De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 6 december pagina 10

6 december 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 Dec. '19. - No. 2215 s.* a f DE NIEUWSTE SCHEPPING VAN MAX REINHARDT Crosses Schauspielhaus Op den 28en November werd in Berlijn het grosse Schauspielhaus" met de Orestie van Aeschylos-geopend. Deze daad van Reinhardt is een kunstgebeurtenis van den allereersten rang, niet alleen voor Berlijn en Duitschland, maar ook voor de geheele wereld. Dat was de eenstemmige opinie der geheele bultenlandsche, in Berlijn geaccrediteerde pers, die en bloc bij de opening tegenwoordig was. De openingsavond was een avond van zegepraal voor het Dultsche volk, van zege praal op het gebied der kunst. De energie is na de nederlaag niet gedood. Zulk een zegepraal verheft Duitschland in de oogen van heel de wereld. Het .grosse Schauspielhaus" (het vroegere circus Schumann) wil de verbinding tusschen volk en theater hernieuwen. Het zet den tooneelspeler niet op een afzonderlijk tooneel, maar midden onder de menschen. Deze nauwe ?verbinding kende niet alleen het Qrieksche theater; het was ook het karakter van het theater in al zijn grooten epochen, van het theater der middeleeuwsche mysteriën, van het Shakespeare- en Moli retooneel. De pogingen van Reishardt sluiten zich bfl deze tradities aan. Reeds van den aanvang af heeft Reinhardt gepiobeerd, de beperking van de tooneelomlljstlög op te heffen. Later bij Shakespeare, Goethe en Strindberg werd een vór-tooneel gebruikt, dat zich uitstrekte tot in de zaal. Deze pogingen hadden ten doel, om het Afbeelding I lllusionstheater" te boven te komen, den speler uit den dwang van het omlijste too neel te bevrijden, den toeschouwer tot mede werker te maken en aan het woord een hoogere beteekenls te geven. Naast het loge-theater, dat met zijn ran gen en met zijn vast-omlijst tooneel uit den baroktijd stamt, brak het nieuwe streven zich baan. De Künstlerische Zeitwille" ver langde stichting van een nieuw tooneel en daarmede verbonden de soziale Zeitwille", aie aanstuurde op het scheppen van een MAX REINHARDT nieuwe ruimte voor de toeschouwers, die geen zichtbare scheiding der verschillende klassen door indeeling van rangen meer werd. Het grosse Schauspielhaus" werd ge sticht, . om deze beide postulaten van den nieuwen tijd te vervullen. Terwijl de decors hier niets meer zijn dan een afbakenende achtergrond, staat de tooneelspeler op vèr-voorgeschoven tooneel tusschen de menschen, staat dus niet meer iiiiiiilitiimm VOGELFILM Dinsdag 9 December zal in den Schouw burg aan den Jansweg te Haarlem de eerste groote Nederlandsche Vogelfilm worden vertoond. Hij is opgenomen in onze bosschen en duinen, in het Naardermeer, op Texel en op het eiland Griend door den heer A. Burdet, die door zijn stereoscoop- opnamen en zijn lantaarnplaatjes reeds onschatbare diensten heeft bewezen aan de propaganda van natuur studie en natuurbescherming. Nu heeft hij in drie zomers uren en dagen doorgebracht in schullput, schuiltent en schuilschuit en geeft ons het resultaat van dat werk te zien in honderden meters film, vol van het hterlijke leven der vogels. In een paar uren zien we een kleine dertig vogelsoorten in actie in al de intensiteit van hun hooggestemd bestaan. Uit den aard der zaak z(n de op namen meestal geschied in de nabijheid der nesten of broedplaatsen, daardoor krijgen we meteen allerhande te zien van zomer en lente, maar bovenal toch de innigheid en tegelijk de flinkheid in het familieleven der ?vogels. Al deze film-artlsten geven in hun emplooi het volmaakte. Als acrobaat treedt in de eerste plaats op de boomklever, die in de meest ondenkbare houdingen aan den boort»op en neer loopt, zijn nest Inspecteert, het vlieggat verwijdt of vernauwt naar be hoefte, ja, zelfs ondoelmatig en overbodig op een onnutte plek gaat metselen met klei, omdat in zQn groep nu eenmaal dat geknoei met klei een gewoonte is. Afbeelding II vór een vlakte, maar in de ruimte voor de toeschouwers zelf, nauw en innig verbon den met de gemeenschap des volks, die hem omringt. Dit theater heeft sociale doeleinden. Het heeft mér dan drieduizend plaatsen. An derhalf millioen bezoekers kan het per jaar bergen. Dit getal overtreft drievoudig het bezoekersaantal der BerlQnsche theaters in doorsnede. (Zie afbeelding 1). Het abonne ment is op een nieuwen basis gesteld en bereikt ook door den lagen prijs (5 mark) werkelijk de financieel-zwakke bevolking. Een klein gedeelte der plaatsen wordt tegen verhoogde prijzen buiten abonnement ver kocht. De prijs der plaatsen in het nieuwe the ater is in doorsnede 3.60 mark tegen 10 M. in de andere theaters. Op dezen financieelen ondergrond steunt de algemeene taak van de nieuwe grandiose onderneming van Rein hardt. Hst .Grosse Schauspielhaus" beperkt zich niet tot een bevoorrechten stand, maar omvat het geheele volk. Evenals het van aesthetisch standpunt uit den speler te mid den van het volk stelt, verlangt het ook, van den tooneelspeler uit bezien, de massa, die hem omgeeft en draagt. Het Schauspiel haus" streeft naar en werkt om de massa, het wil inwerken op het volk en zoekt het volk te bereiker, doordat het de entree prijzen niet naar den wensch van den luxe, maar volgens het gezichtspunt van de innerlijke behoefte des volks regelt. Praktisch kan dit alles alleen gerealiseerd worden door de invoeging van het Grosse Schauspielhaus" in de reeds bestaande the aters van Reinhardt en door de verdeeling der financieele lasten op verschillende onder nemingen. Ook het artistieke program van het nieuwe huis is het resultaat van sociaal denken en voelen. Ten tooneele komt het dichterlijk erfgoed van het volk en dat, wat essentieel is voor den tegenwoordigen tijd. Over de architectuur en de techniek Is het volgende te zeggen. Het Grosse Schau spielhaus" vormt naar het gezichtspunt der ruimte niet alleen, maar ook ten opzichte der theater-techniek iets nieuws. Het eigen lijke hoofd-tooneel heeft een openingsbreedte van 31.5 Meter en is voorzien van draaisch|f, koepelhorizon en licht-groeve. Dit hoofd-tooneel kan met een speelruimte van 4 Meter opgeheven en naar beneden worden gelaten. Daarvoor bevindt zich het vórtooneel, waarop hoofdzakelijk gespeeld wordt (vooral de hoofdrollen gebruiken dit vórtooneel) en dat bestaat uit zes gedeelten, die, onaf hankelijk van elkander, verhoogd en ver laagd kunnen worden. Daarvoor bevindt zich als afsluiting naar, of beter als overloop in de zaal het buitentooneel (orchestra), dat eveneens beweeg baar is. Het hoofd-tooneel kan door een uit acht ijzeren poorten bestaande voorhang", die ter zfl wordt opgeschoven, van de zaal worden gescheiden. In alle hoofd-zalen van het theater is de gebruikelijke directe belichting vermeden. Door elliptische en parabolische spiegels, die het licht tegen plafonds en muren werpen, waarvan het weer terugstraalt.iseen Indirecte verlichting verkregen. In defoyers.restaurants, hallen, gangen en trappen zijn de spiegels in consoles en meter-booge palm-zuilen in roode en groene kleuren ondergebracht (zie afbeelding II). Het geheel wordt daardoor van sprookjesachtige orientalische pracht. Qrer het vór- en bultentooneel verheft zich een geweldige koepel. Om een goede acoustiek (die bij een gladden koepel uit gesloten is) te verkrijgen, heeft dete koepel een trapsgewijze vorm met hangende kegels, waardoor de klanken gebroken worden en het terugschallen verhinderd wordt. 1 !>'!' ^iona&flrMiM^^'Jt M^^WU^fw^ - -v: i ^^j^^i^^^yV^frrtr^^^^^^?^-rr-^ ?~^'IIIIIIIHIIIIMIIIIHIIIII Illlllllllllllllllllllllll Pimpelmeesjes en roodstaartjes, kwik staarten en klauwieren komen hun jongen voeden, snel en vaardig en als we flink opletten kunnen we zien, hoe ze zorgen voor de reinheid van het nest. Dan is er ook een jonge koekoek, een klein, zwartig, griezelig dier met uitpuilende oogen, die worstelt en werkt, om de eieren van zijn pleegouders uit 't nest te werpen, opdat hQ alleen profiteeren kan van hun zorgen. Een pieper heeft zijn nest in het gras, dat waalt in den bollen voorjaarswind, de vogel koestert zijn jongen en als hij zit op het nest dan zijn de streepjes op zijn veeren en de vlekjes op rijn kleed als blaadjes en gras, zoodat hfl gemakkelijk verborgen blijft voor wie niet bijzonder op hem let. Dan komen de spechten, die hulzen in holen in de boomstammen. Het hongergehuil der jongen hoor je al tientallen meters ver en de vlugsten onder hen komen al voor 't vlieggat en krijschen naar buiten, terwijl de ouden komen aanvliegen, den bek vol voer. Met hun krachtige teenen grijpen zij zich vast in de ruwe schors, kQken een paar maal schichtig om en verdeelen dan haastig en onaccuraat hun schat ten onder het luidruchtig kroost. Een mistellijster heeft zijn nest in een appelboompje, nog al laag bfj den grond. daar waar de hoofdtakken uiteen gaan. Wij vonden het heel gemakkelijk, doordat de vogel groot misbaar maakte, toen wfl In de buurt kwamen. Hq maakt dan een ratelend geluld, waarin je je nooit kunt vergissen. HQ verdroeg de kinema uitmuntend en nu kunnen we zien op het doek, niet alleen hoe hij zijn jongen voert, maar ook hoe hij geduldig het oogenblik afwacht, dat zU hun darm gaan leegen en hoe hij dan fluks het witte pakketje ophapt en inslikt, de meest wonderbaarse reinigings maatregel uit heel het dlerenrflk. Wie wel eens het Naardermeer bezocht Afbeelding III geeft een duidelijk beeld van deze koepel en van heel de reusachtige zaal. De openingsvoorstelling was grandioos. Tout Berlln" was aanwezig. De Orestie van Alschylos maakte een overweldigenden in druk. Woord voor woord waren de spelers te verstaan. De duizendkoppige menigte leefde in ademlooze stilte het noodlot van Orestes en Klyhemnestra (op wonderbare wijze gespeeld door Alexander Moissi en Agnes Straub) mede. De reien en koren waren schitterend en toonden den leeuwenklauw" van den genialen massa-regisseur Reinhardt. Aan het slot der voorstelling was het applaus overweldigend. Eindelijk verscheen tegen de ontzaglijke afmetingen van het paleis van Agamemnon de dwerg-kleine gestalte van den grooten Reinhardt. Hulde. Een wereldeebeurtenis heeft plaats gevonden. WENZEL FRANKEMÖLLE Berlijn, l Dec. 1919 IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI HMIIIMIIMIIIMIIII Op den Economischen Uitkijk Socialisatie" Nu ik het woord socialisatie" hierboven heb geschreven, stel ik mij voor, dat iemand over mijn schouder kijkt, het woord leest en mij vraagt: wat dat beteekent? Waarop ik hem antwoord, dat Ik dat niet weet. En hij mij verbijsterd aankijkt met in zijn oogen deze andere vraag: hoe ik dan er over schrijven kan ? Waarop Ik weer hem antwoord: over socialisatie" hebben zoovelen gesproken zonder te weten dat het was, dat ik waarlijk niet inzie waarom ik er dan niet over zou mogen schrijven...! Maar dat is immers juist het mooie ervan, dat wQ niet weten wat het is. De Romeinen zelden: omne ignotum pro miriflco!, d.w.z. de menschen vloden alles, wat zij niet kennen prachtig! En dit is immers zoo natuurlijk, zoo echt-menschelijk. Van de dingen, die wQ kennen, zien wij naast de voor-, ook de nadeelen. Dat, wat wij niet kennen, kunnen wij idealiseeren, optuigen met al het moois, dat onze verbeelding eraan wil toekennen. Wilt gij dus de menigte pakken, geef haar een... woord, waaraan zjj zich kan vergapen, een woord dat klinkt als een leus, als een richt snoer voor de toekomst; ieder kan daar dan het beste en fraaiste van denken en zich daaraan vastklampen.Natuurlijk zal uw woord een goeden klank moeten hebben; nu, dat heeft socialisatie", want het herinnert ons dadelijk aan sociaal" en wij begrijpen dus daaruit reeds, dat het iets goeds zal moeten z{|n, dat het een woord is uit de gedachtenwereld der vooruitstrevenden. Doch wat ts socialisatie ? Het Is niet, het is iets anders dan staats-exploltatle. Voorzoover mijn inzicht reikt, geloof ik dat met het woord socialisatie" zoo ongeveer be doeld wordt eene regeling, door dwingend gezag, van heel de productie en heel de distributie op zoodanigen voet, dat belde het mrest nuttig effect voor de gansche gemeenschap afwerpen. Binnen het kader van deze omschrijving valt dan ook de be zuiniging bij voortbrenging en verdeeling, waarop door de predikers der socialisatie wordt gewezen. Wat nu dadelijk die bezui niging betreft, ligt de opmerking voor de hand, dat zij zeker tot op zekere hoogte bereikbaar is (althans voor een tijd), maar dat zij tevens zou beteekenen een verarIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIIIIIIIIItllllll heeft ziet nog wel in droom of herinnering de witte bende der lepelaars tegen de blauwe lucht, hoe ze daar zeilen en zwenken en hoe zfj al sturend en remmend met vleugels, staart en pooten in allerlei wonderlijke houDe boomklever, een van Burdet's film-artisten . Afbeelding III ming, zooals wij die hebben gekend in de ergste distributie-dagen, toen wij aange wezen waren op allerlei nheids-dingen. Een verarming, bedoel ik, niet alleen voor de welgestelde verbruikers (zoo die dan nog bestonden 1), maar ook voor de voort brengers en ook voor de handelaren en voor allen, die diensten aan de voortbrengingen aan den handel bewijzen. Dit daargelaten, zou ik willen vragen: haar welke regelen het alles besturend, leidend, dwingend gezag zou handelen? Het antwoord zal natuurlijk luiden : naar die regelen, die voor doeltreffende organi satie zouden zijn aangewezen. Maar natuur lijk brengt dit antwoord ons niet verder. Want hoe zouden de dit gezag uitoefenende mannen weten, welke regelen voor doel treffende organisatie aangewezen waren : hoe zouden zQ fouten daarbij vermijden of, als zij toch fouten hadden gemaakt, die herstellen, zonder in andere, wellicht grovere, te vervallen ? Ten slotte is dit een quaestle van ver trouwen, wil men: van idealisme. Ik kan alleen zeggen dat ik voor mij dit vertrou wen niet heb, niet zoo idealist ben. Wanneer ik rondzie in onze volkshuishouding van thans, dan zie ik dat het gezag (hetwelk zich met die huishouding veel minder be moeit dan een soclaliseerend gezag doen zou en zou moeten doen), in velerlei faalt en mistast; dat de organen van dat gezag op stumperige, omslachtige en dure wijze verschillende zaken behandelen; dat er daarbij zelfs ergerlijke verkwisting is en hinderlijk bureaucratisch gesukkel en gemors. Van dag tot dag staan Immers de couranten vol van de meest krasse staaltjes . . . Nu zegge men niet : ja maar, dat zijn dan ook de tegenwoordige bestuurders en regeerders, de machthebbers in het kapita listisch stelsel, die allerlei dingen op onpractlsche wijze afdoen ; de uitvoerders van de socialisatie-gedachte zullen zich daarvan vrfl houden. Want wie dit antwoordt, doet weer een bsroep op ons welwillend ver trouwen, dat de nieuwe leiders, met een oneindig zwaardere, Immers veel en veel meer omvattende taak, alles veel beter zullen doen dan zij, die nu aan het roer zijn. En alweer moet ik zeggen, dat ik dit vertrouwen niet bezit. Want de vraag is hier niet, of gearbeid wordt aan de instandhouding van een kapitalistisch stelsel . dan wel 'aan de invoering, doorvoering en handhaving van socialisatie. Maar de zaak is, dat het rader werk, hetwelk de socialisatie zal moeten in- en doorvoeren en handhaven, bestaan zal uit ambtenaren (al zullen zij allicht ook een anderen naam dragen), uit lieden, die gebonden zullen zijn aan de hun gegeven voorschriften en reglementen, wier verant woordelijkheid bepaald is door de hun van hopgerhand opgelegde taak en gedekt, wan neer zij die taak hebben vervuld overeen komstig de daarvoor vastgestelde bepalingen ; Heden, die niet de vrije hand hebben om naar bevind van zaken iets te doen of het anders te doen of het na telaten, maar die volgens bevelen en instructies van bovei) af te doen hebben wat van hen wordt verlangd. Hun eerzucht, althans hun grootste zorg zal zijn, niet buiten het boekje" te gaan, zoodat hen geen verwijt van de zijde hunner superieuren kan treffen. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiinniiii CADILLAC Het Meesterstuk der Autotechniek Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT iiiiiiiiitiiiiiiiiiiniiiimiiii dingen weer weten terug te komen op nest of op rustplaats. Burdet's film heeft dat oogenblik vastgehouden. Misschien heeft de visscher u ook de fuut gewezen op 't oogenblik dat hQ net wegdook of 't modde rig nest met de verborgen eieren. Een nadere kennismaking liet het vluchtig bezoek niet toe, maar hier op de film kunt ge zien hoe de prachtige, gekuifde vogels zich om en bQ het nest gedragen. Wonderlijker knaap bestaat er niet en als de film haar doel bereikt, zult ge nog dagen lang rondzwerven en loeren langs onze plassen, om de vteemde dansen der verliefde futen gade te slaan en hun extatisch duo te hooren. Nu komen andere dansmeesters: de kievit, de wulp, de grutto en de scholexter, die trippelen van en naar hun nest en zetten zich neder, schikkend de veeren, zoodat ze hun kroost op zijn allerbest behandelen. Dan zijn we met een ruk op Griend, de eilandruïoe tusschen Harlingen enTerschelling, waar ondanks vernielende zomervloeden ieder jaar duizenden en duizenden vogels komen broeden onder de veilige hoede van de Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten. Zoo klein als het is, heeft het toch velerlei gesteldheid van bodem: er is schelpenstrand naast zandruggetjes begroeid met helm en biestarwe of kweek, dan weer een dichte grasdeken, een hooge rand begroeid met muurpeper en zeepostelein, een lager stuk blauw van lamsoortjes en eindel|k een onafzienbare slijkbank met allemaal afzon derlijke zeekraalplantjes: een echt multum en parvo. Daar hulzen dan ook vogels van allerlei slag en wat de film ons daarvan te zien geeft, is alweer uitermate mooi en belangrijk. Daar is een klein vogeltje met oranje pootjes en kop en hals versierd met helder wit en pikzwart; je zoudt zeggen de opzichtigheid zelve. Maar we zien, hoe juist dat wit en HOEKER & ZOON ERETOCHT 435-437 Paar/en - Brllfanton Goud- on Zllverwerk iiiiilfiliiilfifriilfiiiiiiiiiliiiiiiiiiii Een ambtenaar is wezenlijk niet, zoo als sommige lieden schijnen te denken, een bijzonder soort mensch en dan liefst een bij zonder onhandig, omslachtig en duur werkend soort mensch, maar hij is een mensch, die onder bijzondere omstandig heden en voorwaarden werkt en het zijn inderdaad niet anders dan die omstandig heden en voorwaarden, die haar stempel drukken op het werk van den mensch, die ambtenaar is. Het meest bijzondere nu van die voorwaarden en omstandigheden is dit: dat bij de opperste leiding niet aan wezig is het persoonlQk, rechtstreeksch be lang bQ den in commercieelen zin goeden, gunstigen gang van zaken, welk belang wel gevonden wordt bij de opperste leiding van ondernemingen. Hier raak ik, meen ik, aan het hart der zaak. Wat drijft den particulieren onder nemer, in klein of In groot bedrijf, tot rus teloos zoeken naar de profQteliJkste voortbrengingswijze, naar de beste markten voor afzet, naar de voord eeligste inkoopen, naar alles, wat zijn zaak" kan ten goede komen? Zijn belang. Hij moet voortdurend waakzaam zfln voor de behartiging van zijn belang, want hij weet, dat op het veld, waarop hfl werkt, ook anderen arbeiden, even waak zaam als hij, anderen, wier belang strijdig is met het zijne. Zoo moet hQ dan wel, wil h| in dien strijd niet te gronde gaan, aan houdend op de bres staan om, ten minste even goed als zij voor het hunne, op te komen voor zijn belang. In a woord ge zegd: dit is de mededinging, dit is de concur rent lest rij d.En dit is de groote factor geweest, die de wereld heeft voorultgebracht en die de hefboom is geweest ook van de voort brenging. Wij menschen leven nu eenmaal onder de wet der traagheid; wij behoeven een prikkel om ons in te spannen en zonder dien prikkel verslappen en verzwakken wij. Daarom is op allerlei gebied strijd het postu laat van den vooruitgang. Wi] kunnen door verschillende middelen dien strijd uitsluiten, maar wfl kunnen niet na uitsluiting van den strijd verwachten dat dan toch de vooruit gang zal blijven duren. Ervaren wij niet in monopolistische bedrijven dat de ontwikke ling stokt, dat er geen leven" in is, geen ontwikkeling, omdat de strijd er niet werkt met zijn spoorslag? En zou de socialisatie niet werken als n reusachtig groot mono polie, doordat alle voortbrenging en alle verdeeling geleid en geregeld werden van n centraal punt uit, door n centraal gezag, dat alle touwen in handen had en geen zich aan dat gezag onttrekkende bijzon dere ondernemingen van voortbrenging of verdeeling naast zich duldde? Toch... wel begrijpelijk is die wensch naar een (al is het dan nog zoo vaag aan geduid) iets als socialisatie. Het is de droom van ons menschen geslacht door alle eeuwen heen geweest, de voorziening in alle menschelijke behoeften zoo geregeld te weten, dat daarbij de strijd, de scherpe inspanning kon worden vermeden. Want men heeft wel altijd heel sterk gevoeld, dat die strijd slachtoffers maakt, dat de overwinnaars de zege behalen ten koste van de overwonnenen. En deernis met het lot van die gevallenen in den strijd heeft altijd weer de menschen de vr^ag doen stellen of wij dien strijd moesten laten voortduren, of niet een ordening denkbaar was, die allen bevredigen zou, waarin voor ieder plaats zou zijn en waarbij niemand zou komen te vallen Dat is de schoone droom geweest van alle geslachten, ook nog van het onze, dat nu daaraan den schoonklinkenden naam socialisatie" heeft gegeven. Maar met droomen over utopistische stelsels van voortbrenging en ver deeling komen wij niet verder. Het vraag stuk mag en kan niet zijn of wij den strijd zullen uitsluiten, want dat is geen vraag. Het vraagstuk is: hoe wij de stalende kracht van den strijd als hefboom der vooruitgang zullen behouden en zooveel als doenlijk is de harde gevolgen van den strijd zullen wegnemen of verzachten. Naarmate wij de oplossing van dat moeilijke vraagstuk iets dichter naderen, zijn wij iets verder geko men op den langen, langen weg der be schaving. SMISSAERT IIIIIIIIIIIIIlIUIMIIIIIIIItllÉIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllll zwart maken, dat het diertje op het schelpenstrand, v/aar het zijn nest heeft, z6o goed als onzichtbaar wordt: e*n verrassend voor beeld van schuilklcuren Er nestelen slechts enkelen paren van deze pleviertjes op Griend, de groote meerderheid der bewoners wordt gevormd door de Groote Sterns, die er neste len in duizenden paren, dicht opeen. Ge begrijpt, wat een dankbaar onderwerp voor een film: de vogelwolk, die eerst is opge schrikt, maar gaandeweg weer neerstrijkt, de vogels, die hun nesten zoeken en op verschl lende manieren hun eieren gaan koesteren, de mannetjes, die vertooningen houden tegenover de wijfj-s en ten slotte onderling krakeel gevolgd door een formeele vechtpartij. Al dat moois wordt nu Dinsdag in Haarlem vertoond voor een liefdadig doel en wat er verder met de film gebeuren zal, dat moet de toekomst leeren. Er wordt tegenwoordig heel wat geredekaveld over het bioscoop kwaad en hier en daar wordt zelfs schuchter een poging gewaagd, om het te keeren door middel van keuringscommissies en consenten. Maar er kan ook een bioscoopzegen zijn. De sensatiefilm kan misschien kwajongens en leeghoofden maken tot dieven en moorde naars. Nog eerder echter kunnen andere beelden de jeugd wekken tot liefdevoorde natuur en tot frissche belangstelling in menschelijk bedrijf. Daar is in ons land al wel aan gewerkt, maar tot nog toe met weinig succes, want er is veel geld mee gemoeid en ook nog wel wat anders. Nog altijd wil het met de schoolbioscoop niet vlotten en wel vooral, doordat de geschikte films ont breken. Deze film van Burdet Is een stap, en een heel groote ook, in de goede rich ting ; zfl is van belang en bruikbaar zoowel voor de Lagere als voor de Middelbare, en Hoogeschool en zelfs voor wetenschappelijke kringen. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl