Historisch Archief 1877-1940
HJ. 8215
Zaterdag 6 December
A°1919
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
ON DER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H, BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
| Prijs per No. f 0.20^ Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar] | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam ( Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel
ERHOUDi Bladl. 1: Kaujsbj's Boek over bet
ontstaan van den Ooi log, door W.?De Even
redige Vertegenwoordiging in Frankrijk, door W.
H. Vliegen. Bnitenl. Overzicht: Czercin, door
dr, W. G. O. Byvanok. 2: Cyrano, teekening van
Jordaan. TJpton Sinclair en de Ameiik peis,
door F. v. E. Hoog er Handelaonderwgs, door
W. v. d. Wp. Krekelz .ng, door J. H. Bpeenhofi.
3: Feuilleton: Uit hit boek Mara, door Job. ICagd.
Vreugde, door IC. Beverslnie. 5: Voor Yi ouwen
(red. Klis. M. Bogge) Het Dienstboderma'agEtuk.
door A. B. Soheltema Beduiu.?Moeder der
Menschheid, door A. Kit in-v. d. Ley. Over Boeken f n
'Tijdschriften, docr J. H. Ophelia" in
Shakespeare's Hamlet, door Elae Manhs. Een Droom,
door A. Klein-v, d. Ley. Boekbespreking, door
Cissy van Harxveldt. T: Da Levensberichten,
door dr. O. P. BnrgerJr.?Sinteiklassin Amerongen,
teekening van Oeorfte van Raemdonek. Dram.
Kroniek, door Top Naeff. 9: Jaatbotk V. A. N.
E., door Otto van Tussenbroek. Boekbespreking,
door Herm. Middendorp. Fjj den eersten
Jaartyddag van opperrabjjn Bndelaheim, door N.
Godfiied. 10: De Nieuwste Schepping van Max
Beinhardt, door Wenzel FrankerröIa. Op d.n
Eoonomisohen Uitkjjk, door jhr. mr. H. Smissaert.
Uit de Natuur: Yogelfilm, door Jao. P. Thjjsse.
12: uit het Kladschrift van Jantje. - Oase Puzzle.
Leekenepiegel. Aan het Loket, door W. Kiest
van Limburg". 13: De Etadsschonwburglwestié,
teekening van Joh. Braakensiek. De Maahieten
en de Taalstrijd, door mr. Jacob Isiaël de Haan.
Boyal Auotion Bridge, door Bridger.
Bijvoegsel: Eauteky'a onthullingen over het ont
staan van den Oorlog, taekening v. Joh. Braakenaiek.
iiiiimiiitmiliiMiiiliitimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiii
KAUTSKY's BOEK OVER
HET ONTSTAAN VAN
DEN OORLOG
Eindelijk!
Eindelijk is dan de waarhe4d over het
ontstaan van den oorlog geopenbaard.
Maar men kan ook zeggen: nu reeds!
Immers, twee of drie jaren geleden
vermoedde niemand, dat vjak na den
oorlog het geheim derOostenrijkscheen
Duitschearchieven zou worden verbroken.
De revolutie heeft de zegels ontsloten.
'Maar niet terstond. Bij stukjes en
beetjes. De publicatie uit de
Oostenrijksche archieven bracht de waarheid nog
niet geheel aan den dag. Juist dat maakte
ongeduldig.
En daarom ontsnapt ons een: eindelijk!
nu Kautsky's boek de naakte waarheid
doet oprijzen en haar het volle licht laat
werpen op het ontstaan van den oorlog.
Wat wij bij dat licht aanschouwen,
doet ons rillen van afschuw.
Ik denk daarbij niet in de eerste plaats
aan de figuur, die de gewezen Duitsche
keizer maakt.
Zeker, ook op dezen Hohenzollern is
Bismarck's woord van toepassing: Ich
habe drei Könige nackt gesehn, und sie
sahen- schlecht aus". Ook hij ziet er
allermiserabelst uit, nu hem de
tooneelplunje van de schamele leden is getrokken.
Dit kan echter alleen hen verwonderen,
die zich bij het leven van Keizer Wil
helm II hebben vergaapt aan zijne schet
terende woorden en opzichtige daden.
Bij zijn leven want deze man leeft
niet meer; Kautsky's boek heeft het
vonnis aan hem voltrokken.
Maar zelfs voor hen, die hem nooit
voor meer hadden gehouden dan voor
een held van de phrase, is het toch nog
verbijsterend te zien, welk een armzalig
mensch deze Keizer en Koning van
Codes genade wordt, zoodra hij zijne
CZERNIN
I
Maar de titel moet niet wezen zooals ik '
hem hierboven heb opgesteld, hij moet
luiden: Arm Oostenrijk l
Graaf Czernin, die, gel5k leder zich her
innert, tot het begin van 1918 minister van
Buitenlandscbe Zaken van Oostenrfjk Hon
garije is geweest, heeft gedaan, bQ den
afloop van den oorlog, wat anderen deden,
en mémoires geschreven. ZQ heeten: I m
Wel t kr lege. En zQ zijn niet persoonlijk.
Ja, bij vermijdt persoonlijkheden. Wie
hoopt in zQn boek op een verklaring van
de voorvallen welke tot het ontslag uit zijn
ambt hebben geleid, die komt bedrogen
uit. Het is OostenrQks positie gedurende
den oorlog welke hij wil verklaren. De
eigen persoon blijft achterwege.
Zonder dat daarom zijn verdriet geheel
wordt verzwegen.
Een enkele maal welt het op. Wanneer
hQ aan zijn Oostenrijk denkt dat zoo voor
naam onbezorgd zich langs de oevers van
de blauwe Donau uitstrekte, en hQ het nu
voor zich ziet stuiptrekkend, tot op het
geraamte ontdaan, dan houdt hQ zQn smart
niet in.
HQ kent de fataliteit der omstandigheden
waartegen het had te worstelen. HQ heeft
het willen redden uit dien greep van het
noodlot, in zoover men zich namelijk kan
voorstellen te strijden tegen wat In waar
heid onvermijdbaar is. HQ heeft ten minste
gewildl
Want zooals ieder gedenkschrift, is ook
dit een verdediging. Een verdediging tegen
staatsiekleeren heeft uitgetrokken en in
zijn huisjasje kantteekeningen zit te
maken bij de stukken, die hem worden
voorgelegd.
En ook bij wie er nooit aan hadden
getwijfeld, of deze man was bezeten
door den demon van het militarisme,
wekt het toch .nog een huivering hem
te hooren verkondigen, dat het ten derde
male vergeefs gemobiliseerde
Oostenrijksche leger noodzakelijk een
satisfaction d'honneur" moet krijgen vergeefs
gemobiliseerde, zoo staat er, God betere
het, alsof het voorkómen van een oorlog
niet een zaak van duizendmaal meer
beteekenis was dan al de rompslpmp^n
moeite en kosten van een mobilisatie,
zelfs van een mobilisatie voor de derde
maal l
Maar hoe vernietigend ook het oor
deel moge luiden, dat de publicatie uit de
Duitsche archieven over den gewezen
Keizer Wilhelm velt, hoezeer ook hij,
als Oedipus na de. openbaring van zijne
schande, mag jammeren:
Weel weel zoo komt dan ailes, alles ultl"
niet dit is de gedachte, die ons stil
maakt, wanneer wij de lezing van
Kautsky's boek ten einde hebben ge
bracht.
Wilhelm moge dan belast zijn met
een veel grooter persoonlijke schuld aan
het voorbereiden, aan het opzettelijk
uitlokken van den oorlog dan de meesten
hadden vermoed, niet bij hem alleen
lag de beslissing. De verantwoordelijk
heid daarvoor treft in de eerste plaats
de staatslieden, die in den zomer van
1914 het roer van Duitschland en Oos
tenrijk-Hongarije in handen hielden.
En wie siddert niet bij de gedachte,
dat toen -over het lot van de
menschheid beschikt is door mannen, z
roekeloos, zóslecht op de hoogte van
hunne taak, zódom en tegelijk z
verfijnd gemeen in het spannen van
hunne listen en lagen, zóvolkomen
het hoofd kwijt ten slotte op den dag
toen de ontzettende beslissing viel.
Zóroekeloos, dat zij een oorlog met
Servië uitlokten en het er op waagden
of Rusland en Frankrijk daardoor ook
in het geweer zouden worden geroepen;
mocht dit gebeuren, wat nood ? Rusland
en Frankrijk waren nog niet gereed,
met hen zou men het wel klaar spelen.
Zóslecht op de hoogte van hunne
taak, dat Oostenrijk-Hongarije een ver
deeling van Servië beraamde, zonder
eenig benul te hebben van de oplossing
van het Zuid-Slavische vraagstuk, die
dan onmiddellijk urgent zou worden;
zóallerjammerlijkst onbekwaam, dat
eerst op den 17en Juli, toen reeds twaalf
dagen geleden Duitschland aan Oosten
rijk onvoorwaardelijk steun had beloofd
bij zijne actie tegen Servië, von Jagow
aan den Duitschen gezant te Weenen
opdraagt, bij Berchtold eens te
informeeren, welke plannen hij eigenlijk
heeft met Servië, nadat dit onder den
voet zal zijn geloopen; het zou ons
wat waard zijn, ten minste eenigszins
ingelicht te worden, waarheen de weg
ons ongeveer kan brengen" l
Zódom en zulke slechte kenners
van de kaart van Europa en van de
geschiedenis van Engeland, dat zij vast
rekenden op de onzijdigheid van Enge
land voor het geval, dat Duitschland
het lot, een voorname apologie. Arm
Oostenrijk l
Hoe is het in zQn ongeluk gedreven ?
Er waren menschen genoeg die de zware
wolk aan Oostenrijks hemrl zagen. Niet lang
vór het uitbreken van den oorlog had Czernin
te Constantinopel een gesprek met den
OostenrQkschen ambassadeur, markies
Pallaviclni. Waar gaat men heen ? zelde
deze tot hem. Het wordt tijd dat Oostenrijk
zich uit den Balkan terugtrekt en zQn gansene
politiek daar opgeeft. Anders loopt het uit
op *Qn verderf.
Het was een hoogst ernstig woord van
een man die als weinig anderen over den
Europeeschen toestand kon oordeelen, en het
werd door zulke wichtige argumenten ge
steund, dat Czernin zich genoopt voelde het
aan aartshertog Frans Ferdinand, den troon
opvolger, mcête deelen. Hij had zQn ver
trouwen, hQ mocht hem zeggen wat hem
misschien pijnlijk tou aandoen.
Frans Ferdinand was diep onder den in
druk van Pallavicini's opvatting. Of zQ
invloed zou hebben gehad op zQn hande
lingen? Het is de laatste maal geweest
dat Czernin hem sprak.
De moord te Serajewo had plaats. On
tegenzeggelijk is 'het dat er in Weenen en
elders een stemming heeft geheerscht alsof
een krachtsvertoon naar bulten Oostenrfjk
zou helpen over de moeilijkheden welke de
bonte dooreenmengeling van zfjn volks
stammen het bereidde. Daar kwam bij de
opwekking van den kant van Duitschland.
Niet officieel was dat aanstoken. Matigende
boodschappen zelfs zijn er van Bethmann
Hollweg gekomen. Maar dat was nadat reeds
de oorlog aan Servië was verklaard en dat
er sprake was van een algemeene mobilisatie
zoowel van Oostenrijk als van Rusland. Daar
tegenover liet de persoonlijke invloed van
den Duitschen gezant te Weenen, von
Tschirschky, zich gelden. HQ was de woord
voerder van een partij die het zich tot taak
en Oostenrijk-Hongarije oorlog zouden
voeren tegen Rusland en Frankrijk; z
verdwaasd in hun eigenwaan, dat zij
het eenvaudig als een plicht van Enge
land beschouwden om te Petersburg
en te Parijs blindelings de
DuitschOostenrijksche politiek te ondersteunen!
Zódom, dat zij liegen, terwijl zij
weten, dat zij n of twee dagen later
als leugenaar ten toon zullen staan. Een
paar dagen voor de overhandiging van
het ultimatum aan Servië' verzekert
Berchtold aan den Russischen gezant,
dat de aan Servië te stellen eisenen
hoogst aannemelijk zullen zijn", en wordt
aan den Franschen gezant op de mouw
gespeld, dat de toon der Oostenrijksche
nota en de daarin gestelde voorwaarden
lieten rekenen op een vreedzame oplos
sing" terwijl die voorwaarden vlak
daarna bekend zouden worden en er
juist op berekend waren Servië tot een
weigering te noodzaken: in den op 7juli
te Weenen gehouden ministerraad was
besloten aan Servië zulke verregaande
eisenen te stellen", dat het die zou moeten
verwerpen; toen Keizer Wilhelm hoorde,
dat Berchtold nog bezig was er over
te denken, welke eischen het best aan
dit doel zouden beantwoorden, noemde
hij er, in een kantteekening, zelf alvast
n op, dien Servië nooit zou inwilligen:
Het Sandsjak ontruimen! Dan is het
zeker ruzie!"
Zóverfijnd gemeen in het spannen
van -hunne listen en lagen, dat zij bij
voorbaat klachten verzinnen over schennis
der onzijdigheid, op een oogenblik toen
zulke vijandelijkheden nog volkomen on
mogelijk waren, alleen maar om de be
schuldiging gereed en bij de hand te
hebben, zoodra het noodig zou zijn.
Den 26sten Juli wordt reeds een do
cument ontworpen, waarin staat: De
Duitsche regeering beschikt over betrouw
bare berichten nopens den voorgenomen
opmarsen van Fransche strijdkrachten
in het Maas vak Gi vet-Namen".
Den 29sten Juli wordt het in de defi
nitieve redactie aan den Duitschen gezant
te Brussel toegezonden, met de opdracht
het pas aan de Belgische regeering ter
hand te stellen als hem daartoe bevel
wordt gegeven.
Den 2den Augustus komt dit bevel af,
met de nadere instructie: verzeker aan
de Belgische regeéring, dat elke twijfel
aan de juistheid van het bericht over
den Franschen opmarsch is uitgesloten"
en zorg, dat de Belgische regeering den
indruk krijgt, alsof de verschillende op
drachten in deze zaak u vandaag pas
bereikt hebben".
Om de woorden van Kautsky aan te
halen : de Not", die volgens de pathe
tische verzekering van Beihmann Hollweg
in zijn groote oorlogsrede van den
4den Augustus kein Gebot" kende, werd
reeds den 29sten juli met koel overleg
in orde gemaakt en veilig weggeborgen
op pekel gezet, opdat men ze later voor.
den dag zou kunnen halen, als men er
behoefte aan had1'.
Zóvolkomen het hoofd kwijt ten slotte,
dat op den l en Augustus, toen 's mid
dags te n uur de oorlogsverklaring naar
Petersburg reeds was verzonden,
Bethmann Hollweg 's avonds te kwart voor
tien den Keizer een telegram aan den
Tsaar ter teekening voorlegde, waarin
nieuwe onderhandelingen werden be
un Itllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illllllllll ??«?IIIIIIIMIMH
had gesteld om Oostenrijk wakker te
schudden. OosteuQk moest laten zien
wat het vermocht. Met het onoverwinnelijke
Duitschland aan zfjn zQ de, behoef de het voor
Rusland niet terug te deinzen. Samen met
Duitschland I
Deel hebbend aan het geluk van Duitsch
land l
Alsof dat in waaiheid niet beteekende:
gebonden aan den oppermachtigen genoot,
van zijn vrijheid van handelen beroofd, ont
zet uit zQn zelfstandigheid!
Toen te Berlijn, ca de eerste roes van
krachtsopwinding, de staatslieden hun toon
gingen dempen, als het ernst werd met
Engeland, wist men te Weenen nog eerst
niet hoe men het had, en toen te Weenen
het zwakke hoofd van Berchtold, den minister
van Buitenlandsche Zaken, tot overdenking
kwam, toen was het te laat. De oorlog
was er.
De Monarchie recht vreemd dat er
elgenlQk geen ander algemeen aangenomen
woord bestond cm het rQk aan te dulden
waarin OastenrQk en Hongarije waren
vereenlgd de Monarchie bezat geen staats
man, behalve Tisza, den Hongaar. HQ van
zQn kat.t hei f i den oorlog niet gewenscht,
maar hQ haatte de Slaven; een wapengang
tegen de Russen was hem niet onwelkom.
Eén man heeft de Monarchie toch gehad
die zich ren beeld had gevormd van haar
toekomst. En die de kracht in zich gevoelde,
die den wil had en die d: kans meende te
hebben zQn idee te verwezenlQken. HQ
was te Serajewo een slachtoffer geworden
en zijn dood heeft het < ffer van millioenen
m'enschenlevens tengevolge gehad.
Wat wordt er niet verschillend over Frans
Ferdinand, den aartshertog, geoordeeld.
Czernin schetst hem ons en ik geloof raar
waarheid, met een paar flinke trekken.
ZQn aard werd bepaald door een groot
wantiouwen tegen de menschheld. Had hQ
niet In eigen persoon ervaren welke waarde
gonnen en o. a. de wensch werd uit
gesproken, dat de Tsaar aan zijn troepen
zou bevelen niet over de Duitsche grens
te trekken!
Toen dit telegram den volgenden morgen
te Petersburg aankwam, begreep men daar
er natuurlijk niets van. Sasonof vroeg den
Duitschen gezant, die reeds op het punt
stond van te vertrekken, hoe het ver
zoek aan den Tsaar te rijmen was met
de oorlogsverklaring, die men den vorigen
avond had ontvangen. De gezant wist
er geen andere uitlegging voor dan deze,
dat het telegram van den Keizer reeds
eergisteren" (31 Juli) was aangeboden
in plaats van gisteren" (l Aug.)endus
een vertraging van een dag had.
De eenige juiste verklaring schrijft
Kautsky kwam bij den Duitschen
gezant natuurlijk niet op en, indien zij
hem ware ingevallen, zou hij zich wel
hebben gewacht ze mede te deelen : die,
dat zijn allergenadigste heer en diens
raadgevers altezamen het hoofd kwijt
waren".
Over Kautsky's boek is voorloopig het
laatste woord nog niet gezegd. Ook te
dezer plaatse vermoedelijk niet.
Het richt zijne pijlen hoofdzakelijk
tegen de regeerders van 1914; maar
enkele treffen ook de Duitsche regeéring
van nu, die in den zomer van 1919 een
witboek uitgaf, waarin de waarheid over
de schuldvraag werd verdonkeremaand.
Voorloopig büjve dit in petto. Kautsky's
boek zal toch reeds stof genoeg opjagen.
Men zal het verdacht maken omdat
het is geschreven door een sociaal
democraat, en. nog wel door een der
onafhankelijken".
Men zal zijne oordeelvellingen, wan
neer deze niet gedekt worden door den
tekst van bepaalde documenten, meenen
te kunnen weerleggen door ze te noemen:
die van een fanatiek Marxist.
Men zal er van alle kanten aan gaan
knabbelen en knagen.
Maar aan de documenten, waarvan
hij de voornaamste in zijn boek al-vast
afdrukt men zal ze straks alle 900
kunnen lezen in de officieele Duitsche
uitgave der bescheiden uit het departe
ment van buitenlandsche zaken over
het uitbreken van den oorlog" zal
men niet kunnen raken.
Ook wie Kautsky voor een partijdig
man houdt, leze toch zijn boek ; ook wie
het oordeel van een onafhankelijk"
sociaaldemocraat wantrouwt, neme toch
kennis van de onvervalschte bescheiden,
die thans voor het eerst worden bekend
gemaakt; wie zich deze moeite heeft
gegeven, zal weten bij wie de schuld
aan het uitbreken van den oorlog ligt.
Maar hij leze het boek in zijn geheel;
in de vertaling, die de Nieuwe Rotterd.
Courant aan hare lezers heeft aangeboden,
zoolang althans het Duitsche boek zelf
hier te lande nog niet verkrijgbaar is.*)
En betuige dan in stilte aan de Nieuwe
Rolterd. Courant zijn dank voor de
prompte bediening al zal menigeen
dit niet kunnen doen zontier er even
om te meesmuilen, dat het nu juist de
N. R- C. moest zijn, die deze geschiede
nis van het ontstaan van den oorlog
het eerst in Nederland bekend maakte!
W.
?) Intusschm verachten een Hollandsche
vertaling bij Nijgh & van Ditmat's Uitg. MQ.
RED.
iiiiiliiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiit
te hechten viel aan de hooggeroemde
aanhankelQkheid jegens vorsten l In den tijd dat
de ziekte waaraan hQ had geleden hem on
geschikt scheen te maken voor de troonop
volging, was men begonnen hem voorbij te
zien. Die hem het meest naar de oogen had
den gekeken, spotten achteraf over zijn ge
mis aan schoon schitterende talenten. Zij
hielden hem voor afgedaan.
Maar Frans Ferdinand verkoos niet ach
teruit te worden gezet. HQ wilde beter
worden, hij zou In de Monarchie de plaats
innemen welke hem toekwam.
En het biet f toch altoos een strijd. HQ
was geen sympathieke figuur. HQ verstond
de kunst niet om de mrnschen voor zich
in te nemen. De oude Keizer Frans Jozef
mocht hem niet. Zijn huwelfjk met een
vrouw, niet zQn gelijke in stand, bracht zijn
huis in een dubbelzinnige positie aan het
door Spaansche etlkette beheerschte hof.
Hij kreeg veel en velen tegen zich.
Maar hQ wist door te zetten.
HQ verschafte zich autoriteit op het gebied
van militaire en marinezaken. HQ werd een
macht in de Monarchie.
En hQ had zijn aanhang.
Die eenmaal zfln vrienden waren geworden,
al hadden zQ het soms te kwaad met hem,
waren trouw aan hem verbonden. ZQ reken
den op xijn woord. Op een belofte van Frans
Ferdinand kon men -staat maken. Czernin
verzekert ons, dat hQ er nooit aan heeft
gedacht wat voor vast is beweerd om
de zoons uit zQn huwelijk, als hQ eenmaal
Keiicr was geworden tot erfgenamen van
den troon te verklaren. Hij had daarvoor
een eed gezworen, zQn, zoons zouden enkel
burgers zfjn van den staat.
Frans Ferdiriand had het plan gemaakt
tot een hervorming dr r Monarchie. HQ wilde
van-Oosten rflks landen- en volkencomplex
een federalen staat maken.
Maar daarbij stond het Koninkrijk Hon
garije hem In den weg. Wat het
OostenrQksch gedeelte der Monarchie betrof,
HonDE EVENREDIGE VERTEGEN
WOORDIGING IN HET NIEUWE
FRANSCHE KIESSTELSEL
door W. H. VLIEGEN
Men weet dat de verkiezingen die op 11
November jl. in Frankrijk hebben plaats
gehad, gehouden werden volgens de regelen
van een nieuw kiesstelsel, dat berustte op
de Evenredige Vertegenwoordiging.
Bij het vaststellen van den uitslag heeft
vooral de aandacht getrokken de achteruit
gang der socialistische geunifieerde partij,
die, in de oude Kamer vertegenwoordigd
door 101 leden, het In de nieuwe niet verder
bracht dan tot 57. Maar... en hier komt,
ter btoordeeling van het stelsel der E. V.
het essentleelc, die 57 zetels werden ver
kregen door een partij die 24 pCt. der
stemmen heeft gekregen en dus in een Kamer
van 626 leden vertegenwoordigd had moeten
zijn door ongeveer 150 leden, zoodat ze
maar weinig meer dan lis heeft van de haar
toekomende zetels.
Ik schrijf hier niet over de vraag of de
Socialistische PaitQ al of niet een overwin
ning heeft behaald. Ook al had ze die 150
zetels gekregen, zou de uitslag nog maar
zózózijn geweest, daar gaat het niet om.
De tekort gedane partij had evengoed een
andere kunnen zijn. Het gaat om een beoor
deeling van het stelsel.
Het nieuwe kiesstelsel is neergelegd in de
wet van 19 Juli 1919, een nieuwe wet van
19 artikelen, waarvan de inhoud aldus is
weer tégeven.
De leden van de Chambre des députés"
worden gekozen volgens het departementale
lastenstelsel. Ieder departement kiest even
veel leden als er 75,000 inworers zijn van
Fransche nationaliteit. Een fraktie van75 000,
die de 37.500 te boven gaat, heeft recht op
een lid meer. BQ wQie van overgang kiest
ieder departement evenveel leden als tot
nu
toeHet departement vormt een kiesdlstrikt.
Wanneer evenwel een departement meer
dan 6 afgevaardigden kiest, kan het bQ de
wet gesplitst worden in dlstrikten, mits geen
van die dlstrikten minder dan 3 afgevaar
digden kiest.
De bepaling van de wet van 17 Juli 1889, dat
niemand in meer dan in n district kandi
daat kan zijn, blijft gehandhaafd. Kandidaat
stellingen kunnen individueel of kqllectlef
plaats hebben. De kandidatenlijsten worden
door een verklaring van de kandidaten ge
vormd, met opgave van de volgorde. Een
kandidatenlijst mag niet meer namen bevat
ten dan er afgevaardigden in het district
gekozen moeten worden. Individueele kandi
daturen behoeven de handteekeningen van
100 burgers. Een kandidaat kan zich niet
terugtrekken dan bij deurwaarder-exploir,
minstens 5 dagen voor de verkiezing. Tot
5 dagen voor den verklezingsdag kan een
onvolledige lijst aangevuld worden.
En nu komt de kern van de zaak:
ledere kandidaat die de volststrekte meer
derheid op zich vereenigt, wordt gekozen
verklaard. Over de op die wQze niet toege
kende zetels zal als volgt worden beschikt:
Het kies quotiënt zal worden bepaald door
het aantal uitgebrachte geldige stemmen te
deelen door het aantal te kiezen afgevaar
digden. Men stelt dan het gemiddelde vast
van elke IQst door het totale getal der
verkregen stemmen te deelen door het aan
tal kandidaten dat de IQst bevatte. Aan ledere
IQst worden zooveel zetels toegekend als het
gemiddelde, het kies quotiënt bevat. BlQven
er dan niet toegekende zetels over, dan
worden die toegekend aan het grootste ge
middelde De gekozenen zijn zij die van de
candidalen hunner lijst de meeste stemmen
verkregen.
Volgen nog een aantal bepalingen die van
de beoordeeling van het stelsel der E. V.
weinig ter zake doen, zoo b.v. dat, indien
niet de helft der kiezers is opgekomen, de
verkiezing ongeldig is, waar en hoe de lijsten
iiiiiilMliiiuiiiiiiiiiimiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiimiii
garQe moeide er zich niet mee, maar zoover
't het eigen Koninkrijk aanging, daar ver
zette het zich tegen elke inmenging, zoowel
In blnnenlandsche aangelegenheden ais in
buitenlandsche betrekkingen. De Hongaren
(de Magyaarsche landadel) moesten meester
zQn in hun gebied.
Of de Roemenlërs die in Zevenburgen
woonden, of de Slaven die groote gedeelten
van het land bezetten, zich ont e vreten
toonden, dat gaf den Hongaren geen moei
lijkheid. ZQ waren de heeren, zij zouden de
heeren blijven.
Hongarije nu, dat was Tisza, de onverzet
telijke. Hij was heerscher over dat land, niet
van plan een grein van zijn macht op te
geven.
Tisza vertelde eens lachend aan Czernin
dat iemand hem had gezegd, hoe zijn grootste
fout was als Hongaar in de wereld te zQn
gekomen.
Zoo was het werkelijk: al zijn voorin ff
elijke qualiteiten werden in de schaduw ge
steld door zijn uitsluitend Magyaarsch ge
voelen en denken.
Frans Ferdinand en Tisza, twee
hardnekklgen l
Op den duur kon de Monarchie, in baar
waarheid, Oostenrijk en Hongarije, geen stand
houden. Het denkbeeld van een Statenbond,
zooals het Frans Ferdinand voor den geest
stond, had toekomst in zich, ja de Monarchie
zou ten gronde moeten gaan door de ver
deeldheid der volken, wanneer het plan niet
werd verwezenlijkt.
Maar was de nieuwe geboorte mogelQk?
Zou de Monarchie niet op haar grondvesten
daveren, wanneer de poging tot hervorming
plaats greep ? Was de hand van Frans Fer
dinand krachtig genoeg, zoo Tisza zich ver
zette?...
Er was etn gevoel van verlichting over
het gansche land, vertelt ons Czernin, bQ
het doodsberlcht van Frans Ferdinand.
De oorlog gaf uitzicht. Arm Oostenrijk l
W. G. C. BYVANCK