Historisch Archief 1877-1940
2206
Zaterdag 4 October
A°. 1919
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ONDER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H, BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
[ Prijs per No. f 0.20. Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar | [ Redactie en Administratie: Keizersgracht 333, Amsterdam | [ Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
De uitgevers van Holbema t Warendorf
zUn foy den postcneque- en glrodlenst aan
gesloten onder Bfo. 7134.
mniiiHiiiiitfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil
INHOUD t Bladi. l: V.iegen, door v. H.
De Geest in het Onderoitïcierscorpa van het Leger,
door P. W. Fietera. Bnitenl, Overzicht:
Ludendorff-idylle, door dr. W. G. O. Byvanok. 2:
't Bicseoop-gevaar, teekening van Jordaan.
Krekelzang, door J. H. Bpeenhofi. Jhr. W. 8ix f,
door O. L. de Vries Feyens. Elegie,door Fred van
Eeden. 3: Wilson's Ideaal,door mr. E.van Kaalte.
Feuilleton: Adandor, door Oeorge Eetmann Jr.
5: Yoor Vi ouwen (red, Elis. M. Bogge) Het Feest
van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, door
A.8oheltemaBeduin-Hesterman,metteekeDingenv.
Is. van Mens. - Ingezonden.?Uit de Natuur: Natuur
bescherming, door Jac. P. Thtysae. 7: Jan Steen
als Portretschilder, door H. F. W. Jeltea. Schil
derkunstkroniek, door Plasschaert. Pier Pan
der, door A. B. van der Vies. Een Wertldtaak
Toor het Internationale Verstand, door Gustav
Staroke en Svecd Jaoobson. 8 Tentoonstelling
yan Aesthttisoh Uitgevoerde Gebr niks voor wei pan,
door Oorn. v. d. Sluis. B. W. P. de
Vries t, door H. Br. De Belgische Kuiter,
teekening van George van Baemdonek. Adan
dor, door Q. Eetmann Jr. (vervolg v. pag. 3)
10: Zigeunerliedje, woorden en muziek van Willy
Corsari. Nieuwe Engelsohe Boeken, door W.
van Doorn 12: Uit het Kladschrift van Jantje.
Burgerlijke Beleefdheden, door Ari. Onze
Puzzle. Hofbtad en Hcfatedelingen, door Nuch
ter lin g. 13: Onthullingen omtrent Beohthold,
teekening van Job. Braakensiek. Muziek in de
Hoofdstad, door H. J. den Hertog. Boyal Anotion
Bridge, door Bridger.
Bijvoegsel: De Spoorwegstaking in Engeland,
teekening van Joh. Braakensiek.
VLIEGEN
Eenige jaren geleden had een groot
Fransen Maandschrift een artikel over
Het Einde van alle Oorlogen". Het ging
nog een stuk verder dan ConanDoyle's
befaamde voorspelling van den
onbeperkten duikbootoorlog, waarvan alleen
de uitkomst voor Engeland minder on
gunstig is geweest dan de Engelsche
schrijver had gedacht. De Fransche
auteur beschreef het volgende tafereel:
een oorlogsschip voer in volle zee,
terwijl de, denkbeeldige, oorlog werd
verklaard. Daar zond de vijand, een
kleine mogendheid, n ranke
vliegmachine uit, die den dreadnought tegemoet
cirkelde, en op het juiste oogenblik n
simpel bommetje vallen liet, door welke
nietige manoeuver, zeide de schrijver, het
gansche zeegevaarte werd vernield en in
de diepte verdween.
Toen", aldus eindigde de fantasie,
stond de gansche wereld ontzet". Wan
neer met zoo kleine middelen zooveel
verwoesting bereikt werd, was voor den
oorlog geen bestaan meer mogelijk. De
Duitsche Keizer deed telegrafisch een
voorstel tot universeele ontwapening,
dat zonder veel discussie aangenomen
werd, en sindsdien is de oorlog be
graven !"
Van dit alles is nu eenvoudig niets
bewaarheid geworden. De vliegmachine
heeft den oorlog aHerminst gesaboteerd.
De menschheid is door de massale
vernielingsmiddelen niet vór 't einde ge
keerd. En de Duitsche Keizer telegrafeert
niet langer. De vliegmachine heeft on
tegenzeggelijk op den loop des oorlogs
een geweldigen invloed gehad. Vooral
het verkenningswezen is er afdoende
LUDENDORFF-IDYLLE
Een Biedermeier omslag heeft het, en een
dito titel met een dito inhoud, het boekje
dat al zoolang mijn aandacht heeft gevraagd,
en waarover ik altijd nog heb geschroomd
te spreken, zonder dat mijn geweten toch
zich erg gerust gevoelde het zoo maar als
waardeloos te verwaarloozen.
Het heet: Mein Glück lm Hause
Ludendorff, en het is verschenen juist
op den overgang van 1918 tot '19, toen
zware wolken zich
samenpaktenoverDuitschland, en over den eenmaal zoo luisterrijken
naam van Ludendotff.
Het mooie en het aandoenlijke van het
boekje is dat het contrast tusschen zijn
verschijning en de omgeving waarin het
tbans verschijnt, volmaakt wordt volge
houden door wat het ons van den beroem
den man heeft te vertellen en vertelt. Een
jonge meisjesboekje zou men het kunnen
noemen uit de dagen toen Marlitts Das
Gehelmnlsz der alten Mamsell in de afleve
ringen van die Gartenlau.be de nieuwsgierig
heid der lezeressen spande. Het schenkt ons
de herinneringen van een tante die haar
gelukkigste levensjaren heeft doorgebracht
in het huis van haar zuster bij het
onderwQs aan de kleine familie Ludendorff. Het
geeft niets meer en het gaat niet verder.
Maar een gouvernante ziel is het niet,
welke schrijft.
Daar waren zes zusters von Tempelhoff
van een vermogend patrlcisch geslacht in
Berlijn. Aan de jongste Henny van Tempel
hoff, die eigenlijk naar den wensch van den
door vervormd. Maar zij heeft den oorlog
niet uitgeluid.
* *
*
Het luidt evenwel den vrede in.
Dit verschil bestaat tusschen de t wee
nieuwe strijdmiddelen, welke de oorlog
tot ontwikkeling heeft gebracht: de duik
boot en het vliegtoestel, dat het even
teruggezonken is in de sombere diepte
waaruit het nimmer hervor-getirpizt"
had moeten worden, terwijl de
aeroplane, van haar harnas ontdaan, haar
hervormingstocht eigenlijk pas begint.
Het onderzeesche handelsschip is tot
niets gekomen. De vliegmachine komt
eigenlijk nu pas volkomen als het sier
lijke broedsel uit den dop, waarin de
oorlog haar had uitgebroed.
Dat was wat buiten ons omgegaan.
De ontzaglijke vooruitgang in
vliegmachinetechniek en vliegkunst, welke de
oorlogvoerende landen dank zij de
Guynemers en zoovele bekende of naamlooze
mannen van beteekenis hadden doorge
maakt, was voor ons in nevelen gehuld
gebleven. Nog een jaar geleden spotte
men tot in de hoofdstad toe, met het
denkbeeld dat vliegen spoedig iets al
gemeen worden zou. Gelijk in zooveel,
had Holland's positie in den oorlog ons
ook in dit opzicht wat abderitiesch ge
maakt.
Het is de groote verdienste der
Eltamenschen, dat zij Holland daarin zoo
spoedig mogelijk bij hebben gebracht.
't Is waarlijk eene groote voldoening, te
merken hoe de begrippen daarvoor spoe
dig open zijn gegaan, en hoe men ook
in 't buitenland geregeld over Holland
en zijn luchtvaartevenementen spreekt.
De wereld beleeft in dit opzicht thans
geweldige tijden.
Zooals gewoonlijk, zal dit over 50
jaar pas geheel worden gezien. Wanneer
ieder nu over vliegen spreekt, wanneer nu
schuchterweg geregelde diensten" wor
den ingericht, en het avontuurlijke dat
in sommige menschen steekt hen ani
meert om de rste passagiers" te
zijn; wanneer geheele familie's tot de
neven in den twaalfden graad toe,
vervuld zijn van den grooten broer
die zich de weelde van een vlucht naar
Londen veroorloofd heeft, en iedereen
vertelt dat die of die" groote Neder
lander er in is geweest,... dan staan
wij waarschijnlijk in een phase gelijk
aan die welke de oude platen vertoonen,
toen ,.in het jaar 1839 de eerste ijzeren
spoortrein buiten de Haarlemsche poort
van Amsterdam naar Haarlem afge
reden is".
Ziet ze zitten, de verheugde reizigers
in de belachelijke, open coupétjes. Aan
schouwt den dwazen locomotief, een
kachelpijp op wielen gelijk, en de dui
zenden uitgeloopen toeschouwers! Ver
neemt, hoe de Kamer van Koophandel
en Fabrieken plechtig verklaart, dat het
nieuwe vervoermiddel nimmer van be
teekenis worden zal, omdat de onzeker
heid te groot blijft en het publiek zich
aan eene dusdanige snelheid (als van
de Gooische stoomtram!) nimmer zal
gewennen\
Zoo ... vliegt de tijd. Want die heeft
reeds sinds lang gevlogen. Maar over
hoeveel jaar doet gij 't ook zelven,
waarde mevrouw, met uw gansch gezin,
vader een jongen had moeten wezen en die
in werkelijkheid een heel klein en heel te er
persoontje was, danken wQ deze souvenirs,
zQ heeft zich, toen het familiefortuin was
ondergegaan, gewijd aan de opvoeding van
het vrouwelijk geslacht door haar onderricht
en de vruchten van haar pen (onder het
pseudoniem T. von Heinz) maar de
mooiste van het zustertal was Klara, een
knappe, tengere gestalte met edel, bleek
gezicht, omlijst door donkere lokken. Zij
had, op haar negentiende jaar, haar hart
verpand aan Wilhelm Ludendorff, die dichtbij
de hoofdstad Posen land had gepacht in
eigen beheer, niet ver van het groote land
goed in het bezit der familie von Tempelhoff.
Het huwelijk had plaats, 1860, tegen den
zin van Klara's vader. De schoonzoon was
hem niet voornaam genoeg hQ was uit
Pommeren en had Zweedsch bloed in de
aderen, Koningsbloed, zegt men, maar hoe,
vermeldt ons Henny's kuische pen niet,
en het landhuis waar Klara introk was on
aanzienlijk. Haar moederlijk etfdeel eerst
maakte het huwelijk mogelijk.
Dat speurneusje Henny, dat alles wist op
te neuzen, hoe klein zQ ook was, schetst
heel knap den eersten tijd van het verblijf
der jonggehuwden in het rustige Posen.
Men ziet ze voor zich, den strengen land
heer, Wilhelm Ludendorff, met militaire
neigingen, van den vroegsten morgen tot
den avond bezig zijn volk te commandeeren
en des noods het werk voor te doen, een
aangenaam kameraad onder kameraden, maar
die in huis onverbiddelijk de orde handhaaft;
en daarnaast ziet men Klara, de jonge dame
uit de stad, die haar aard leert aan te passen
aan de engere omstandigheden, flinke huis
vrouw, naar het model van haar echtgenoot,
tegenover de minderen, maar dienend het
hoofd van het gezin, deemoedig soms en
toch ook tegenover hem haar rechten we
tend op te houden, door voorname
zelfbeheersching, een juweel van een vrouw,
naar Duitsche opvatting, met de belofte in
en in een machine die om de tegen
woordige constructie's schaterlacht?
Dan krijgen de prentjes van de op
stijgingen op de Elta te Amsterdam,
aan de overzijde van het IJ, in de maand
Augustus van het jaar 1919", ook his
torische waarde. Evenals de uitlatingen
van hen, die nu nog rekenen, dat van
het vliegen nooit iets algemeens komen
kan".
* *
*
Het tegendeel zal waar blijken.
En welk een geweldige invloeden
vloeien daar dan weer uit voort.
Het vervoermiddel is 't verjongings
middel der menschheid.
Het brengt steeds meer leven in de
brouwerij. Het schip heeft Amerika ont
dekt, waar niet allen onverdeeld ge
lukkig over zijn, en de Koloniën.
Het heeft de menschen de ruimte van
geest gegeven, die nog altijd een zee
varend volk van een boerennatie onder
scheidt. De spoortrein heeft de wereld
ineengekrompen, heeft de achterhoeken
naar de centra getooverd, de Canadeesche
graanvelden naar de hongerige Euro
peanen. Het heeft de verborgenheden
van Siberië en van Centraal Afrika door
kruist. Het rijwiel, is er iets wat speciaal
den arbeider, den plattelandsarbeider
vooral, meer uit zijn suf isolement heeft
gehaald? En wat den pastoor en ver
kiezingsredenaar om 't zeerst tot ver
spreiding van geestelijk leven dient?
Zeer zeker hebben zij de belangen
der ganschen menschheid steeds nauwer
en levendiger dooreengeweven.
Ook... de botsingsvlakken en
wrijvingspunten verduizendvoudigd, en vol
strekt niet alleen vrede en vriendschap
gebracht.
Maar niets grijpt zoo hervormend in
het leven in als 't vervoermiddel.
En zietdaar nu de vliegmachine, van
't begin van haar vlucht, die uren tot
kwartieren en tot minuten maakt; mijlen
tot kolfbaantjes; zeeën tot vlekjes en
hoogten tot peuleschilletjes terugbrengt.
De techniek heeft weer haar vrijheid
gekregen. Wat zal zij in een paar jaar
hebben gewrocht?
Er is geen voorspellen aan. De men
schen zijn altijd in de allergewichtigste
zaken slechte voorspellers geweest. Zij
kunnen er alleen maar gespannen
afwachters zijn. Eén ding kunnen zij zich
slechts voornemen: over niets verbaasd
te staan, niets voor onmogelijk of on
waarschijnlijk te verklaren, op alles ver
dacht en ingericht te wezen, en tegen
niets op te zien.
De verschieten zijn thans eindeloos, en
zij worden des te eindeloozer, naarmate
ge vaker de ondernemende mannen van
de vliegerswereld spreken hoort en han
delen ziet.
Holland heeft thans een goeden slag
gemaakt, om mede te doen. Moge men
de zaken bij ons ter hand houden.
Het vliegen is niet zoozeer een zaak
van belang in, maar wel vór kleine
landen. En wat, indien eenmaal onver
wacht de eerste vliegvaarder uit
Schellingwou te Bandoeng nederstrijkt? trek
ken daar soms al jongens de lijnen op
de kaart, en rekenen uit: 5 dagen aan
n stuk?
O neen, de techniek is nog niet zoo
zich van een zorgzame, verstandig liefheb
bende en ruim ziende moeder voor haar
kinderen.
Enkele tooneelljes, niet zonder talent,
alleen met ietwat breeden, ouderwetschen
humor opgezet, brengen ons in het intérieur
der familie Ludendorff; maar het is om de
kinderen te doen. Laat mQ slechts even
aanstippen dat vader Wilhelm met zijn
voorliefde voor de zaken van het leger, en
altoos spijtig dat hij het landbouwbedrijf
boven de armee heeft verkozen, als luite
nant der reserve aan de oorlogen van 1866
en 1870 deel neemt, en later, teleurgesteld
door den vermogens achteruitgang van z|n
schoonvader naar Pommeren verhuist, om
daar opnieuw land te exploiteer»n. Waarbij
hQ echter niet gelukkig was.
De moeder van het gezin, onderwijl, hield
het oog op alles; zij wist met geringe
middelen den staat van het huis op te houden.
Wij zQn rQker," zeiden hun neven in Pom
meren tegen de kinderen Ludendorff; maar
wQ zQn voornamer," antwoordden dezen hun,
en dachten daarbij aan hun moeder, eene
von Tempelhoff.
Erich was het derde van de kinderen uit
het huwelijk, na hem kwamen er nog drie.
Haar waardigheid van tante had de kleine
Henny von Tempelhoff dus reeds gevoeld
bij de geboorte van haar eerste neefje,
zij werd, ter viering van het feit, in de
school op de tafel gezet, dat de klasse haar
als de kleine tante zou kunnen begroeten
van dien eersteling der jonge Ludendorffs,
Richard, is echter niet veel terecht gekomen,
zQn gemankeerd officiers-examen deed hem
in Ned. Indischen dienst overgaan.
Maar als Erich werd geboren, 1865, was
zijn tante Henny twaalf jaar, zQ had dus
haar persoonlijkheid en stelde iets voor in
de wereld en mocht haar Indrukken laten
gelden. Dadelijk ging haar hart utt naar het
kind, zij herkende in hem een Tempelhoff
en het beeld van zijn moeder; zij leefde
met hem mee, zou men kunnen, van het
PRIJSVRAAG
voor een
Oorspronkelijke Nederlandsche Operette
De inzending voor deze prijsvraag is thans gesloten en de jury, waarin
zitting hebben: Evert Cornelis, Dr. Frederik van Eeden, Herman Roelvink,
Dr. D. F. Scheurleer en Bernard Zweers, is hare werkzaamheden aan
gevangen.
Ingekomen zijn 12 libretti van een operette en wel:
De VOETBALLERS (motto: The proof of the pudding is the eating).
De SECRETARIS VAN GORINCHEM (motto: Regentijd).
De JONGE WILLEM BARENTS (motto: De mensch die zeylt zyn koerse wel).
POPPENMACHT (motto: Per aspera ad astra).
PETER (motto: the laurel wreath, on high suspended, That is to crown
our name, when life is ended).
De PLEEGDOCHTER VAN VADER MATHIEU (motto: Wilson. Aan deze
inzending ontbreekt de envellop, welke naam en adres van den
librettist behoort in te houden. De inzender gelieve deze alsnog in
te zenden.
De TENNISBRUID (motto: Bobbel).
BLANK EN ROOD (motto: 't Kan verkeeren).
De ZOON VAN ALBION (motto: Ik hou 'et met de Nederlanden).
De FAMILIE KEGGE (motto: Nee lusisse pudet, sed non incidere ludum).
SASKIA (motto: Daer en is gheen koren sonder kaf).
VOOR 'T OOG VAN DE WERELD (motto: Die Menschen sind nicht immer
was sie scheinen).
iimiiiiiMiiliiMMiiiiiiiimii iiiiiMiimiiiMimi
ver. Zij, die 't weten, weten ook dat er
zooveel organisatie en voorbereiding
van de routen noodig is, wisselplaatsen
enz., en dat plotselinge opwellingen hier
niet baten. Maar toch zweeft het ook
wel eens voor de geesten, dat er iets
echt-hollandsch steken zou in een plot
selinge, gelukkig volbrachte tocht,
waarin niet alles met weloverwoge
methode is voorbereid, evenmin als
vroeger de Houtmans en Linschotens
en Willem Barendsen het zonder stoute
expeditie's hebben gereed.
Doch dit worden fantasiën, welke het
geronk der motoren en 't gestriem van
de luchten nog maar aanblaast.
De voor de hand liggende werkelijk
heid yan het vliegen is evenwel reeds
machtig genoeg, en doet een beroep op
aller rustigen ondernemingsgeest.
v. H.
DE GEEST IN HET ONDEROFFI
CIERSCORPS VAN ONS LEGER
door P.W. PIETERS
Eerste Luitenant der Huzaren
De laatste maanden heeft de geest onder
de onderofficieren in ons leger een belang
rijke wending genomen en wel zoodanig
dat dit in steeds verhoogde mate de aan
dacht der autoriteiten trekt. Als bijna overal
is ook hier hun finantiëele positie daar de
oorzaak van. Sinds November 1918 is een
steeds krachtiger wordende beweging waai
te nemen. Het Verbond tot
Demokratiseering van de Weermacht, een schepping
oogenbllk af b i] na, dat hij ten doop werd
gehouden:
En daarbij de namen ontving van
Friedrich Wilhelm Erich, Friedrich Wilhelm
naar den koning van Pruisen, zoo heetten
alle zoons van den loyalen Ludendorff,
en Erich naar Erlch XIV, den bekenden
koning van Zweden, den voorvader.
Het belangrijke van tante Henny's
opteekeningen ligt hierin dat zij zijn gemaakt
gedurende de jeugd zelf van het kind. Daar
is geen voorgevoel in van de toekomst. Het
was geen groot krijgskundig genie, neen,
het was een jongen met zijn eigen aard van
netheid en orde, die zich ongaarne liet sto
ren in zijn zin en wist door te zetien en
niet voor anderen wilde onderdoen. Maar
ofschoon hij iets aparts had en zich liefst
apart hield, gelijk dat meer het geval is bij
kinderen die men graag aanhaalt omdat zij
er knap uitzien, was hQ een gewoon kind zon
der iets orlgineels of geniaals, h g had
broertjes die veel meer den indruk gaven van
iets bijzonders.
Een militaire loopbaan was hem voorbe
stemd door zijn vader die van al zijn zoons
officieren wou maken, hijzelf toonde daar
voor niet den bepaalden animo van een
Napoleon in de korte kleêren.
Hoe zou dat ook zoo zijn geweest? in
de eerste ontwlkkellngsjaren, toen het om
de voorbereiding was te doen voor de ern
stige kadettenstudie, heeft hQ daarvoor het
geheele onderricht gehad bij een vrouw, zijn
tante Henny.
De omstandigheden hadden er toe geleid:
geregeld onderwijs was op het land moeilijk
te krijgen. Henny die studieus was opge
groeid en maar voor enkele weken te logee
ren was gekomen, bleef bij de Ludendorffs
inwonen om de kinderen te leeren.
Het was een allereersten lentemorgen dat
haar zuster Klara aan Henny het voorstel
deed om haar talenten in het Latijn, Fransen,
mathesis en andere vakken aan de opvoeding
der kleinen te besteden.
van de onderofficieren, wist zelf een
Kamerzetel te veroveren. Sinds langen tijd be
zitten de onderofficieren, en dit zijn in
hoofdzaak de beroeps-onderofficieren, een
groote organisatie .Ons Belang" en het is
vooral uit haar boezem dat bovengenoemd
verbond werd opgericht. Naast Ons Belang,
met haar 6000 leden, staan nog twee
confessloneele bonden, de R. K. St. Martinus
en de Christelijke Onderofficlersvereeniging
terwijl ook nog enkele veel kleinere hondjes
ook reeds van zich doen spreken. De actie
die al die bonden thans voeren, bereikt haar
hoogtepunt in de salarisactie, welke uitgaat
van de opvatting dat van alle zaken en
toestanden die noodig verbetering eisenen
deze de voornaamste is en er tevens de
basis van vormt. De actie van Ons Belang
met haar aantal leden dat zoo belangrijk
veel talrijker is dan dat der andere bonden
zal hier als voornaamste punt van be
schouwing gelden, trouwens in de meeste
gevallen loopen hunne eischen of verlan
gens parallel met die der andere bonden.
De leden van O. B, hebben zich onder de
leiding van hun hoofdbestuur steeds hooger
verheven daar zij zich in hun beroep zagen
gesteld als opvoeders en onderwijzers van
een belangrijk deel der Nederlandsche jonge
mannen van 20 jaar, zij vinden hun stand
punt in de maatschappij hooger dan vroeger
toen er alleen sprake was van militaire dril
en andere begrippen heerschten omtrent de
opleiding van den soldaat. Hun verlangens
gaan dan ook uit naar hoogere eischen
voor de aan te werven aspirant kaderleden
en betere, liefst centrale, kaderscholen enz.
Tegen al deze eischen uit eigen boezem
is niet 100 heel veel in te brengen, al zullen
deze idealen in ons leger ook eerst langs
lijnen van geleidelijkheid te bereiken vallen.
De salarisactie echter verkeert in een
geheel ander stadium, thans eischen,
zij spreken niet meer van verlangen de
onderofficieren een hoogere bezoldiging
dan die der arbeiders (in vele gevallen zijn
zij daar ver onder sergeanten met 12 jaar
dienst hebben ? 1300 salaris) omdat zQ zich
intellectueel hooger achten en omdat zij
heel wat meer verantwoordelijkheid dragen
dan een gemeente-werkman of dorpsveld
wachter. Dit laatste is vanzelfsprekend
volItlllllllltllllllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIMIIIllll
Zoo vriendelijke beloften als de natuur
gaf, zoo'n heerlijk verschiet tooverde haar
verbeelding haar toen voor. Antwoorden
kon zij niet op den voorslag. De tranen
stroomden haar langs het gezicht, zQ kon
slechts met belde armen haar zuster om
helzen en het hoofd aan haar borst bergen
en weenen, de zaligste vreugdetranen weenen
van haar leven."
Erich als leerling l Wij zien hem prompt
bij zQn lessen, den eerste op 's morgens en
boos wanneer hQ niet het eerst wordt ge
wekt, samen met zijn ouder zusje over
boeken gebogen, maar mathesis daar wil
hfzelf alleen en eerst alles van vinden,
een echte Tempelhoff!
Nadert de tijd dat hij meer moet
aanpakken en is het de vraag of hij niet
naar de laagste klasse der kadettenschool
zal verhulzen, dan is de moeder er voor
dat het ouderhuis haar lieveling nog niet
loslaat; voor haar is dat de beste school
om orde in vrijheid te leeren. En Henny
zalig, spant zich opnieuw in... totdat met
twaalf jaren het oogenblik van het examen
is aangebroken.
Henny's spanning, en het geluk, de dank
baarheid der ouders, toen Erlch een klasse
hooger werd aangenomen dan waarvoor
men hem had willen opgeven!
De weelde der onderwijzeres waag ik
niet te beschrijven. Men leze in het
ouderwetsche boekje de bladzijden na die haar
stemming beschrijven, men hoore van haar
trots, hoe vast en zeker Erlch zijn kadetten
loopbaan heeft aangetreden en voleindigd.
HQ had voldoening van zijn vlijt, maar het
stralendst zag toch bij alle eerbewijzen zijn
gezicht, wanneer zijn moeder hem mein
Herzensjunge l" noemde...
Zijn vader is reeds eerder heengegaan.
De oogen van de moeder hebben zich kort
voor het begin van den oorlog gesloten,
zijn tante, de laatste van het zusterental,
is overgebleven cm van Erich te getuigen.
W. G. C. B Y v A N c K