De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 15 november pagina 15

15 november 1919 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

15 No/. '19. No. 2212 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 HET BOLSJEWISME NOG NIET DOOD teekenlng voor de Amsterdammer" van Joh. Braakenslek Pierlala lag in de kist Ei niemand die het beter wist Of Pierlala was dood. «lllMiililiiiimiimiiiiiliiiiiiiii iiiiiliiiiiiilliliiiliiiiiiiiiiiiiiiiilliiiliiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiHii llltlllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII lllllltlllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIimillllllMIIIIIIMMIIIlltllllllllMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMMIltlll Illlllll 16e Jaargang 18 October 1919 Redacteur: K. C. DE JONQE Van Woustraat 112', Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. AUTEURSOPLOSSINQ PROBLEEM No.233 VAN DEN AUTEUR H. J. LIZE, A'DAM Stand. Zwart: 7/10,14,15,20, dam 27. Stand. Wit: 21, 23/25, 28, 29, 32, 37, 39, 44. Wit: 23-18, 28:19. 25:1! Zwart: 27:23, 14:23 Een bij zondere kleine oplossing! De auteur voegt de navolgende bemerking aan zijn inzending toe: Wit wint in n zet en wel door 23-18. Nu is het leuk alle mogelfjkheden van slaan van zwart te volgen. Slaat zwart over de ruiten 18, 24. 39. 37, 21, 28 <6 schaven) dan is een Turksche slag uit gevoerd, die verlies brengt. Slaat zwart echter over de ruiten 32, 44, 24, 18, 37, .39 en 29 liiliililiitimiimiimimiimn sem van dit jammerlijk alledagleven. Ik klim op mijn nachttafeltje en kijk door het gaatje. Ik zie in een kamer. Misschien is niets geheel oorspronkelijk en zelfs dit niet: in de kamer is het «acht gouden licht, dat de dingen omhuivert als een devoot altaargeheimenis, een mystieke geur van wierook en amber bedwelmt mijn zinnen. Aan de tafel zit een man; ik zie hem ten voeten uit: hij rookt een sigaret. Ik herken hem; het is de reiziger met de clichéziel. Naast hem op de tafel is een stapeltje gele boeken, ik tel er negen. Ik kijk, mijn gansene ziel dringt in die kamer; ik ben in die kamer; ik sta voor dien man en aanschouw hem. Mijn voeten'branden van een wonderlijk ongeduld. De man zit en rookt, mogelijk denkt hij. Indien hij niet denkt, is hij niet. Die para doxe tegenstelling van het cogito ergo sum. verlicht even mijn brein als een bliksem schicht den donkeren nacht. Hij is, dus denkt hij, want hg beweegt zich. Maar hij doet niets. Dit is het zonderlinge. Van mijn hoog standpunt mag ik eischen dat die man iets doet. Ik heb recht op die handeling. Mijn hart bonst. Hij heeft zich verroerd, zooeven zat hij wat voorover gebogen; nu richt hij zich op. Een rosrood schijnsel van den lamp verlicht zijn gelaat. Ik zie het in felle scherpte. Hij legt zijn sigaret haastig neer, knijpt zijn oogen half dicht, langzaam zinkt het hoofd achterover; zijn mond valt open; in wreed-dierl|ke wellust hoor ik zijn adem rulschen naar zijn strot. Dan! niest hij met het geluid van een Sadistische leeuw. Ik ben bijna van het nachttafeltje geslagen. Maar nu sta ik weer, voel mijn voeten vast en stevig als een meesterwerk van Praxlteles op zijn piedestal. Ik zie de kamer. Er] is een vrouw gekomen, ik verwachtte dit, als mijn recht. Het is mevrouwTierentfjn zelf, ze glimlacht en fluistert iets. De man glimlacht niet, strekt zijn hand uit, neemt een boek van het stapeltje, reikt het haar toe. Ik hoor haar stem in weeke overgave zeggen: (7 schijven) dan is er weer een andere Turk sche slag uitgevoerd, die winst brengt, daar wit nu naar 10 slaat, waardoor de slag 25:1 mogelijk wordt. Dit is echter de oplossing. Nog een Turksche slag is mogelQk over de ruiten 32, 29, 24, 18, 28. AUTEURSOPLOSSINQ PROBLEEM No. 234 VAN DEN AUTEUR P. J. EYPE, HAARLEM Stand. Zwart: 2, 4 6, 8, 12/15, 19, 25. Stand. Wit: 17, 21, 24, 26, 27,30,34,35,38,39. Wit: 17-11, 24-20. 34-29, 29-7, 21:3^26j>! Zwart: 6:17, 15:24, 25:32, 2:11, 32:21. Een zeer geschikt probleem voor begin nende oplossers, om een goed begrip te krijgen van den meerslag". Goede oplossing ontvangen van M.Oastrum Deventer No. 232, 233 en 234. NATIONALE WEDSTRIJD VOOR PROBLEMISTEN EN OPLOSSERS Voor de tweede maal zal de wedstrijd om den wisselprQs, uitgeloofd door de Am sterdammer uitgeschreven worden. Zooals men zich zal herinneren, zal dezen wisselprijs door den zelfden problemist twee achtereenvolgende malen of in het geheel driemaal gewonnen moeten worden om eigenaar daarvan te worden. De naam van den bekroonden problemist wordt in het Ulllllllllllllllllllll Ik zal het aftrekken van de rekening". Zeer wel". De man is weer alleen. Hoe vreemd is dit, die manen die vrouw, deze twee menschen in de ongeweten drieeenheid van mijn blik. Ook ik begrijp dit niet, maar in mijn hart is de verwachting van de schoonheid, die nadert. De kamer. Er is een tweede man bijgekomen. De dichter Adore, hij ziet er opgewonden uit, of hij zooeven de laatste inspiratie on derging voor een vloekzang; hij spreekt fluistrend en ik versta slechts fragmenten .... het boek " Drie vijftig...." Het is veel...." ou a laisser " De reiziger rookt zwijgend door. Ik zie Adore's hand glijden in zijn broekzak, hij grabbelt, vindt geld, legt het neer, ziet schichtig naar den reiziger, die het natelt met zijn blik. Nog tien cent " Adore zoekt, maar vindt niets meer, legt vier sigaretten naast het geld. De reiziger strekt de hand uit naar het stapeltje, neemt een boek er af. Dan ... niets. Ik loop weer In mijn kamer; mijn knieën sidderen, mijn rechteroog traant. Mijn God, waartoe dient de melkweg? ZQn we niet allen eens ontstaan in dien kolkenden spiraalnevel ? En deze kamer... ook hier is nog de nevel. Of is alles schijn ? Ik snuit mijn neus, mijn blik verheldert. Ik klim weer op het nachtkastje. De kamer is nu blauw als de bloembodem van de nachtcactus. Ik zie den man en uit de deur gaat een andere man weg; ik herken zijn rug; het is de professor, die Dante citeert. Iets in me zegt, dat zoo blauw als deze kamer, de oogen waren van Beatrice. Er komt een vrouw binnen; ze kucht: Wat een rook..." Mijn adem stokt; ik klem mij vast aan het behang. Ik herken juffrouw Cardon. Uit haar grijze haren weent het noodlot van een menschenziel. Hoe groot Is deze vrouw in dit tragivoorwerp gegraveerd, terwQl de bekroonde zorg draagt, dat het voorwerp in onberlspelijken staat het volgende jaar een maand voor den aanvang der volgenden wedstrijd weder te onzer beschikking gesteld wordt. ledere inzending moet geschieden voor of op 15 Januari 1920 aan het adres van den redacteur der damrubriek, onder een motto", terwijl de naam van den inzender in geslo ten envelop bijgevoegd moet worden en op die envelop hetzelfd: motto" moet aange geven worden. Wat na 15 Januari wordt ontvangen blijft buiten mededinging. Dezelfde auteur mag hoogstens twee problemen inzenden, maar kan met een be kroond worden. Gevraagd wordt: Een probleem met hoogstens twaalf schQ ven van iedere kleur en zonder dammen enz. De stand moet natuurlijk zijn en de overblijvenden stand mag geen remise bevatten. ledere schijf moet tot ontleding van het vraagstuk medewerken. Blijkt het dat aan het probleem een na spel is verbonden, dan wordt dit toegestaan, mits de volledige oplossing wordt aangegeven. leder probleem mag maar op een manier oplosbaar zijn. Op de vakken 36 50 mogen geen zwarte en op de vakken 1-15 geen witte schijven voorkomen. Dit zal evenwel niet als hoofdiiiiiiiimiiiiimi iiiniiiiiiiiitiifii sche oogenbllk harer psychische kleinheid. Haar boezem reikt boven het hoofd van den man. Op haar gelaat is smart. Niets dan dit eene simpele. Smart. Ze gaat heen met het boek. De kamer is leeger, nu ze vertrokken is. De man zit weer alleen. Plots wijkt de deur; er treedt een knaap binnen. Ken ik hem ? Ja. Het is Jozef de piccolo. ZQn zacht aanvallig gezichtj; is donker rood van een felle blos. In zijn handjes houdt hQ een groen voorwerp. Ik kan niet zien wat het is. Hij keert het om boven de tafel en schudt; er valt geld uit; kwartjes, dubbeltjes, centen, een eenzame gulden. Genoeg..." zegt de reiziger. Het kind schudt het hoofd. Twee moet ik er hebben... ik beloofde er ook een aan Bsrta, het blnnenmeisje". De reiziger ziet toe op den geldregen uit het varken, dat de grootste schat van dit kind verborg. Eindelijk knikt h f], reikt twee boeken toe. Het boek is schoon" zegt de knaap, schoone boeken zijn als lentedagen, als een koele dronk uit de stille zee. Ik heb de zwanen lief. Mijn varken is leeg". motief gelden, maar brj de beoordeeling toch eene voorname factor zijn. Alle Inzendingen moeten op diagram ge steld zijn met den stand in cijfers daaronder en de oplossing. Alle in te zenden problemen mogen niet reeds elders gepubliceerd zijn. Lokzetten en spelstudies blijven buiten mededinging. Alle inzendingen blijven het eigendom van den redacteur en mogen zonder diens toestem ming niet elders gepubliceerd worden. Als jury-leden treden op de heeren W. Lisser, A. D. Querldo en den redacteur der rubriek. De navolgende punten zullen zij hebben te beslissen: 1. De stand. 2. Oorspronkelijkheid. 3. Diepte der ontleding. 4. Een oplossing en de zetten die de oplossing vormen mogen niet verwis selbaar zijn. 5. Alle schijven moeten tot de ontleding medewerken. 6. Op de vakken 36 50 mogen geen zwarte, en op de vakken 1-15 geen witte schijven geplaatst zijn. Dit zal evenwel niet als hoofdmotief gelden, maar b IJ de beoordeeling een voorname factor zijn. 8. De eindstand moet gewonnen zijn. tlllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllflIlllllllllllllllllll Ik loop weer in mijn kamer en bal mijn vuisten. Dit kind... in zijn zwakke stem sidderde de doffe aanklacht tegen een gansche wereld. Coëducatie! Is de Mikrokosmos dan de projectie van de Al-wil op de prostitutie onzer ziel? Het walgt me! Voor me ligt mijn browning. Ik staar in de loop, in dat ronde donkere gat, dat het antwoord zou kunnen geven. Ignoramibus?! Uit dat andere gat straalt een violet schijn sel.... zooeven, toen de knaap verdwenen was, is ook de Russische douairière gekomen en heeft een boek gekocht. Ze had het in 't Fransen gelezen, nu wilde ze onderzoeken of de Hollandsche vertaling wellicht decenter was. Zou ze Dostoievsky kennen? Waarom is ze niet op die kamer gekomen met de knoet in de hand ? Ze doet me denken aan Maifa Pétrovna. Ik zou voor haar willen knielen, om haar bloote knieën te kussen. Weer sta ik op het nachtkastje. De kamer is groen. De man zit nog altijd aan de tafel en op de tafel liggen nog twee boeken. Hij rookt niet meer. Het groene schijnsel geeft me een visioen of ik kijk in een prieel. De deur gaat langzaam open. Het jonge meisje met den argeloozen blik treedt binnen. Ik zie haar kersroode blouse met de lage hals, die lager schijnt van mijn verheren standpunt. Ik kijk er in, in de kamer. Hoe aanvallig is deze vrouw in haar arge loozen schroom. Ze spreekt en ook de man spreekt. Ik voel mijn adem gloeien tegen het behang. De man ziet haar aan en ik zie dat hun blikken stoeien en worstelen. Mijn keel klopt. Hoe stil is deze worsteling, waarin de oer kracht van de pithecantropus erectus nog even als een schijnsel van een verre dage raad door de sombere mist van het heden licht. Het boek.." Ze legt geld neer voor den man op de tafel. Ik heb haar stem gehoord; het was of ze tot mij sprak. Het ontroert me en een huivering trilt door mijn gansche lichaam. De man heeft zijn arm uitgestrekt, HIJ glimlacht niet. Djch in dien teruggehouden BANDEN zyn thans weer gere geld Ie v er b aar in de cou rante maten. Nieuwe prijscouranten op aan vrage franco. GENERAAL AOENTR. v. NEDERLAND N.V. B. A. M. I" l RIJWIEL- AUTOMOBIEL- MOTORRIJWIEL INDUSTRIE v.h. Pa. NATJTA Tele«r. «II. LEEUWARDEN. Teltf. 232. ItlHIMIIIIIIIimilHUI uiitiiiiiiiiitiiniii VOOR DE OPLOSSERS. Tegelijkertijd wordt aan dezen wedstrijd voor problemlsten een wedstrjd voor op lossers verbonden. De problemen worden in volgorde der beoordeeling geplaatst. Oplossingen moeten binnen 14 dagen na plaatsing in ons bezit zijn. De namen der oplossers worden in de volgende rubriek geplaatst, indien wQ over voldoende ruimte kunnen beschikken. Wanneer er twee of meer oplossers met gelijk aantal punten aankomen, dan beslist het lot. Voor de oplossers stellen de uitgevers beschikbaar als: Ie Prijs: Het pracht werk .Ons Heertyk Vaderland" (Rondom de Zuiderzee) door Dr. H. Blink; 2e Prijs: Roman van Louis Couperus, De Ongelukkige". Wij voegen hieraan toe als: 3e Prijs: K. C. de Jonge, Hoe leer ik dammen ?" 4e Prijs: C. H. Broekkamp, De dammer". Niet toegestaan wordt dat twee of meer namen op een briefkaart of in een brief voorkomen. Op aanvrage worden gaarne de voor waarden van deelneming, zooals deze hier boven zQn afgedrukt, toegezonden. KAMPIOENSCHAP VAN AMSTERDAM (vervolg) F. Roodenburg Zwart (14 sch|ven) l 6 11 16 21 26 31 36 41 46 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50 Wit (14 schijven) Chr. Markus Stand. Zwart: 3, 5/8, 12,13,15, 17/19, 23/25. Stand. Wit: 16, 26, 28, 31, 32, 34, 35,37,38, 40, 43, 45, 46, 48. Wit maakte de volgende combinatie die hem een schijf verlies bracht. 16-11 1. 7:16 28-22 2. 18:36 34-30 3. 25:34 40:7 4. 36-41 32-28 5. 41:23 7-2 6. 13-18 2.11 7' 16:7 Illlllllllllllllltl IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1II glimlach grijnst de wellustige begeerte van de gorilla, ze neigt even, neemt het boek en zweeft weg. De man ziet haar na. In de kamer is hij nu alleen. Op de tafel ligt nog n boek. Bevend spring ik van het nachtkastje. Een floers trekt voor mijn oogen. Waarom geschiedde dit? Is dan de Paradijs-legende niet voor alle menschenkinderen? Die man en die vrouw... en dat boek! In mijn hoof d stormt een orkaan van gedachten, door mijn aderen borrelt een oceaan van bloed; in een maalstroom van ontzetting herleef ik deze laatste momenten! De wereldreiziger die negen talen spreekt... ook hij kan nog... Ik denk aan de Poolster... .*> Een wanhopige angst bekruipt me. Dan vlieg ik naar de deur, ren het portaal op, werp me ia toomelooze haast in de kamer van den reiziger met de clichéziel... En koop het laatste exemplaar.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl