De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 15 november pagina 9

15 november 1919 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

U Jfev, '19. - No, 2212 Dl AMST1RDAMMER, W JUS rffil; A D; V OOK Toonkamérs van den Kunstpoltenbakkor C. J. LANOOY Papestraat 24 - 's-Gravenhage Permanente Tentoonstelling COLLECT1E-GOUDSÏ1KKER (Pulchri Studio, Den Haag) Sedert enkele jareo is een expositie van oude schilderkunst door de Amsterdamsche firma Goudstikker een belangrijke gebeur tenis in het Haagsche kunstleven. De nu laatstelijk (Zat. l Nov.) geopende tentoon stelling is van blzondere beteekenis in meer dan n opzicht: om het aantal en de ver scheidenheid der stukken, het samenbrengen van eenige Duitsche, Fransche en Italiaansche kunstwerken met de Hollandsche en en Vlaamsche, die de meerderheid vormen, maar vooral om de voortreffelijke hoedanig heden, waardoor zoowel zeer voorname als slechts heel verdienstelijke meesters onzer oud Hollandsche School hier hun reputatie handhaven. Want een der blQvendste in drukken, die men ontvangt, is deze: welk een perfekte métier-kunde, welk een natuur lijke smaak, welk een als van zelf sprekend stijlbesef waren eigen k aan de schilders van tweeden en derden rang dezer school, die Holland's grootste roem is. Een opsom ming van alle in eenig opzicht merkwaar dige stukken zou van zinledige lengte worden, een breedvoeriger aanduiding daar van de perken van dit verslag verre te buiten gaan. De met zekere plechtigheid gepaarde opening kreeg een feestelijk karakter 'door de aanbieding der firma aan het Mauritshuls van een schilderijtje van Karel Dujardin, een staal van verfijnde kabinetkunst inden besten zin. Tengevolge van 's meesters herhaald verblijf in Italië is dit landschap onder klaarblijkelijk Italiaanschen invloed geschilderd, maar toch met een Hollandsche gevoelsinnigheid in de blanke, transparante kleuren, het blonde, wazige licht om den bergtop, de ultvloeiing der teere hemeltinten, het welige, zonnige, dat over het geheel zoo glanzend gespreid ligt. Een groot zeestuk van Jan v. d. Cappelle, een op ieder punt kapitaal doek, neemt terecht een eereStaats in. Een gansch majesteitelijke rust eerscht in de kompositorische ordening van deze woelige veelheid van vaar tuigen op de machtig bewogen zee onder een grootsche wolkenlucht, vervuld van doorzonde atmosfeer. Rembrandt's eerst onlangs in Engeland aangekochte Landschap met de twee Bruggen is van een ontroerende somberheid en eenzaamheid. Over de N.V. HET TOONEEL : 'n Roes door A u g. Strindberg *) De zonde tegen den heiligen geest van liefde en goedheid, die den gebonden mensen Voert van kwaad tot erger, tot waar demonen schijnen te arbeiden aan den ondergang der menschheld", om hem niet los te laten vór hij het berouw als genade beseffende met opgeheven hoofd nog slechts vraagt te zQn: een boeteling. gelfjk de anderen. I>nn Kelner wird religies der nicht elnböses Gewissen nat", niemand verdient den naam van Mensch, die niet zijn deel aan de on eindige schuld in eigen hart beleed. Zóongeveer moet Strlndberg's belijdenis begrepen worden om te naderen tot de my stieke vroomheid van dit zeldzaam werk, dat nrj stak In een romantisch kleed. En men klampe zich nu vooral niet aan dit kleed! Want de Zonde", door Strindberg als zoo danig doorleden en gepeild, Is niet, gelijk men uit den titel licht zou afleiden, in concreto: de roes, niet dus In eerste instan tie het feit, dat de tooneelschrlj "er Maurice Gérard, na een avond van succes bezwijkt voor de verleiding den nacht door te brengen met de maitresse van zijn vriend, want dit alles behoort reeds tot de gevolgen van de daad, van het liefdeloos verzuim", dat voor Strindberg zwaar als een on gewroken mis daad weegt. In het eerste tooneel al wortelt dit kwaad. Het is daar, waar de, reeds in gedachten als kunstenaar zegevierende en door den overwinningsroes uit het evenwicht geslagen Maurice aan een eenvoudige van hart, zijn vriendin Jeanne, de moeder van zijn dochten j ?, onthoudt wat haar, naar het recht der liefde, toekwam. Na haar met Marion twee uren op het kerkhof Montparnasse te hebben laten schilderen, vergeet hij bQ het afscheid haar het vrQbiljet te geven voor de première van zijn stuk, welke dien avond zal plaats vinden. Wel betrekt hij haar in het verwacht succes in woorden: slaagt hu, dan kent morgen heel Parijs Maurice Gérard, dan is hij in een ommezien van een arm Boh mien een welgesteld man, en dan zal h IJ Jeanne ook kunnen trouwen..., doch datgene waarop het op dat oogenblik aankwam, de eereplaats voor haar bestemd in den om hém gevulden schouwburg, vergeet" hij. Evenwel nog is hij van goeden wille hij bedenkt zich het bagatel. De intuïtieve vrouw echter heeft al lang geraden: hei melijk zou hfj dezen avond liever niet ge bonden" zijn, een gevierd man in de wereld waar zQ, ook intellectueel zQn mindere, niet thuis behoort. Met een glimlach, maar met den dood in het hart, werpt zl] haar leer ling uit: Dankje, jongen, maar vanavond... behoor je op je post alleen te staan, Ik zal op den mijne zQn, bQ Marion." Onmiddellijk valt de slag, Maurice neemt het biljet terug. Hij prijst haar fijngevoe ligheid, die begreep: Op het slagveld *) Het stuk is door Rooyaards vertaald. Niet in het bezit van deze vertaling, zfln de aanhalingen in dit artikel door mij uit het Duitsch overgebracht. wijde ruimte welft zich de vanuit een grondeloos donker aandrelgende, onheil spellende hemel. Krachtig en tevens innig landschappelijk gevoel doorademt het kleine stuk van Jac. van Rulsdael (nr. 105), een Gezicht op dedulnen bij Haarlem. Welk een echt menschelfjk, meesleepend sentiment in deze kleurstemmlng, welk een don zigheid in de boomkruinmassa's, welk een rosheid ia de boomgroep links; hoe ligt het geheel als onder den ban van den wolkentoovert Zeer ruim gerepre senteerd is Aelbert Cuyp, o. a. met een Ruiter met paard (nr. 23), een vroeg landschap onder van Goyen's invloed (nr. 30), een heerlijk klaar, helder-tonlg Ijsgezlcht bij Dordt (nr. 28), een Hoenderhof met haan en kippen (nr. 24), rijk van verza digde kleur en vol leven, tegen een prachtigen landschap-achter grond. Van v. Goyen vinden we een rivier-stadsgezicht en een vroeger landschap, van v. d. Neer een charmantmaangezicht en nog een goed klein werk, van Salomon van Ruysdael een IJsvermaak van uitstekende kwaliteit, waar- | van de lichte, fijntonige rechterhelft, met tal van pittige poppetjes in actie, staat tegenover de krachtiger, beschaduwde linkerhelft met forscher gedane Stuurgroepen op den voorgrond, teza men onder een hooge lucht. Van Hendrick Avercamp, man van beteekenis in den wor dingstijd onzer landschapkunst, een klein, spits geteekend Ijsgezlcht met al zijn kenmerkendier primitieve periode, en een grooter Visschersstuk, waarin een brk 'orlijk samen spel van teergrijze, grijsbrulne en zacht groene tinten zich vereen! jt met ren klare doorzichtigheid van het blanke watervlak Aelbert Cuyp: Vrouwenportret en een gevarieerde, losse beweeglijkheid der scherp en geestig aangebrachte figuurtjes. Met verrassing treffen we eenige zeer op merkelijke werken van den zoo goed als onbekenden Mancadam aan, die met geen enkelen anderen oud-Hollander eenige ge lijkenis vertoont, doch daarentegen (vooral in z(n Oude Ruïne nr. 68) merkwaardiger wijze wél aan het Fransche romantische impressionisme herinnert en speciaal de gedachte aan Diaz bQ ons deed opkomen om zQn algemeene kleurenharmonle, rijn eigenaardig groen, zQn schildering van het boomloof, iets dekoratiefs in de totaal werking. Zijn nr. 72, Hollandsen landschap, Hendrick Avercamp: Riviergezlcht neemt men geen vrouwenen'kinderen mee". Jeanne blQft glimlachen, zij heeft Maurice meer dan zich zelve lief. En deze liefde stelt haar in staat hem, naar zQ in haar eenvoud meent, nog te ontlasten: Kijk, ik ben al even vergeetachtig als jQ. Hier, een das en een paar nieuwe handschoenen dan denk je van avond, als iedereen je bewondert, ook nog eens aan mij". Degene, die liefheeft, streeft altQd het doel voorbij. Dit is de liefde, die bezwaart, omdat ze het te kort in den ander onder lijnt. Zoo winnen de demonen, eenmaal In geslopen, langs alle zijden terrein. Maurice moet zij a toevlucht nemen tot de phrase", het kind der innerlijke leegte en den opgeschroefden goeden wil: Ik zou er op dit oogenblik haast toe kunnen komen de brui te geven aan het heeie succes, (hier d rallleert hQ al) want een succes wordt het beslist l om gezellig met jullie naar huis te kunnen gaan." Al wat nu verder volgt haakt aan dit kleine, menscheiijke, en toch zoo misdadig wreede kerkhof-drama. Noem het toeval, noodlot, voorzienigheid of duivelswerk, een steen is losgewoeld, a woord van liefde is ongesproken gebleven in het uur dat het hart zijn rechtmatige voldoening zocht, en het geheele gebouw onzer eigen waarden brokkelt af. Het toeval" doet Maurice het door Jeanne teruggegeven the aterbiljet aanbieden aan Henriëtte, de mai tresse van zijn vriend Adolphe, die hQ toe vallig ontmoet in de Cièmerle vanMidame Cathérlne. Het toeval, al niet meer van opzet te onderscheiden, want Adolphe weet waar menschen macht ophoudt, maakt dat deze vriend Maurice en Henriëtte na afloop der voorstelling in het afgesproken caféniet treft. En dan speelt het, reeds met den inzet verloren, sprl zich af. Tot de algeheele in zinking stijgen zQ, in den roes van het succes, in den roes, die vergetelheid is. Want Henriëite, een geketende, heeft geen ander doel dan het geheim eener onont dekte, ongewroken schuld, dat zQ sleept als een boel, voor een oogenblik weg te dringen uit haar bewustzQn. Een vriendin, die zij, in het ongeluk" wilde helpen, be zweek onder haar onbedreven handen. En sedert dien moord vervolgt haar de angst voor de ontdekking terwijl in den kerker van haar hart, dat dezen wanhoopsdienst der vriendschap niet als een schuld erkennen kan, slechts onkruid woekert van wrok er wraak. Eo Maurice, die de liefde (Jeanne en het kind) verloochende, zijn besten vriend verried, en zich aan zijn eigen rhetoriek be dwelmen moet, hQ zal zich aan haar klampen, gelijk zij zich tracht op te richten aan hem, twee ontwortelden. Tot de laatste herinne ring aan Maurice, verleden, het belacheiqk pakje met de handschoenen, werpt Henriëtte naar het vuur, en ook dien roof aan zijn b terIk Iaat hQ begaan. Met den morgen beramen zQ te vluchten. De vlucht is voor Henriëtte: levensdoel. Om Jeanne zou Mau rice niet meer aarzelen, maar het kind.. En het woord, dat met moord gelijk staat, de gedachte die de kiem is van de daad, de booze wil die ook den kleinen Eyolf doodde, in n onbewaakte seconde, wie zal het zeggen? Inwerkt als een gif, dringt hem over de heete lippen: Als Marion er maar niet was.." Het toeval" laat de kleine Marion ster ven, plotseling, en onder een valschen schijn van bezwarende omstandigheden. En de lnnerlfjkerechter,dleimmers al van Montparnasse af den goeden, QdelenMaurlce vervolgde, voltrekt het vonnis. Ook de uiterlijke rechiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiMiiijiimiiiMHilftlujiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiii ter, de Justitie, mengt er zich in, zoodat schijn en wezen, werkelijkheid n waan voorstelling samengroeien, tot efn poliep om de ziel, die te weinig weerstand bood. Strindberg heeft hier de uiterlijke omstan digheden, de fantasie va»een crimineel courantenbericht, los van alle waarschijn lijkheid, op de spits moeten drijven om met de innerlijke overspanning gelijken tred te houden. Tot den rand van den waanzin foltert het ingeklemd geweten de twee, die, uit het paradijs verdreven, nog slechts de schuld zoeken af te wentelen op de medeplichtige. Alle menschen zQn beter dan wQ." Daarover zijn ze het eens. Maar dan blijft nog over de rivaliteit tusschen hen, die eikaars gelijken zQn. Zoodra jij me 'n beet j- slechter voor komt, voel ik me een ietsje beter". Doodendans. De man en de vrouw, het begin en het einde van het Strlndbergprobleem, elkanders rivalen tot In de diepste holen van liefde en leed. In het grootsch tooneel (Jardin de Luxembourg) waar ze samen schuilen onder het beeld van Adam en Eva, het eerste en het laatste menschenpaar, ontstijgt de symboliek (de geheele S'rindberg is symbool) aan de menschelQke waarneming, wij lijden mee onder de over weldiging zonder ons meer rekenschap te geven. Henriëtte en Maurice beschuldigen elkaar nu beurtelings het kind te hebben vermoord op dezen grond: dat wie zulk een schut kenstreek van een ander gelooven kan, zelf een schurk moet zfjn. Gelijk een luguberen beurt tang herhalen zij elkander die ontdekking, welke de eenig mogelijke verlichting inhoudt. Vervloekt zij de akker om uwentwil, doornen en distelen zal hij voortbrengen." Dan komt de oppasser, de geringste dienaar van den Staat, om de hekken te sluiten, en vetjaagt hen van de plek. . . Hier zijn we op het hoogte- en tevens het laagtepunt, daar waar geen mensch meer ademen kan. En hier verse h g nt de Ver losser, hQ die de zonden op zich neemt, in de gedaante van den bedrogen" Adolphe. Want deze vriend" in den volstrekten zin, draagt in eigen boezem een quivalent (hQ verwenschte eenmaal zQn vader tot in den dood) voor alle schuld. De zijne dorst hQ eindelijk onder de oogen te zien, nu kan hij den ander troosten met de religie van zijn eigen kwaad geweten. Nu gaat hQ door het leven als een boeteling, maar tevens als een broeder. Hij spreekt met Henriëtte en ont neemt haar de kluisters der zelftrerdoovlng en wijst haar op de genade van erkenning en aanvaarding. Zij zal naar haar moeder fbrugkeeren en een nieuw leven beginnen. En hQ spreekt met Maurice. In naam der menschelQkheid brengt hQ (?schoon geen onpartijdig rechter in deze") de dingen terug tot hun normale proporties, hen allen tot het redelQk inzicht, de schuldigen tot daar waar de absolutie begint omdat de schuld tot den bodem doorproefd en doorleden is. Zóerg als zQ het zich hebben voorgesteld, was het niet. Dat zij het zich zoo erg maakten was omdat zij in den grond toch goede menschen waren, menschen met een geweten" dat wil zeggen menschen met ook een beteren mensch in zich. Dat Maurice ook in dien beteren ge looft, heeft immers zijn tooneelstuk bewe zen, dat voor duizenden, die belast zijn, het schoone openbaart. Dien avond zal het weer gaan en de vrienden, de vrienden, die hQ verdient, zullen hem hulde brengen. gevoelig van kleur en fijn van teekenlng, getuigt van een andere opvatting. Buitengewoon interessant is het veelsoortig figuurwerk. Onder de oudste meesters hier is de 16e-eeuwsche Vlaming Wlllem Kefj te noemen, van wien een gaaf en sterk expres sief damesportret de aandacht vasthoudt. Van den ruim 50 jaar jongeren v. d. Voort vinden we twee groote voor hem zeer goede conterfeitsels, van Jan Vlctors o.a het portret van een raszuiver oudhollandsch vrouwtype in al zQn lichamelijke en geestelQke kerngezondheid, in welk portret vooral de handen wel zeer studleus geob serveerd zijn. Voorts zijn Frans Hals, Joh. "Verspronck en Aelbert Cuyp vertegen woordigd, de laatste zeer zeker het best van dece drie, ook Adrlaen Brouwer, o.m. met een virtuoos gepenseelde, diepkleurige, kleine Vanitas van een uitdrukkingskracht, die naar het dramatische reikt, verder Ostade met verscheidene paneeltjes, waaronder een zeer mooi, van warm licht omstroomd boerentronietje (nr. 91), Jan Steen met een klein paneel en een viertal veel grootere doeken, onder welke De Waarzegster, een vroeg werk van reeds welberekende kompositie, waarin de damesfiguur in wit-zQ den kleed, nobel en gracelQk temidden der Zigeuner bende, een pracht van schildering is. Van groote distinctie zijn twee portretjes van ter Borch (herinnerend aan dergelijke in net R|ksmuseum), waarvan het blozende heerengezicht met de aan n punt even opgewipte kraag nog het mooist is. Van Vermeer vinden we, verbHd, het welbe kende Meisje met fluit, de gestrcept-kleurige steek dwa-s op het hoofd, een werk, waarin, al kan het niet wedijveren met som mige andere van dezen grootmeester, toch de techniek der verfoplegging, de toon van het witte bont en de kleurencombinatie in het gordijn typeerend zfjn voor den maker. Een groote ruimte aan de wand wordt in genomen en waarlQk beheerscht door Arent de Gelder's met epische voordracht en koloristischen rijkdom geschilderde voorstelling van Ahasverus en Haman, waarin de modern behandelde vruchten het oog al van verre lokken, als een tresoor van doorfonkelde kleur. Groote bew> nderlng wekken ook de aan wezige portretten in groot formaat van de KeQser en van DQck, die picturaal zoowel als psychologisch een merkwaardige tegen stelling vormen. De KeQzer verbluft door de technische volmaaktheid, waarmee hQ diverse tonen van cwart tegen elkaar wist te zetten en ten duidelijkste te doen uitko men: het zwart van het zacht-glanzlg soutache tegen het dof zwart der kleeding, deze laatste evenals den weer anders-zwarten hoed tegen den dieper zwarten achtergrond, waaruit de figuur In haar lijfelijke ronding naar voren treedt. De beide handen (waar van de rechter beter is geslaagd dan de linker), de witte plooikraag en de subliem in kleur en stof gegeven handschoenen liggen blank tegen al dit donker. BQ van D|ck werkt de zwarte mantel meer als een groote massa, mede bijdragend tot de uit drukking van Iets duisters, geheimzinnigs in de grandeur van dezen fysiek onfraaien, van zQn inner IQ ke waarde zich welbeI IIIIIMIIIIItllIlIlllllllIIIIMI iimiiiiiiiiiimlii" Zópleit Adolphe, zóricht een compleet mensch een gebogen ziel op. Madame Cath rlne, achter haar toonbank, de vrome" voor wie het leven eenvoudig is zQ had mQnheer Maurice nog gewaarschuwd voor die juffrouw Henriëtte durft eindelijk weer te lachen. De pastoor glimlacht fijn. Hij wist wel dat van dit berouw ook hem een deel zou toevallen. Denn kelner wird religieus " De mensch is geen held, Maurice Gérard, al liet hij het zich wQsmaken, allerminst; en vele zijn denoodbruggetjes... Het leven herneemt zQn rechten en wQ willen niets miskennen, noch de kerk, noch het theater. Er is genade in alle dingen, maar we moeten haar willen zoeken. Ook die arme Henriëtte had een roeping te vervullen. En de nacht met zQn benauwde droomen, wijkt voor den nieuwen dag. Uit de bevrQdlng, die ook de toeschouwer gevoelt bij dit laatste tooneel, is af te meten hoezeer ook wQ hebben meegeleden onder den druk van gewaarwordingen, die aan velen vertrouwd, aan weinigen vreemd zQn. Ik aarzel niet dit overdreven", want op jonge, onverbogen gevoelens gebazeerd, modern, mysterie", een meesterwerk te noemen, zoowel om den edelen geest als om den primitief feilen vorm. En ik geloof, dat de Europeesche tooneel-literatuur, met uitzondering van de Russische, weinig werken aanwijst van zoo hooge gestrengheid en tevens zoo milde genade als dit Roes", met zfjn lichtzinnlgen titel en zijn onaan tastbare moraal. Utrecht, de stad, die op literair-dramatisch gebied zich door een daad van erkenning jegens Royaards onderscheidde, heeft van dit werk de première gehad Een sterke ver tooning, stroomen onderstroomingvanmeesleepende kracht. Een Strlndberg-opvoering is niet: een worp, zQ is het resultaat van een wel haast woordelijke analyse, getoetst aan eigen, bezonken levensbeschou wing, en gevat in de contouren i* van een, in dit geval, sensationeel drama. Elke voetstap in dit werk is een daad van over weging ten opzichte van de innerlijke handeling; het onder- en het bovenwerk, schoon paralel loopend, leeft In twee z verscheiden sfeeren, dat de regisseur In lett er l ijken zin overtwee stukken te waken heeft. Het te zamen brengen dier verschillende, en somtijds strijdige elementen op een wijze welke in schoone verstandhouding voert tot het voldragen beeld, terwQl in ons het besef: dit beleven wQ, doch dat doorvoelen wij, en daarom gaat het, wakker blQft, stelt de hoogste eischen van intuïtie en in tellect aan den Strindberg-regisseur, en er zQn er maar weinigen, die daarin slagen. Geslaagd, bovenal, was de climax In dezen roes" bf il dieper doorslaanden ernst. De rol van Adolphe, de vriend, geeft het plan aan waarheen de overigen, mindergevordenden, worden gestuwd. Deze rol Is uit den druk", en de eenige dankbare" rol in het stuk. Ook Jeanne, die slechts reageert, van wie alle uitdrukking reflex is, biedt niet de krasse tegenstellingen waarmee in het bQzonder Maurice en, hoewel zQ neven persoon blijft en haar belangrijkheid ontleent aan haar taak tegenover Maurice, ook Hen riëite te kampen hebben. Maurice is de volwassen, doch ongerijpte mensch in zQn eerste ernstige cor filet. ZQn geweten en zQn zwakheden draagt hQ bovenop, en dit is het wat ons aan hem bindt. Waar zijn pathos ons van hem vervreemdt, daar is telkens dat Teekening voor de Amsterdammer van George van Raemsdonck c Communiaiiscne Fait g Vuur ous is niets te dol" aan den arbeid. wusten man, die, in bekommering over ern stige staatsbesognes, voort te schrijden schQnt. Zie, hoe dit statig voortgaan, behalve door de lichaamshouding, ook gesuggereerd wordt door de in de lijst verdwijnende lijn van den achterwaarts eenigszlns uittwlerenden mantel, hoe het vergeestelijkend element der beeltenis zich ook uitspreekt in het breed geschilderde boek, dat de di plomaat achteloos meedraagt. We staan hier voor het mysterie eener persoonlijkheid. De KeQser daarentegen plaatst de veel scherper belQnde, naïevere natuur, den veel minder strak gespannen geest van zijn Arminiaan in een koele klaarte voor ons. H. F. W. J E L T E s andere, dat hem ons weer cabQ brengt: de argeloosheid van het groote kind in den man, meer nog in den kunstenaar. DltkirderlQke.de snelle opleving, de radicale inzinking, de labi liteit van een mensch, die tot dusver in eigen gemoed geen richtsnoer, en geen levens houding vond, heeft Royaards uit de rol gehaald en daarmee aan een doorsnee-figuur, het eenig mogelijke reut f gegeven. Tot de naakte hulpeloosheid, tot aan den waanzin van het verstoord evenwicht, drijft hij de rol. En aan het einde zien wij Maurice, onttakeld, de arme zondaar van een primitieve bldprent, gehurkt in zijn stoel, als knielde hij voor den Oversten Heere. De oude mensch sterft af, de nieuwe mensch wordt uit hem geboren En de aandoenlijke tobber wint de sympathie, die een held verspeelde. Het ongeéqu'libreerde in Maurice, zooals Royaards dien uitbeeldt, is voor de uiter lijke vertooning een voortdurende bedreiging, nochtans zou een gladde" creatie hier een miskenning beteekenen van de innerlijke waarde van het geheele werk. Thans boeide: benardheid, als iets van innige menschelQkheld. Magda Janssens offerde In het begin, in tegenstelling met Royaards, te veel aan de ulterlQke figuur. WQ zagen Henriëtte haar beter-ik niet aan, en gisten niet dat zQ In dezen roes vór alles de vergetelheid zocht voor een groot leed achter dit leven. Maar al dadelijk in de Auberge des Adrets"brak haar spel open en deed zQ knappe dingen, niet alleen als actrice, evenzeer ter ver duidelijking van het werk. Ook Mevrouw Royaards was gelukkiger bQ haar tweede optreden dan in het eerste tafereel waar ze Jeanne te verslagen nam; hoewel zwaarop-de-handsch, heeft zQ daar toch nog de veerkracht, de glimlach, van een, trots alles, begrijpende liefde. Later, in haar algeheele smart vond zQ den treffenden, vollen toon. Adolphe Is een succes voor Gobau. Te weinig licht verspreidend in het laatste, in zijn bedrijf, bluft toch de herinnering aan veel ontroerende zachtheid. Door rustigen eenvoud onderscheidde zich ook Saalborn, als de pastoor. De vertooning heeft ons een machtig toofri>ma»kt. TOP NAEFF Verschenen: DRAMATISCHE KRONIEK l door TOP NAfeFF Bandteekening van ANDRÉVLAANDEREN Prijs Ingenaaid f 2.25 Gebonden ,, 3.25 ... Het is geschreven met die fijne opmerkingsgave, de schrijfster eigen, hier en daar vol humor, zoodat als men eenmaal is begonnen te lezen, men ook wil weten, wat er van een volgend stuk gezegd wordt. Ongetwijfeld zal dit boek door velen, die zichiVOor de looneelkunst Interesseeren, gelezen worden. De uitgave is wel verzorgd, goed papier en een prettige druk... Bredasche Courant 11/11 '19 De tweede bundel verschijnt binnen eenige weken. Uitgave VSH VAN HOLKEMA & WARENDORF, AMSTERDA M .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl