeilijk te verbinden met
wat ons familiaar en gewoon ontmoet. En
dat lange jaar van moeite op den
troosteloozen weg, de lange, lange jaren van den
wereldoorlog hadden er veel toe bij gedragen
om, de poëzie van avonturen te dooven en het
perspectief van de verbeelding af te sluiten...
Sprekend over doodgewone dingen reden
zij de stad binnen, alsof zij eenvoudig den
dagelqkschen tocht van de troepen mee
maakten. Plantages van palmboomen en de
muren om de tuinen aan den zoom van de
stad wezen den weg. Door het waas van
stof zagen zij drie man schuchter op zich
afkomen.
Bij Juplter,"zei de kolonel van het groepje,
ik geloof dat die kerels ons de sleutels
brengen van de citadel."
Naderbij gekomen namen de drie man,
waarbij zich dra een grooter getal voegde,
hun fez af, zwaaiden er mee tot begroeting
en riepen: Goeden morgen, hoe gaat het?
De verwelkoming was overbluffend, vooral
toen hoe langer hoe meer menschen hun
vreugde uitten en ook een contingent
ongesluierde vrouwen aandrlngerlg zich niet
onbetuigd wilde laten. Och, zij wisten, de
Engelschen, hoe onaannemelijk zij door vuil
en stof er uitzagen, en hoe weinig zij als
trotsche overwinnaars de overwonnen hoofd
stad binnenrukten!
De onbedorven soldaat keek met verach
ting op de .Turken" neer, waarmee hij zoo
onlangs had gevochten en die hem nu zoo
nederig vriendelijk begroetten. Hij noemde
was komen te staan, dat er oorlog zou ko
men. De voordracht heeft in April 1915 de
goedkeuring van den Raad verkregen. W(
spraken toen nog over bescheiden cijfers.
3500 Gemeentewooingen moesten er worden
gebouwd, daarnaast elk jaar 800 gedurende
eenige jaren. Bovendien werd dan verwacht,
dat de Bouwvereenigingen met bouwen
zouden voortgaan, zooals zQ reeds eenige
jaren deden. Zoo konden wQ toen meenen,
dat na eenige jaren de reeds toen
heerschende woningnood in Amsterdam zou zijn te
boven gekomen, en aan het opruimen van
krotten, die wij hier met duizenden en dui
zenden hebben, weder de hand kon worden
geslagen.
De oorlog heeft alles verstoord. Gedurende
langen tijd is de aanvoer van bouwmateria
len zeer beperkt geweest. De prijzen der
bouwmaterialen zijn verdubbeld en verdrie
voudigd. Het heeft lang, heel lang geduurd
eer de Regeering begreep, dat er toch ten
spijt van buitensporig hooge bouwprijzen
op groote schaal woningen moesten worden
gebouwd, en eer zQ de konsekwenties van
den toestand aanvaardde. Eindelijk zijn wQ
er in geslaagd met de Regeering de over
eenstemming te verkrijgen, die woningbouw
door de Gemeente en door de Gemeente
en Vereenigingen mogelijk maakte in de
oorlogsjaren. Sedert is er gebouwd zooveel
de omstandlggeden, schaarschte van een
aantal materialen, enz. dat mogelijk maakten.
Er worden thans aan alle kanten van de
stad blokken woningen gebouwd, zoowel
door de Gemeente zelve als door woning
bouwverenigingen, maar het tekort aan
woningen, dat voor den oorlog eenige dui
zenden bedroeg, is tijdens den oorlog wel
vier maal zoo groot geworden.
DeprijsstiJging, door den oorlog ontstaan, heeft de par
ticuliere woningbouw geheel stil gelegd. De
groote groepen der bevolking voor welke
de wonlngbouwvereenigingen reeds voor
den oorlog bouwden en voor welke de Ge
meentelijke woningbouw was bestemd, kun
nen niet tweemaal of driemaal de huur be
talen, die vór Augustrs 1914 de normale
werd geacht. Reeds toen viel die huur buiten
het bereik van velen. Daaruit was reeds
toen de noodzakelijkheid ontstaan voor het
besluit in April 1915 genomen om op groote
schaal woningen te verhuren beneden kost
prijs aan gezinnen, wier inkomens onvol
doende waren om een kostprijs van een
woning, dat is de annuïteit voor rente en
aflossing van de bouwkosten, onderhoud,
beheer, enz. te betalen.
De werkelijkheid is thans, dat in Amster
dam rond 30.000 woningen zullen moeten
worden gebouwd eer men van voldoende
woningvoorraad zal kunnen spreken. Dat
kunnen er een paar duizend meer zijn of
een paar duizend minder, ook hier, waar
wij sedert jaren een goede woningstatistiek
hebben, die er in de meeste Gemeenten nog
moet komen, is dat niet met nauwkeurig
heid te zeggen, maar met 30.000 wonin
gen stellen wij het aantal, dat moet worden
gesticht, naar alle waarschijnlijkheid niet
te hoog.
Hoeveel jaar mag het duren, dat deze
30.000 woningen zullen zijn gesticht? Elk
jaar, dat het duurt, is te lang, want de
heerschende ellende op woninggebied tart
elke beschrijving. Toch kunnen woningen
niet worden getooverd. Zij ontstaan niet
uit de begeerte ze te hebben. ZQ moeten
stuk voor stuk worden gebouwd. Zij moeten
ook worden ontworpen. Bovendien heeft
Amsterdam zich sedert invoering van de
Woningwet van 1902 steeds op het stand
punt gesteld, dat woningbouw met Over
heidssteun op den voet van de Woningwet
moet strekken tot verheffing van het peil
van de volkshuisvesting. De woningen, die
door vereeniglngen en Gemeente worden
gebouwd, moeten goed zijn. De arbeiders
wijken, die zij vormen moeten aantrekkelijk
zijn, zooveel mogelijk aan elschen van
Turk" al wie een fez droeg, maar het
waren geen Turken, die op hen afkwamen,
het waren Arabieren, Armeniërs, Joden, een
samenraapsel van alle rassen, zooals men
het in groote steden vindt. De Turken, de
echte zonen van Osman, hadden den laatsten
tijd van hun verblijf in Bagdad besteed aan
het vernielen van wat zij den Engelschman
niet in handen wilden laten vallen, en het
rooven van hetgeen zij voor eigen gebruik
konden meenemen. Elk uur dat de stad hun
nog in handen bleef kwam de inwoners op
een aanzienlijk verlies te staan. De over
winnaars werden daarom als bevrijders toe
gejuicht.
Het was over de bevrijders ook dat het
gevoel van bevrijding aanbrak. Zij naderden
nu wtêr het gewone leven. Een verpleeg
ster van het Roode Kruis, toen zij voor het
eerst bloemen op tafel zag, een paar rozen
In een glas water, barstte in tranen uit. De
aandoening, alsof men na strak gedragen
moeite den haven had bereikt, nam bl] den
een en den ander verschillende vormen aan.
Het idee werd geopperd om een
plechtigen Intocht in Bagdad te houden. Maar de
eenvoud van generaal Maude verzette zich
tegen het plan. Het was zeker tegen zijn wil
zelfs dat er een proclamatie werd verspreid
waarbij het expedietie-leger als een heir van
kruisvaarders werd voorgesteld, dat voor
de groote beschavings-ldealen streed. Het
militair vond zich komisch met zulke veeren
op de muts.
De opperbevelhebber wist dat er nog werk
en hard werk viel te doen, eer de verovering
als verzekerd kon gelden. Voor alles dacht
hij aan dat werk. HQ liet een groot deel
van het leger buiten Bagdad om trekken
om den vijand te vervolgen en te verslaan.
Het einddoel was nog niet bereikt toen de
cholera hem overviel en de dood hem
opeischte. (November 1917).
Met zijn verscheiden sluiten wij het Bag
dad verhaal.
W. G. C. B Y v A N c K