De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 20 september pagina 10

20 september 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 20 Sept. '19. - No. 2204 Een Vleugje Haagsche Wind Opening der State n-Generaal Deze plechtigheid, dit laatste restje van Koninklijk vertoon, i«, nu in deze dagen van sociale stroomingen, de glans van het Koningschap wat gaat verflauwen, een beetje uit den tijd, hoewel ze nog aan vele naïVe provincialen een genoegelijken dag bezorgt, even genoegelfjk als het uitstapje naar Amsterdam met een bezoek aan Artis, in de Septembermaand. Ook heeft ze iets aan luister verloren, en mogen we nooit meer, die plechtige optoch ten beleven, met den burgemeester en andere autoriteiten in min of meer feestelijken dos, en fraaie koetsen; zooals we vroeger zagen. Maar ze behoudt nog steeds de kleurig heid en praal en glans, door den gouden koets en de hel-roode hovelingen te paard, die een onuitwisharen indruk maakt op kinderen, en doen denken aan den markies van Carabas en zoovele andere luisterijke personagiën uit mooie oude sprookjes. Bijna ieder jaar is de derde Dinsdag van September een dag van mooi helder zonnig weer, en dit feestzonnetje kleurt de een voudige maar bllnkenden optocht met een helderen glans, en als de stoet tusschen de hoornen rijdt, die nog in hun vollen bladertooi staan met een enkele gele en bruine herfsttint, kan men wanen, een plaatje, uit een niet al te duur en smaakvol, maar ge zellig hel bont prentenboek voor zich te hebben... ? Den geheelen dag is er verder een sfeer van eenvoudige feestelijkheid in de stad. Er loopen provincialen en ook echie Hagenaars, (die op iedere feestelijkheid een dergelijke neiging vertoonen), met oranje, de politie agenten hebben een pas gepoetste f eest glans op hun helmen, en de bereden agenten heb ben zadeldekjes met een wanen en een zil veren bles op hun paard. De provincialen zitten glimmend van pret en met groote stads-bewondering voor de cafés, en dan was er deze laatste keer nog het gloed nieuwe, wel wat twijfelachtige feestverschTJnsel, dat onvermijdelijk dreigt te worden, bij alle komende feestelijkheden, en cf zich zelf aanleiding zal geven tot juist geringer vreugdebetoon, n.l. dat er geen sterke drank werd verschaft. ARI ItlllllllIIlllllllllIlllllllllllltlIIllIllllllllllllllttMIIIIIIIIIItllMIIIIMMIIlllllll HET HOF TE DOORN. D1-: KKIZER. De Keizer heeft te Doorn reeds eenige villa's gekocht voor zijn personeel. Hij is voornemens ongeveer 20 villa's te knopen, in dien hem dit niet geluki, zal hij overgaan um zelf landhuizen te laten bouwen. (Vad.) We begrijpen, dat het Vaderland, bij deze belangrijke mededeeling niet heeft durven zinspelen op het weinig luisterrijke einde, van het keizerschap van Wilhelm II Von Hohenzollern, en bij dit bericht, betrekking hebbende op de inrichting van een vol slagen hofhouding, niet heeft durven spreken over den ex-keizer. Ook ons interesseerde de Doornsche hof houding en wij zjjn op Informatie uitgegaan. Voor den aankoop, zoo vernamen we, zfjn met de bekende vijftig wagons bagage, er enkele mede gekomen, met Duitsch barkpapier, dat bij de betaling der villa's in kilo's zal worden uitgewogen. De grootste moeilijkheid, waarvoor het a.s. hof te Doorn thans staat, is het toepas selijk omdoopen der aangekochte villa's die thans de namen dragen van Rustoord, Schoonzicht, Bella Vista, Jeannette, Nelly, Johanna, Marianne enz. Avond aan avond vergaderde de ex-Keizer GEWOONTEN EN GEBRUIKEN IN HET LAND VAN CADZAND" Het