Historisch Archief 1877-1940
29 Nov. '19. No. 2214
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Inwijdingsfeest (Chanoeka)
? UU het leven
Twee kaasjes kosten een cent,
Koop ze me af en ik ben content,
Twee kaasjes kosten een cent...
Daantje had een lichten slaap gehad.
Den geheelen nacht had het kind koortsig
op zijn stroobed je liggen woelen. Hij droomde
van de heerlijkheden, die hij vroeger in n
zelfden tijd had genoten. Dat deed hij reeds
vele nachten. Moeder kende zijn geheim.
Haar alleen kon hij het doen voelen. Daantje
was de eenige van de kinderen, die de ware
chanoekavreugde had gekend.
Met welk een groot verlangen had hij elk
jaar den eersten avond van het .Inwijdings
feest" vaders thuiskomst verbeid om als
eerstgeboren zoon, een der kaarsjes van
den chanoekawQzer te mogen ontsteken.
.Een onderscheiding, waarop hetjoodsche
kind niet weinig prat gaat. En uit volle borst
had hQ het monou sjoer je sjoegnousi" *)
medegezongen." Ook het traditioneele gan
zenbord en de kriekjes hadden nimmer
ontbroken.
Hoe zalig had Daantje zich gevoeld, wan
neer hij tusschen Vader en Moeder gezeten,
onder het spelen en chocolade drinken op
den laten avond, zich een menschje had
gewaand, verheven boven de zusjes en
broertjes, die al uren in de bedsteden
vast sliepen.
Door Vaders dood was hem dit alles
zoo wreed ontnomen.
De vader, niet heel sterk van borst,
had tot den oorlog flink kunnen werken.
Zijn arbeid was niet zwaar. Het gezin leefde
een eenvoudig, 'toch zorgenvrij bestaan.
Vader werd gemobiliseerd. Tegen maanden
op een vochtlgen grpnd slapen, zonder vol
doende dekking is zijn teer gestel niet
bestand gebleken. Na acht maanden dienst,
bezweek hQ aan een ernstige longontste
king in het militaire hospitaal.
Wakker geschrikt door de straatgeluiden,
die hem plotseling hopeloos herinnerden
aan zijn plan, eveneens vroeg te gaan ven
ten, greep als contrast de harde werkelijk
heid hem nog dieper in de ziel.
Het was een bitter koude najaarsmorgen.
De Ijzige noordenwind joeg door de
openingen der nauwe straatjes en deed de
bouwvallige huisjes der ghettobuurt angst
wekkend kraken.
Niet n lichtje glimpte aan den hemel,
bedekt met onheilspellende zwarte wolken.
Moeder had Daantje ten strengste verboden
uit te gaan. Diep bezorgd had ze gisteren
de holle oogen, de verhitte gelaatskleur,
het magere gezichtje en het uitgedroogde
HchaampjeaanschouwdendaaromaanDaantje
gezegd, dat hQ laag moest blijven liggen.
Maar hij had het Vader toch zoo.stellig
beloofd bij het afscheid nemen in het gast
huis... hQ zou braaf oppassen... voor
Moeder en de kinderen werken...
Het elfjarige knaapje voelde het als een
verplichting. Hij zou woord houden.
Geagiteerd door de verschillende droeve
gevoelens, aangemoedigd door het vooruit
zicht voor Moeder en de zusjes en broertjes
.het ganzenbord en de kriekjes" te kunnen
koopen, voelde hij zich als door een onbe
kende kracht gedreven.
Plotseling sprong hij met een ruk uit bed,
trok zijn schamele plunje aan, hing het bakje
met kaarsjes om de schouders en vloog de
straat op.
Helaas Daantje had met het liefhebbend
hart van zijn Vader, ook diens teer gestel
geërfd.
Arm Daantje voelde, dat het om al zijn
krachten gaan moest, want de concurrentie
was groot.
De werkeloosheid deed ook in de ghetto
buurt de nijpende armoede van dag tot dag
stijgen.
De levensmiddelennood onthield de meeste
venters hun koopwaar. De influenza voegde
ook haar deel er aan toe om de armoede
te verzwaren.
Spoedig werd dan ook door de'later aan
gekomen volwassen venters, het eentonige
geroep van het stumperdje twee kaasjes
kosten een cent, koop ze me af en ik ben
content," overschreeuwd.
Al meer spande Daantje zich in om zrjn
kaarsjes aan den man te brengen. Na elk
moeizaam uitgestooten refreintje hoopte hij
te vergeefs, dat men op hem toe zou loopen
om hem zijn waar af te koopen. Met wan
hopige blikken drong hij zich tegen de
voorbijgangers aan.
Wat lette hem een ruwe snauw van den
politieagent, nu het ging om zijn
hartsverlangen?
En bibberende van koude, doodziek,
ultHET BEDREIGDE VONDELPARK
Zoo heel erg is het niet en de beproe
ving kon wel eens verkeeren in een zegen.
De begroeide geul, die twee belangrqke
stadswijken' scheidt en een belemmering
vormt in het rlngverkeer, is al sedert jaren
den stedebouwers ais een doorn in betoog
en dat is licht te begrijpen. Een vijfentwin
tig jaar geleden wekte het denkbeeld, om
geharde en berallde verkeerswegen door
het park te leggen, bij de natuurvrienden
een storm van verontwaardiging, maar
menigeen is er anders over gaan denken.
De beteekenis van het Park is in de laatste
kwarteeuw geheel veranderd, nu het door
ombouwing afgescheiden is van de vrije
natuur, terwijl de Inrichting en beplanting
geen gelQken tred hebben gehouden met
de nieuwere elschen voor natuurgenot. In
deze weken van intensen vogeltrek, gepaard
aan snelle temperatuursveranderingen heb
ben wij weer even kunden zien, wat het
had kunnen wezen indien het Park zich
bad kunnen uitbreiden tegelijk met den
gehongerd herhaalde hfl steeds: twee
kaasjes kosten een cent, koop ze me af en
ik ben content l" Steeds schorrer, steeds
smeekender, klonk het deuntje van de
bloedlooze lippen.
Bij het vallen van den avond zeeg Daantje
bewusteloos op het nog haast volle bakje
neder.
Toegeschoten hulp bracht hem in allerijl
naar het gasthuis, waar de dokter uitputting
constateerde en het geval hopeloos inzag.
Diep ontroerd bleven de dokter en de
zuster met de moeder tot laat in den nacht
aan het bedje waken. In ijlende koorts, bleef
het kind met het .twee kaasjes kosten een
cent, koop ze me af en ik ben content",
zijn waar aanprijzen.
De mede zaalpatiënten waren alle als
verslagen. Het leek of zij opeens bQ zooveel
droevigs, eigen pijn en leed vergeten waren.
Ieders aandacht concentreerde zich op dit
ne bedje. Hartverscheurend klonk in de
geluidlooze stilte steeds matter het twee
kaasjes kosten een cent, koop..ze...me..
af.. en... Ik ben content. Totdat het
.sjemang jisroël" 2) het lied je van de veege
lipjes overstemde.
Daantje had zijn kaarsjes niet verkocht.
Toch was zrjn bede eindelijk verhoord
geworden.
Het arme Daantje rustte tevreden.
Daarna kwam het vreeselQke.
De moeder, als door waanzin aangegrepen,
wilde haar andere kinderen, tot eiken prijs
voor nzelfde lot bewaren. Twee bange
jaren van hard werken ontnamen haar de
geest en lichaamskracht om voldoende
te zorgen voor haar zes andere stakkerds,
die steeds meer ondervoed werden.
Moeder verloor het moreele evenwicht.
Ze vroeg nog maar alleen haar kinderen
te behouden.
Ze zette de oudste kinderen tot stelen
aan, wat gauw ontdekt werd.
Ze moest zes maanden celstraf tegen haar
hooren elschen.
Omdat ze 's avonds, bQ het vuurtje, dat
haar kinderen niet toekwam, bQ het
oorlogsbrood, dat haar kinderen niet toekwam enz.
enz., haar moedervreugde genoot. Het kwam
haar natuurlijk niet toe, nee niet natuurlijk,
het kwam haar niet wettig toe.
De oudere kinderen werden aan haar moe
derlijke macht ontzegd.
De getuigenissen van buren en kennissen
hebben voldoende waarborg gegeven, dat ze
toch een goede vrouw Is, die slechts
het goede voor haar kinderen wenscht. De
oorlogsellende heeft haar misleid. Ze ziet
vol diep berouw nu eerst in, hoever hare
angsten [en zorgen voor hun welzijn haar
gebracht hebben. Ook de dokter, die haar
zieiesmart om Daantje heeft bijgewoond,
pleitte voor haar.
Men durft haar de jongere kinderen, onder
controle, gerust weer toevertrouwen, en
hoopt ook later de grooteren, die Moeder
aanbidden, weder onder hare leiding te
brengen.
Drie wreede jaren, van hard werken en
zielsverdriet zijn door den nood ter tijden
voor de arme moeder verloopen.
Liefdadigheid naar. Vermogen wil haar
helpen, het in haar gestelde vertrouwen
waardig te maken.
Ze zal met het inwQdlngsfeest bQ hare
kleinen thuis komen.
Wij, L. N. V., willen haar helpen l
Ons beider nood is steeds stijgende.
*) Loflied ter eeje van het InwQdingsfeest.
2) Stervensge6ed.
E. W. ASSCHER
iiiiiiiiiiiiimimi
Chrysanten, een Symbool van lang Leven
De heer Plemper van Balen, lector aan de
Landbouwhoogeschool te Wapeningen, zenat
ons onderstaand bemoedigend stuk/e over
de thtysanten, in verband waarmede de lezers
zich zeker de mooie bloemplaatjes in het
vorig Nr, gegeven, nog wel zullen herinneren.
E. M. R.
Onder alle volken die bloemen waardeeren,
staat het Japansche zeker wel bovenaan.
Betrouwbare en uitvoerige inlichtingen
hierover geeft het in 1899 verschenen
prachtwerk The floral Art of Japan" van josiah
Conder. Behalve vele bijzonderheden over
de kunst van bloemschikken, belangrijk
onderdeel der opvoeding van beschaafde
Japanners, beschrijft het de nationale
bloemenfeesten, die op bepaalde dagen in 9
verschillende maanden worden gevierd.
Het chtysantenfeest heeft plaats op den
9n dag der 9e maand en wordt algemeen
gevierd, wQl voor de Japanners deze bloem
het symbool van lang leven is. De hooge
waardeering die men voor de chrys. bloem
koestert, blijkt ook uit hare opname in het
rijkswapen, dat eene gestyliseerde chrys.
bloem voorstelt.
Op den chrysantendag bezoekt men den
chrysantenberg in de provincie Kal om daar
den bloei der duizenden planten te bewon
deren, doch k om water te drinken uit
het beekje, dat er langs stroomt, daar dit
wegens de nabijheid der vele chrysanten
geacht wordt heilzaam te wezen. ZQ, die er
niet heen gaan, sieren hun woning met
chrysanten en vieren het feest in eigen kring.
In de drinkglazen strooit men eenige chrys.
bloemblaadjes, aldus zoo duidelijk mogelijk
een lang leven toe wenschend aan alle
tafelgenooten.
Hoewel de Chrysant reeds vele eeuwen in
Japan wordt vereerd en me't de meest moge
lijke zorg gekweekt, hebben de Europeesche
kweekers nog talloos vele nieuwe, fraaie
verscheidenheden gewonnen. -Ia sommige
jaren brachten zij wel 150-200 nieuwe ver
scheidenheden in den handel. Weinig snij
bloemen z(Jn voor onze kweekers van zooveel
belang.
De plant behoeft meerdere maanden om
hare bloemen tot *ntwikkeling te brengen.
Deze duren dan ook bijzonder lang en dit
mag wel de reden zQn, dat zf in Japan het
symbool werd van tang leren, immers de
bloemen blijven soms 4?6 weken mooi!
Dat de Chrysant, evenals zoovele andere
bloemen (witte rozen, lelies, viooltjes, enz.)
k wel bij rouwkransen gebruikt worden
moet opgevat worden als eene troostvolle
zinspeling op leren dat met het graf niet
eindigt. Bloemen zijn immers symbolen van
nieuw leven, van liefdevolle zorg en
verBoodschappen doen
Tetkenlngen voor de Amsterdammer" van Netty Heyligers
In den gewonen tijd
Tegen St. Nlcolaas
Winkelier: Wenscht u het mee te
nemen, mevrouw?
Mevrouw: O nee, laat u het liever
maar even bezorgen.
tolken nog meer l We herinneren aan-de
dichtregelen van wijlen dr. E. Laurillard:
Wat zQn bloemen in ons leven ?
Schoone Klnd'ren der Natuur,
Die als met ons mee gevoelen
't Heuglijk en 't droevig uur.
Kleurig zoomen ze onze paden,
Siersels zijn ze in hof en huis,
Pronkend in de feestgierlande,
Sling'rend om het lijdenskruls.
Spraakloos zijn ze, maar ze spreken
BI] vaarwel en welkom mee;
Tooisels zijn ze van den bruldskrans,
Troost voor kranken in hun wee.
En loopt eens het wlss'lend leven
Met zijn vreugd en lijden af,
Dan vertolken zQ weemoedig
Liefde en dank nog op het graf.
B. A. PLEMPER VAN BALEN
,?,,, iiMiiiiiiiui nu immuun m m mi miiiiii m imi iiimiiimiuii mum urn miiuiim i iiiiimm immuun i mum t umii
Op de Historische Tentoonstelling van de Ontwikkeling der Kleeding in de laatste twee Eeuwen
Teekenlng voor de Amsterdammer" van A. Leusink
Zódansten wij onzen vroolQken boerendans ten bate van de blinden van Amsterdam
(De tentoonstelling blijft nog geopend tot Zondag 30 November 5 uur)
Miiiumiiiimmii
stedebouw en dus zfln relaties met buiten
had kunnen behouden. Een paar dagen
achtereen hebben wij er werkelijk kunnen
genieten van kleurrijk natuurleven. Er
waren zwermen van vlaamsche gaalen
die als groote bonte vlinders, maar met groot
getier, rondfladderden tusschen het bruine
herfstloover en het op prijs wisten te stellen,
dat in dit moeraspark toch ook nog genoeg
eiken groeien. Langs de oevers weerklonk
onophoudelijk het gemlesper en de hoog
uitgehaalde loktonen van de goudhaantjes,
die hier hun bijnaam van sparresijsjes"
moeten afleggen en tegelijk met de gewone
sQs hun nooddruft zoeken in de elzen. Er
waren koperwieken en kramsvogels, meezen,
boomkruiper», roodborstjes en bij langer
zoeken was mij nog wel menig ander
herfsttrekker onder het oog gekomen. Zoo iets
krijgt men hier echter slechts een enkelen
keer in jaren te zien.
En altijd die gedruktheld en die modder.
Van weerskanten kijken je overal die huizen
over den schouder, en als 't avond wordt
of morgen, dan is slechts naar n enkele
lichting in een bepaalden tijd de stemming
en de kleurenpracht te genieten. Hoe was
dat vroeger anders toen de breede zuldkant
geheel open lag en hoe mooi zal dat weer
zijn in den nieuwen parkengordel, waar men
natuurlQk, alle fouten en tekortkomingen
van voorheen vermijden zal. En daar zal
men ook beter letten op den waterstaat
kundigen toestand.
iiiiiiimmiiiiiii
iiiiiiiimiiHiiiiiiiiiiiiliiimiiiii
Het Vondelpark is een soort van
poiderbosch. In 't eerst IQkt dat een nog al
gelukkige opvatting: het Vondelpark geheel
in overeenstemming met de landstreek.
Maar als je nu de echte woudnatuur van on
ze laagveenstreek wilt hebben, dan wordt
dat nog heel wat anders. Het echte
laagveenwoud vindt ge op sommige plaatsen
langs de oostzijde van den Haarlemmermeer
polder of in de Ankeveensche plassen. Dat
woud is een van de allerrrjkste en
alleraantrekkelrjkste gebieden, ter wereld, maar
je komt er alleen met laarzen aan of met
natte beenen. Dat is de ware natuur van
ons land en al het andere is kunstmatig en
het is dan ook volkomen in den haak, dat
wij in en om onze stad op paftn, ook parken
hebben op kunstmatig hoogen grond.
Men kan nu in November eens goed
voelen, hoe doorweekt dat Vondelpark is
en zelfs in den droogsten tijd van het jaar
kan men het nog zien aan verscheidene
boomerr, die als het ware op hun teenen
staan, om uit de nattigheid te blijven. Stap
maar eens in het gras links van den opgang
naar het achterste ronde bruggetje. Daar
staat aan den waterkant een els en een
moerascypres die er zich natuurlijk heel
pleizlerlg voelen en iets meer binnenwaarts
een vleugelnoot, die spreidt naar alle kanten
wfld en zijd wortels uit, vlak aan de opper
vlakte, ja, menigmaal er boven, want anders
zouden ze geen lucht kunnen krijgen en
verstikken Het heele park zit vol met van
die oppervlakkige wortelsystemen, die
levendig herinneren aan de stigmarlën uit
de steenkool woud en. Als botanische merk
waardigheid is dat aardig genoeg, maar 't
is tegelijk een bedenkelijke exponent van
ongewenschte modderigheid.
Nu zou veel euvel verholpen kunnen
worden indien op n of twee plaatsen
dwars door het park heen verhoogde ver
keerswegen werden aangelegd van
deVondelbuurt naar de Van Baerlebuurt, in de
allereerste plaats de verbinding Constant i] n
Huyghensstraat?Van Baerlestraat langs het
Paviljoen, dat dan gelijkvloers zou komen
te liggen. Het zou gruwelijk zijn, dien weg
te leggen als een soort van spoordijk, want
dan werd het voorstuk van het Park
heelemaal een put. Maar Indien we bedenken,
dat deze verandering gelden zal voor eeuwen
dan moeten we niet opzien tegen een paar
kubieke meter grond meer of minder en dan
bouwen we in plaats van een spoordijk een
breeden, tamelijk vlakken heuvelrug, den
voet een paar honderd meter breed. Boven
op den tug komt het dubbel tramspoor en
een breede allee met viervoudige beplanting,
waar we ons, dank zij de hoogte, de weelde
kunnen veroorloven van werkelijk tierlge
beuken, eiken en haagbeuken en wat niet
al. Ook de breede hellingen leveren de
gelegenheid tot een rijke en veelsoortige
beplanting. De helling kan zoo flauw wezen,
dat de groote verkeersweg van het Vondel
park zelf, dus de thans bestaande weg
WestWinkeller: U wenscht het zeker be
zorgd, mevrouw?
Mevrouw: O nee. Ik neem het liever
maar zelf mee.
iiimiiuiiiiiuiiiiiiiiiiimmuiii minimum
Meisje
'k Zag je komen langs de gracht,
Kleine trippel pasjes
'k Zag je drentlen langs m'n raam,
Kijkend naar de plasjes.
En opeens!... toen liep je weg!
'k Zat vergeefs te wachten ;
Of je niet nog n keer kwam,
Eventjes nog lachte.
'k Had je lieven mond gezien,
n je rozc-wangen:
'k Heb den heelen langen dag
Stil zitten verlangen.
'k Wou dat ik jouw oogjes had,
Om er in te kijken;
'k Wou dat ik die krullen had,
Om ze glad te strijken.
Toen je weg bleef, heb ik stil
In m'n huis gezeten;
En ik dacht aldoor aan jou...
Kon je niet vergeten.
TOM
Verzoeke alle stukken voor d6
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
iiiiiiiiiiiiiiiiu t iimiiimiiiiii m iiiiiiiiiimmiiummi
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VAN SCHAICK
BOOTHSTRflflT UTRECHT
IIIIIIIIIIIIIIIUIHHIIIIIIIIIIIII
Oost, haar gemakkelijk kan bestfjgen. Maar
beter is het wellicht om het rfltuigverkeer
te leiden onder den nieuwen verkeersweg
door, want in het midden kan gemakkeljk
een hoogte bereikt worden, die een tunnel
toelaat, vooral wanneer de ontwerper zich
niet angstvallig aan bestaande wegen of
paden gebonden acht Ongetwijfeld zou door
dat alles het karakter van het Park heel wat
veranderen, daar stap ik licht over heen, want
ik ben er van overtuigd dat het er veel op
verbeteren zou. Ook is de beplanting In het
te bewerken stuk op het oogenblik niet zoo,
dat het verlies ervan te betreuren zou zijn.
Er kan veel en veel mooier voor in de plaats
komen.
Wie zou het betalen ? Natuurlijk onze lieve
goede stad, die ook hier eens moge beseffen,
dat de zuinigheid de akeligste aller deugden
kan zijn. Het gerief van het verkeer billijkt
de verandering reeds voldoende, maar ik
geloof toch ook, dat de stroombesparing
voor Hn 3 een aanzienlijk deel der kosten
goed zal maken. Over eeuwen berekend
wordt het zelfs wellicht een voordeeltje.
Als ik alles goed overweeg, dan igkt mij
de bedreiging" van het Park eerder gelegen
in het feit, dat zulk een verkeersweg eens
niet tot stand zou komen.
JAC. P. THIJSSE