Historisch Archief 1877-1940
l Nov. '19. No. 2210
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13
HET GESCHENK VAN AMSTERDAM AAN ROTTERDAM
Teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek
AM5TERDAM5CHE TIJD
Teilegen tot Zitnmerman: Ik hoop dat U Uw tijd niet te ver
vooruit zult loopen"
iimiiniiiiiiim
Wijsgeer en Socialist
Antwoord aan dr. Van Ravesteyn
Het was mQ inderdaad bekend, dat prof.
Mannoury lid der Communistische Partij is.
Daar ik met de bespreking van zijn boekje
echter alleen het doel had, de aandacht te
vestigen op den belangrQken Inhoud, achtte
ik het onnoodig te vermelden, tot welke
partij de schrijver behoort.
U acht het woord socialist" in het
verhand, waarin ik het bezig, misleidend".
Elk woord is min of meer misleidend, maar
ilc zie niet in, dat socialist" in dit verband
rnisleidender zou zijn dan communist".
Integendeel levert het wootd socialist" m. i.
minder gevaar op om misverstaan te worden,
waar Socialisme'' aanduidt die groote
maatschappelijke strooming, die e^n waa?h]k
socia'e, d. w. z. kameraadschappclijVe samen
leving ten doel heeft. De term communisme"
acht ik verwarrend, daar wQ door dit woord
herinnerd worden aan het zuivere commu
nisme der eerste Christen-gemeenten, die
alle dingen gemeen" hadden, wat toch niet
met den strijd der revolutionaire Marxisten
overeenstemt, die slechts de productie
middelen in gemeenschappelijk bezit willen
brengen.
In mijn bespreking van prof. Minnoury's
geschrift heb ik mQ echter van zulke fijne
en moeilijke onderscheidingen onthouden,
daar deze voor mQn doel niet noodig waren.
Het boezemt mQ minder belang in, en
ik vermoed dat dit met de meeste lezers
van de Amsterdammer het geval zal zijn
tot welke pariij iemand behoort, dan wel
wat hij is, wat hQ werkelijk voelt en denkt.
Ik zei reeds dat ik elk woord voor mislei
dend houd; ik bedoel hiermee, dat een zelf de
woord, waar het om dingen gaat, onze
diepere levens- en wereldbeschouwing
rakend, voor verschillende menschen een
verschillende beteekenis heeft, naar gelang
van aanleg en ontwikkeling van het individu.
Daarom zegt het feit, dat iemand een be
paald partij-programma heef t onderschreven,
mq nog maar zeer weinig omtrent zijn
werkelQk denken en voelen. Om een voor
beeld te noemen: mevr. Roland Holst en
Wijnkoop zijn beiden lid der Communisti
sche Partij. Toch ben ik overtuigd, dat htt
Communisme in mevr. Holst in wezen iets
eeheel anders is dan dat van Wijnkoop.
En om dit wezen is het mQ te doen; de
'n-wo irden-gelijke formuleeringlu&ïmij koud.
Het Socialisme is voor mQ geen program ma,
maar een geestesgesteldheid. Het komt er
niet op aan of wQ ons socialist noemen of
communist, christen of atheïst, het komt er
op aan, wat wQ zijn.
Het schijnt ook, dat prof. Mannoury zelf
in het woord socialist" geen gevaar voor
misleiding ziet, waar hQ zijn zelfkeur tot
titel geeft: Wiskunst, Filosofie eaSocialisme".
Ik hoop hiermde uw vraag genoegzaam te
hebben beantwoord.
Mr. H. GILTAY
Herman Heijermans en de Stads
schouwburg
Mijn artikel over bovengenoemd onder
werp in no. 2208 van dit weekblad heeft bQ
den heer H. H. een sentiment te werk ge
steld, welker sterkte en hoedanigheid mQ
hebben doen besluiten niet te zwijgen. Dit
sentiment is blijkens uitdrukkingen als Rid
derlijke, ongemeen geachte A. D." e. d. en de
goedkoope verdachtmaking die woede, die
men wel kan waarnemen in gevallen, waarin
iemand zijn ongelijk voelt, dit niet erkennen
kan en zich onder die tegenstrijdigheid even
verbijt in zure schoolmeesters gift of felle
valschheid, waaruit dan doorgaands een schel
den voorkomt, dat zijne voornaamste ken
merken vindt in een volslagen gebrek aan
aristocratie en stumperigheid der methode.
Men dient een heel goed kenner der
gevoelssamenstelling te zijn om onderden druk
van een sentiment een ander zoo te veinzen,
dat niemand de onechtheid voelt of waar
neemt. Zoo'n goed psycholoog blQkt de heer
H. H. niet te zijn, want reeds aanstonds na
den inzet van zQn antwoord blijkt, dat hQ
pozeert voor edelen martelaar uit het feit,
dat hij twee zinnen, die logisch geen ver
band met elkaar hebben, veibindt door maar
in ieder geval", alsof het at of niet onder
pseudo schrQven ooit van bepalende kracht
zou kunnen zijn omtrent de al of niet sap
pigheid van mij a stijl. Deze onlogische
samenkoppeling dient alleen om de houding aan
te kunnen nemen van bloedjes door iemand,
waarvan hQ het bestaan zelfs wist, hulpeloos
onwetend aangevallen te worden en als die
goeie redactie 'm nou niet 's ongevraagd"..och
arme! Deze poze van martelaar wordt verder
in het stuk gedragen door uitdrukkingen als
acht ik niet onplezierig". Mag ik even",
de in binnen- en buitenland gerenommeerde
prulschiQver" door het verhaal der opoffe
ringen, der vierendeeling, der plukking, ver
minking en door het stellen van zijn hoop
op gunstige b:oordeeling op het nageslacht,
alsof hij door het levende behandeld wordt
als een miskend genie. Het dllletanterige van
den geheelen opzet nu is, dat hij zijne door
zichtigheid ontleent aan het feit, dat H. H.
zijn martelaarsschap gaat motiveeren door
mededeelingen, die hunne aanwezigheid niet
De nauwkeurige afwer
king van ELK onderdeel
van het
FONGERSrijwiel draagt er toe bij,
dat dit jarenzjju lichten,
geruischloozen gang
behoudt en zeer weinig
voor onderhoud vraagt.
DoGroninoerRijwielenfabrieklFONGERS
IIIIIMIIIllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllltlltllllllllllltltlllllllllIIllllllll
Royal Auction Bridge
Ditmaal wil ik eens een paar gevallen
naar voren halen, die zich voordeden, teen
ik kort geleden achter een speeltafeltje zat,
waaraan Royal Auction Bridge werd gespeeld.
Het eerste voorbeeld betreft het spel na
een doublure.
B
A , C
S heer, 9
H aas, heer, 10, 8. 6
R Heer, 6
K aas, 9, 4, 2
Op bovenstaand spelannonceerdeG(gever)
n sansatout, A paste, B paste, C bood
twee kroonschoppen; G met zQn heer tweede
van schoppen en zijn korte kleur in ruiten
vond het gevaarlijk om in sansatout door
te gaan en bood drie harten. Deze drie
harten werden door A gedoubleerd, B paste,
eveneens C en G kon niet anders doen, dan
trachten het spel toch te winnen.
A kwam uit met schoppen aas en speelde
daarna nog eens schoppen. G maakte daar
door zQn schoppen heer. Om voor ver
rassingen gevrijwaard te zijn speelde G
harten heer en daardoor bleek, dat C chicane
in harten had. G vervolgde met ruiten heer,
daarna ruiten zes en nam die in den blinde
met ruiten vrouw. Daardoor was aan G
dus na de vijfje slag het volgende bekend
van de verschillende spelen, zooals zQ oor
spronkelijk waren.
S 5. 6
H 9, 5, 3
R aas, vrouw, 10, 8, 3
r^r* K Heer, 10, 8
S aas, 7 (?) B S vr., boer, 10,8.4,
H vr., boer, 7,4 2 ACH 3(2)
R ? R ?
K ? G K ?
S Heer, 9
H aas, heer, 10, 8, 6.
R heer, 6
K aas, 9, 4, 2.
De blinde is nu aan trek; G rekent uit,
dat de tegenpartij zeker maakt vier slagen en
wel schoppen aas, vrouw en boer van harten
en een klaveren slag. HQ moet dus zorgen,
dat 't geen kleine troeven kan maken. De
harten negen in den blinde is daarom van
onschatbare waarde. C speelt nu uit den
blinde een ruiten. Hij zou ruiten aas kunnen
spelen en zien of A nog een ruiten had. Het
wegwerpen van een klaveren uit zQn eigen
hand geeft hem echter niets, hQ houdt in
die kleur toch drie kaarten over. HQ speelt
dus ruiten acht en neemt die in de eigen
lllltlllllllMMIIMIIIIIIItlllllllllMlllllllllllllHIlHIIIIIIIIIIIIIII
tevens wettigen door het tegen-argument-zQn,
zoodat eene reeks overbodige mededeelingen
ingeschoven worden. De zijn: Alinea A. en
B. (de geschiedenis van een nadeellg saldo
en het bestaan daarvan vernietigt niet de
mogelijkheid, dat de stukken van H. H. meer
opvoeringen zullen genieten dan ze waard
zijn), Alinea C. (Slechts een derde gedeelte
van de genoemde schrijvers zijn opgevoerd
n geen kan met H. H. wedijveren), Alinea
D. (behalve de oprichting van den
Regieraad), Alinea E. F. G. Al deze overbodige
mededeelingen dienen alleen om in alinea
D zijn geheel martelaarsschap van onder tot
boven te kunnen beplakken met de reclame
papieren van zijn troupe en repertoire. Wij
laten het aan de H. H. raadsleden over te
beoordeelen wat de redelijke waardels van
dergelijke boeren-bedriegers houdingen en
dergelijke met hunne moeielijkheden
marskramende sollicitanten. Ter bespreking blijft
de Regie-raad! Of H. H. verslijt de H. H.
raadsleden voor onverbeterlQkestommelingen
of hij is zoo in het nauw gedreven, dat hij
zelf geen uitweg weet. De leden van dien
Regie-raad zijn toch in de letterkunde volslagen
onbekend en hebben nooit eenig blijk van let
terkundige bekwaamheid gegeven, zij zijn
zijne ondergeschikten en hij had dus even
goed kruiers kunnen nemen. De heer H. H.
is het met deze waardeering volmaakt eens,
al is hij aan zijne houding verplicht zulks
te ontkennen, want hQ die de jonge Gids"
oprichtte, die college liep in De Verzamelde
Opstellen" van van Deyssel die onder den
druk van dien meester van eene onder on
echte socialistische gevoelens gedane aan
kondiging van eene nieuwe naturalistische
richting over Ghetto" heen zwenkte naar het
goede werk Van Hoop op Zegen" zou nooit
die stemhebbing van dien raad durven hand
haven, indien hQ zich te verantwoorden had
inzake letterkundige eerlijkheid ten overstane
van de Prinsen van '80" naar wier gesproken
woord hij eens hunkerde. Als de H. H. raads
leden mg niet gelooven, dat zQ eene enquête
instellen bij de dragers der icheppende kunst
bij van Deyssel, Kloos, Gorter, HeQermans,
Boutens e. a. en dat zij dezen vragen of dien
Regie-raad ook maar de geringste letter
kundige bevoegdheid kan worden toegekend.
Of er nog H. H. raadsleden zijn, die zich
door de gespeelde ma«quarade zullen laten
vangen, dienen wij af te wachten. Ten aan
zien van eene beoordeeling van een nage
slacht spreek ik den heer H. ter gelegener
tQd nader.
Mijn Inziens is het niet noodzakelijk, dat
de heer H. H. antwoordt, tenzij een of ander
sentiment hem het zwijgen belet, welk ant
woord ik dan alleen van repliek zal dienen,
als hQ onder den druk van dat gevoel iets
beweert, dat meer de moeite waard is om
tegengesproken te worden dan het hierboven
behandelde verweer.
A. D E PR E S N E
hand met troef acht. HQ mag het er niet op
wagen om met troef zes te troeven, want
indien A ook renonce heeft maakt hfj harten
zeven en dan is het spel verloren.
A staat nu voor een moeilQk geval. HQ
heeft ook renonce ruiten. Daardoor krQgt G
nu bijna volledig overzicht van alle spellen
en kan ik die nu wel In zQn geheel geven.
S 5, 6
H 9, 5, 3
R aas, vrouw, 10, 8, 3
K Heer, 10 8
B S vrouw, boer, 10,
S aas, 7 8,4,3,2
H vrouw, boer, 7,4,2 A C H
R, 5, 4 R boer, 9, 7, 2
K vrouw, boer, 6, 3 K 7, 5
«
S Heer, 9 >
H aas, heer, 10, 8, 6
R Heer, 6
K aas, 9, 4, 2
(Het had ook kunnen zQn, dat A in plaats
van een van zQn klaveren een schoppen
had; maar dat doet er niet toe).
Neemt A den trek, dan moet hQ met
klaveren uitkomen en dan is er kans, dat
hQ geen slag in klaveren maakt als G in
den blinde snQdt, wanneer hQ met klaveren
aas in zQn eigen hand aan trek is gekomen
en klaveren naspeelt. Laat A den slag loopen
door een kleine klaveren bQ te spelen, dan
speelt G zQn klaveren aas, daarna den heer
en daarna een kleine klaveren, A komt dan
aan trek, moet dan harten vrouw spelen,
die G met de aas neemt, G speelt dan een
klaveren na; indien A er harten 4 op legt
neemt G die slag met harten negen. A
maakt dan de laatste twee slagen. HQ heeft
dus in totaal gemaakt n schoppen slag,
n klaveren slag en twee harten slagen.
De doublure Is dus mislukt G en B stonden
schoon in de manche. ZQ winnen dus de
manche.
Hier blijkt dus weer uit, dat men, vór
te doubleeren, niet alleen naar zijn eigen
kaarten moet kijken, maar ook naar den
stand van de manche op het papier. Indien
G en B de manche gewonnen zouden hebben,
indien zQ 3 slagen maakten, was een doublure
alleszins gewettigd; nu was het geraarlQk
en was het beter geweest tevreden te zijn
met de enkele punten, indien het gelukt
was aan G strafpunten te bezorgen.
Men zou nog de vraag kunnen stellen
of het goed was dat A met schoppen aas
uitkwam; de annonce van C was te be
schouwen als een geforceerd bod, maar die
annonce van zQn partner en het feit, dat
hij slechts aas tweede had, was te aanlok
kelijk om niet te beproeven op die wQze
een van de kleine troefjes te maken, of G
te verzwakken door hem uit zQn eigen hand
te laten coupeeren.
Het tweede voorbeeld betreft de wQze
van bieden waarbij sich een paar bijzon
dere gevallen voordeden.
B
S aas, boer, 9. 6 S vrouw, 10, 8
H Heer, vrouw, 10,5 A C H aas, 9, 8, 6,3,2
R Heer, boer, 8 R, 5, 4, 2
K 10, 6 K 6
G
Ik zat achter A en de gang van het bie
den was als volgt: G bood n ruiten, A
een kroonschoppen, B twee klaveren, C twee
kroonschoppen, G drie klaveren, A drie
kroonschoppen, die door B werden gedou
bleerd, C, G en ook A pasten.
Vooreerst zou ik willen beschouwen wat
A had moeten doen na de annonce van G.
G had n ruiten geannonceerd, A zit met
heer, boer derde achter hem, heeft zeer goede
iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimi
Een Militair Téiépath
In de Telegraaf van 2 Oct. j.l. komt een
ingezonden stuk voor van de hand des
heeren Von Schmld, Lult. Kol. der Infanterie
waarin deze het Dep. v. Oorlog, den weg
meende te moeten aanwQzen waarlangs
ruim 10 millloen 's jaars kon worden be
zuinigd, enkel en alleen op 't wapen der
Infanterie zooals de heer S. in 't slot van zijn
betoog nog eens verzekerde.
Dit prikkelde onze nieuwsgierigheid in
even hoogen mate als de wonderbare pres
taties van den grooten telepath Rubini,
waarvan wQ maar hoegenaamd niets konden
begrijpen; eene gewaarwording voorwaar,
die ook de nadere inhoud van dit stuk op
ons teweeg bracht, zoodat het denkbeeld
aanstonds in ons opkwam met een Militair
télépath te doen te hebben en wel met eene
van niet geringe beteekenls.
In een zeer kort bestek (slechts l kolom
groot) zet hQ zQn 10 millioen bezuinigings
plan uiteen, wat de S. evengoed 25 millioen
had kunnen noemen, doch over welke
bescheidenheid wij de S. hoegenaamd geen
grief wenschen te maken, daar bescheiden
heid unaniem steeds als een der grootste
menschelQke deugden hare sanctie heeft
verkregen.
Immers toch, als men hoegenaamd geen
cijfers of getallen noemt, kan er niemand
wat op tegen hebben wanneer S. de 10 op
25 millioen stelde en zou er zelfs de waarde
van het ontwerp nog door worden ver
hoogd. Doch ter zake.
Met een acrobatische vlugheid richt hQ
op slaat hij weg en voert hij in een
geheel stel nieuwe militaire organisaties
waarvan het gewone militaire verstand aan
't duizelen raakt en aan militaire telepathie
moeten doen geloven.
Waarom juist 18 Regiment? Geen woord 11
Met een handige salto mortale duikelt
de S. over oefeningstljden
bataljonsindeeling kaderopleiding?ploegensttlsels
kleedingvoorziening en onderhoud en
vernietigt Brigades alsof 't papeters ware,
om vervolgens Regimenten tot Divisies te
vereeenigen op eene wijze... die niets ter
zake doet" volgens den geleerden auteur,
Zógaat al verder zQn militair tépatische
blik met bliksemsnelheid over alles, om
verder de militie in burgerkleeding of in
nagenoeg waarde looze kleedingstukken met
groot verlof te zenden" en vervolgens te
eindigen met de clausule: voor de her
halingsoefeningen behelpe men zich en men
drage zorg, dat er bij mobilisatie voor ieder
man fan stel kleeding aanwezig is:" z
staat het er woordelijk!
Slmple comm»bonjour!" niet waar?
En: Hef spreekt van zei?, dat de Staat op
onbekrompen wijze moet zorgen voor het
beroepskader, dat over compleet raakt".
Hier is zeker elk commentaar overbodig.
Welke financieele voordeelen dit alles
harten en schoppen, is dus In drie kleuren
goed gedekt en al heeft A geen twee azen,
zou ik op dat spel n sansatout hebben
aangekondigd. Men moet toch goed begrQpen
dat daarmede niet het laatste woord Is gezegd,
het bieden is nog niet geëindigd; men zegt
daardoor aan zQn partner, dat men In min
stens drie kleuren goede kaarten heeft en
in de geannonceerde kleur gedekt Is. In dat
geval zou B ook twee klaveren hebben ge
annonceerd; C was dan zeker overgegaan
in harten en A en C zouden in die kleur
een schitterend spel hebben gemaakt, G heeft
ruiten geanonceerd als tegenannonce; ook
al zit schoppen heer bij B, dan maken A
en C toch zeker vier aan trek.
Maar nemen wQ nu het geval, zooals het
fegaan is. A annonceerde dus n schoppen.
twee klaveren. Wat moest C nu doen ?
Hij annonceerde twee schoppen, maar wat
voor steun kan hQ zQn partner In die kleur
bieden ? ZQn schoppen kleur is kort. HQ kan
die dus hoogstens voor twee slagen rekenen
en bovendien heeft hQ nog harten aas, dus
hoogstens drie slagen, waar hQ op kan reke
nen. Het ophoogen van het bod van zQn
partner was dus niet gemotiveerd. HQ had
ook wel geaarzeld, wat hQ zou doen; of hQ
niet in harten kon overgaan en dat was
m. i. alleszins juist geweest. Met zQn
singleton in klaveren waren de kleine troeven in
harten goed tot hun recht gekomen. Nu
waren die kleine harten niets waard en zQn
schoppenkleur was te kort.
Er is echter m. i. nog meer. Na het bod
van twee schoppen door C, bood G drie
klaveren. Wat had A nu moeten doen?
De schoppenkleur van A was erg kort
om in die kleur te spelen en elgenlQk was
zQn hartenkleur beter; zij ontloopen elkaar
echter niet veel, belden zQn kort.
Nu was het m. 1. voor A zaak geweest
geen drie schoppen te bieden, maar drie
harten. Dat was toch ook nog geen defini
tief bod, want alle spelers komen nog aan
bod. Zou C zQn partner niet kunnen steu
nen in harten, dan kan C altijd nog drie
schoppen bieden. Op die manier laat A aan
C de keus tusschen de beide kleuren.
Zou de annonce van harten door een van
de beide tegenspelers gedoubleerd worden,
dan kan A zelf ook nog altijd overgaan in
schoppen.
Er wordt altQd nog te weinig aandacht
aan geschonken, dat de beide partners elkaar
zooveel mogelijk inzicht moeten geven in
hun spsl.
Het spel van drie schoppen, zooals het nu
door A en C gespeeld werd, bezorgde hun
vier gedoubleerde strafpunten, terwQl zQ in
harten, tot welke kleur zQ volgens mij altQd
hadden moeten komen, de manche hadden
gewonnen.
Toen A besloot een kleur te noemen, en
daarbij de keus had tusschen kroonschop
pen en harten, was het goed, dat hQ eerst
de hoogste kleur noemde. Dat maakte het,
na later overgegaan te zQn in een lagere
kleur, gemakkelijker om terug te keeren tot
de oorspronkelijke kleur.
BQ het einde van het spel werd mQ door
C gevraagd of hQ, na de doublure door B
van de drie kroonschoppen, goed gedaan
had om toen nog vier harten te bieden. Hij
had het kunnen probeeren, maar, niets we
tende van het spel van zijn partner, was
de kans groot, dat die annonce ook ge
doubleerd werd en dan moest hQ nog een
trek meer maken. Er was echter wel wat
voor te zeggen geweest om te trachten de
doublure op die wQze te ontloopen.
BRI DGER
IIIIIIIIIIIIMIIIII
zoude opleveren, wordt bQ volslagen af
wezigheid van eenig cijfer strikt geheim
gehouden, zoodat de conclusie: «ruim 10
millioen bezuiniging" evenveel kans op het
omgekeerde geeft. Wanneer men toch een
bezuiniging van 10 millioen aangeeft is eisch
no. l van den auteur, dat hQ dit met duide
lijke cijfers waar maakt. Laat hQ dit na
en negeert hQ de cijfers dan blQft zijn
betoog: un coup d' peédans l' air.
Zóals het in zQn groote soberheid daar
staat, geeft de al te bescheiden grooten
militairen denker het Departement slechts
een lapje stramien cadeau, waarbij zQ de
zijde, de wol en de bearbetdlng hebben te
voegen om er een grootsch tapisserie werk
van te borduren.
R E ij K E s
Een Nederlandsche Opera
SAMENWERKING GEVRAAGD
Een onzer lezers schrijft:
Ik heb een tekst gemaakt voor een groote
opera", met een schema, waaruit blijkt, dat
is uitgebeeld de overwinning van het Chris
tendom op het Moorsche geloof, indirekt
ontleend aan een bekend gedicht uit de
middeleeuwen.
Ik heb op muziekgebied echter te weinig
relaties om mQ in verbinding te kunnen
stellen met een componist die kracht, lust
en tQd genoeg heeft om het werk muzikaal
onderhanden te nemen.
Ik ben zoo vrij Uw bemiddeling in te
roepen, teneinde in relatie te komen met
een componist aan wien ik mijn werk kan
toevertrouwen.
Gaarne verleent de redactie hare bemid
deling en verzoekt hen, die bereid zijn met
den inzender samen te werken, te schrQveu
aan het secretariaat der redactie, Keizers
gracht 333, Amsierdam.