voormalige 4e district bij de bewo ners het land van Cadzand" geheeten, vormt een van die deelen van Nederland, welke het minst bekend zfjn, of liever waren. Geen wonder, want het ligt geheel geïso leerd. In het Noorden bespoeld door de golven van de Schelde, die zoo geducht kan spoken. De Braakman scheidt het van het land van Axel" en in het Zuiden ligt België, waarvan de bewoners zoo'n geheel ander karakter hebben dan de meer nuch tere West-Zeeuwschvlamlngen. En hoewel ook in dit afgelegen stukje grond de geest des tfjds langzaam, maar zeker doordringt heeft die geest nog lang niet alle oude gewoonten verdrongen. Vooral in den boerenstand blijven ze voortleven, wat b.v. blijkt bij een verloving. Van een verloving, zooals men die in de steden kent, is geen sprake. Meestal zijn hij" en zij" met el kaar in kennis gekomen op een concert of ker mis. De jonge man komt echtergeen aanzoek doen bij den vader van hetmeleje. Een verlovingsfeest wordt niet gehouden, evenmin plaatst men advertenties of stuurt men kaar ten. De ouders komen meestal de vrijage te weten door mededeeling van anderen. Is eenigen tijd het gescharrel" aan den gang en zullen de jon gelei in 't huwelijksbootje stappen, meestal nadat de jongeman een boerderij gepacht heeft, dan pas komt hij" bij de ouders van het meisje aan huis. Eindelijk is het dan zoover, dat er onder trouw gedaan wordt. Daaraan zijn absoluut geen festiviteiten verbonden. De bruidegom gaat meestal dadelijk na afloop weer aan zfjn werk. Bij het trouwen is het pas fsest. Gezamenlijk gaan of rijden degenoodigden, met het bruidspaar voorop, naar het raad huis. Is het huwelijk gesloten (huwelfjksmet de belangrijkste ex-hofdignitarissen. Van den aankoop van villa Marianne is om politieke redenen afgezien. Een der villa's zal natuurlijk SBtlheltn heeten. De villa van den opper-hof-kapelle-dirigent heeft den naam van 2(egir gekregen, van den gehrimen-opperhof-houtvester zal van Nelly in SBalbfyeim worden omgedoopt, vanden ex-keizerlijken opper-hof-kok, @ §§e§ §eint en verder worden overwogem de namen 3-rmtted 9Jeue §eimat, raute§ eiin, terwijl de namen Jeannette, Johanna, enz. zullen worden vervangen door Dultsche equivalenten, als Sitësel, töretchen en andere. Voor het schilderen der bordjes wordt zorg gedragen door een ex keizerlijk opperhofschilder, die in oud Duitsche krullttterstfcl met guirlandes en vriendelijk decor.de borüjcs zal uitvoeren. ARI. BOEKETJES SOFISTIEK XXVIII De Japon als Verschijnsel Of eigenlijk: de belangstelling in de japon, als verschijnsel. Of eigenlijker: het symptoom van de be langstelling der mannen in japonnen. Of ten eigenlQkste (maar dat werd te lang voor een opschrift): de belangstelling van mannen als Fransche consuls, en Amsterdamscfie burgemeesters, en de journalisten, en de bankiers, en de tooneehpelers, en de makelaars in huizen, en de dichters, en de andere kooplieden in ongeregelde goederen (en van mijzelf natuurlijk) in de als japon nen en mantels voorgedragen poenen der Paujschemodehuizen.inhet Centraal Theater te Amsterdam, dit alles, afzonderlijk en gezamenlijk, als verontrustend verschfjnsrl in het begin der maand September Anni Pacis 1919. Een wetenschappelijk Duitscher zou er een handboek o«er componeerenin 3 deelen, 12 boeken, 12 X 10 hoofdstukken, en 25 X 120 paragrafen, en in de voorrede zou hij verklaren dat dit werk als een vluchtige inleiding te beschouwen was op een reeks monografieën, gevolgd door een appendix van commentaren. Doch een Nederlandsch publicist, die tolnutoc de Japon slechts kende en taxeerde als eerste post pp zijn overladen budget, waarover hij haifjaarlijksche begrootirgsdebatten voerde met de Vrouw die zijn geluk deelt en zijne zorgen grooter maakt (of hoe zeidc Max Havelaar het ook ?), brengt het niet verder dan tot een 40-regelige zucht. Hoewel deze ModeShow gegevens verschafte voor garsche operettes en vaudeville's, om van tragicomedies en drama's niet eens te spreken. Want ik vraag u in gemoede, mede-manmenschen op deze naargeestige planeet, moeten wij ons niet diep schamen over onze verwording en onmannelijkheid? Ik wilde dat ik hier ernstige artikelen mocht lanceeren op deze wufte pagina van (wez'e het wel eens grimmige) scherts en (soms ietwat wrange) ironie. Op een Wereld (zoo zou mijn filippica beginnen) die nog walmt en bloedt; in een Land waar welhaast alle groepen tegenover elkaar staan in duizend-en-én conflicten (schier alle te reduceeren tot een strijd- ombezit, en voortgekomen uit den universeelen waan dat bezit identiek is met geluk), en miiiiiimiiHiiiiiiimmiiiiiiiiiii mm iiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiimiii iliiiiiiiiiiiiuii^iiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiuiiiiiiiiiiiiii inzegening behoort bij de Protestanten tot de zeldzaamheden) dan staan de phaetons, de plompe, maar schilderachtige witte rijtuigen klaar. De gasten stappen in om een rit te maken door de verschillende dorpen. Na den rit volgt het maal, waarbij meestal n of meer braadvarkens" op tafel komen. Na het eten wordt er gedanst op de muziek van een gehuurdeh speelman. Dik wijls is er een komiek om de bruilofsgasten te vermaken. Het bruidspaar maakt het feest tot het einde toe mee, daar van een huwelijksreis geen sprake is. Bij begrafenissen heerschen ook nog eenige eigenaardige gebruiken. Zoodra de zieke overleden is, wordt, de wete gedaan", d.w.z. de lijkdienaar, heel dikwijls de koster, gaat het dorp rond om bij alle bewoners zonder onderscheid den dood van hun medeingezetene bekend te maken. Eenige dagen later wordt de doode door de buren grafwaarts gedragen, hoewel op vele plaatsen reeds een lijkkoets is. Was de overledene gehuwd, dan zijn de dragers het ook. In het andere geval zijn het jongelui. Behalve de familieleden wordt ook de naaste buur man genoodigd, die dan als rouwsluiter" achteraan den stoet loopt. Voor hem loopt de predikant. Gekleede jassen en witte das sen ziet men op zoo'n boerenbegrafenls niet. Wel dragen alle mannen (vrouwen gaan niet mee naar het kerkhof) een hoogen hoed, die meestal van een goeden kennis geleend is. Na afloop worden de dragers getracteerd, terwijl de genoodigden blijven eten. Het aannemen van lidmaten bij de Pro testanten geschiedt meestal een paar weken voor Paschen. De bevestiging heeft den daaropvolgenden Zondag plaats. Zoodra de plechtigheid afgeloopen is, gaan de nieuwe lidmaten, na koffie gedronken te hebben, gezamenlijk een wandeling door het dorp maken, nieuwsgierig begluurd natuurlijk achter horretjes en gordijntjes. Vooral de iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiinuiiii ii niiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Plats du Jour Restaurant a la Carte OOSTERBEEK MEUB1LEERINOEN in een Stad waar wij allen schuw langs elkaar heen gluren om de geweten maar genegeerde dreiging eener catastrofe die de waanzinnigheid dezer tijden baren zal, daar arriveeren uit Parijs een stuk of wat doozen met luchtige japonnetjes en een paar levende, k luchtige etalage-poppen. En voor de kar der reclame van eenige mode-t xploitanten laten zich willig span nen : consuls en burgemeesters en het Intellect en de Publieke Ooinie. En wij staren in een donker zaaltje naar het flaneeren van min of meer onbekleede vrouwspersonen. En des avonds verza melen we ons aan een deftig banket, en stellen dronken in, en houden speeches, en broefenen de razernij die Yazz heet. En Worth glimlacht. Met recht en reden glimlachen hij en zfjn mede-modemakers: zij zijn de eenigen die verstand tooren. Het is zou ik, ernstig geworden, schrijven een clownerie zonder weerga, die men binnen een jaar na den oorlog niet mogelijk zou hebben geacht dan in een wereld, die alle besef van verhouding en maat en redelijkheid verloren heeft. Aangezien hieruit echter alle spoor van beminnelijke scfistlek verdwenen zou zijn, wil ik de onderstelling wagen dat we hier met een symptoom van Vredes-psychose te doen hebben, een natuurlijke reactie ra den doem der lange jaren van obsessie. Of wel, dat de walging om de bruutheid van het vechtersras, dat Man heet, ons des te gre tiger de charme doet zoeken van ons vrouwelijk Pendant, zoodat niet het nieuw modische der Japon maar het ewig-Weibliche van haar draagster ons lokte. Dit is althans een minder smadelijke hypothese dan de-anders-alleen-mogelijke: iiiiiitiiiiiiiiiniimiiitiiiiiiiiiiiiiiiiii \ kleeding, die meestal spllnterr ieuw is, wordt dan becritiseerd. Bfj die gelegenheid dragen veel jonge boerinnetjes voor het eerst de karkassemuts" met gouden oorbellen, behporende tot de dracht der streek. Maar dit gebruik begint tot de zeldzaamheden te behooren: ai meer en meer meisjes kleeden zich nieuwerwetsch. De mannen hebben al lang geen eigenaardige kleederdracht meer; een boerenknecht ziet er haast als een gentleman uit. Het leven van den Cadzandschen boer en arbeider is niet gemakkelijk. En wanneer men van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de taaie Zeeuwsche klei geploeterd heeft, heeft men zin noch gelegenheid om pretjes te maken. Bioscopen of schouwbur gen zoekt men tevergeefs in het land van Cadzand. Toch vinden de bewoners er wel gelegen heid zich te ontspannen. Zoo is er bijna geen dorp, of het heeft zijne fanfarecorps of zangvereeniging. 's Winters is er n of twee keer uitvoe ring in een herberg, waarbij dan ook voorgedragen wordt en tenslotte een bal het concert besluit, 't zfln dan geen steps of andere modedansen, die men ziet, maar Twee Cadzandsche jongedochteren in de kleedfl van Cadzand - UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJEf^ (De Burgemeester gaat sihoenen verkoopen) _ , J. H. DE BOIS - HAARLEM KRUISWEG 68 TABLEAUX - ESTAMPES - EDITIONS D'ART Zomer1919 R EDON Tentoonst. dat Europa het gekkenhuis der wereld is geworden. Overigens moet ik belijden den Show niet te hebben gezien. Niet met mijn fysieke oogen tenminste... G E R H. VAN D IJ K miiiiiiimmii timmimii minimi minimin D. V. E. te A. Toen de Vlaamsche activist dr. Borms de vorige week zijn vonnis hoorde uitspreken riep hij: Vliegt de blauwvoet?" waarop uit de zaal het antwoord kwam: Storm op zee!" Wat heeft die uit roep te beteekenen en wat is een blauw voet voor een vogel? De uitdrukking Vliegt de blauwvoet, storm op zee" is ontleend aan den roman van Conscience, De kerels van Vlaanderen. Daarin lezen we: Daar viel, nevens ons schip, een groote vogel uit de lucht, die duikelde en met eenen vlsch in den snavel opwaarts steeg. Deze vogel was een zeearend en had blauwe beenen. Mijn vader zeide mij te dier gelegenheid, dat de kerels van de zeekust, om te betuigen dat zij stoute en behendige stuurlieden zijn, zichzelven Biauwvoeten noemen, dat wil zeggen arenden der zee." Deze Biauwvoeten gebruikten de spreuk als wachtwoord, thans is ze gewor den de strijdkreet der activisten. Het was in de jaren 1873 en 1874, bij het begin der Vlaamsche beweging, dat in het kleine Seminarie te Roeselare, waar toen ook de jong gestorven dichter Albrecht Rodenbach studeerde, dat verscheidene leeraren het jongste studenije hebreeuwtche, grieksche, duitsche en engelsche paswoorden hadden aangeleerd. Professor Deboudt leerde hem op de vraag: Vliegt de Blauwvoet? antwoor den: Storm op zee! Het was voor de stu denten een stil genoegen brj het voorbBgaan het jongetje toe te spreken: Vliegt de Blauwvoet? en hem kinderlijk naïf het pas woord te hooren zeggen: Storm op zee! Dat was- college-vermaak en de overheid had er ook niets tegen. Maar 't kwam uit dat dit paswoord was getrokken uit De Kerels van Vlaanderen en het oude wacht woord was van de Biauwvoeten uit Veurneambacht. Daarom werd verboden die f preuk te herhalen; de andere mocht men blijven gebruiken. Deze stoot verwekte een tegenstoot, en de reactie was: de Blauwvoeterfl. de strijd van Vlaanderen voorde Vlamingen. Rodenbach dichtte Het lied der Vlaamsche zonen gezeid De Blauwvoet dat weldra alge meen werd gezongen. Op het in 1909 voor dezen dichter te Roeselare onthulde standbeeld waarop hij is afgebeeld met een blauwvoet in de hand, staat de spreuk op het voet stuk vermeld. Nederl* Munt Hollands meest gewilde Sigaar* SLUIT UW LE VENSVERZEKERING BU VERZEKERD BEDRAG 65 MILLIOEN mi minimum tiiiiiiiiiiiiiiililliiiiiiliiiiiiiniiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii iniiiiiiiii altijd 't zelfde repertoire laat de speelman hooren: schots en wals en enkele mazurka wisselen elkaar voortdurend af. Balletmee sters kent men niet. Elk deuntje wordt twee maal gespeeld en in de pauze daartusschen haalt de muzikant het geld (een halven stuiver) op. Elegante bewegingen kan men er nu juist niet bewonderen en het is heelemaal geen uitzondering, als men een man met een man ziet dansen. Behalve muziek- en zangvereenlgingen treft men in enkele plaatsen nog Rederij kerskamers aan. Ook deze geven in den winter weleens een voorstelling. Op concerten vind men nog een eigen aardig gebruik. Nadat de muziek de de laatste marsch geschetterd of de zangvereeniging het laatste nummer gezon gen heeft, scharen veel jougelui zich paars gewijs om een lange tafel, de z.g. wijntafel" Men laat dan flesschen wijn aanruk ken, die in een groote spoelkom warden leeg gegoten. Wie van de aanzittende nu maar lust heeft, schenkt zijn glas maar met een pollepel uit de kom vol. De meisjes tracteeren daarbij op koekjes, terwijl de jongens den wijn betalen. Meermalen gebeurt het, dat het muziekgezelschap van een of ander dorp jubileert. Dan wordt er festival gehouden. De muziek corpsen uit de overige dorpen uit het 4e district worden uitgenoodlgd op de voor hen bestemde estrade een stukje ten beste te geven; ook Belgische vereenigingen wor den wel eens gei'nvlteerd. Volksspelen wor den gehouden, 's avonds is er illuminatie en vuurwerk. Natuurlijk wapperen overal de Nederlandekhe vlaggen, terwijl aan de in gangen van het dorp eerepoorten opgericht zijn. Dikwijls gaan de feestelijkheden ge paard met een tentoonstelling op ooft- of tuinbouwgebied. Bij kennissen doet men in sommige dor pen nog aan het zoogenaamde kermis-ulthalen. Even buiten het dorp wordt een man op een ladder gelegd, nadat men een jeneveiflesch uit den grond heeft gehaald, die daar het vorige jaar was begraven. Man en flesch worden op een boerenwagen ge laden, waarop ook een aantal mannen, zoo zonderling mogelijk uitgedost, plaats nemen en dan gaat het in optocht, dikwijls met muziek voorop, naar de kom der gemeente. Is de kermis afgeloopen, dan herhaalt zich hetzelfde, maar in omgekeerde volgorde. De flesch wordt weer begraven tot het volgend jaar. Veel drukte wordt gemaakt van de boerenkoopdagen". Dezen hebben plaats in Mei. Omstreeks dien tijd gebeurt het, dat boeren, die hun schaapjes op het droge hebben, hun boerderij met inventaris publiek verkoopen. Van alle kanten komt men dan naar de hofstede om de verkooplng bij te wonen. De scholen zijn dikwijls ontvolkt.'s Middags om 2 uur begint het meestal, als de paarden geveild worden. Van te voren zijn enkele zaken van minder belang verkocht. Op de paarden volgen de koeien en het andere vee, evenals de begeleidende knechts met papieren rozen versierd. De boerderij lijkt dan veel op een kermlsterrein; het groote aantal menschen op z'n Zondagsch, de witte zeilen der ververschingstenten, de kraampjes met snoepgoed, de kunstenma kers, enz. het alles biedt een bont en schil derachtig tooneel. Na afloop derverkooping klinken in de herbergen van het dorp de draaiorgels en lustig draaien de paartjes. In Mei hoort men ook het Meizlngen". Kinderen uit arme gezinnen gaan den boer op, zingen een of ander versje en krijgen daawoor een of meer eieren. Dit lijkt wel op de gewoonte, die op Oudf jaarsdag in zwang is. Dan loopen jon gens met een rommelpot langs de deuren om geld op te halen. Zoo'n rommelpot" is een bus, waar men over de opening een stuk varkensblaas gespannen heeft met een rietje er doorheen, Dit muziekinstrument geeft een eentoonig brommend geluid. Dien dag of eenige dagen tevoren stijgen uit de verschillende woningen heerlijke geuren op. Men bakt dan n. I. wafeltjes, de suilrerwafeltjes" Deze cirkelvormige ge bakjes met een middellijn van pi.m. '2 d.M. worden op Nieuwjaarsdag aan de bezoekers gepresenteerd. Ook bakt men wafels op St. Maarten (12 November). Die waf els zij n veel grooter en igken veel op die, welke men in Holland in de wafelkramen koopt. Op Boemessekèrmesse", eigenlijk St. Bravokermis, bakt men de Groede paptaarten, ronde taarten van pl.m. l',j d. M. middellijn, belegd met een saus Dien dag (de eerste Woensdag in Octobrr) gaan veel boeren bij elkaar op visite, terwijl 's avonds de muziek een uitvoering op het marktplein geeft. Waarschijnlijk dateert dit alles uit den tijd voor de Hervorming: toen St. Bravo nog de schutspatroon was van de kerk te Groede. Wanneer in den zomer de oogst binnen is, bakt de boerin de .ougstkoeken", meestal een soort oliebollen, maar bij het bakken is de olie vervangen door reuzel of vet. Natuurlijk viert men in het Land van Cadzard de Christelijke feestdagen, maar dan heeft men ook nog, behalve de twee gewone, een 3de°Pasche", Pinksteren of Kerstdag, althans in sommige plaatsen. Een dag, die druk gevierd wordt, is Koninginnedag. Dan wappert overal de Nederlandsshe driekleur, drie maal daags luidt de torenklok een uur lang, ieder loopt met orarje, de scholen hebben 's middags vrij af, 's avonds muziekuitvoering enz. Dat die dag nog lang gevierd mag worden, is stellig de wensch van iederen ZeeuwschViamlng, want dan juist komt zijn gehecht heid aan Nederland het meest tot uiting. H.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl