De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 6 december pagina 1

6 december 1919 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

HJ. 8215 Zaterdag 6 December A°1919 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ON DER REDACTIE VAN Mr. J. A. VAN HAMEL, Prof. Dr. H, BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF | Prijs per No. f 0.20^ Per 3 mnd. f 2.50. Abonn. loopen per jaar] | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam ( Advertentiën omslag f 0.40 p. regel, binnenpag. f 0.50 p. regel ERHOUDi Bladl. 1: Kaujsbj's Boek over bet ontstaan van den Ooi log, door W.?De Even redige Vertegenwoordiging in Frankrijk, door W. H. Vliegen. Bnitenl. Overzicht: Czercin, door dr, W. G. O. Byvanok. 2: Cyrano, teekening van Jordaan. TJpton Sinclair en de Ameiik peis, door F. v. E. Hoog er Handelaonderwgs, door W. v. d. Wp. Krekelz .ng, door J. H. Bpeenhofi. 3: Feuilleton: Uit hit boek Mara, door Job. ICagd. Vreugde, door IC. Beverslnie. 5: Voor Yi ouwen (red. Klis. M. Bogge) Het Dienstboderma'agEtuk. door A. B. Soheltema Beduiu.?Moeder der Menschheid, door A. Kit in-v. d. Ley. Over Boeken f n 'Tijdschriften, docr J. H. Ophelia" in Shakespeare's Hamlet, door Elae Manhs. Een Droom, door A. Klein-v, d. Ley. Boekbespreking, door Cissy van Harxveldt. T: Da Levensberichten, door dr. O. P. BnrgerJr.?Sinteiklassin Amerongen, teekening van Oeorfte van Raemdonek. Dram. Kroniek, door Top Naeff. 9: Jaatbotk V. A. N. E., door Otto van Tussenbroek. Boekbespreking, door Herm. Middendorp. Fjj den eersten Jaartyddag van opperrabjjn Bndelaheim, door N. Godfiied. 10: De Nieuwste Schepping van Max Beinhardt, door Wenzel FrankerröIa. Op d.n Eoonomisohen Uitkjjk, door jhr. mr. H. Smissaert. Uit de Natuur: Yogelfilm, door Jao. P. Thjjsse. 12: uit het Kladschrift van Jantje. - Oase Puzzle. Leekenepiegel. Aan het Loket, door W. Kiest van Limburg". 13: De Etadsschonwburglwestié, teekening van Joh. Braakensiek. De Maahieten en de Taalstrijd, door mr. Jacob Isiaël de Haan. Boyal Auotion Bridge, door Bridger. Bijvoegsel: Eauteky'a onthullingen over het ont staan van den Oorlog, taekening v. Joh. Braakenaiek. iiiiimiiitmiliiMiiiliitimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiii KAUTSKY's BOEK OVER HET ONTSTAAN VAN DEN OORLOG Eindelijk! Eindelijk is dan de waarhe4d over het ontstaan van den oorlog geopenbaard. Maar men kan ook zeggen: nu reeds! Immers, twee of drie jaren geleden vermoedde niemand, dat vjak na den oorlog het geheim derOostenrijkscheen Duitschearchieven zou worden verbroken. De revolutie heeft de zegels ontsloten. 'Maar niet terstond. Bij stukjes en beetjes. De publicatie uit de Oostenrijksche archieven bracht de waarheid nog niet geheel aan den dag. Juist dat maakte ongeduldig. En daarom ontsnapt ons een: eindelijk! nu Kautsky's boek de naakte waarheid doet oprijzen en haar het volle licht laat werpen op het ontstaan van den oorlog. Wat wij bij dat licht aanschouwen, doet ons rillen van afschuw. Ik denk daarbij niet in de eerste plaats aan de figuur, die de gewezen Duitsche keizer maakt. Zeker, ook op dezen Hohenzollern is Bismarck's woord van toepassing: Ich habe drei Könige nackt gesehn, und sie sahen- schlecht aus". Ook hij ziet er allermiserabelst uit, nu hem de tooneelplunje van de schamele leden is getrokken. Dit kan echter alleen hen verwonderen, die zich bij het leven van Keizer Wil helm II hebben vergaapt aan zijne schet terende woorden en opzichtige daden. Bij zijn leven want deze man leeft niet meer; Kautsky's boek heeft het vonnis aan hem voltrokken. Maar zelfs voor hen, die hem nooit voor meer hadden gehouden dan voor een held van de phrase, is het toch nog verbijsterend te zien, welk een armzalig mensch deze Keizer en Koning van Codes genade wordt, zoodra hij zijne CZERNIN I Maar de titel moet niet wezen zooals ik ' hem hierboven heb opgesteld, hij moet luiden: Arm Oostenrijk l Graaf Czernin, die, gel5k leder zich her innert, tot het begin van 1918 minister van Buitenlandscbe Zaken van Oostenrfjk Hon garije is geweest, heeft gedaan, bQ den afloop van den oorlog, wat anderen deden, en mémoires geschreven. ZQ heeten: I m Wel t kr lege. En zQ zijn niet persoonlijk. Ja, bij vermijdt persoonlijkheden. Wie hoopt in zQn boek op een verklaring van de voorvallen welke tot het ontslag uit zijn ambt hebben geleid, die komt bedrogen uit. Het is OostenrQks positie gedurende den oorlog welke hij wil verklaren. De eigen persoon blijft achterwege. Zonder dat daarom zijn verdriet geheel wordt verzwegen. Een enkele maal welt het op. Wanneer hQ aan zijn Oostenrijk denkt dat zoo voor naam onbezorgd zich langs de oevers van de blauwe Donau uitstrekte, en hQ het nu voor zich ziet stuiptrekkend, tot op het geraamte ontdaan, dan houdt hQ zQn smart niet in. HQ kent de fataliteit der omstandigheden waartegen het had te worstelen. HQ heeft het willen redden uit dien greep van het noodlot, in zoover men zich namelijk kan voorstellen te strijden tegen wat In waar heid onvermijdbaar is. HQ heeft ten minste gewildl Want zooals ieder gedenkschrift, is ook dit een verdediging. Een verdediging tegen staatsiekleeren heeft uitgetrokken en in zijn huisjasje kantteekeningen zit te maken bij de stukken, die hem worden voorgelegd. En ook bij wie er nooit aan hadden getwijfeld, of deze man was bezeten door den demon van het militarisme, wekt het toch .nog een huivering hem te hooren verkondigen, dat het ten derde male vergeefs gemobiliseerde Oostenrijksche leger noodzakelijk een satisfaction d'honneur" moet krijgen vergeefs gemobiliseerde, zoo staat er, God betere het, alsof het voorkómen van een oorlog niet een zaak van duizendmaal meer beteekenis was dan al de rompslpmp^n moeite en kosten van een mobilisatie, zelfs van een mobilisatie voor de derde maal l Maar hoe vernietigend ook het oor deel moge luiden, dat de publicatie uit de Duitsche archieven over den gewezen Keizer Wilhelm velt, hoezeer ook hij, als Oedipus na de. openbaring van zijne schande, mag jammeren: Weel weel zoo komt dan ailes, alles ultl" niet dit is de gedachte, die ons stil maakt, wanneer wij de lezing van Kautsky's boek ten einde hebben ge bracht. Wilhelm moge dan belast zijn met een veel grooter persoonlijke schuld aan het voorbereiden, aan het opzettelijk uitlokken van den oorlog dan de meesten hadden vermoed, niet bij hem alleen lag de beslissing. De verantwoordelijk heid daarvoor treft in de eerste plaats de staatslieden, die in den zomer van 1914 het roer van Duitschland en Oos tenrijk-Hongarije in handen hielden. En wie siddert niet bij de gedachte, dat toen -over het lot van de menschheid beschikt is door mannen, z roekeloos, zóslecht op de hoogte van hunne taak, zódom en tegelijk z verfijnd gemeen in het spannen van hunne listen en lagen, zóvolkomen het hoofd kwijt ten slotte op den dag toen de ontzettende beslissing viel. Zóroekeloos, dat zij een oorlog met Servië uitlokten en het er op waagden of Rusland en Frankrijk daardoor ook in het geweer zouden worden geroepen; mocht dit gebeuren, wat nood ? Rusland en Frankrijk waren nog niet gereed, met hen zou men het wel klaar spelen. Zóslecht op de hoogte van hunne taak, dat Oostenrijk-Hongarije een ver deeling van Servië beraamde, zonder eenig benul te hebben van de oplossing van het Zuid-Slavische vraagstuk, die dan onmiddellijk urgent zou worden; zóallerjammerlijkst onbekwaam, dat eerst op den 17en Juli, toen reeds twaalf dagen geleden Duitschland aan Oosten rijk onvoorwaardelijk steun had beloofd bij zijne actie tegen Servië, von Jagow aan den Duitschen gezant te Weenen opdraagt, bij Berchtold eens te informeeren, welke plannen hij eigenlijk heeft met Servië, nadat dit onder den voet zal zijn geloopen; het zou ons wat waard zijn, ten minste eenigszins ingelicht te worden, waarheen de weg ons ongeveer kan brengen" l Zódom en zulke slechte kenners van de kaart van Europa en van de geschiedenis van Engeland, dat zij vast rekenden op de onzijdigheid van Enge land voor het geval, dat Duitschland het lot, een voorname apologie. Arm Oostenrijk l Hoe is het in zQn ongeluk gedreven ? Er waren menschen genoeg die de zware wolk aan Oostenrijks hemrl zagen. Niet lang vór het uitbreken van den oorlog had Czernin te Constantinopel een gesprek met den OostenrQkschen ambassadeur, markies Pallaviclni. Waar gaat men heen ? zelde deze tot hem. Het wordt tijd dat Oostenrijk zich uit den Balkan terugtrekt en zQn gansene politiek daar opgeeft. Anders loopt het uit op *Qn verderf. Het was een hoogst ernstig woord van een man die als weinig anderen over den Europeeschen toestand kon oordeelen, en het werd door zulke wichtige argumenten ge steund, dat Czernin zich genoopt voelde het aan aartshertog Frans Ferdinand, den troon opvolger, mcête deelen. Hij had zQn ver trouwen, hQ mocht hem zeggen wat hem misschien pijnlijk tou aandoen. Frans Ferdinand was diep onder den in druk van Pallavicini's opvatting. Of zQ invloed zou hebben gehad op zQn hande lingen? Het is de laatste maal geweest dat Czernin hem sprak. De moord te Serajewo had plaats. On tegenzeggelijk is 'het dat er in Weenen en elders een stemming heeft geheerscht alsof een krachtsvertoon naar bulten Oostenrfjk zou helpen over de moeilijkheden welke de bonte dooreenmengeling van zfjn volks stammen het bereidde. Daar kwam bij de opwekking van den kant van Duitschland. Niet officieel was dat aanstoken. Matigende boodschappen zelfs zijn er van Bethmann Hollweg gekomen. Maar dat was nadat reeds de oorlog aan Servië was verklaard en dat er sprake was van een algemeene mobilisatie zoowel van Oostenrijk als van Rusland. Daar tegenover liet de persoonlijke invloed van den Duitschen gezant te Weenen, von Tschirschky, zich gelden. HQ was de woord voerder van een partij die het zich tot taak en Oostenrijk-Hongarije oorlog zouden voeren tegen Rusland en Frankrijk; z verdwaasd in hun eigenwaan, dat zij het eenvaudig als een plicht van Enge land beschouwden om te Petersburg en te Parijs blindelings de DuitschOostenrijksche politiek te ondersteunen! Zódom, dat zij liegen, terwijl zij weten, dat zij n of twee dagen later als leugenaar ten toon zullen staan. Een paar dagen voor de overhandiging van het ultimatum aan Servië' verzekert Berchtold aan den Russischen gezant, dat de aan Servië te stellen eisenen hoogst aannemelijk zullen zijn", en wordt aan den Franschen gezant op de mouw gespeld, dat de toon der Oostenrijksche nota en de daarin gestelde voorwaarden lieten rekenen op een vreedzame oplos sing" terwijl die voorwaarden vlak daarna bekend zouden worden en er juist op berekend waren Servië tot een weigering te noodzaken: in den op 7juli te Weenen gehouden ministerraad was besloten aan Servië zulke verregaande eisenen te stellen", dat het die zou moeten verwerpen; toen Keizer Wilhelm hoorde, dat Berchtold nog bezig was er over te denken, welke eischen het best aan dit doel zouden beantwoorden, noemde hij er, in een kantteekening, zelf alvast n op, dien Servië nooit zou inwilligen: Het Sandsjak ontruimen! Dan is het zeker ruzie!" Zóverfijnd gemeen in het spannen van -hunne listen en lagen, dat zij bij voorbaat klachten verzinnen over schennis der onzijdigheid, op een oogenblik toen zulke vijandelijkheden nog volkomen on mogelijk waren, alleen maar om de be schuldiging gereed en bij de hand te hebben, zoodra het noodig zou zijn. Den 26sten Juli wordt reeds een do cument ontworpen, waarin staat: De Duitsche regeering beschikt over betrouw bare berichten nopens den voorgenomen opmarsen van Fransche strijdkrachten in het Maas vak Gi vet-Namen". Den 29sten Juli wordt het in de defi nitieve redactie aan den Duitschen gezant te Brussel toegezonden, met de opdracht het pas aan de Belgische regeering ter hand te stellen als hem daartoe bevel wordt gegeven. Den 2den Augustus komt dit bevel af, met de nadere instructie: verzeker aan de Belgische regeéring, dat elke twijfel aan de juistheid van het bericht over den Franschen opmarsch is uitgesloten" en zorg, dat de Belgische regeering den indruk krijgt, alsof de verschillende op drachten in deze zaak u vandaag pas bereikt hebben". Om de woorden van Kautsky aan te halen : de Not", die volgens de pathe tische verzekering van Beihmann Hollweg in zijn groote oorlogsrede van den 4den Augustus kein Gebot" kende, werd reeds den 29sten juli met koel overleg in orde gemaakt en veilig weggeborgen op pekel gezet, opdat men ze later voor. den dag zou kunnen halen, als men er behoefte aan had1'. Zóvolkomen het hoofd kwijt ten slotte, dat op den l en Augustus, toen 's mid dags te n uur de oorlogsverklaring naar Petersburg reeds was verzonden, Bethmann Hollweg 's avonds te kwart voor tien den Keizer een telegram aan den Tsaar ter teekening voorlegde, waarin nieuwe onderhandelingen werden be un Itllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Illllllllll ??«?IIIIIIIMIMH had gesteld om Oostenrijk wakker te schudden. OosteuQk moest laten zien wat het vermocht. Met het onoverwinnelijke Duitschland aan zfjn zQ de, behoef de het voor Rusland niet terug te deinzen. Samen met Duitschland I Deel hebbend aan het geluk van Duitsch land l Alsof dat in waaiheid niet beteekende: gebonden aan den oppermachtigen genoot, van zijn vrijheid van handelen beroofd, ont zet uit zQn zelfstandigheid! Toen te Berlijn, ca de eerste roes van krachtsopwinding, de staatslieden hun toon gingen dempen, als het ernst werd met Engeland, wist men te Weenen nog eerst niet hoe men het had, en toen te Weenen het zwakke hoofd van Berchtold, den minister van Buitenlandsche Zaken, tot overdenking kwam, toen was het te laat. De oorlog was er. De Monarchie recht vreemd dat er elgenlQk geen ander algemeen aangenomen woord bestond cm het rQk aan te dulden waarin OastenrQk en Hongarije waren vereenlgd de Monarchie bezat geen staats man, behalve Tisza, den Hongaar. HQ van zQn kat.t hei f i den oorlog niet gewenscht, maar hQ haatte de Slaven; een wapengang tegen de Russen was hem niet onwelkom. Eén man heeft de Monarchie toch gehad die zich ren beeld had gevormd van haar toekomst. En die de kracht in zich gevoelde, die den wil had en die d: kans meende te hebben zQn idee te verwezenlQken. HQ was te Serajewo een slachtoffer geworden en zijn dood heeft het < ffer van millioenen m'enschenlevens tengevolge gehad. Wat wordt er niet verschillend over Frans Ferdinand, den aartshertog, geoordeeld. Czernin schetst hem ons en ik geloof raar waarheid, met een paar flinke trekken. ZQn aard werd bepaald door een groot wantiouwen tegen de menschheld. Had hQ niet In eigen persoon ervaren welke waarde gonnen en o. a. de wensch werd uit gesproken, dat de Tsaar aan zijn troepen zou bevelen niet over de Duitsche grens te trekken! Toen dit telegram den volgenden morgen te Petersburg aankwam, begreep men daar er natuurlijk niets van. Sasonof vroeg den Duitschen gezant, die reeds op het punt stond van te vertrekken, hoe het ver zoek aan den Tsaar te rijmen was met de oorlogsverklaring, die men den vorigen avond had ontvangen. De gezant wist er geen andere uitlegging voor dan deze, dat het telegram van den Keizer reeds eergisteren" (31 Juli) was aangeboden in plaats van gisteren" (l Aug.)endus een vertraging van een dag had. De eenige juiste verklaring schrijft Kautsky kwam bij den Duitschen gezant natuurlijk niet op en, indien zij hem ware ingevallen, zou hij zich wel hebben gewacht ze mede te deelen : die, dat zijn allergenadigste heer en diens raadgevers altezamen het hoofd kwijt waren". Over Kautsky's boek is voorloopig het laatste woord nog niet gezegd. Ook te dezer plaatse vermoedelijk niet. Het richt zijne pijlen hoofdzakelijk tegen de regeerders van 1914; maar enkele treffen ook de Duitsche regeéring van nu, die in den zomer van 1919 een witboek uitgaf, waarin de waarheid over de schuldvraag werd verdonkeremaand. Voorloopig büjve dit in petto. Kautsky's boek zal toch reeds stof genoeg opjagen. Men zal het verdacht maken omdat het is geschreven door een sociaal democraat, en. nog wel door een der onafhankelijken". Men zal zijne oordeelvellingen, wan neer deze niet gedekt worden door den tekst van bepaalde documenten, meenen te kunnen weerleggen door ze te noemen: die van een fanatiek Marxist. Men zal er van alle kanten aan gaan knabbelen en knagen. Maar aan de documenten, waarvan hij de voornaamste in zijn boek al-vast afdrukt men zal ze straks alle 900 kunnen lezen in de officieele Duitsche uitgave der bescheiden uit het departe ment van buitenlandsche zaken over het uitbreken van den oorlog" zal men niet kunnen raken. Ook wie Kautsky voor een partijdig man houdt, leze toch zijn boek ; ook wie het oordeel van een onafhankelijk" sociaaldemocraat wantrouwt, neme toch kennis van de onvervalschte bescheiden, die thans voor het eerst worden bekend gemaakt; wie zich deze moeite heeft gegeven, zal weten bij wie de schuld aan het uitbreken van den oorlog ligt. Maar hij leze het boek in zijn geheel; in de vertaling, die de Nieuwe Rotterd. Courant aan hare lezers heeft aangeboden, zoolang althans het Duitsche boek zelf hier te lande nog niet verkrijgbaar is.*) En betuige dan in stilte aan de Nieuwe Rolterd. Courant zijn dank voor de prompte bediening al zal menigeen dit niet kunnen doen zontier er even om te meesmuilen, dat het nu juist de N. R- C. moest zijn, die deze geschiede nis van het ontstaan van den oorlog het eerst in Nederland bekend maakte! W. ?) Intusschm verachten een Hollandsche vertaling bij Nijgh & van Ditmat's Uitg. MQ. RED. iiiiiliiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiit te hechten viel aan de hooggeroemde aanhankelQkheid jegens vorsten l In den tijd dat de ziekte waaraan hQ had geleden hem on geschikt scheen te maken voor de troonop volging, was men begonnen hem voorbij te zien. Die hem het meest naar de oogen had den gekeken, spotten achteraf over zijn ge mis aan schoon schitterende talenten. Zij hielden hem voor afgedaan. Maar Frans Ferdinand verkoos niet ach teruit te worden gezet. HQ wilde beter worden, hij zou In de Monarchie de plaats innemen welke hem toekwam. En het biet f toch altoos een strijd. HQ was geen sympathieke figuur. HQ verstond de kunst niet om de mrnschen voor zich in te nemen. De oude Keizer Frans Jozef mocht hem niet. Zijn huwelfjk met een vrouw, niet zQn gelijke in stand, bracht zijn huis in een dubbelzinnige positie aan het door Spaansche etlkette beheerschte hof. Hij kreeg veel en velen tegen zich. Maar hQ wist door te zetten. HQ verschafte zich autoriteit op het gebied van militaire en marinezaken. HQ werd een macht in de Monarchie. En hQ had zijn aanhang. Die eenmaal zfln vrienden waren geworden, al hadden zQ het soms te kwaad met hem, waren trouw aan hem verbonden. ZQ reken den op xijn woord. Op een belofte van Frans Ferdinand kon men -staat maken. Czernin verzekert ons, dat hQ er nooit aan heeft gedacht wat voor vast is beweerd om de zoons uit zQn huwelijk, als hQ eenmaal Keiicr was geworden tot erfgenamen van den troon te verklaren. Hij had daarvoor een eed gezworen, zQn, zoons zouden enkel burgers zfjn van den staat. Frans Ferdiriand had het plan gemaakt tot een hervorming dr r Monarchie. HQ wilde van-Oosten rflks landen- en volkencomplex een federalen staat maken. Maar daarbij stond het Koninkrijk Hon garije hem In den weg. Wat het OostenrQksch gedeelte der Monarchie betrof, HonDE EVENREDIGE VERTEGEN WOORDIGING IN HET NIEUWE FRANSCHE KIESSTELSEL door W. H. VLIEGEN Men weet dat de verkiezingen die op 11 November jl. in Frankrijk hebben plaats gehad, gehouden werden volgens de regelen van een nieuw kiesstelsel, dat berustte op de Evenredige Vertegenwoordiging. Bij het vaststellen van den uitslag heeft vooral de aandacht getrokken de achteruit gang der socialistische geunifieerde partij, die, in de oude Kamer vertegenwoordigd door 101 leden, het In de nieuwe niet verder bracht dan tot 57. Maar... en hier komt, ter btoordeeling van het stelsel der E. V. het essentleelc, die 57 zetels werden ver kregen door een partij die 24 pCt. der stemmen heeft gekregen en dus in een Kamer van 626 leden vertegenwoordigd had moeten zijn door ongeveer 150 leden, zoodat ze maar weinig meer dan lis heeft van de haar toekomende zetels. Ik schrijf hier niet over de vraag of de Socialistische PaitQ al of niet een overwin ning heeft behaald. Ook al had ze die 150 zetels gekregen, zou de uitslag nog maar zózózijn geweest, daar gaat het niet om. De tekort gedane partij had evengoed een andere kunnen zijn. Het gaat om een beoor deeling van het stelsel. Het nieuwe kiesstelsel is neergelegd in de wet van 19 Juli 1919, een nieuwe wet van 19 artikelen, waarvan de inhoud aldus is weer tégeven. De leden van de Chambre des députés" worden gekozen volgens het departementale lastenstelsel. Ieder departement kiest even veel leden als er 75,000 inworers zijn van Fransche nationaliteit. Een fraktie van75 000, die de 37.500 te boven gaat, heeft recht op een lid meer. BQ wQie van overgang kiest ieder departement evenveel leden als tot nu toeHet departement vormt een kiesdlstrikt. Wanneer evenwel een departement meer dan 6 afgevaardigden kiest, kan het bQ de wet gesplitst worden in dlstrikten, mits geen van die dlstrikten minder dan 3 afgevaar digden kiest. De bepaling van de wet van 17 Juli 1889, dat niemand in meer dan in n district kandi daat kan zijn, blijft gehandhaafd. Kandidaat stellingen kunnen individueel of kqllectlef plaats hebben. De kandidatenlijsten worden door een verklaring van de kandidaten ge vormd, met opgave van de volgorde. Een kandidatenlijst mag niet meer namen bevat ten dan er afgevaardigden in het district gekozen moeten worden. Individueele kandi daturen behoeven de handteekeningen van 100 burgers. Een kandidaat kan zich niet terugtrekken dan bij deurwaarder-exploir, minstens 5 dagen voor de verkiezing. Tot 5 dagen voor den verklezingsdag kan een onvolledige lijst aangevuld worden. En nu komt de kern van de zaak: ledere kandidaat die de volststrekte meer derheid op zich vereenigt, wordt gekozen verklaard. Over de op die wQze niet toege kende zetels zal als volgt worden beschikt: Het kies quotiënt zal worden bepaald door het aantal uitgebrachte geldige stemmen te deelen door het aantal te kiezen afgevaar digden. Men stelt dan het gemiddelde vast van elke IQst door het totale getal der verkregen stemmen te deelen door het aan tal kandidaten dat de IQst bevatte. Aan ledere IQst worden zooveel zetels toegekend als het gemiddelde, het kies quotiënt bevat. BlQven er dan niet toegekende zetels over, dan worden die toegekend aan het grootste ge middelde De gekozenen zijn zij die van de candidalen hunner lijst de meeste stemmen verkregen. Volgen nog een aantal bepalingen die van de beoordeeling van het stelsel der E. V. weinig ter zake doen, zoo b.v. dat, indien niet de helft der kiezers is opgekomen, de verkiezing ongeldig is, waar en hoe de lijsten iiiiiilMliiiuiiiiiiiiiimiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiimiii garQe moeide er zich niet mee, maar zoover 't het eigen Koninkrijk aanging, daar ver zette het zich tegen elke inmenging, zoowel In blnnenlandsche aangelegenheden ais in buitenlandsche betrekkingen. De Hongaren (de Magyaarsche landadel) moesten meester zQn in hun gebied. Of de Roemenlërs die in Zevenburgen woonden, of de Slaven die groote gedeelten van het land bezetten, zich ont e vreten toonden, dat gaf den Hongaren geen moei lijkheid. ZQ waren de heeren, zij zouden de heeren blijven. Hongarije nu, dat was Tisza, de onverzet telijke. Hij was heerscher over dat land, niet van plan een grein van zijn macht op te geven. Tisza vertelde eens lachend aan Czernin dat iemand hem had gezegd, hoe zijn grootste fout was als Hongaar in de wereld te zQn gekomen. Zoo was het werkelijk: al zijn voorin ff elijke qualiteiten werden in de schaduw ge steld door zijn uitsluitend Magyaarsch ge voelen en denken. Frans Ferdinand en Tisza, twee hardnekklgen l Op den duur kon de Monarchie, in baar waarheid, Oostenrijk en Hongarije, geen stand houden. Het denkbeeld van een Statenbond, zooals het Frans Ferdinand voor den geest stond, had toekomst in zich, ja de Monarchie zou ten gronde moeten gaan door de ver deeldheid der volken, wanneer het plan niet werd verwezenlijkt. Maar was de nieuwe geboorte mogelQk? Zou de Monarchie niet op haar grondvesten daveren, wanneer de poging tot hervorming plaats greep ? Was de hand van Frans Fer dinand krachtig genoeg, zoo Tisza zich ver zette?... Er was etn gevoel van verlichting over het gansche land, vertelt ons Czernin, bQ het doodsberlcht van Frans Ferdinand. De oorlog gaf uitzicht. Arm Oostenrijk l W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl