Historisch Archief 1877-1940
12
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
4 Oct. '19. No. 2206
BURGERLIJKE BELEEFDHEDEN
MEN MOET DE BURGERLIJKE BELEEFDHEDEN
IN ACHT NEMEN
Deze stelling of misschien is bet wel een
axioma in de wetenschap, die wellevendheid
heet , sterk verwant aan de even bekende
uitspraak: je moet de menschen nemen
zooals ze zijn" wordt een mensch al zeer
vroeg bijgebracht.
De eerste pogingen om je hiervan te over
tuigen, worden reeds aangewend, als je in
je wieg wordt verzocht ta-ta te zeggen tegen
tantes en vriendinnen van je moeder, die
vleze gezichten tegen je trekken en slij
merige geluidjes maken en zich op andere
wijze kindsch tegen je gedragen. En dit
ta-ta tegen een ongetrouwde tante, die je
moeder nauwelijks gunt, dat je bestaat, en
achter je rug zegt dat je een monster bent,
of tegen een of andere jaloersche mevrouw,
die een baby heeft, die minder welvarend
Is als je zelf, zou te beschouwen zijn, als
je eerste burgerlijke beleefdheid.
Maar gelukkig verkeer je dan nog in dien
zaligen toestand van onnoozelheid, waarin
de maatschappelijke leugen je niet deert.
Later, als je een jaar of vier wordt, wordt
het veel erger. Dan komen ze jefellciteerenop
je verjaardag, en dan brengen ze cadeautjes
voor je mee, en dan doen ze poes lief tegen je.
Dan moet je dankbaar zijn, en dan moet je
reeds leeren een dankbaar gezicht te trekken
voor Iets, waarmee je heelemaal niet
blij bent, voor een geschenk dat leerzaam
is, en voor ver boven je leeftijd. Dan sta
je diep teleurgesteld met een doos met een
spel waarvan je niets begrijpt, en dan heb
je gehoopt op een onnoozel stukje speel
goed, waarmee je in de wolken zou wezen,
en terwijl het verdriet van de teleurstelling
dan begint te werken, wordt je gedwongen
om een handje en een kusje te gevsn, en
dan hoor je je moeder zeggen, dat dat nu
net iets is, wat je graag hebben wilde, maar
je mag niet protesteeren. En als je dan
toch protesteert, is je moeder diep wanhopig,
en wordt er gezegd dat je nou niks aardig bent.
En die visite kQkt je dan, na dat je je
cadeautje hebt gekregen heelemaal niet meer
aan, en gaat met je moeder en de andere
dames praten. En als je dan je blijdschap
over de prettige dingen wilt uiten, en niet
de cadeautjes kunt aanslepen, mag dat niet.
En alle menschen die z.g. voor je gekomen
zijn laten je in den steek, als je de aandacht
wilt trekken, wordt je geboden niet lastig
te wezen tot je diep rampzalig en heelemaal
alleen je ontgoocheling over den gestoorden
verjaardag wilt gaan uithuilen, en dan komt
je moeder, om je te vertellen, dat je, als er
visite is, je toch behoorlijk gedragen moet,
en lief en zoet moet zijn, want de burgerlijke
beleefdheid eischt, dat kinderen de gasten
nooit tot overlast zfln, en lief en vriende
lijk en zoet moeten wezen.
Zoo wordt er dan een net opgevoed kind
van je gemaakt, dat leert vragen, aan de
visite, hoe het hun gaat, en dat doet, met
het volle bewustzijn van de overbodigheid
van dien vraag, en de wetenschap dat je
naar den bekenden weg informeert. ledere
natuurlijke opwelling en iedere vraag die je
uit je zelf doet, is haast verkeert, en stem
pelt je tot enfant terrible. Alleen maar zor
gen, dat je een beleefd ventje wordt. En
zoo ver breng je het langzamerhand, als je
naar school gaat. Oordeel over de menschen,
die in je huls komen is je verboden, Als je
ouders de onvoorzichtigheid hebben eens
iets over ze te zeggen, en je valt bij, wordt
je streng aangekeken, en zeggen ze je, dat
je over groote menschen niet zoo mag praten.
Dan ontwikkelen zich verder allerlei na
tuurlijke Instincten. Op straat koel je je
baldadigheid op de emmer van een dwijlende
dienstmeid. Je slaat, in je eerste bewust
wording van rechtvaardigheid, een laffe
collega schooljongen een blauw oog. Je
bedenkt kwellingen voor je schoolmeester,
je revolteert tegen het gezag, door een
statigen diender .uit te jouwen, of met een
sneeuwbal zijn helm af te gooien. Je voelt
op allerlei wijze je persoonlijkheid ontwik
kelen. En als je dan na een of meer held
haftige schooljongensdaden met een ge
scheurde kiel, en een blauw oog thuis komt,
I1IIII1IIIIIMIH111
HOFSTAD EN HOFSTEDELINGEN
Mae Ik mij maar eens voorstellen, om
heel bescheiden met mezelf te beginnen?
Mijn naam kunt u onderaan lezen, geeft u
reeds eenigermate een denkbeeld van mijne
persoon. Ik ben van bezadigden leeftijd; de
wilde jaren zijn voorbij, op een enkele uit
zondering na niet over praten als 't u blieft,
mijn vrouw behoeft daar niets van te weten.
Ja, ik ben getrouwd, met God en met eere
reeds meer dan vijf en-twintig jaar; de zil
veren bruiloft hebben wij gevierd met veel
gasten en veel wfjn, omdat we zijn, wat men
pleegt te noemen een gelukkig huwetijk.
Mijn vrouw en ik hebben maar ns in de
week verschil van meening", wat in de
beste families voorkomt.
Mijn vrouw is een degelijke huisvrouw.
Zij houdt er van den boel aan kant" te
hebben; ten minste tot die overtuiging kom
ik als ik zie hoe ze dagelijks alle gordijnen
uitschudt van wege de motten, hoe ze even
eens getrouwelijk de muizenval nakijkt die
in 't salon onder de kanapéstaat, en hoe
vaak ze van meld verwisselt. Pardon, ik
moet tegenwoordigspreken van dienstbode".
Het woord meid" is uit den booze, maar
ik beweer dat de Hofsteedsche dienstboden
(goede niet te na gesproken) tegenwoordig
meiden" zijn, groote M. We hebben dus
rijkelijk ons deel aan de drie m's, zijnde de
drie Hofsteedsche plagen motten, muizen en
m., den.
Mijn vrouw is een hofstedelinge op en top.
Ze houdt er van zich goed te kleeden, bij
een der eerste kleermakers, wat ik gaarne
geloof, gezien de rekeningen, die ik te be
talen heb. Ze verdeelt haar tijd tusschen
huishouden, visites, tearooms en... maat
schappelijk werk, want het is ton" voor
een Haagsche dame, die zichzelf respecteert,
om tenminste in n comitézitting te hebben.
Onze echt is gezegend met... vier kinderen.
Je durft het haast niet te zeggen, dat je het
stelsel v. Houten hebt durven schenden.
Maar tot m'n vreugde hoorde ik zeer onlangs
dat les belles families" weer in de mode
komen. Goddank! Ons fatsoen is dus weer
gered. Onze twee oudsten, zoons, studeeren,
de een in Leiden, de andere in Delft. Zij
zijn oppassende" jongens, die op hun tijd
ss BLRNCHE
CfCRP?ETTES
en er is visite, moet je dadelijk in het gareel
der burgerlijke beleefdheid. Als de meld
die je open doet je vertelt, dat er visite is,
zeg je ajakes", en smijt je schooltasch in
de vestibule, dat de boeken en griffels er
«it rollen, en je verbergt de scheur in je
kiel, en je trekt je kousen op en je gaat
gedwee naar binnen, om mevrouw een handje
te geven. En dan zit daar een oude dame,
die je toespreekt met kinderlijk kleineerende
stembuiging, en je over je haar streelt als of je
een schoothondje bent, en vraagt of je goed
leert, en of je braaf en zoet bent. En al die
beleediglngen en krenkingen van je eerste
gevoel van eigenwaarde verduur je, omdat
je de burgerlijke beleefdheden moet in acht
nemen, en je beantwoordt al haar pijnlijke
en lieve vraagjes met twee woorden, zooals
het behoort, en je beheerscht je om niet je
tong uit te steken. En dan valt je moeder,
die gevleid is, door die lievigheidjes en de
complementjes die de visite je maakt nog
bfj, en dan moet je b.v. je teekenschrift
laten zien, of je taaiboekje, en als je dan
laat merken, dat je daar geen ? zin in hebt,
wordt er aangedrongen en als je dan met
een zuurzoet gezicht er mee aan komt dra
gen, zegt de visite, dat je een knappe jon
gen bent, en aait je nog eens, of je een
poes bent, over je haar.
Als je dan eindelijk wordt ontslagen, en
de vrijheid krijgt te gaan spelen, koel je je
woede op een jongen die je niet goed kunt
uitstaan, of op een hond die je naar je meening
in den weg loopt.
Maar thuis aan tafel moet je hooren, dat
je moeder zich doodgeschaamd heeft voor
de visite, en dat je met zulke vuile handen
of met zulke zwarte nagels hebt durven
binnenkomen, en dat je er weer schandelijk
uitzag.
En misschien dat je dan even den moed
bij elkaar hebt, om aan je gevoelens lucht
te geven, je gevoelens, die je met alle kracht
van je jeugdige zelf beheersching hebt onder
drukt, om toch vooral de burgerlijke beleefd
heden in acht te nemen. Misschien dat je
dan zegt: dat kinderachtige mensch ook"
Maar al ben je nog zoo'n gezonde
Hollandsche kwajongen, zonder een greintje
vrees voor den grootsten waakhond op een
boerenerf, waar je appelen steelt, of voor
een veldwachter, of voor het heele politie
korps, zonder eenlg respect voor de ver
schillende soorten van groote menschen,
die te plagen vallen en die je een pak slaag
geven, als je tusschen hun vingers komt,
zonder bangheid voor een blauw oog, dat
een jongen, die twee maal zoo sterk is, als
je zelf je zou kunnen slaan, de kleineerende
lievlgheden van de visite, die een marteling
zijn voor alles wat er aan trots en zelf
respect in je leeft, verdraag je en beantwoordt
je met twee woorden, omdat je de
burgerl(ke beleefdheden in acht moet nemen.
ARI
ONS HUIS"
Voor ons liggen vele werklfjsten, pro
gramma's van voordrachten, cursussen en
vrouwenontwlkkellngsclubs van deze alge
meen bekende en gewaardeerde stichting.
Eigenlijk zou men in Amsterdam kunnen
spreken van Onze Huizen"; want de bewe
ging heeft zich in de laatste jaren z
uitgebreid, dat er niet minder dan zeven
middelpunten zijn, die hun werkzaamheden
iiiffiiiifiiliififfiiifiiiiflifiuiifiiffiiiiimfifiiiiiuliiiiiifiiiiifiii'
niet al te vlug ??examens doen en ge
regeld thuiskomen, maar tegen de laatste
week van de maand zijn ze veel hartelijker
dan in het begin. Ze komen met hun maand
geld uit, voor zoover Ik kan nagaan, maar
na een met goed gevolg" afgelegd examen,
maken ze van mijn weeke" stemming ge
bruik, om me een paar beertjes in de hand
te stoppen.
Mijn oudste dochter, negentien jaar, heeft
in de oorlogsjaren op de N. O. T. gewerkt;
welk Haagsch meisje deed dat niet ? Zij is
buitengewoon modern, noemt me ouwe
heer", rookt meer sigaretten dan haar broers,
loopt rond met verbazend korte rokken, een
jumper" en een fluweelen baret op haar
hoofd, wat mama en ik niet erg gedistingueerd
vinden, maar onze opinie heeft niet de minste
uitwerking. Ze vindt het makkelijk en daarmee
uit. Ze is spontaan en geestdriftig en maakt
zich warm voor vier dingen tegelijk. Als ik
haar met bezadigdheid poog te remmen,
verwijt ze me: Ja, maar U bent ook zoo
nuchter in uwe opvattingen." Dit gezegde
kan U, lezer, misschien helpen in uwe be
schouwing over mijne persoon.
Onze benjamin is zestien jaar, gaat op de
jongens H.B.S. vertegenwoordigt het type
van het Hofsteedsche kind-meisje, altijd
omringd door jongens, vroolijk, een beetje
ccquet, een nufje zonder onuitstaanbaar te
zijn, een kinderlijk behaagziek vrouwtje.
In haar vrijen tijd helpt ze mama in het
huishouden of maakt haar japonnetjes,
waarin ze volgens Mlep, de oudste, onge
loof ellj k handig is. Ze speelt een beetje
piano en ze tennist en o ja, dan leert ze
ook nog wel eens haar lessen voor school,
maar 't schriftelijk werk laat ze meest een
der jongens maken en ze verwaardigt zich
dan wel om 't over te schrijven. Miep zegt,
dat de jongens er haast om vechten, wie 't
doen mag en Tiily is er toe gekomen ze
beurten te geven. Kleine Carmenl Ze heeft
ze allen aan een touwtje.
Onze dienstbode" kan ik U niet voor
stellen, want we zitten momenteel zonder
en de werkvrouw, die twee maal per week
een halve dag komt helpen, is niet in toilet.
Wij zfln de type van een Haagsch gezin,
maar ik heb geleerd sedert ik ambtenaar
af ben, een beetje hooger te klimmen om
mijn klein gezichtsveld van bureaucraat wat
UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE
iiiiiiiiiiiiiniiiii
J. H. DE BOIS - HAARLEM
KRUISWEG 68
TABLEAUX - ESTAMPES - EDITIONS D'ART
Thans: l
Kokoschkal
& Kollwitz
in verschillende'deelen van de stad uitstralen.
Behalve 't bekende centrum in de Rozen
straat zijn er nog: afd. Oud's-Qravenhekje,
Franschelaan 14; afd. Muiderpoort, Dapper
straat; afd. Spaarndammerbuurt,
NovaZemblastraat 69; afd. Staatsliedenbuurt, van
Beuningenplein; afd. Nooddorp o. h. IJ,
Narcisstraat 11?13; afd. Indische buurt,
Javaplein 20.
Op de aankondigingen staan niet enkel
leeszalen voor jongens en meisjes en ouderen;
ook vertelavonden, tuinclubs, openluchtspel,
zangavonden en nog veel meer voor de
jongeren. De ouderen vinden er ook al wat
zij wenschen in verstelles, excursies, con
certen, gymnastiekles enz. enz. Ook de
vrouwenontwikkelingsclub, voor vrouwen
boven 20 jaar, belooft, ditmaal weer, naast
muziek- en tooneeluitvoeringen, een reeks
mooie voordrachten op stoffelijk en geestelijk
gebied, met lezingen o. a. over s tem plicht,
kamerplanten, bouwen en wonen, levens
middelen, moederschapzorg, versiering van
stoffen, kinderopvoeding e. a.; allen te hou
den door bekende sprekers en spreeksters
en menschen uit de praktijk.
Als de stichters van . Ons Huls", aan wie
juist dezer dagen een gedenksteen is ge wijd,
nu het door hen begonnen werk eens terug
konden zien, zouden zij zich verheugen dat
uit het kleine zaadje dat zij aan den bodem
der groote stad toevertrouwden, nu reeds
een krachtige boom met vele, zich vér uit
spreidende takken, is geworden.
E. M. R.
DE /=1M5TERD/=,MS<:HE
HEEREMGR/qCHT 411
LEVEMS-ONGEVflLLEh-fl/lMSPR/lKELL'KHEIC'S
ZIEKTE VERZEKERIMGEM
MMMiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiniiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiMiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiii
ONZE PUZZLE
Nieuwe Puzzle
No. 14
LUCIFER S-PUZZLE
Zeventien lucifers worden zoodanig op
tafel gelegd, dat zij zes gelijke vierkanten
vormen. (Zie teekening).
Gevraagd, om door vijf lucifers weg te
nemen, drie vierkanten over te laten.
Inzendingen onder letters A. B. voor
Vrijdag a.s.
Oplossing:
No. 10
Hoe kan het zijn, dat van twee Tweelin
ghen die op een selve tQdt gebooren zijn,
ende ghelfjck sterven, nochtans de eene
meerder daghen kan geleeft en hebben als
de ander?
Deze Questie is licht te begrijpen: Neemt
te verruimen. Zoodoende ben ik de Hofstad
en de Hofstedelingen wat objectiever gaan
beschouwen. Daar wil ik voortaan van ver
tellen.
* * *
VLIEÜFEEST OP OCKENBURGH
Goddank! We kunnen met een gerust
gemoed het winter-concert-comedie- en
lezingen seizoen in gaan. Den Haag is niet
achtergebleven, heeft ook haar Elta gehad,
zij 't dan ook veel korter en kouder dan
te Amsterdam.
Vier dagen hebben we gevliegfeest of
feestgevlogen, den laatsten dag voor een
liefdadig doel, zooals dat met Hofsteedsche
hoffelijkheid tegenover de oeconomisch
zwakkeren gebruikelijk is.
De lezer weet misschien niet, dat het
plan om de Elta te 's Hage te houden eerst
aan ons gemeentebestuur is voorgelegd,
die met zijn bekende Hofsteedsche vlugheid
te lang met antwoord talmde; de
Amsterdamsche vroedschap echter sloeg onmid
dellijk toe en zoo ging de glorierijke Elta
onze Haagsche neus voorbij.
Ook nu is dit vliegfeest uitgegaan van
particulier Initiatief en beoogde vooral
propropaganda te maken voor het denkbeeld
van de groote vlieghaven, welke men ter
zelfder plaatse hoopt op te richten.
Welnu, als propaganda is dit feest vol
komen geslaagd. Tevens is ten duidelijkste
uitgekomen welke moeielijkheden men zal
hebben te overwinnen met het terrein en
de toegangswegen, om het bestaan van een
vlieghaven te doen slagen.
De eerste dag was er natuurlijk zoo goed
als niets klaar. Dat zfln we hier in de
Hofstad zoo gewend; 't is altijd alles luchtig
en vluchtig, met een geest van 't zal wel
lukken."
Je hoorde den eersten morgen van de
opening overal timmeren, je zag overal
ververs en sjouwers loopen. Daar werd een
piano binnen gijreden, en er kwamen wagens
met glas- en steenwerk aangehobbeld over
de oneffene duinweide, voor de restaurants.
Vanuit het vliegveld werd niet opgestegen,
wel kwamen Smith en Douglas Shanks
vanuit Engeland aangevlogen. Het was een
narsty trip" met veel bumping" door den
feilen wind, vertelde mij de mechanicien
van den laatste. Over 't vliegveld schetter
den, valsch tegen elkaar in, de orkestjes die
overal verspreid zaten, en zij trachten tever
geefs wat stemming te brengen in het ge
heel. We liepen er allen een beetje troos
teloos rond, bibberend in den kouden wind.
Het is lang geen Elta-weer" hoorde ik den
een luitenant-vliegenier tegen een ander
zeggen. Nieuw woord dus! Houdt dit vast,
taalgelcerdenl Als de zon straalt, als de
hemel wolkenloos over de aarde koepelt,
als de wind niet meer Is dan een
veifrisschende adem, heet dat Eltaweer.
's Middags, nadat ik in 't restaurant mijn
honger had pogen te stillen met een minia
tuur-broodje, zuinig besmeerd en belegd
met ham en een kop leelijke, gekookte koffie,
zag ik tot mijn vreugde de Hofstedelingen
komen, het publiek van de hippische spor
ten, dat zich nu te goed kwam doen aan
vllegdemonstraties. En het heeft volop kun
nen genieten, want omstreeks twee uur
waren er een zestal vliegtuigen present, die
beurtelings luchtkunstjes vertoonden.
Ferrarln, de Italiaan met zijn sierlijk,
ivoorkleurig vliegtuig, waarvan de vleugels
zijn overspannen met geverniste zijde, en
de kleine roode duivel van Fokker, die als
een nijdig satanisch beest door het lucht
ruim schoot, wedijverden in stoutmoedigheid.
Parger, die de roode duivel bestuurde,
joeg 't publiek telkens schrik aan door drie
meter boven hun hoofden te strijken, en als
men dacht, dat hij landen zou, stoof hij plots
weer loodrecht de lucht in. Het waren van
die effektstukjes, die niet nalieten te pakken.
Maar hoog in de lucht wentelde en viel en
gleed Ferrarin in zijn blanke vogel me
minder effektbejag, maar met veel grootere
vliegkunst.
De ware geestdrift kwam echter pas den
tweeden dag; levensgevaarlijk gedrang op
den smailen weg van stoomtram naar
Ockenburgh, weinige doortastendheid van
de Loosduinsche politie. Burgemeester, nog
vol geestdrift over zijn vliegtochtje op den
dag der opening, had zQn burgerij niet meer
in de hand.
Maar goddank waren we dan met ons
vieren, ondergeteekende, vrouw en twee
dochters, veilig binnen de houten hekken.
Dochters verrukt natuurlek. Alle vliegeniers
waren in hun oogen bovenmenschelijke
dat een van hun beyden gaat reysen na
het Westen/ ende de andere nae het Oosten:
Dit soo synde/ die nae het Westen reyst/
volghens den loop der Sonnen' sal de
daghen langher hebben!; de andere nae het
Oosten reysende sal korter daghen hebben/
ende alsoo na eenige langen tijdt/ sal hij
der meerder tellen als de andere.
Dit ghebeurt menighmaal onse Schepen/
die slch uyt onse Provintien begeven nae
de Oost- ende West-Indiens.
Van de vele ingekomen oplossingen waren
er slechts vier goed, n.l. die van B. C. te
Arnhem, D. B. te Amsterdam, Ter H. te
Haarlem en Ln te Arnhem. Ter H. werd,
bij loting, prijswlnner.
De heer Ter H. te H. schrijft zeer ad rem:
Het horloge van Passe-partout, de bediende
van Pnileas Fogg, in een reis om de wereld
van Jules Verne geeft hierop een antwoord.
die naar Indië gaat, doet het beste
om zijn Uitrusting te koopen in
DE BIJENKORF"- AMSTERDAM
Vraagt Catalogus
iiliiiiiiiiiiiiiiiiimiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii!
miiiiuiiiiiiiiimiimiiiimiiiiii
wezens. Trouwens, ik vrees dat na dit
vliegfeest een nieuwe ziekte zal zijn uit
gebroken onder de Haagsche jonge meisjes.
Na de Engelsche ziekte, waaraan de meesten
nu wel genezen zijn, zullen we de
vltegenieritus" hebben te berichten, wat vanwege
't omhoog staren ook nekkramp kan ver
oorzaken.
Hoe meer je echter de kwaal uit den weg
tracht te gaan, hoe eerder je ze soms te
pakken hebt.
En daarom gunde ik mijn meisjes wel
eens kennis te maken met Shanks, den
kleinen Engelschman met wlen ik te
Amsterdam had gevlogen.
't Was een wederzien als van twee vrienden,
shake-hands en dadelijk en vroolrjk gesprek
met Miep en Willy, die in den oorlog de
gelegenheid wel hadden gevonden om goed
Engelsch te leeren. Mama bekeek met
aandacht de zeer moderne toiletten vaneen
paar dames". Ik keek ook, maar niet naar
de toiletten.
Zoodat ik maar wou vertellen, dat het
een echt Hofsteedsch feest is geweest, al
had 't dan ver van 't Haagje plaats, veel
mondain gedoe, veel gevlieg en geflirt, veel
toilet, veel bont, veel schoentjes methooge
bakjes, die diepe gaatjes boorden in het
zand, veel geronk en gesnor in de lucht,
veel geraas en getoeter, gedrang en
onordelijkheid op de wegen, onnoemelQk
veel auto's, motor- en bescheidener fiet
sen, veel kwatta etende menschen, enfin
van alles wat er bij zoo'n feest nu eenmaal
hoort. Ik verneem, dat de gebruikelijke
maaltijden in het eenzame hotel Krjkduin
niet achterwege zijn gebleven met de daar
bij behoorende toespraken.
Laat ons hopen, dat dit vliegfeest-bestuur
niet al te veel heeft moeten betalen voor
deze grootsche reclame, dat het niet is af
geschrikt om hier op Ockenburgh een onder
neming te scheppen, die niet alleen reden
van bestaan heeft, maar die zeker een
kruispunt kan worden van wereldverkeer
met overzeesche landen. Als landings- en
doorgangsstation zal 't zeker eenmaal even
groote plaats kunnen bekleeden als Rotter
dam een onmisbare haven is geworden
voor het scheepvaartverkeer.
NUCHTER LINO