De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 1 november pagina 7

1 november 1919 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

l Nov. '19. No. 2210 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND PADVINDERSWERK Nog al te onbekend en daardoor onbe mind is ons padvlnderswerk, dat toch zoo'n mooie toekomst tegemoet gaat en zoo'n belangrijke rol kan spelen in onze volksopvoeding. Hecht zijn nu in Amsterdam de fundamenten gelegd. De pioniersjaren zijn doorgeworsteld en wij mogen verwachten dat dit werk zich in de komende maanden flink zal uitbreiden. Vooral in het laatste Pinksterskamp heb ik steik gevoeld, welk een krachtige kern wij thans bezitten. Het zal waarlijk niet aan ons liggen, wanneer in de volgende maanden daarop niet krachtig wordt voortgebouwd en ook hier ter stede onze beweging groeit tot de organisatie die de jeugd noodig heeft. Maar ik wil geen theoretische beschouwingen geven, doch U slechts enkele Indrukken weergeven van ons kampieven. Wij gaan daartoe in gedachte eenige maanden terug en ik leid U naar ons zeer geslaagd Pinksterkamp. Een uitgestrekte stralende heide, waarover de zon haar stralen werpt, hier en daar de bekende tenten van de Padvinders in groepjes bijeen, vroolijk hoorngeschal, blijde kreten van jongens, het Is een heerlijk tafereel waarop ik kijk als ik in den laten namiddag van den Zaterdag voor Pinksteren de heide bij Amersfoort opfiets, gtëscorteerd door eenige Padvinders. Oe Padvinder trekt daar heen waar de heide lacht; waar de wind waait en waar de zonne blaakt. Beter terrein dan hier is daarvoor nauwelijks te vinden. Getrouw aan hare traditie heeft de vereeniging ook dit jaar weei alle Amsterdamsche padvinders in een Pinksterkamp vereenigd. Een dergelijk groot k«mp biedt vele voordeelen Ongetwijfeld gaat daar een en ander verloren, wat in een klein kamp, van een troep in eigen kring, meer tot zijn recht komt. Maar wij zouden die beide Pinksterdagen, waar alle padvinders bijeen zijn, toch niet gaarne missen. Het is een mooi terrein gelegen vlak bQ het vliegkamp te Soesterberg, waar wt) dit jaar onze tenten mochten op slaan. Op allerlei wijzen zijn de padvinders in den Zaierdagochtend daarheen getogen. Toen ik er in den namiddag aankwam waren de meeste troepen reeds vrijwel vol tallig aanwezig. Het loopt tegen zes uur. Het eten is gereed. Een kort hoornsignaal weerklinkt en netjes en ordelflk, maar toch niet stroef, komen de troepet, aanmarcheeren. Als allen gezeten zijn in de groote tent, wordt het druk en roezemoezlg. Het fluitje van den hoofdleider weerklinkt. Daar zijn alle padvinders aan gewend en terstond is bet er doodstil. Ziet, wanneer men dat met een groote troep van eenige honderden jongens uit alle standen bereikt, dan mag men toch wc l zeggen dat 11 een resultaat is behaald. Hier geen gedwongen en van boven opgelegde tucht, maar een van zelfsprekende innerlijk gegroeide ordezin. Zoo zijn de padvinders het altijd gewoon. Zoo blQken zij het ook nu zonder voorafgaande waarschuwing, nu zij met een paar honderd bijeen zijn, haast automatisch te doen. Een oogenblik stilte voor tafelgebed wordt thans gegeven. Er zijn troepen bfj, die dat op prijs stellen, andere troepen eerbiedigen dit dus. Dan gaan allen aan 't eten. Na afloop eenige mededeellngen; dan stuiven zij weer de heide op. Ik trek een eind weg, vanwaar ik een overzicht heb van het kamp. Heel in de vertel hoor ik Terugkeer van de lichaamsoefeningen, des morgens vroeg gehouden tromgeroffel en hoorngeschal. Daartusschen door de tonen van de pijpers. Het geluld komt nader bfj. Ik weet wat het is. De band" is geheel spontaan terug gemar cheerd naar Baarn. Dat wil toch wat zeg gen voor deze jongens op een snikheeten zomermlddag. Zij hebben vanmiddag reeds gepakt en beladen gemarcheerd vanaf Baarn. In het kamp aangekomen hoorden zij dat er in den laten namiddag nog meer Pad vinders aankwamen, die Vermoeid en bela den den langen weg moesten afleggen. Zonder eenige aansporing besloten zij terug te marcheeren om dezen trotp af te halen. Dus weer in de warmte terug naar Baarn; nu komen zij daar met hun makkers aangemarcheerd. Dat is Padvinderswerk. Des avonds bfl de vlagparade wil ik er hen met een enkel woord voor bedanken, maar zij wijzen dat af. Dat spreekt vanzelf. De vlagparade, heerlijk moment, eiken ochtend en eiken avond. De troepen verza melen zich om de vlag, die 's ochtends wordt geheschen en 's avonds voor het naar bed gaan langzaam en plechtig wordt neergelaten, beide keeren onder het blazen van het groot-saluut". Een kort plechtig oogenblik, n van die momenten die de jongens noodlg hebben en die het padvindersleven zoo rijkelijk geeft. Een korte toe spraak werd dit keer eiken ochtend en avond gehouden. Enkele eenvoudige woorden die tot het jongenshart spreken. Geen gepreek een persoonlijk woord. De jongens liggen daarbij in een grooten kring om de vlag. WIJ eisenen geen stramme discipline en onnoodig in-de-houdlng-staan". Wel tucht. Als de leider gereed is klinkt een fluitsignaal, allen staan op, brengen het groot saluut aan de vlag die hun idealen symboliseert, en onder trompetgeschal, terwfll de avondzon in honderden tintelende jongensoogen straalt, wordt de vlag largzaam neergehaald. Moment dat ook den volwassene pakt, die niet ongevoelig is voor jeugd-idealisme. Dan gaan allen naar hun tent. ledere troep kampeert afzonderlijk. Een kampvuur kunnen de troepen hier helaas niet houden dat is anders het glorlepunt van een padvindersdag. Men moet dat hebben meegemaakt om te weten wat het beteekent. Wei echter is iedere troep vr( den dag te eindigen zooals hij wil. Want htt groote beginsel der Padvinderij, dat elke troep een eenheid vormt. wordt ook hier volgehouden. De Padvinderij, dat is, zooals een onzer leiders het uitdrukte, de door vrijwillige organisatie in bepaalde banen geleide onderlinge zelf opvoeding van de jeugd. Wij zien het hier in praktijk gebracht. Zij klinkt misschien zeer geleerd deze defi nitie, maar zij is inderdaad heel eenvoudig. Met woorden moeilijk nader te omschrijven, maar wie enkele dagen in een kamp heeft doorgebracht, die voelt wat de innerlijke inhoud daarvan is. De vrijwillige organisatie komt alleen in een troep tot uiting. Dat gaat niet van boven af, dat moet van binnen uit groeien. De leider is dan de kameraad, the big brother," zooals de Engelschen aardig zeggen, die door de jongens zelf als hun Op den ultkfjktoren in het bosch leider wordt erkend en aangenomen; die leeft met zijn jongens, hun vreugde en strijd deelt, en in deze zoo uiterst moeilijke, critlsche jaren, ongemerkt stuur aan hun levens weet te geven. Het is moeilijk en opofferend werk. Maar ook heerlijk werk. Wte er eens van proefde kan er niet meer afblijven. Geen heerlijker materiaal dan jongens opv dezen leeftijd, met hun opbruisend idealisme en flikkerende levenslust. Een jongen op dezen lecftfd is een brok gekapitaliseerde hoop de leider kan dat kapitaal effectief beleggen. Wij maken nu nog even een wandeling door het kamp. Ginder zijn de blinde pad vinders want ook daar, onder hen, hebben wij onzen troep. Bllndenzorg is geen bedee ling. De blinden moeten alsgewonemenschen behandeld worden. Zoo alleen kunnen wij hen klaar maken voor de taak en plaats die ook hen in de maatschappij wachten. Dat trachten wij te doen. Zij gaan als gelijke met gelijken in ons midden om en nemen aan alles deel. ZQ voelen zich geheel thuis, ja, het padvinderswerk is, geloof ik, voor hen een heerlijk werk. Ginder komt een troepje jongens aan van de onbehulsden. Ook daar gaan wfl een troep vormen. De Padvinder is een vriend voor allen en een broeder voor alle andere padvinders". Zoo luidt een artikel der P.V.-wet. Het wordt hier metterdaad in praktijk gebracht. Maar kom, het is tijd om te gaan rusten. Weldra zijn alle troepen in hun tenten ondergebracht. Vroolijk jongensgezang klinkt hier en daar nog. Een enkele troep zingt een avondlied. Weldra echter heerscht de rust over het heele kamp. Alleen de wacht sluipt rond en verschrikt U soms opeens door zijn hoofd onder Uw tentrand te steken, waar ge in mijmering van den beerlijken voorjaarsnacht geniet. Hij was er al tuk op onraad te hebben ontdekt. Dat wachtloopen, daar zijn de jongens gek op. En de blinden doen dapper mee en bewijzen met hun scherp gehoor goede diensten. Fietsendieven, die ook hier komen loeren, hebben geen kans. Het echte woudloopen den jongen op dezen leeftijd van nature eigen komt hier voor hen tot zfln recht. 's Ochtends vroeg om kwart voor zeven zijn allen weer op. Vroolijk gcschal weer klinkt door het kamp. Wij nemen echter niet veel tijd voor aankleeden. Een fluit signaal en alle troepen marcheeren naar de groote heldevlakte dicht bij het kamp. Daar stellen zij zich op voor de mornlngdrill." De leider staat op een klein geïm proviseerd podium, en doet alle bewegingen een keer voor. Onder hoornbegelelding strekken en rekken zich dan de jonge lenige lichamen in de stralen der opkomende zon. In elk Padrtnderskamp wordt zoo den dag begonnen met een kwartiertje gymnastiek in de vrije lucht. Een korte inspectie van den hoofdleider en de heele troep mar cheert met de hoornblazers voorop naar het kamp terug waar de vlaggeparade wordt gehouden. Daarna ontbqt. 's Ochtends, en vaak ook 's middags gaan de troepen er dan met hun leider alleen op uit. Alleen den tweeden Pinksterdag werd een groote ge meenschappelijke oefening gehouden. Zondagochtend trekken eenige troepen, die dat wenschen, een eind het bosch In, waar de hoofdleider een Pinkstertoespraak tot hen houdt; een jongenspreek zooals de jongens op dezen leeftijd dat vragen. Schil derachtig liggen zij In hun kleurige pakjes om hem heen en luisteren gretig aan hun blik kan men zien dat het betere in hen wordt wakker geroepen en de idealen der beweging die spreken van zelfverlooche ning, het helpen van anderen, het trouwzijn in het kleine sterker tot hen spreken. In aansluiting daaraan worden eenige Pad vinders geïnstalleerd en leggen de belofte op de troepvlag af. Dit keer is er ook een troepleider bij die door den hoofdleider voor het front van zijn jongens wordt geïnstal leerd en die in hun midden beloofd hen eerlijk en trouw als vriend te zullen helpen. In verhoogde stemming keeren allen naar het kamp terug. Zoo zou ik U veel kunnen verhalen van ons leventje daar in de vrije natuur gedu rende die paar dagen. Het zijn goede dagen geweest. En ik ging huiswaarts met de overtuiging dat de Padvindersbeweglng ook in ons land in staat zal z|n haar groote doel zelf ontplooiing door onderlinge zelfopvoeding te bereiken. Hier in Amsterdam hebben wij nu een leider in algemeenen dienst die al zijn tijd aan dit jongenswerk zal geven. WIJ zoeken middelen om de goede leiders te mobiliseeren. Een eigen centraal hoofd kwartier wordt weldra gevestigd in perceel Keizersgracht 132. De watersport zal krachtig ter hand worden genomen aan den Amstel verrees reeds een eigen schuitenhuls onzer afdeeiing. Troephuizen worden op gericht want het hebben van een eigen tehu's een eigen .home" is eerste vereischte voor het slagen van een troep. Juist thans wordt er zoo een opgericht in de Archlpeibuurt, voor drie troepen bestemd die daar reeds lang op wachten. Want wij willen voornamelijk in de armere wijken gaan werken. Daar zwerven de jongens die nu de straten on veilig maken?omdat de groote maatschappQ hun geen ruimte meer laat. Wij willen hen in ons midden opnemen... de toekomst van ons land ligt in hun handen. W| willen hen in georganiseerd verband vrij laten; door vrijheid hen tot de ware zelf tucht brengen. Nu zijn zij schijnbaar vrij, en men schreeuwt moord en brand dat die vrijheid aan banden moet worden gelegd. Maar het is een schijnvrijheid, in waarheid zijn z| gebonden door honderd banden, zitten zij vast aan alle kanten. Is het wonder dat zij dan losbreken? De Padvinderij wil hen de gelegenheid bieden hun heerlijk jong leven te genieten, en genieten bestaat voor dien leeftijd ten slotte ook in vrQ willige gebon denheid. Dat brengt het troepverband hen. Zoo kan hun karakter worden gevormd. Was het een ijdel woord toen Roosevelt de scoutmovement" een der meest hoop volle teekenen noemde voor een betere toe komst? Veel is er natuurlijk in ons lieve landje ook over deze beweging gesproken ook getheologiseerd. Maar men praatte over de jongens bulten de jongens om. Wij willen nu met de jongens er op uit en hen jong leeren de waarde van ons devies: waakt.' Dr. C. P. GUNNING Padvinaers in een oude loopgraaf De vlaggenparade Drie vroolijke vrienden op weg naar het kamp I1IIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIHIIIIIIMII MMiiimiiiiMiliiim N. V. HET HOFSTAD-TOONEEL: Dat wat /e niet hebt, door Bets Ranuncci Beekman. Doit wo du nicht bist... Maar naar dèt geluk" zoekt Annie niet. Wat zQ van het leven, dat haar, jong, maakte tot een prak tische vrouw, verlangt is tastbaar: kolen in de kachel en een kind op schoot. Onver schrokken aanvaardt zij de middelen, ge heiligd door dit doel, en even handig als haar jurken, past zij haar hartje aan de omstandigheden aan. Zoo kon voor haar het eene noodige" bestaan uit een luien goedzak, met veel geld en een adelflk praedlcaat, wlen zij, met haar haastig gepakt bundeltje, time is money, volgt als een moderne Mlgnon. Deze vlucht van het verkleumd tlngeltangrl-kind in de warme coupéParis?Lyon Méditerranné, is allerliefst. In het drie-be drijvig blijspel vond ik geen tooneel. z frisch en onschuldig" als deze apotheose van den spontanen inval. Alle burgerlijke bezwaren, n, twee, drie, pour la mort, mensen, durf te leven... Maar dan stelt het tweede bedrijf mij al teleur. Want dan zien wij de kleine heldin terug, weliswaar met het langs deze route veroverd kindje, maar tevens als een gezeten huisvrouw, die, al ontbreekt aan deze vereeniging het stempel van den burgerlijken stand, in niets afwijkt van de degelijke mevrouwen, mariées a ralsonde.zooveel. Een mooi huis, een vervelende gezel, en een Engelsche bonne bij het kind; make the best of it. En dan wordt het voor de schrijfster, met baar zwak voor de bohème en haar vooropgezetten wil de heele onschuldige wereld te bewijzen hoe lieve, moedige vrouwen ook de schuldige halve wereld bezit, moei lijk om haar na den eersten fieren aanloop soliede gestrande Annie nochtans op den rang eener heldin te handhaven. Pour pater les bourgeois, laat zij haar het achterstallig huwelijks-aanzoek van den nu eenmaal in alles achterlijken baron af slaan, hetgeen niemand verbluft, want dit huwelijk presseerde niet, het zoontje lag al in de wieg, en de moeder wond zin vader, van wiens temperament geen verrassingen te wachten waren, ook zonder wettige f jrmallteiten om haar pink. Wat erger is: wij merken geen oogenblik dat Annie hetzij deze, hetzij een tegengestelde oplossing aspireert, dat met het vrouwtje ook de vrouw is gerijpt, de ras-echte, die alle wetten aan haar laarsje lapt behalve die ne, welke haar den man en het kind als vervulling van haar diepste wezen belooft. De man, om wien ze met vreugde weder hongeren zou, en het kind dat op hem zou gelijken... Een bezoek van haar voormallgen partner, de andere helft harer duetten" in het verloren tooverland der Variéi planken, brengt haar op de gedachte dat het eigenlijk wel zoo prettig zou zijn weer eens op te treden, ter onderbreking der vele taaie avonden aan de zijde van den man, die geenszins haar partner" mag heeten, maar de conclusie dat dit surrogaat baar drukt, dat haar levend hart zich schaamt voor dit dood-onschuldig spel van kussen en betalen, en een ziel met blinde handen naar een uitweg tast, blijft ver. Zoodat Mevrouw Ranuncci bijna gedwongen wordt te grijpen naar het romantisch paardenmid del dat, door de eeuwen heen, zoowel in de fatsoenlijke als in de onfatsoenlijke wereld Kenau Simons Hasselaars van moed, beleid en trouw heeft gekweekt: In n onzallgen dag is de rijke baron een ten naastenbij geruïneerd man, in dit ongeluk gestort door den ontrouwen bankier. En dat loutert hem dan. Want dan staat daar op de doorschoten bres de vrouw als voorbeeld", een Annie", die niet verzaakt ook al staken de betalin gen zoodra het edelst en wreedst lap middel der liefde: het medelijden, opstaat in haar moederhart. In haar oude vak, in duo en solo, vindt zij de noodige bijverdiensten om het gezin, met inbegrip van den onzelfstandlgen vader, boven water te houden. De nood breekt, de nood maakt wet. Niemand alweer die verwacht had dat Annie in het ongeluk haar gezel in den steek zou laten. En eenmaal op hem aan gewezen, heeft het ook geen zin meer deze deugdelijke verhouding schuldig" te laten blijven. Zoo zullen zij dan trouwen, bot je bQ botje. Want ook de jonge echtgenoot belooft een gesolgneerde hand uit den mouw te zullen steken, opdat het aloud Arbeid Adelt" zich niet alleen tot den stamhouder in de wieg beperke. Hoewel de schrijfster gelukkig niet bezweken is voor de ver leiding Annie bQ deze gelegenheid alsnog eenlg Ideaal der toekomst in haar aan staanden man" te laten ontdekken, en zij haar zelfs vaag nog doet gewagen van een Meester, die haar beheerscht... dat wil zeggen van: de Liefde, die zfj opgeeft om de meesteres te blijven van den toevalligen vader van haar kind, dunkt ons dit verschiet toch ai te troosteloos voor een jonge vrouw met fantasie, en hebben wij in Annie, sedert het pittig begin, meer verloren dan gewonnen. Evenwel... sedert den roman van Murger en Dumas' onsterfelfke dame", koesteren we nu eenmaal een heimelijke verloedering voorde dingen, die ingaan tegen orde en regel maat, voor de bloem op de mestvaalt", en het is deze verteedering die ons voor her, in zijn verloop nuchter en weinig dlep-gaand blij spel van Mevrouw Ranuncci wint, en Annie, al doet zfl niet anders dan haar burgerlpe naasten-pllcht, desnoods tot roman-heldin verheft. Pathetiek, maar van een bekoorlijk soort, op een terrein waar wij haar maar al te gaarne dulden. Een sterk gevoel: haar haat tegen de phillstijnen, vervulde deze schrijfster, partijdige liefde voor al wat, aan den zelf kant van het leven, optornt tegen on te conventies, en het moelijk heeft. Tendentieus is haar werk, doch om het verzet als zoodanig" aanvaarden wij het graag. Echter behoefde dit succes een andere, minder gemakkelijke bevrediging niet uit te sluiten. Quand on n'a pas ce qu'on alme, 11 faut aimer cequ'ona..." zógoedkoop is deze levensles niet. Van den decadenten baron, geplaatst voor de klesche taak zijn maitresse ten huwelijk te vragen, zou een in zijn, nog altijd voor name labiliteit, verfijnde figuur, een cava lier op de grens der weemoedige onmoge lijkheid, te maken zijn geweest. Wij her inneren aan het mooie stukje van Marcel Prévost, waarin een man op den veertienden verjaardag van hun liaison aan zQn vriendin vraagt: of zij zou kunnen besluiten de taak eener wettige huisvrouw ia zijn huls voor altijd op zich te nemen. En de adel" der onbevangen Annie zou inniger tot ons hebben gesproken wanneer aan dit edel moedig jong hart het beste, de drang zich te rehabiliteeren in een liefde die meer is dan berekening en goedheid, niet onthouden was. Het Hof stad- tooneel heeft dit dus niet zoo heel onschuldig, want de waarde van het leven miskennend, spel, gespeeld in dien lichten, en toch nergens erover-heenloopenden toon, welke dit gezelschap onderschelden blijft. De beminnelijke humor der schrijfster, al de fleurige glansjes en flltsjes van haar, soms wat on wezenleken dialoog, tintelden over het voetlicht. Ik schreef eens in deze rubriek, dat van het kunstenaarspaar Elsa Mauhs en Cor van der Lugt, de een de ander op het tooneel geen voordeel bracht, omdat waar zij, naar haar aanleg, altijd meer dan de volle maat gaf, h| bij voorkeur met iets minder wenschte te volstaan. Men zou het onder de gegeven omstandigheden als een felicitatie kunnen aanmerken, wanneer ik daar dan nu aan toe mag voegen, dat de heer en mevrouw Van der Lugt Melsert-van Ees in elk geval dramatisch" voor elkaar geschapen schijnen. Hoewel de teere reserve van Annie van Ees de Annie uit het stuk nog illusieloozer maakte dan dit arme jonge ding al was, en van der Lugt voor den baron de uiterlijke verschoning en ras-verfijning niet meebracht, bleef hun samenspel aldoor bekoren en voelden wij daaronder als het meest waardevolle: de literaire verteedering der bohémienne voor het wereldje harer verbeelding, die gul contact vond in een volle schouwburgzaal. TOP NAEFF Tentoonstelling collectie Goudstikker n Pulchri Studio Den Haag Lange Voorhout 15 van 2 tot 30 November 1919 J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl