De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 25 oktober pagina 2

25 oktober 1919 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 25 Oct. '19. No. 2209 OP DE PIJNBANK Getrouwe harten, die in mij gelooft, weest niet ontrust, de weemoed is een vriend die tot geneezing en verheffing dient en 't valsche licht van den Bedrieger dooft. Dit weet Verstand, al blijft Gevoel weeklagen en naar den noodzaak van den Gruwel vragen. Liefd'rijk te troosten heb ik lang getracht de veelen, die de weemoeds-last bezwaart. Ik ried hen stil te dulden, onvervaard de pijnen om hun reinigende kracht. Toen stond 'mijn leeven nog in blijden luister, nu kerm ik zelf machtloos in ijzig duister. Nu lig ik zelf op 't folterhout en ril bij 't zien der heete tangen, rood van Gloed, maar 'k schreeuw het uit: als pijn God-looch'nen doet, gelooft het niet 't gaat teegen eigen wil. Een wijl mag mij het vagevuur verblinden ik weet: mijn Redder leeft, en 'k zal Hem vinden. FREDERIK VAN EEDEN houdt? Dit materialisme der acten en data heeft slechts in schijn een zekeren bodem onder zich. In werkelijkheid leeft ook hier de letter van den geest: zonderde psychologische intuïtie, die gebaseerd is op een diepere en universeelere beschouwing der strijdende krachten eener geheele epoche, kan men ook de acten niet geheel naar waarheid interpreteeren. Wat ik hier zeide, geldt zér sterk voor de beoordeeling der nieuwste Weensche publicaties en voor het antwoord, dat graaf Berchtold in de nummers 1487-88 der Neae Zürcher Zeitung daarop gegeven heeft. Het is toch van psychologisch en politiek standpunt uit al heel onwaarschijnlijk, dat Berlijn zich zoodanig door Weenen op sleeptouw heeft laten nemen als het op grond der nieuwste Weensche publicaties den schQn heeft. Wie het wezen der BerHjnsche en Weensche mentaliteit duidelijk voor oogen heeft, zal deze nieuwe exegese over het uitbreken van den oorlog bezwaar lijk overtuigen, als hij tenminste niet den wensch in zich heeft, Berlijn, koste wat kost, te ontlasten en derhalve llchtgeloovlg is. Zeker is, dat Berlijn thans op het actenmateriaal wQzen en het feit constateeren kan, dat de RQksregeerlng, ofschoon ze in onbegrijpelijke verblinding het gewichtigste der Engelsche bemiddelingsvoorstellen van de hand wees, toch nog op het laatste oogenblik alles gedaan heeft, om Weenen te bewegen, water in den wQn te doen. Maar de beslissende vraag blijft echter ook nu nog: was de officieele zoogenaamde rQksleiding ook de werkelijke leiding van het Rik? Of werdt het Dultsche lot in werkelijkheid door geheel andere machten geredigeerd ? Wie slechts een weinig achter de coulissen gekeken heeft, weet, hoe juist de bemerking was, die Haldane in 1912 na zijn bezoek aan Berlijn maakte: .In de hooge regionen heerscht aomethtng llke anerchyl" Hfl bedoelde daar mede het feit, dat er In Berlijn een heele reeks van officieele en nlet-ofBcleele groepen bestond, die op eigen vuist hooge politiek maakte en wel door beïnvloeding van den keizer of van bepaalde personen van het ministerie van Bultenlandsche Zaken of daar door, dat zij tegenover invloedrijke buitenlandsche bezoekers en gasten als de werkelijke beheerschers van den toestand optraden en in dien zin een programma'ontwikkelden. Alleen van het constateeren van dit feit uit kan men de provoceerend-oorlogszuchtlge stem mingen, die niet overeen kwamen met de politiek van den rQkskanselier, befrijpen, die in de rapporten van graaf zögyeny en van den legatie-attachévon Schoen te vinden zijn. Ia deze rapporten vindt men, zonder dat de schrijvers zich daarvan bewust geweest zijn, duidelijk die contrasteerende soorten der Rijksleidlng. De eene wil bemiddelen, localiseeren, rem men, de andere werkt, min of meer doel bewust, in den geest van een praeventleven oorlog, dringt er op aan, de wereld te overeischen en te overrompelen en de goede gelegenheid te gebruiken, om met n slag de Wereldpositie der centrale mogendheden door het godsoordeel van een oorlog in het volle licht te rukken. Beide strevingen wer ken als het ware als bovenbewustzQn en onderbewustzijn; het onderbewustzijn bewees het sterkste te zijn, wat immer het geval is, als het bovenbewustzQn" geen groote positieve doeleinden en idealen heeft, waar door het zich alleen boven de drijfkrachten van het onderbewustzijn kan verheffen. De militaristen en pangermanisten waren de eenigen in Duitschland, die een duidelijk Stogram hadden en wisten, wat zQ wilden. e menschen van het ministerie van Buitenlandsche Zaken stonden gedachtenloos iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiimiiiiiiiiiMiiiiiiiMiniiMiiiii se^téQ^K^. * .^-^«^a^^^g^^x LUCHT EN AARDE DOOR CRISTINE MORESCO-BRANTS Hoog boven het sparrenbosch vloog de Groote Vogel. Het snorren van zijn motor klonk ver door de zoemende stilte van den zomerdag; machtig was zijn vlucht door het teere lucntblauw; de kleine vogels fladderden verschrikt en zwegen. Maar de twee menschen die loom te rusten lagen op de veerende dennennaalden, keken omhoog. .Zie", zei de vrouw zij was mooi en sterk In de zelfbewustheid harer jeugd zie het moet toch heerlijk zQn je zoo hoog te verheffen, zoo te vliegen door die stralende lucht, je kracht te voelen groeien in den strijd met wind en wolken, al hooger te stQgen, in bruisende snelheid voort te jagen..." Maar de man minder vermetel door rijpere ervaring, glimlachte even en sprak: Ook mQ IQkt het heerlijk; maar niet om moed of krachtwellust, maar om te zweven, onbewust van hoogte of snelheid, alleen door de eindeloosheid; slechts te zien de wQde hemelkoepel en mij weg te weten van de begrensdheid der aarde." Dat is weer net iets voor jou, krachten en willoos, tusschen twee werelden. Daarom was het ook reeds van te voren duidelijk, dat degenen, die den wil en het programma hadden, in den onzichtbaren strijd met de officieele RQksleidlng de baas zouden blQven, in 't bijzonder wQl ook de Duitsche gezant in Weenen von Tschirschky (wat aldoor duidelQker wordt) in hun dienst stond. Men kan de verdediging, die graaf Berchtold heeft gepubliceerd, in wezenlijke punten als er naast" beschouwen, maar men moet er toch nauwkeurig acht op slaan, dat ook hQ nadrukkelijk Constateert.datWeenen in de kritieke dagen en ook te voren reeds den indruk heeft gehad, dat BerlQn voor schneidigstes Vorgehen" was en absoluut van compromissen afried, die alleen goed waren, om een onhoudbare situatie te vereeuwigen. Men krijgt zelfs den indruk, dat de som maties, die van Berlijn naar Weenen kwamen, om snel en sterk te handelen en om zich om geen protesten te bekommeren, als resul taat hebben gehad, dat de officieele verma ningen, zich te matigen, niet meer als ernstig gemeend werden beschouwd. In ieder geval is het duidelijk, dat de acten over de be middelingen der RQkslelding absoluut niet voldoende zQn, om BerlQn te ontlasten. Neen, het is noodig, om de kwestie te onder zoeken, waar en hoe de donkere krachten eigenlQk gewerkt hebben, die door ge sprekken, berichten en allerlei Invloeden achter den rug van den Kanselier dat tot stand hebben gebracht, wat Tirpitz in zijn boek das wahnslnnige Hineinschlittern in den Krieg" heeft genoemd. Haldane verliet in 1912 BerlQn met den indruk, dat ,de Pruisische militair zich op maakte, om ever het lot der wereld te be slissen". Het schQnt dat de Pruisische militair en zekere, met hem zielsverwante, bankiers en grootindustrieelen het klaar gespeeld hebben, om, in verbinding met de oorlogs part Q in Weenen, den moord van Serajewo tot uitgangspunt te maken van een riickslchtlose Draufgangenpolitik" en om ook de verantwoordelijke regeerders in Weenen tot de opvatting te brengen, (ten deele met hulp van het Duitsche gezantschap in Weenen), dat men in BerlQn een sterke actie wenschte en dat men in BerlQn des te sterker achter Weenen zou staan naarmate Weenen krachtiger optrad. Dit optreden was noodig, wegens het BerlQnBagdad-programma en wegens de positie van Oostenrijk in den Balkan. De actie tegen Servië moest een strafexpeditie zQn in den geest van die tegen de Merero's en Hottentotten. In dezen geest werd het ultimatum opgesteld en dit militairUtisch begin der geheele actie, die 'door de Berlijnsch oorlogspartQ klaarbIQkelQk voortdurend werd aangestookt, was zósterk, dat alle latere tegenacties van het politieke bovenbe wustzQn" in BerlQn het noodlot niet meer mochten af te wenden, te minder wijl de overhaaste oorlogsverklaring, die het bovenbewustzrjn" niet goedkeurde, een einde maakte aan de juist begonnen Oostenrijksch-Russische onderhandelingen. Men kan zich van de gedachte niet losma ken, dat deze overhaasting met opzet werd doorgevoerd, om een verzoening tusschen Weenen en Petersburg te verijdelen geheel in den geest van een praeventleven oorlog. Het zal aldoor duidelQker worden, dat de IIMJlmlIIIMMlmlIIMIHIIIIimiMIIMMI OELOF flITROEN Kalverstraat 1 Opgericht 1850 TELEFOON 658 N Paarlen, Brillanten Goud, Zilver en Horloges Uitsluitend eerste kwaliteit Levensverzekering Maatschappij HAARLEM" Wilsonsplein 11 DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN Weensche publicaties in haar laatste con clusies Berlijn veel meer belasten dan een der publicaties uit het kamp van den tegen stander, als men maar voor oogen houdt, voor welk een gering deel de zoogenaamde RQksleldlng de dingen werkelijk in de hand had en voor welk een gering gedeelte Berlijn dus door datgene ontlast wordt, wat tot vrQspreking der officieele Rfjksleiding kon dienen. Dit nieuwe inzicht moge voor den Dultscher op 't eerste moment smartelijk zijn, het is de eerste stap op den weg der genezing, omdat het 't wezenlijke kwaad, waardoor de catastrophe van Duitschland is gekomen, namelijk het militairistische denken en zfjn berordnung ,über alle staatsmainischen Rücksichten". zoo duide lijk mogelQk in het licht trekt. F. W. FOERSTER 1789-1918 U*) DE REVOLUTIONAIRE DAAD De revolutie gaat niet uit van het volk. Het Parlement of wat diens plaats inneemt geeft de stoot, de massa volgt slechts, steunt door applaus of uitfluiten als op de publieke tribune in een vergaderzaal en slaat eerst de hand aan de ploeg, als het werktuig eenmaal in de voor is gebracht en de paarden zijn aangespannen. Niet de Beeldenstorm van 1566 is de revolutionaire daad, maar de vergadering van de Staten van Holland in 1572, waar de Prins van Oranje als Stadhouder werd erkend zonder enige koninklike machtiging. In Rusland was het Rodsjansko, de voor zitter van de wettige volksvertegenwoordi ging, die met de Doema tegen de tsaar inging, en in Duitschland begon de Rijks dag en de sociaaldemocratlese leden van deze allerminst revolutionaire vergadering stelden een ultimatum aan de RQks-regerlng, dat de Revolutie te voorschijn riep. Vór dien gisting ontevredenheid, rumoer, daarna omwenteling en echt revolutionaire strijd om het gezag. Evenzo in Frankrijk in 1789. De wereld geeft slechts ruimte voor de uitersten. Geen verzoening, maar strijd is bet albeheersende. Wel is de middenweg *) Voor I zie het nummer van 18 Oct. j.l. III1IIIIIIIIIIIIIIIHII1IIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII IIIIIII1IIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII EEN VERHOOGING VAN DEN MELKPRIJS Teekening voor .de Amsterdammer" van fordaan moed en doel zijn voor jou woorden en niets meer; j: bent geen man van de daad; droomen en mijmeren en opgaan in je eigen gedachten, Is al wat je wenscht l" zei ze smalend. HQ glimlachte weer en woelde met zijn vingers door de dennennaalden. Maar ik heb het leven lief en ik houd boven alles van wat krachtig Is en sterk. Heb jij dan nooit het verlangen j e kracht te meten met al wat sterker schijnt dan je zelf?'' Ik? Ik met mijn arme, bijna misvormde lichaam l Van mijn jeugd af aan heb ik er mij op toegelegd mijn lichaam te vergeten," zei hQ bitter. Beschaamd om haar harteloosheid schoof ze dichter tot hem en stak haar hand naar hem uit: Zoo bedoel ik het niet Henk, ik weet ook wel dat louter fysieke kracht geen waarde heeft, dat moreele moed hooger staat, dat..." Maar hQ duwde haar hand weg en keerde zich moedeloos van haar af, bang bijna voor haar overweldigende jeugd. En hoog boven hun hoofd wiekte de Groote Vogel en zQn bestuurde/ luisterde met aandacht naar het regelmatig kloppen van het vogelhart, de motor, en cirkelde hooger en hooger waar de oogen der men schen hem niet meer konden volgen. En bQ het hooger stijgen keek hQ op den hoogte meter en bij het sneller vlieden tuurde hQ naar den snelheidsmeter en wist niet van den kotpelenden hemel die hem in schoonheid omving en niet van den vrflen wind die hem omwaaide. Recht stuurde hQ aan naar de witte vlek diep beneden hem, waar hij landen zou. Het was een proefvlucht op een nieuwe machine van eigen constructie. Gelukte deze vlucht in alle opzichten, dan was zijn fortuin gemaakt. De vliegkunst was voor hem geen stalende sport en gaf hem geen stille verrukking, het was louter een middel om zQn doel in rQkdom toene men nader te komen. Toen de middaghitte wat geweken was vervolgden Henk en Carla, zQn meisje, hun wandeling. HQ nam haar arm en streelde haar hand, want hQ koesterde geen wrok; en zij in haar onevenwichtigheid wisselde maar al te vaak van stemming. Langs de boschpaden liepen zQ, omsloten door de hooge slanke stammen, waar tusschen het gespeel van licht en schaduw rossige vlekken wierp over den vaal bruinen grond. Zwaar geurden de sparren, zongestoofd, en om hen gonsden vele insecten hun zoemend lied. Buiten het Bosch gekomen, lag wQd ge spreid, tot naar een eindeloos verscaiet, de heide. En erboven welfde zich de hemel in ongereptheid. Ik zie hem niet meer, de groote Vogel, zou hij gedaald zQn?" Waarschijnlijk wel, daarginds is een vliegkamp, daar ver de helde in." Misschien stQgt hQ van avond weer op, als het volkomen windstil is." Allicht, mischien ook is hQ zoo blQ weer veilig op aarde te zijn, dat hQ voor vandaag liever btneden blijft." Neen. Henk, dat geloof ik niet; dat zou laf zQn." HQ antwoordde niet meer. Van over de heide kwam nu de stilte op hen aan, een stilte zoo vol van mystieke wQding dat hun schreden zachter en zachter gingen, dat hun stemmen werden tot teeder gefluister en hun hoofden zich neigden tot elkaar en hun handen zich zochten... BQ het hotel gekomen waar Carla verblijf hield, vroeg zQ hem mee te gaan en uit te rusten op het terras, hQ schudde echter het hoofd, bewerend, dat zijn ouders hem wacht ten. Toen spraken ze af dat zQ dien avond bQ hem zou komen in het kleine huisje aan de heidezoo m waar het zoo stil en vredig was in den groenen schemerschijn van de linden, en waar men het uitzicht had over het golvende land, waar het koren al te rijpen begon. Zoo scheidden zQ; langzaam keerde hij zich om en aan de bocht van den weg ge komen keek hQ nog even naar waar zQ stond op de trappen van het terras; zQ wuifde en glimlachend ging hij verder. Op het terras waar het zomerseisoenleven in vollen gang was, werd Carla opgenomen in een groepje van heel jonge meisjes. Het gesprek was loom en hortend; moe en hon gerig van den langen dag buiten, zaten ze verveeld te wachten op de diner-bel. Heb je den vliegenier al gezien ?" vroeg er een. Een vliegenier, is die hier, waar dan?" zei Carla. Met een bijna onmerkbaar wenken van de oogen wezen zQ hem aan waar hij in een rieten stoel kalm te rooken lag. Dan bogen de hoofden naar elkaar toe, en er werden blzonderheden gefluisterd over zQn leven. ,,Van avond stQgt hij weer op, we gaan samen er heen, het vliepkamp is diep de heide in, maar met een fiets niet zoover; ga je ook mee?" HET KAMERLID BRAAT .A/s een Kaninefaat In zijn boeren-gewaad Met zijn polder-gelaat Zit het Kamerlid Braat In het Huis van den Staat Als een pracht-acrobaat. Het is, als hij praat, Of de wei open staat En de Kamer vergaat Bij het koeien-geblaat En een stier die de daad Van een melkkoe begaat. Maar het Kamerlid Braat Wordt er vreeselijk kwaad Als een stuk democraat Om zijn boeren-gepraat Op zijn dijbeenen slaat En zich lacht uit de naad. De landbouwer Braat Is een merk in 's Lands Raad Dat de melkdrinkers haat En als dorps-advocaat Pleit met zijn gepraat Voor een melk-syndicaat. En wanneer men 't laat Zooals het zaakje nu gaat Zorgt het Kamerlid Braat Dat er voortaan geen maat Versche koemelk bestaat. Al maakt hij zich kwaad Deze kaas-kandidaat Het figuur wat hij slaat Is nog fiks en cordaat vergeleken bij dat, Wat van Oroenendaal slaat. H. J. S P E E N H O F F IIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIIIII DEVO Geurige Sigaar FABRIKANTE N.V. DIEVENBACH's Holl. Sigarenfabriek UTRECHT tiiiiilili lliliiliillltlllliitlllllllllllllllltlilllllllliiiilllliiliiiiliilniiiiiii een gulden pad, maar de mensheid wenscht het niet te betreden (hoe goudzuchtig anders ook!). Schaars blijven de enkelen, die het zoeken, de massa dringt naar het eene of het andere kamp, oorlog en haat voeit zQ in het banier en alleen het slagveld geeft de beslissing. In 1914 mislukten alle be middelingspogingen. Aan het begin van de oorlog en bQ de vrede is bet niet de ver zoenende Wilson, maar de felhatende Clemenceau en de minister van strQd-tot-hetuiterste Lloyd George, die de geweldvrede hebben gemaakt, nadat de keizer en zfn raadsheren elke rechtvaardlgheldsvrede had den verQdeld door de strijd voort te zetten tot de ondergang of de overwinning. In Rusland heeft de Doema niet aan de socialisten willen toegeven en deze laatsten zelf wilden niet anders dan alles en kozen Leninl Is de mijn-kwestie in Engeland reeds opgelost of zal ook daar alleen de staking, het uiterste middel, de beslissing brengen? Hoe had men in Frankrflk in de Cahiers" en de brochures van vór de bijeenkomst der Staten-Generaal gejuicht en zich dank baar getoond over de samenroeping der volksvertegenwoordiging. De gulden tQd voor FrankrQk zou aanbreken. De wei menende LodewQk, men wist het wel, kon nu eindelijk zijn goede voornemens ten uitvoerbrengen, niet langer misleid en ge blinddoekt door adel en geestelijkheid! Een storm van loyauteit was door het land ge gaan en nooit als in dat voorjaar is hQ zo enthousiast toegejuicht door Parfls. Het was ook zo schoon, wat hQ beloofd had bQ zijn Onmogelijk," zei Carla, spijtig bijna over de afsoraak die ze met Henk gemaakt had. Even flikkerde het gesprek op maar zakte toen weer. Zij zaten maar stil te peinzen, de meisjes en keken tersluiks naar den vliegenler, want in haar zieltjes sluimerde latent de neiging tot helden vereering. En ondertusschen dacht Carla aan Henk, die zoo zwak en zoo stil was. Verlegen werd zij onder zijn zachte kalmte, soms durfde zij zich niet te uiten, zich te geven zooals zij in waarheid was, impulsief, opgewonden, begeerlg naar het leven met al zijn mooi. Dat begreep hij niet, hQ die zoo graag te droomen zat, zoo buiten het leven om, daar ginds in zijn kamer, waarin het licht, zevend door de bladeren heen, zoo groen scheme rig binnen vlood. De artikelen die hij schreef, las zij wel, maar ze waren boven haar begrip, en gingen grootendeels voor haar verloren. Dat vond hij vreemd en hij trachtte dan te verklaren met omzichtig gekozen woorden, en dat maakte haar ongeduldig, gewild onbegrijpelijk En toch was zij zich van zijn liefde wel bewust, zijn liefde die haar zoet en stralend aandeed, die zij niet meer missen kon om den zachten dwang, waarin zij zich gevangen wist. Soms in den nacht als ze wakker lag en het duister maar niet wijken wilde, en d stilte om haar heen verlammend op haar inwerkte, dan werd zQ bang voor het leven dat komen ging, als zQ zich voor go*d aan hem zou verbonden hebben. Zij was zich bewust van een sterke levensbegeerte en ze was bang voor het stille bestaan dat hem een voldoening scheen te zijn. Dan nam zij zich voor het hem te zeggen,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl