Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
6 Dec. '19. - No. 2215
s.*
a
f
DE NIEUWSTE SCHEPPING VAN
MAX REINHARDT
Crosses Schauspielhaus
Op den 28en November werd in Berlijn
het grosse Schauspielhaus" met de Orestie
van Aeschylos-geopend.
Deze daad van Reinhardt is een
kunstgebeurtenis van den allereersten rang, niet
alleen voor Berlijn en Duitschland, maar
ook voor de geheele wereld. Dat was de
eenstemmige opinie der geheele
bultenlandsche, in Berlijn geaccrediteerde pers,
die en bloc bij de opening tegenwoordig
was. De openingsavond was een avond van
zegepraal voor het Dultsche volk, van zege
praal op het gebied der kunst. De energie
is na de nederlaag niet gedood. Zulk een
zegepraal verheft Duitschland in de oogen
van heel de wereld.
Het .grosse Schauspielhaus" (het vroegere
circus Schumann) wil de verbinding tusschen
volk en theater hernieuwen. Het zet den
tooneelspeler niet op een afzonderlijk tooneel,
maar midden onder de menschen.
Deze nauwe ?verbinding kende niet alleen
het Qrieksche theater; het was ook het
karakter van het theater in al zijn grooten
epochen, van het theater der middeleeuwsche
mysteriën, van het Shakespeare- en Moli
retooneel. De pogingen van Reishardt sluiten
zich bfl deze tradities aan. Reeds van den
aanvang af heeft Reinhardt gepiobeerd, de
beperking van de tooneelomlljstlög op te
heffen. Later bij Shakespeare, Goethe en
Strindberg werd een vór-tooneel
gebruikt, dat zich uitstrekte tot in de
zaal. Deze pogingen hadden ten doel, om het
Afbeelding I
lllusionstheater" te boven te komen, den
speler uit den dwang van het omlijste too
neel te bevrijden, den toeschouwer tot mede
werker te maken en aan het woord een
hoogere beteekenls te geven.
Naast het loge-theater, dat met zijn ran
gen en met zijn vast-omlijst tooneel uit den
baroktijd stamt, brak het nieuwe streven
zich baan. De Künstlerische Zeitwille" ver
langde stichting van een nieuw tooneel en
daarmede verbonden de soziale Zeitwille",
aie aanstuurde op het scheppen van een
MAX REINHARDT
nieuwe ruimte voor de toeschouwers, die
geen zichtbare scheiding der verschillende
klassen door indeeling van rangen meer werd.
Het grosse Schauspielhaus" werd ge
sticht, . om deze beide postulaten van den
nieuwen tijd te vervullen.
Terwijl de decors hier niets meer zijn
dan een afbakenende achtergrond, staat de
tooneelspeler op vèr-voorgeschoven tooneel
tusschen de menschen, staat dus niet meer
iiiiiiilitiimm
VOGELFILM
Dinsdag 9 December zal in den Schouw
burg aan den Jansweg te Haarlem de eerste
groote Nederlandsche Vogelfilm worden
vertoond. Hij is opgenomen in onze bosschen
en duinen, in het Naardermeer, op Texel en
op het eiland Griend door den heer A. Burdet,
die door zijn stereoscoop- opnamen en zijn
lantaarnplaatjes reeds onschatbare diensten
heeft bewezen aan de propaganda van natuur
studie en natuurbescherming. Nu heeft hij
in drie zomers uren en dagen doorgebracht
in schullput, schuiltent en schuilschuit en
geeft ons het resultaat van dat werk te zien
in honderden meters film, vol van het
hterlijke leven der vogels. In een paar uren zien
we een kleine dertig vogelsoorten in actie
in al de intensiteit van hun hooggestemd
bestaan. Uit den aard der zaak z(n de op
namen meestal geschied in de nabijheid der
nesten of broedplaatsen, daardoor krijgen
we meteen allerhande te zien van zomer en
lente, maar bovenal toch de innigheid en
tegelijk de flinkheid in het familieleven der
?vogels. Al deze film-artlsten geven in hun
emplooi het volmaakte. Als acrobaat treedt
in de eerste plaats op de boomklever, die
in de meest ondenkbare houdingen aan den
boort»op en neer loopt, zijn nest Inspecteert,
het vlieggat verwijdt of vernauwt naar be
hoefte, ja, zelfs ondoelmatig en overbodig
op een onnutte plek gaat metselen met klei,
omdat in zQn groep nu eenmaal dat geknoei
met klei een gewoonte is.
Afbeelding II
vór een vlakte, maar in de ruimte voor de
toeschouwers zelf, nauw en innig verbon
den met de gemeenschap des volks, die
hem omringt.
Dit theater heeft sociale doeleinden. Het
heeft mér dan drieduizend plaatsen. An
derhalf millioen bezoekers kan het per jaar
bergen. Dit getal overtreft drievoudig het
bezoekersaantal der BerlQnsche theaters in
doorsnede. (Zie afbeelding 1). Het abonne
ment is op een nieuwen basis gesteld en
bereikt ook door den lagen prijs (5 mark)
werkelijk de financieel-zwakke bevolking.
Een klein gedeelte der plaatsen wordt tegen
verhoogde prijzen buiten abonnement ver
kocht. De prijs der plaatsen in het nieuwe the
ater is in doorsnede 3.60 mark tegen 10 M.
in de andere theaters. Op dezen financieelen
ondergrond steunt de algemeene taak van
de nieuwe grandiose onderneming van Rein
hardt. Hst .Grosse Schauspielhaus" beperkt
zich niet tot een bevoorrechten stand, maar
omvat het geheele volk. Evenals het van
aesthetisch standpunt uit den speler te mid
den van het volk stelt, verlangt het ook,
van den tooneelspeler uit bezien, de massa,
die hem omgeeft en draagt. Het Schauspiel
haus" streeft naar en werkt om de massa,
het wil inwerken op het volk en zoekt het
volk te bereiker, doordat het de entree
prijzen niet naar den wensch van den luxe,
maar volgens het gezichtspunt van de
innerlijke behoefte des volks regelt.
Praktisch kan dit alles alleen gerealiseerd
worden door de invoeging van het Grosse
Schauspielhaus" in de reeds bestaande the
aters van Reinhardt en door de verdeeling
der financieele lasten op verschillende onder
nemingen.
Ook het artistieke program van het nieuwe
huis is het resultaat van sociaal denken en
voelen.
Ten tooneele komt het dichterlijk erfgoed
van het volk en dat, wat essentieel is voor
den tegenwoordigen tijd.
Over de architectuur en de techniek Is het
volgende te zeggen. Het Grosse Schau
spielhaus" vormt naar het gezichtspunt der
ruimte niet alleen, maar ook ten opzichte
der theater-techniek iets nieuws. Het eigen
lijke hoofd-tooneel heeft een openingsbreedte
van 31.5 Meter en is voorzien van
draaisch|f, koepelhorizon en licht-groeve. Dit
hoofd-tooneel kan met een speelruimte van
4 Meter opgeheven en naar beneden worden
gelaten.
Daarvoor bevindt zich het vórtooneel,
waarop hoofdzakelijk gespeeld wordt (vooral
de hoofdrollen gebruiken dit vórtooneel)
en dat bestaat uit zes gedeelten, die, onaf
hankelijk van elkander, verhoogd en ver
laagd kunnen worden.
Daarvoor bevindt zich als afsluiting naar,
of beter als overloop in de zaal het
buitentooneel (orchestra), dat eveneens beweeg
baar is.
Het hoofd-tooneel kan door een uit acht
ijzeren poorten bestaande voorhang", die
ter zfl wordt opgeschoven, van de zaal
worden gescheiden.
In alle hoofd-zalen van het theater is de
gebruikelijke directe belichting vermeden.
Door elliptische en parabolische spiegels,
die het licht tegen plafonds en muren werpen,
waarvan het weer terugstraalt.iseen Indirecte
verlichting verkregen. In defoyers.restaurants,
hallen, gangen en trappen zijn de spiegels
in consoles en meter-booge palm-zuilen in
roode en groene kleuren ondergebracht (zie
afbeelding II). Het geheel wordt daardoor
van sprookjesachtige orientalische pracht.
Qrer het vór- en bultentooneel verheft
zich een geweldige koepel. Om een goede
acoustiek (die bij een gladden koepel uit
gesloten is) te verkrijgen, heeft dete koepel
een trapsgewijze vorm met hangende kegels,
waardoor de klanken gebroken worden en
het terugschallen verhinderd wordt.
1 !>'!' ^iona&flrMiM^^'Jt
M^^WU^fw^
- -v: i ^^j^^i^^^yV^frrtr^^^^^^?^-rr-^
?~^'IIIIIIIHIIIIMIIIIHIIIII
Illlllllllllllllllllllllll
Pimpelmeesjes en roodstaartjes, kwik
staarten en klauwieren komen hun jongen
voeden, snel en vaardig en als we flink
opletten kunnen we zien, hoe ze zorgen voor
de reinheid van het nest. Dan is er ook een
jonge koekoek, een klein, zwartig, griezelig
dier met uitpuilende oogen, die worstelt en
werkt, om de eieren van zijn pleegouders
uit 't nest te werpen, opdat hQ alleen
profiteeren kan van hun zorgen. Een pieper
heeft zijn nest in het gras, dat waalt in den
bollen voorjaarswind, de vogel koestert zijn
jongen en als hij zit op het nest dan zijn
de streepjes op zijn veeren en de vlekjes
op rijn kleed als blaadjes en gras, zoodat
hfl gemakkelijk verborgen blijft voor wie
niet bijzonder op hem let.
Dan komen de spechten, die hulzen in
holen in de boomstammen. Het
hongergehuil der jongen hoor je al tientallen meters
ver en de vlugsten onder hen komen al
voor 't vlieggat en krijschen naar buiten,
terwijl de ouden komen aanvliegen, den
bek vol voer. Met hun krachtige teenen
grijpen zij zich vast in de ruwe schors,
kQken een paar maal schichtig om en
verdeelen dan haastig en onaccuraat hun schat
ten onder het luidruchtig kroost.
Een mistellijster heeft zijn nest in een
appelboompje, nog al laag bfj den grond.
daar waar de hoofdtakken uiteen gaan. Wij
vonden het heel gemakkelijk, doordat de
vogel groot misbaar maakte, toen wfl In de
buurt kwamen. Hq maakt dan een ratelend
geluld, waarin je je nooit kunt vergissen.
HQ verdroeg de kinema uitmuntend en nu
kunnen we zien op het doek, niet alleen
hoe hij zijn jongen voert, maar ook
hoe hij geduldig het oogenblik afwacht,
dat zU hun darm gaan leegen en hoe hij
dan fluks het witte pakketje ophapt en
inslikt, de meest wonderbaarse reinigings
maatregel uit heel het dlerenrflk.
Wie wel eens het Naardermeer bezocht
Afbeelding III geeft een duidelijk beeld van
deze koepel en van heel de reusachtige zaal.
De openingsvoorstelling was grandioos.
Tout Berlln" was aanwezig. De Orestie van
Alschylos maakte een overweldigenden in
druk. Woord voor woord waren de spelers
te verstaan. De duizendkoppige menigte
leefde in ademlooze stilte het noodlot van
Orestes en Klyhemnestra (op wonderbare
wijze gespeeld door Alexander Moissi en
Agnes Straub) mede. De reien en koren
waren schitterend en toonden den
leeuwenklauw" van den genialen massa-regisseur
Reinhardt.
Aan het slot der voorstelling was het
applaus overweldigend. Eindelijk verscheen
tegen de ontzaglijke afmetingen van het
paleis van Agamemnon de dwerg-kleine
gestalte van den grooten Reinhardt. Hulde.
Een wereldeebeurtenis heeft plaats gevonden.
WENZEL FRANKEMÖLLE
Berlijn, l Dec. 1919
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI
HMIIIMIIMIIIMIIII
Op den Economischen Uitkijk
Socialisatie"
Nu ik het woord socialisatie" hierboven
heb geschreven, stel ik mij voor, dat iemand
over mijn schouder kijkt, het woord leest en
mij vraagt: wat dat beteekent? Waarop ik hem
antwoord, dat Ik dat niet weet. En hij mij
verbijsterd aankijkt met in zijn oogen deze
andere vraag: hoe ik dan er over schrijven
kan ? Waarop Ik weer hem antwoord: over
socialisatie" hebben zoovelen gesproken
zonder te weten dat het was, dat ik waarlijk
niet inzie waarom ik er dan niet over zou
mogen schrijven...!
Maar dat is immers juist het mooie ervan,
dat wQ niet weten wat het is. De Romeinen
zelden: omne ignotum pro miriflco!, d.w.z.
de menschen vloden alles, wat zij niet kennen
prachtig! En dit is immers zoo natuurlijk,
zoo echt-menschelijk. Van de dingen, die wQ
kennen, zien wij naast de voor-, ook de
nadeelen. Dat, wat wij niet kennen, kunnen wij
idealiseeren, optuigen met al het moois, dat
onze verbeelding eraan wil toekennen. Wilt
gij dus de menigte pakken, geef haar een...
woord, waaraan zjj zich kan vergapen, een
woord dat klinkt als een leus, als een richt
snoer voor de toekomst; ieder kan daar dan
het beste en fraaiste van denken en zich
daaraan vastklampen.Natuurlijk zal uw woord
een goeden klank moeten hebben; nu, dat
heeft socialisatie", want het herinnert ons
dadelijk aan sociaal" en wij begrijpen dus
daaruit reeds, dat het iets goeds zal moeten
z{|n, dat het een woord is uit de
gedachtenwereld der vooruitstrevenden.
Doch wat ts socialisatie ? Het Is niet, het
is iets anders dan staats-exploltatle.
Voorzoover mijn inzicht reikt, geloof ik dat met
het woord socialisatie" zoo ongeveer be
doeld wordt eene regeling, door dwingend
gezag, van heel de productie en heel de
distributie op zoodanigen voet, dat belde
het mrest nuttig effect voor de gansche
gemeenschap afwerpen. Binnen het kader
van deze omschrijving valt dan ook de be
zuiniging bij voortbrenging en verdeeling,
waarop door de predikers der socialisatie
wordt gewezen. Wat nu dadelijk die bezui
niging betreft, ligt de opmerking voor de
hand, dat zij zeker tot op zekere hoogte
bereikbaar is (althans voor een tijd), maar
dat zij tevens zou beteekenen een
verarIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIIIIIIIIItllllll
heeft ziet nog wel in droom of herinnering
de witte bende der lepelaars tegen de blauwe
lucht, hoe ze daar zeilen en zwenken en
hoe zfj al sturend en remmend met vleugels,
staart en pooten in allerlei wonderlijke
houDe boomklever, een van Burdet's
film-artisten .
Afbeelding III
ming, zooals wij die hebben gekend in de
ergste distributie-dagen, toen wij aange
wezen waren op allerlei nheids-dingen.
Een verarming, bedoel ik, niet alleen voor
de welgestelde verbruikers (zoo die dan
nog bestonden 1), maar ook voor de voort
brengers en ook voor de handelaren en voor
allen, die diensten aan de voortbrengingen
aan den handel bewijzen.
Dit daargelaten, zou ik willen vragen:
haar welke regelen het alles besturend,
leidend, dwingend gezag zou handelen?
Het antwoord zal natuurlijk luiden : naar
die regelen, die voor doeltreffende organi
satie zouden zijn aangewezen. Maar natuur
lijk brengt dit antwoord ons niet verder.
Want hoe zouden de dit gezag uitoefenende
mannen weten, welke regelen voor doel
treffende organisatie aangewezen waren :
hoe zouden zQ fouten daarbij vermijden of,
als zij toch fouten hadden gemaakt, die
herstellen, zonder in andere, wellicht grovere,
te vervallen ?
Ten slotte is dit een quaestle van ver
trouwen, wil men: van idealisme. Ik kan
alleen zeggen dat ik voor mij dit vertrou
wen niet heb, niet zoo idealist ben. Wanneer
ik rondzie in onze volkshuishouding van
thans, dan zie ik dat het gezag (hetwelk
zich met die huishouding veel minder be
moeit dan een soclaliseerend gezag doen
zou en zou moeten doen), in velerlei faalt
en mistast; dat de organen van dat gezag
op stumperige, omslachtige en dure wijze
verschillende zaken behandelen; dat er
daarbij zelfs ergerlijke verkwisting is en
hinderlijk bureaucratisch gesukkel en gemors.
Van dag tot dag staan Immers de couranten
vol van de meest krasse staaltjes . . .
Nu zegge men niet : ja maar, dat zijn
dan ook de tegenwoordige bestuurders en
regeerders, de machthebbers in het kapita
listisch stelsel, die allerlei dingen op
onpractlsche wijze afdoen ; de uitvoerders van
de socialisatie-gedachte zullen zich daarvan
vrfl houden. Want wie dit antwoordt, doet
weer een bsroep op ons welwillend ver
trouwen, dat de nieuwe leiders, met een
oneindig zwaardere, Immers veel en veel
meer omvattende taak, alles veel beter zullen
doen dan zij, die nu aan het roer zijn. En
alweer moet ik zeggen, dat ik dit vertrouwen
niet bezit. Want de vraag is hier niet, of
gearbeid wordt aan de instandhouding van
een kapitalistisch stelsel . dan wel 'aan de
invoering, doorvoering en handhaving van
socialisatie. Maar de zaak is, dat het rader
werk, hetwelk de socialisatie zal moeten
in- en doorvoeren en handhaven, bestaan
zal uit ambtenaren (al zullen zij allicht ook
een anderen naam dragen), uit lieden, die
gebonden zullen zijn aan de hun gegeven
voorschriften en reglementen, wier verant
woordelijkheid bepaald is door de hun van
hopgerhand opgelegde taak en gedekt, wan
neer zij die taak hebben vervuld overeen
komstig de daarvoor vastgestelde bepalingen ;
Heden, die niet de vrije hand hebben om
naar bevind van zaken iets te doen of
het anders te doen of het na telaten, maar
die volgens bevelen en instructies van
bovei) af te doen hebben wat van hen
wordt verlangd. Hun eerzucht, althans hun
grootste zorg zal zijn, niet buiten het
boekje" te gaan, zoodat hen geen verwijt
van de zijde hunner superieuren kan treffen.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiinniiii
CADILLAC
Het Meesterstuk der Autotechniek
Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT
iiiiiiiiitiiiiiiiiiiniiiimiiii
dingen weer weten terug te komen op nest
of op rustplaats. Burdet's film heeft dat
oogenblik vastgehouden. Misschien heeft
de visscher u ook de fuut gewezen op 't
oogenblik dat hQ net wegdook of 't modde
rig nest met de verborgen eieren. Een
nadere kennismaking liet het vluchtig bezoek
niet toe, maar hier op de film kunt ge zien
hoe de prachtige, gekuifde vogels zich om
en bQ het nest gedragen. Wonderlijker knaap
bestaat er niet en als de film haar doel
bereikt, zult ge nog dagen lang rondzwerven
en loeren langs onze plassen, om de vteemde
dansen der verliefde futen gade te slaan en
hun extatisch duo te hooren.
Nu komen andere dansmeesters: de kievit,
de wulp, de grutto en de scholexter, die
trippelen van en naar hun nest en zetten
zich neder, schikkend de veeren, zoodat ze
hun kroost op zijn allerbest behandelen.
Dan zijn we met een ruk op Griend, de
eilandruïoe tusschen Harlingen
enTerschelling, waar ondanks vernielende zomervloeden
ieder jaar duizenden en duizenden vogels
komen broeden onder de veilige hoede van
de Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten.
Zoo klein als het is, heeft het toch velerlei
gesteldheid van bodem: er is schelpenstrand
naast zandruggetjes begroeid met helm en
biestarwe of kweek, dan weer een dichte
grasdeken, een hooge rand begroeid met
muurpeper en zeepostelein, een lager stuk
blauw van lamsoortjes en eindel|k een
onafzienbare slijkbank met allemaal afzon
derlijke zeekraalplantjes: een echt multum
en parvo.
Daar hulzen dan ook vogels van allerlei
slag en wat de film ons daarvan te zien
geeft, is alweer uitermate mooi en belangrijk.
Daar is een klein vogeltje met oranje pootjes
en kop en hals versierd met helder wit en
pikzwart; je zoudt zeggen de opzichtigheid
zelve. Maar we zien, hoe juist dat wit en
HOEKER & ZOON
ERETOCHT 435-437
Paar/en - Brllfanton
Goud- on Zllverwerk
iiiiilfiliiilfifriilfiiiiiiiiiliiiiiiiiiii
Een ambtenaar is wezenlijk niet, zoo
als sommige lieden schijnen te denken, een
bijzonder soort mensch en dan liefst een
bij zonder onhandig, omslachtig en duur
werkend soort mensch, maar hij is een
mensch, die onder bijzondere omstandig
heden en voorwaarden werkt en het zijn
inderdaad niet anders dan die omstandig
heden en voorwaarden, die haar stempel
drukken op het werk van den mensch, die
ambtenaar is. Het meest bijzondere nu van
die voorwaarden en omstandigheden is
dit: dat bij de opperste leiding niet aan
wezig is het persoonlQk, rechtstreeksch be
lang bQ den in commercieelen zin goeden,
gunstigen gang van zaken, welk belang wel
gevonden wordt bij de opperste leiding van
ondernemingen.
Hier raak ik, meen ik, aan het hart der
zaak. Wat drijft den particulieren onder
nemer, in klein of In groot bedrijf, tot rus
teloos zoeken naar de profQteliJkste
voortbrengingswijze, naar de beste markten voor
afzet, naar de voord eeligste inkoopen, naar
alles, wat zijn zaak" kan ten goede komen?
Zijn belang. Hij moet voortdurend waakzaam
zfln voor de behartiging van zijn belang,
want hij weet, dat op het veld, waarop hfl
werkt, ook anderen arbeiden, even waak
zaam als hij, anderen, wier belang strijdig
is met het zijne. Zoo moet hQ dan wel, wil
h| in dien strijd niet te gronde gaan, aan
houdend op de bres staan om, ten minste
even goed als zij voor het hunne, op te
komen voor zijn belang. In a woord ge
zegd: dit is de mededinging, dit is de concur
rent lest rij d.En dit is de groote factor geweest,
die de wereld heeft voorultgebracht en die
de hefboom is geweest ook van de voort
brenging. Wij menschen leven nu eenmaal
onder de wet der traagheid; wij behoeven
een prikkel om ons in te spannen en zonder
dien prikkel verslappen en verzwakken wij.
Daarom is op allerlei gebied strijd het postu
laat van den vooruitgang. Wi] kunnen door
verschillende middelen dien strijd uitsluiten,
maar wfl kunnen niet na uitsluiting van den
strijd verwachten dat dan toch de vooruit
gang zal blijven duren. Ervaren wij niet in
monopolistische bedrijven dat de ontwikke
ling stokt, dat er geen leven" in is, geen
ontwikkeling, omdat de strijd er niet werkt
met zijn spoorslag? En zou de socialisatie
niet werken als n reusachtig groot mono
polie, doordat alle voortbrenging en alle
verdeeling geleid en geregeld werden van
n centraal punt uit, door n centraal
gezag, dat alle touwen in handen had en
geen zich aan dat gezag onttrekkende bijzon
dere ondernemingen van voortbrenging of
verdeeling naast zich duldde?
Toch... wel begrijpelijk is die wensch
naar een (al is het dan nog zoo vaag aan
geduid) iets als socialisatie. Het is de
droom van ons menschen geslacht door alle
eeuwen heen geweest, de voorziening in
alle menschelijke behoeften zoo geregeld te
weten, dat daarbij de strijd, de scherpe
inspanning kon worden vermeden. Want
men heeft wel altijd heel sterk gevoeld,
dat die strijd slachtoffers maakt, dat de
overwinnaars de zege behalen ten koste van
de overwonnenen. En deernis met het lot
van die gevallenen in den strijd heeft altijd
weer de menschen de vr^ag doen stellen
of wij dien strijd moesten laten voortduren,
of niet een ordening denkbaar was, die
allen bevredigen zou, waarin voor ieder
plaats zou zijn en waarbij niemand zou
komen te vallen Dat is de schoone
droom geweest van alle geslachten, ook
nog van het onze, dat nu daaraan den
schoonklinkenden naam socialisatie" heeft
gegeven. Maar met droomen over
utopistische stelsels van voortbrenging en ver
deeling komen wij niet verder. Het vraag
stuk mag en kan niet zijn of wij den strijd
zullen uitsluiten, want dat is geen vraag.
Het vraagstuk is: hoe wij de stalende kracht
van den strijd als hefboom der vooruitgang
zullen behouden en zooveel als doenlijk is
de harde gevolgen van den strijd zullen
wegnemen of verzachten. Naarmate wij de
oplossing van dat moeilijke vraagstuk iets
dichter naderen, zijn wij iets verder geko
men op den langen, langen weg der be
schaving.
SMISSAERT
IIIIIIIIIIIIIlIUIMIIIIIIIItllÉIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllll
zwart maken, dat het diertje op het
schelpenstrand, v/aar het zijn nest heeft, z6o goed
als onzichtbaar wordt: e*n verrassend voor
beeld van schuilklcuren Er nestelen slechts
enkelen paren van deze pleviertjes op Griend,
de groote meerderheid der bewoners wordt
gevormd door de Groote Sterns, die er neste
len in duizenden paren, dicht opeen. Ge
begrijpt, wat een dankbaar onderwerp voor
een film: de vogelwolk, die eerst is opge
schrikt, maar gaandeweg weer neerstrijkt,
de vogels, die hun nesten zoeken en op
verschl lende manieren hun eieren gaan
koesteren, de mannetjes, die vertooningen
houden tegenover de wijfj-s en ten slotte
onderling krakeel gevolgd door een formeele
vechtpartij.
Al dat moois wordt nu Dinsdag in Haarlem
vertoond voor een liefdadig doel en wat er
verder met de film gebeuren zal, dat moet
de toekomst leeren. Er wordt tegenwoordig
heel wat geredekaveld over het bioscoop
kwaad en hier en daar wordt zelfs schuchter
een poging gewaagd, om het te keeren door
middel van keuringscommissies en consenten.
Maar er kan ook een bioscoopzegen zijn.
De sensatiefilm kan misschien kwajongens en
leeghoofden maken tot dieven en moorde
naars. Nog eerder echter kunnen andere
beelden de jeugd wekken tot liefdevoorde
natuur en tot frissche belangstelling in
menschelijk bedrijf. Daar is in ons land al wel
aan gewerkt, maar tot nog toe met weinig
succes, want er is veel geld mee gemoeid
en ook nog wel wat anders. Nog altijd wil
het met de schoolbioscoop niet vlotten en
wel vooral, doordat de geschikte films ont
breken. Deze film van Burdet Is een stap,
en een heel groote ook, in de goede rich
ting ; zfl is van belang en bruikbaar zoowel
voor de Lagere als voor de Middelbare, en
Hoogeschool en zelfs voor wetenschappelijke
kringen.
JAC. P. THIJSSE