Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
29 Nov. '19. No. 2214
fc
r
EEN VLIEGER DIE NIET OP QAAT
Teekenlng voor .de Amsterdammer" van fordaan
lL
* ,
de staart Is te zwaar!"
juist pp die nauwgezette studie komt het
natuurlijk aan.
Dat heeft Dr. Van Dillen begrepen. HQ
heeft van allerlei rijden de stof bijeengebracht
en die zorgvuldig geschift en verwerkt. Hij
heeft dat gedaan met zooveel onbevangenheid
als dea tijdgenoot gegeven is te bezitten.
H| kon bet rekkelijk objectief staan tegenover
de Russische verhoudingen en toestanden,
omdat hfl evenmin Bots jewlek als conservatief
is. Tot welke groepeering hij zelf zich rekent,
faiflkt alleen uit het hier en daar door hem
uitgesproken oordeel over de Russische
sociale maatregelen; met zekeren weemoed
kan hij constateeren, dat allerlei maatregelen,
die door een zich noemend socialistisch
bewind worden genomen, inderdaad in het
geheel niet socialistisch zQn. Maar dat is
nauwelfks een gebrek aan .objectiviteit,
eerder een eenvoudige wijze om aan bepaalde
dinges hun. werkelQke aanduiding te geven.
Zoo heeft Dr. van Dillen gegeven wat hij
kon en wat op dit oogenblik waarlijk te
gevenis. ZQn boek zal stellig snel verouderen,
omdat het wel door de feiten zal worden
achterhaald. Maar ook dan blijft het zijn
waarde houden als een eerste poging
*om voor onze landgenooten het voor
velenongrQpbarebeeldderRussischerevolutie
omtrek en gestalte te geven. Wat velen uit
naar den aard onsamenhangende
courantenberichten slechts nauwelijks konden vasthouden
en omlijnen, dat vinden zij hier in betrekke
lijk kort bestek bfjeen als een brok
gelfjktQdlge geschiedenis van groote beteekenis.
Terecht heeft dr. van Dillen dat begrip
van contemporaine historie niet eng opge
vat Terecht heeft hij niet alleen de geschie
denis, maar ook de voorgeschiedenis der
Russische omwenteling beschreven. Hij vangt
aan met de periode van Nicolaas I om dan
spoedig te komen tot de hervormingen van
Alcxander II en haar gevolgen. Onder
Alexaader III en Nicolaas H beleeft Rusland
de opkomst der grootindustrie en de soci
ale orde, die daarvan het gevolg is. Maar
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTetenbiirg
DAGELIJKSCHE MOTQRDIENST
OTIECBT LEIDEI DEN HUG DELFT
Vlnttttihim ItmhtuhnitrZI. rrijékifal. Ituttiiml
VICB.VIHSA
Nederl. Munt
Holland»moe»t &t*Flltta
ook komt dan de moderne arbeidersbeweging
op, die zich in Rusland kon aansluiten bij
de oudere oppositie-partijen en burgerlijke
intellectueelen, nihillsten en anderen. De
revolutie van 1905 was daarvan het ge volg;
maar zij mislukt geheel door haar gebrek
aan Innerlijken samenhang. De reactie triom
feert; een periode van politieke expansie In
Oist-Europa kan beginnen. Dan breekt in
1914 de groote Eüropeesche oorlog uit, waar
Rusland zich niet bulten houden kan noch
wil. Maar deoorlog brengt de corruptie van het
bestaande regeeringsstelsel aan den dag; ook
lijdt het Russische leger geweldige neder
lagen ; het geheele westen van het rijk valt
in de handen der Duitschers. Zoo breekt de
Maart-revolutie van 1917 uit. Maar sedeit
gaat het steeds bergaf; de lawine, eenmaal
losgewerkt, glijdt met steeds grootere snel
heid naar beneden en overstelpt al het be
staande, in November 1917 veroveren de
Bolsjewikl de regeering.; Lenln en de zijnen
zijn nog aan het roer. Hóe lang nog? Tot
dat de lawine het dal heeft bereikt en daar
uiteenvalt.
DeRussische om wenteling nam hèt verloop,
dat men van den aanvang af kon verwachten.
Men kon dat verwachten, omdat die revolutie
de treffende kenmerken van de Russische
mentaliteit vertoont. Die mentaliteit is nog
zoo goed als geheel middeleeuwsch en ook
de revolutie als zoodanig draagt dat karakter.
Het is een vrij algemeen verbreide voor
stelling, dat eigenlijk eerst onze moderne
tijd een periode is van sociale beweging en
van maatschappelijke omwenteling. Integen
deel de middeleeuwen, vooral de veer
tiende, vijftiende en ook nog de zestiende
eeuw zQn bijzonder rijk aan woeling
en revolutie. Wij behoeven al die sociale
bewegingen in Engeland, Frankrijk en de
Nederlanden niet op te noemen; er gaat een
duizendvoudige trilling door de wereld in de
dagen der Witte Kaproenen en der Cabochlens,
der Maillotins en der mannen van Jack Cade,
in de tijden van Wat Tyler en John Ball,
van de Jacquerie en het kaas- en broodvolk.
Al die bewegingen hebben het spontane
van de middeleeuwsche volksziel, die rea
geert in haar toestand van gedruktheld op
ook zwakke prikkels van buiten en dat met
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
UITVAART DOMELA NIEUWENHUIS
De Roode Baar kwam nader, uuren toefden
duizenden voor de vensters, op de straten,
geduldig wachtend, ernstig, met zacht praten,
eindlooze, sombre meenigt van bedroefden.
De volksbuurt vol, al de door zorg gegroefde
in 't rauwe morgenlicht vale gelaten,
moeders met kindertjes, dat ze niet hoefden
die zooveel uuren lang alleen te laten
Daar vlamt de Roode Baar, met Rood van Trots,
van Vuur'ge Liefde en van heilig Woeden,
En al d'onterfden voelen bij dat Rood:
daar gaat een wreeker van hun valen nood.
Roode Bloeddruppel uit de Wonde Gods!
Hoe lang hoe lang nog zal de Wonde bloeden ?
N.V PAERELS
Meubileering M".
COMPLETE MEUBILEERINQ
« BETIMMERINGEN
:
Rokln 128 Telef. 4541 N
IIIHHIIIIIIIIIllllflIIMHIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllflIllllltlllllllltlllllllll
groote heftigheid. De gematigde
beradenheid van den modernen mensch kent de
middeleeuwer evenmin als zijn innerlijke
gebrokeaheid. De middeleeuwer, die in de
kerk heeft geleerd dat er een absolute
waarheid in het godsdienstige is, die nooit
anders dan in absolute tegenstellingen van
goed en kwaad, van hemelsch en aardsch
heeft geleefd, brengt die absolute waarden
gemakkelijk over op het staatkundig en
maatschappelijk terrein. De prediking van
het evangelie der ontevredenheid, die steeds
eindigt met de verzekering van de gereede
komst van het duizendjarige rijk, brengt de
weinig kritische menschen gemakkelijk in
geweldige extase. Geheel gespeend aan het
begrip van het verband en de causaliteit der
dingen, zonder eenig historisch besef, ver
stoken van eenig inzicht in de fijne roer
selen van geheel het leven, wordt de middel
eeuwer snel gegrepen door net bewustzijn
van eigen leed en van de mogelijkheid
dat door eenvoudige middelen te ver
helpen. Simplistisch in de hoogste
mate in hun gevoelsleven, ziet de middel
eeuwer de oplossing van de meest gecom
pliceerde vraagstukken voor de hand liggen.
Maar de teleurstelling is weldra even diep
als de verwachting hoog was. In zijn
ongebreidelden hartstocht slaat hij de ruwe
hand .aan het kunstig samenstel van staat
en maatschappij. HQ kan wel vernielen,
maar wondt zfjn hand daarbij zoo pijnlijk,
dat de ontmoediging weldra volgt. En dan
zinkt zfjn opwinding snel tot doffe berusting
ineen; hij vindt evenwel spoedig in zijn
absoluut geloof de kracht ook het nieuwe
leed te dragen.
Zoo is de mlddelMuwsche geestelijke be
weging, die snel tot daad wordt om even
snel weer in bespiegeling terug te zinken.
Is het In Rusland niet evenzoo? Zoekt het
Russische volk iets anders dan den heilstaat ?
Maar heeft dat iets met den modernen her-.
vormlngsdrang te maken? Onze tijd weet,
dat er geen absoluut goed en kwaad in
maatschappelijke dingen bestaat en dat dus
slechts in betrekkelflken zin hervormingen
zijn in te voeren; hij weet ook, dat beleid
meer waard is dan geestdrift, bezonkenheid
meer dan opwinding. Het is daarom zoo
zonderling, dat nog altijd sommige hervormers
ook ten onzent het oog gaarne richten naar
Rusland en hun voorbeelden zoeken in 't meest
achterlijke land van Europa- In een land als
Rusland, dat nog slechts vijftig jaar geleden
de lijfeigenschap afschafte, dat nauwelijks
de aanzetsels kent van de moderne grootin
dustrie, is de agrarische vraag nog steeds
het brandend vraagstuk bQ uitnemendheid.
En de Russische boer vraagt geen sociali
satie, maar juist verdeeling van den grond,
als voor eeuwen zQn West-Europeesche lot
genoot. Zoo moet de communistische re
geering van Lenin er wel toe komen om de
boeren land In privaat bezit te geven, althans
te beloven. Ook hierin big kt opnieuw, hoe
weinig beginselen waard zijn, die zich niet
aansluiten bQ de historische ontwikkeling
der dingen. En ook is het duidelijk, que
91 se vaut pas la peine de changer de gou
vernement", zooals men onder het Directoire
in Frankrijk zong.
Is Rusland reeds aan het Directoire toe?
Dat de dagen van Lenin- Robespierre geteld
zQn, is zonder meer apert. En dan ? Mis
schien komt dan een Napoleon tegelijk de
vruchten en den bult der revolutie binnen
halen. Komt het zoover, dan hopen wQ dr.
Van Dillen opnieuw aan de pen te zien. ZQn
geschiedenis der Russische revolutie wekt
die verwachting en dat vertrouwen.
H. BRUGMANS
HOEKER & ZOON
?KT HEEREHGIUCHT 435-437
Paarlon - Brillanten
Goud~ en Zilverwork
i n u n n umi i ui iiiiniiii
DE UITVAART
VAN DOMELA NIEUWENHUIS
Welk een dag! Welk een uitvaart l Diep,
diep in mijn weezen ben ik geschokt en
ontroerd. Neen! de zeegetocht der schit
terende leegers in Parijs kan niet schooner
of aangrijpender geweest zijn. Hier was
niets voor uiterlijke praal tenzij de teedre
bloemen hier was enkel soobere, droeve
eenvoud en ernstige dankbaarheid en liefde.
Nooit heb ik Amsterdam zógezien en z
l eeren kennen als in die drie uuren dat ik
met mijn groepje langzaam voortschreed
tusschen die dubbele menschenhaag.
Het was een gezicht dat mQ niet verlaten
wil. Nog altijd zie ik die eindelooze rijen
van bleeke gezichten, met de kleur van
steedelingen en in bedompte wooningen
leevenden. Nu zag ik eerst wat Amsterdam
bergt aan ongelukkige want onrechtvaar
dig bejeegende en eeuwen lang
bedroogen en misleide menschen.
Welk een meenlgte! mijn hart kromp van
deernis, van verontwaardiging, van liefde en
bittere ergernis. En daar stonden ze, zelf
niet weetend hoe hun aanweezigheid alleen
reeds een ontzachlijke demonstratie was, een
verschrikkelijk protest teegen de
menschheid, de maatschappij en haar zonden. Kan
dat ooit nog tot een gelukkige uitkomst
voeren ?" sprak iemand naast me, eeven als
ik getroffen door die vreeaselijke, leevende
aanklacht ingebracht door het
Amsterdamsche volk. En mijn hart en mijn mond
spraken: ja! er zal een uitkomst zijn!
STAATSBEDRIJF VOOR
ONTGINNING
door P. H. BURGERS
Directeur van het Landgoed Johanna
Hoeve" te Oosterbeek
Zonder nu in te gaan op theoretische
kwesties van socialisatie of Staatsexploitatie
kan toch gezegd worden dat de totstand
koming van een Staatsbedrijf voor ontgin
ning noodzakelijk is.
De geweldige oppervlakte woesten grond
welke nog in Nederland wordt aangetroffen
vraagt om gedeeltelijke doelmatige ontgin
ning. Ik kan alleszins het standpunt der
natuurliefhebbers waardeeren als zij behoud
van natuurschoon eisenen en juist daarom
acht ik de woeste gronden en bosschen beter
toevertrouwd aan een zorgvuldig
Staatsbeheer dan aan het particulier bezit dat steeds
geneigd is door min of meer toevallige fac
toren zich te laten beïnvloeden. De zin tot
behoud van natuurschoon is aan den dag
gekomen door de Vereeniging tot behoud
van Natuurmonumenten" die erin slaagde
door middel van particuliere deelname eenige
flinke complexen boscb, heide en water te
redden van den ondergang.
Indien door onteigening ten algemeene
nutte groote ultgestrektheden woeste grond
aan den Staat gebracht konden worden en
een goed bedrijf daarvoor werd ingericht
zou men verwachten kunnen dat de mooiste
gedeelten natuurschoon bewaard bleven tot
blijvende vreugde van het volk. voorzooverre
dat dergelijke zaken appreclëeren kan en
zou de Staat aldus tegemoet komen aan den
duidelijk uitgesproken wensch van het volk.
Het bezit van duinen, zandverstuivingen
en heidevelden is voor den Staat van groote
waarde omdat het natuurschoon bewaard
kan blijven, nog uitgebreid worden en ook
omdat de productie van hout en levens
middelen zoodoende belangrijk te verhoogen
ware. Kleine stukken helde enz. zouden van
zulk een onteigening uitgesloten moeten
worden omdat deze voor Staatsbeheer te
veel zorgen medebrengen en verwacht kan
worden dat het particulier initiatief deze
kleinere stukken voldoende behandelen kan.
De particuliere ontginning staat tegenover
een eventueel Staatsbedr|f verre achter,
omdat zij in de keuze van onderneming
mér gebonden is aan toevallige factoren.
De Staat kan technisch beter kiezen tusschen
landbouw en boschbouw. Bovendien is de
ontginning in het groot veel beter door te
voeren. Ik wijs hier op de afwatering, het
wegennet en verder verkeer, de verkaveling,
de mogelijkheid om stoomploegen te ge
bruiken enz. enz., allemaal technische zaken
die door den particulier In het klein nooit
zoo degelijk, af en aan-elkaar-sluitend be
handeld kunnen worden dan in het Staats
groot-bedrijf. Vooral ook het feit dat een
betere en juistere keuze mogelijk is tusschen
bosch en bouwlandontginning weegt zwaar.
Kiest het Staatsbedrijf boschaanleg op
een bepaalden grond en in een bepaalde
omgeving dan is het beheer van zulke bos
schen over te dragen aan het reeds bestaande
Staatsboschbeheer. Het lijkt mij overbodig
om hier uitvoerig in te gaan op de groote
voordeelen die de cindelijke, krachtige uit
breiding van het Staatsbosch kan hebben.
Ik noem hier slechts de snelle vergrooting
der houtproductie, waar de geheele wereld
langzamerhand te korten gaat krijgen, de
invloed op de soclaal-hygiëne, de mogelijk
heid van het ontstaan van dorpen en steden
in die bosschen naar de moderne eischen
van onze samenleving, buiten de knellende
banden van de dure bouwterreinen om onze
tegenwoordige woonplaatsen en ten slotte
ook op de aesthetische waarde van zulke
bosschen, een waarde die voor de volks
opvoeding, niet onderschat mag worden.
Slechts door onteigening zijn belangrijke
completen te verkrijgen, door aankoop gaat
het te langzaam en te duur in vele gevallen.
Het staatsontginningsbedrQf de beschik
king krijgende over groote terreinen die nu
nog woest liggen zal deze ontginnen kunnen
tot bosch en bouwland of welde. Wordt de
keuze gedaan om landbouw te beginnen,
een keuze die bepaald wordt door
grondsoort en ligging ten opzichte van het verkeer,
dan zal de staat ook deze ontginning in het
groot kunnen doorvoeren. Stoomploegen,
kunstmestbemesting, bezaaiing metlupinen,
waterloozing en wegenaanleg zijn zaken die
gereedelQk toevertrouwd kunnen worden aan
de overigens stugwerkende staatsmachine,
omdat zij Weinig detailwerk eischen in het
algemeen. Het staatsbedrijf zal zulke ont
gonnen oppervlakten moeten verkavelen na
een grondige studie ter plaatse over de
gewenschte bedrijfsgrootte en het zal de
gebouwen die voor die boerderijen noodig
zijn kunnen zetten, in het groot en naar
iliiiliililiiiiimimiilillii
liiiiiiiimiilliliiiimiillitiliiiiiit
Het moet de uitkomst moet koomen
omdat er altijd zulken zijn die Ingrijpen en
de ellende niet dulden, en omdat het
menschenras nog vol groeikracht is. Maar de
omvang onzer ellende en verdooling blijkt
eerst recht bQ zulk een schouwspel als het
wachtend Amsterdam, op 't voorbijtrekken
van de Baar van Domela Nieuwenhuls.
Het treffendst waren de volksbuurten, de
Jordaan. De geweldige massa menschen, en
de ernstige stemming. In de deftiger buurten
zag men niet zooveel magere, bleeke a f
gesloof de gezichten maar ook meer llgtelijk
spotlachenden, min of meer afwijzende of
verwonderde expressies. Dat is het ergste.
niet de arme meenlgte, maar de koude weP
varendheid. Ook daaraan is de doodzieke
stad droevig lijdende. Hoe moet het beeter
worden? Met Effecten-beurs, leeg
DamPalels en Jordaan zQn die drie in n
waarachtige gemeenschap te omvangen in
hun hoopeloos antagonisme?
Maar bedenkt de snelle veranderingen.
Bedenkt hoe de man die daar met zulk een
grootsche staatsie is uitgeleid, de meest
grootsche die Amsterdam ooit zag nog
maar voor weinige jaren geleeden werd
verneederd, gehaat en mishandeld Zegt
dat niets?
Ik voegde mQ bij mijn kleine groep, om
den omgang door de stad mee te maken.
De groep van G. G. B. gemeenschappelijk
grondbezit, met de spreuk: Werkers, werkt
voor elkander. Ook deezen toonen de taaiheid
van hen die oovertuiging hebben, en een
waarheid waaraan ze gelooven.
Dit kleine groepje met hun witte vlag,
HEYKOOP EN DE KUNST
Heykoop heeft gedaan gekregen
Dat de Rotterdamsche Raad
Met zijn vijftig duttend galden
Ook de kunst beschermen gaat.
Hij bewijst met die subsidie
Dat hij, waar het wezen moet
Ook voor geestelijke welvaart
Van zijn stad het zijne doet.
Als een taaie Rotterdammer
Heeft hij koppig door gezet
Kom artisten, even buigen
Tikt eens aan uw hoed of pet.
Willem Royaards en van Eysden
Van der Lugt en Heyermans
Musch, de Vries en E. Verkade
Krijgen nu een mooie kans.
Op den voorgrond!" roepen allen
Heykoop valt ook hierin mee"
Hij is onze père-noble"
Hij is
onze jeune-premier t"
Jaren lang heeft hij geijverd
Voor die lang gewaagde gunst
Nu heeft hij zijn zin gekregen
Voor de vaderlandsche kunst.
En o wonder boven wonder
Communist van Ravesteyn
Wil om Heykoop wat te helpen
In de kunst-commissie zijn.
Rotterdam geeft dus het voorbeeld
Aan ons heele vaderland...
Voor de kunst gaan communisten
En de soci's hand aan hand.
Vijftig duizend dure guldens
Worden gulweg uitbetaald
Die door bioskoop belasting
Keurig worden ingehaald.
Door de bioskoop-bezoekers
Komt de kunst er boven op
Toe maar jongens, draait maar filmen
Voor die vijftig duizend pop.
Heykoop, blijf nog lang regeeren
Houdt uw plaatsje stijf bezet
Thalia kust u de wangen
Heykoop helpt ons en houdt wet.
J. H. SPEENHOFF
DEVO
Geurigo Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVEIMBACH'8
Holl. Sigarenfabrlik UTRECHT
iiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiifiiiiiiii
-:? 110 *
-:
Krekelzangen
DOOR
J. H. SPEENHOFF
De nieuwste bundel van onzen
populairen dichter-zanger
Prijs in keurigen band
- f 1.25
Uitgave van Van Holkema & Warendorf, A'dam
imiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiifiiiii,
zoekt den meest vreedsamen weg uit de
ellende den weg van gemeenschappelQken
arbeid, met gemeenschappelijk bezit der
productie-middelen en, demokratlsche orga
nisatie. Dit poogen is steeds bespot en
teegengewerkt en nu groeit het groepje toch-in
den druk. Vijf en dertig afgevaardigden van
de Groningsche groep waren overgekomen
om D. Nieuwenhuis te eeren. ZQ hebben de
toekomst, als ze volhouden.
Voortschrijdend in het groepje, onder de
witte- en groene vaan was ik vervuld van
twee gedachten, omtrent D. Nieuwenhuis.
Vooreerst dacht ik: .ik heb hem niet ge
noeg bemind." Want al kon hij geducht
scherp en hatelijk zijn, en al moest ik dit
meenlgmaal van hem ondervinden wat
behooren wQ niet alles te verdragen van
iemand -die zoo heldhaftig, zoo liefdevol en
zoo onbaatzuchtig is ? Was hij niet waarlijk
integer, onaantastbaar eerlijk en hoeveelen
zijn er in ons land die zódurven lijden
voor hun oovertuiging?
En mijn tweede gedachte was: wat zal hij
met een wonderbaar gevoel ontwaken, als
het gedachte-gonzen der meenlgte en hun
ernstig dankbaar gevoel doordringt in zijn
nieuwe sfeer. Want al geloofde hij er niets
van, zoo zal het hem eeven goed een feit
worden als voor den vroomen en geloovigen.
En hij heeft zooveel gedaan uit zuivere mo
tieven van liefde en rechtvaardigheid, dat
hij om in gelukkige sfeer te koomen geen
andere voorspraak zal behoeven dan die
zijner eigen daden.
F RED ERIK vANEEDEN