De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 13 december pagina 10

13 december 1919 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOÜR NEDERLAND 13 Dec. '19. No. 2216 b t S' "J* i i \, FRAPPEZ, FRAPPEZ TOÜJOURS! Die raad klinkt goed, maar de opvolging valt moelelijk, wanneer de zekerheid zich aan ons opdringt, dat wij aan doovemans deur kloppen, zooals dat het geval schijnt te zijn met de pogingen, om toch een zuivere transcriptie en uitspraak der aardrijkskundige namen in ons Indlë te verkrijgen. Een halve eeuw geleden schreef reeds mijn bekwame leermeester P. Janss in zijn bekende Dja waansche spraakkunst: .verder ware het te weaschea, dat men zich algemeen erbarmde over de gruwelijke verbastering van Garöslq of Orësiq tot Grissee, waarin de g dan soms als onze g wordt uitgesproken, van Tjërbon (Tji-rëbon?) tet Cheribon, van Tëlatjap? In Tjlistjap, en dergel8ke, alsmede over de verfoeilijke uitspraak: Boondówósó, Wón sóbóvoor Bandawasa, wacasaba, enz." Als de brave man nog leefde, kon hfl zich nog ergeren aan dezelfde .gruwelijke uitspraak l Toen ik vijftien jaren geleden met eenige werklust bezield, uit Djawa in Nederland terug kwam, wijdde ik mijn vrijen tijd aan de voortgezette studie van het Djawaanscb, de taal die, door mij tegelijk met het Neder landsen in mijn 'jeugd geleerd, mij bijna tot een tweede moedertaal was geworden. Van zelf kwam Ik er nu toe een poging te doen om verbetering te brengen in de schrijfwijze van de Oost-Indischeaardrljkskundige namen, waaraan ik mij gedurende mijn geheelen dlensttQd bij posterijen en telegraphle had geërgerd. Ik schreef aan den Minister van Koloniën, dat ik mij bereid verklaarde dit werk zon der eenige vergoeding te volbrengen, mits m| medewerking voor de invoering werd toegezegd. Om nog eenigszins te doen uit komen hoe mfjn belangstelling in de studie in het algemeen en bet onderwijs in het bijzonder niet alleen mfjn eigen persoon had gegolden, doch ook naar bulten gewerkt, haalde ik de resultaten aan, door mij met de opvoeding van een gewoon desa-inlander bereikt. De man is nu een bekwaam instru mentmaker op het atelier, van den PostTelegraaf- en Telephoondienst, die zich in het Nederlandsen uitstekend kan uitdrukken. .Al moest daaruit ook blfjken, dat dit voorstel uitging Van iemand, die het ernstig meende (of die tot ernst in staat was) ik kreeg op dat schrijven geen antwoord. Ik scheen dus als de heer Jansz aan dooyemansdeur geklopt te hebben. Gedachtig aan'het f rappe r tou jours wendde Ik mfj kort daarop tot het Kon. Aardrijkskundig Genoot schap, dat mijn schrijven wel een bescheid waardig keurde en mfj schreef: Een ver betering is in bewerking en zal spoedig in het licht gegeven worden." Sedert zQn vijftien jaren verloopen, en nog niets heb ik er van bemerkt. Nog telkens stoot men op ergerlfjkheden, zelfs daar waar men die het minst zou ver wachten. Z«g men b.v. op de overigens zoo goed verzorgde tentoonstellingen: van den ladiichen topographlschen dienst, van de Indische oudheden, en ter herinnering aan het driehonderd jarig bestaan van Batavia naast, ik zou haast zeggen, de meest spits vondige juistheden niet de grootste banali teiten. Voor Oeleë-lheue, Lho' Soemaw kan gevoeglijk OlëtileS en Teloek-Semawe geschreven worden, want wie heeft zooveel aan de Indische talen gedaan, om de eerste naam phonetlsch zuiver uit te spreken, en Lho' is toch niet anders dan een verkorting voor het goed Malelsche woord: teloek=baai. Afschuwelijker verbastering van Pièanger regentschappen voor P/IJangan (eigenlijk: perhlangan = verblijfplaats der goden) regentschappen is al niet denkbaar? Ik ver gat te tellen hoeveel verschillende schrijf wijzen men voor: baraboedoer had bedacht! Verder Jakatra voor Djakatra (men moet n.l. weten dat in het Djawaansch een af zon derlijk letterteeken voor dj bestaat (en Tandjong-Prlok voor Tandjoeng-PrQoek. Deie voorbeelden staan niet alleen. De Rqomsch worden? Aan Dr. Frederlk van Eeden. ?Wat mij en vele katholieken met mij in uw artikel getroffen heeft, is uw oprecht zoeken naar de godsdienstwaarheld, uw vurig verlangen haar hetgeen gij gelieft te noemen het voorrecht te behooren tot de katholieke Kerk. Katholiek te zijn is niet het voorrecht van een bepaald aantal sterve lingen, maar het ztkere bezit der godsdienst waar het d, waartoe alle menschen van Gods wege in Christus geroepen zfjn. En allen, die tot haar komen met de innige overtui ging, dat zQ de waarheid bezit door Christus verkondigd voor geheel het menschdom, neemt de katholieke Kerk op in haren schoot, ook u, als gij tot de innige overtuiging ge komen zult zfjn. Want ook gij kunt tot die Innige overtuiging geraken, als gfj maar de doolwegen, waarop ge u thans bevindt, verlaat, en den weg inslaat, die voert tot de Cbristlwaarheid in de katholieke Kerk. Haar CREDO is niet haar eigen werk, menschenwerk, maar het werk van God zelf. Gij moet uw Credo uitwisselen tegen het Credo Gods, want wat God u te gelooven voorstelt moogt gfj niet als onwaarheid ter zflde stellen. De erkenning der geloofswaarheden in het katholieke Credo vervat, hangt niet af, zooal* 84 i»lst beweert, van het gezag der prelaten, van paus en bisschoppen, ook niet zooals gfl verkeerdelfjk meent, van het innerlijk waarsch|nlflkheidsgevoel bij den mensen, maar van het gezag van Oud. Aan den arbiter in uw binnenste, dien gij on mogelijk kunt ?loochenen of vervangen (en die arbiter is in alle menschen) de plicht om te beoordeelen of de katholieke Kerk u toereikt het Ctedo Gods. Als w|J katholieken ons met ons geweten en geloof, aan andere menschen overgeven, paus en bisschoppen, doen wfj cat, omdat onze arbiter ons zrgt, dat rij de Christiwaarheid beter kennen dan wij zelf. Dat beter kennen der Ctiristlwaarheld hebben paus en bisschoppen te danken aan de bijzondere leiding en zending Gods. onnauwkeurige wij ie, waarop de oude Hol landers de Djawaansche namen in hun o Dr en opvingen en de luk-rake schrijf w| ze daarvan, meer nog: de invloed van Raffles werkt nog na. Hem komt de eer toe van ten minste eenige uniformiteit in de spelling der Nederl. Indische namen gebracht te hebben. En wij zouden reeds een heel eind verder zijn, als men na het eindigen van het Engelsch tusschen-bestuur begrepen had, dat de Engelsche transcriptie van Dja waansche namen in een Nederlandsche Kolonie geen recht van bestaan had en tot een verkeerde uitspraak moest leiden. Want welk Nederlander denkt er aan om Java, Cheribon, Grissee, Sumatra op zijn Engelsch uit te spreken, wat dan zou klinken als Djawa, Tjlrebon, Gresik, Soematra op zfjn Hollandsen uitgesproken. Het is wel merkwaardig, dat men er reeds lang toe gekomen is de uit vreemde aard rijkskundige boeken overgenomen spelling van vreemde namen als Curachee, Ormus, Masullpatnam enz. te vervangen door Karatsji, Ormoes, Masoelipatnam, welke voor ons de uitspraak weergeven... En dat men maar steeds voortgaat vele Ned. Indische namen op zijn Engelsch te schrijven en dan... op zfjn Nederlandsch uit te spreken t Welken indruk moet dit op de ontwik kelde inlanders maken, waarvan het aantal met.den dag toeneemt? Daarom volg ik het frappei toujours nog eens op, hopende eindelijk gehoor te vinden. Wanneer men eindelijk sich zal aangorden tot dien arbeid, dan worde meteen de hand geslagen aan een anderen, welke daar naast ligt; n.i. het vaststellen der etymologie van die aardrijkskundige namen: Evenals men ten onzent nogal vaak den bal daarbij missloeg o.a. toen men in den naam Wageningen een wagen meende te herkennen instede van den persoonsnaam Waage en in de plaatsnamen op «broek" een bekend heeren kleedingstuk in plaats van met water doorbroken, dus laag, moerassig land" zag, zoo heeft men met de Indische namen ook nogal eens gepoedeld: Pekalongan maakte men tot een plaats waar het krioelt van kalongs, welke gevleugelde zoog dieren daar wellicht minder dan op eenige plaats op Djawa voorkomen. Was men met de hoog-Djawaanschen overzetting te rade gegaan, welk hulpmiddel dikwijls aardige resultaten geeft, zoo had men gevonden, .dat het hoog-Djawaansch voor Pekalongan is Pangangsalan = opbrengst, slaande op de vischvangst, welke aldaar een groot mid del van bestaan oplevert, en ware die ver gissing voorkomen. Of, om een ander voorbeeld te nemen: Bij groote feesten, als: de inhaling van het roemrijke 14e bataljon bfj zijn terugkeer uit Atjeh, bfj de kroningsfeesten in 1874, was er op de eerepoorten, op de vaandels enz. een wapen van Soerabaja noodig. Daartoe schilderde men een lief vlschje boven een kwaadaardige krokodil l Grooter anomalie (om het zachtste woord te gebruiken) is al ondenkbaar! Zeker, in tweeën gesplitst kan .men van .Soerabaja" maken; Soera = een soort vlsch, baja = krokodil, doch, zou het wel eens gebeuren, dat een plaatsnaam uit twee dergelijke heterogene bestanddeelen was samengesteld? Immers, neen l Saerabaja," hoog-Djawaansch Soerapringga" is het best weer te geven door: alleonheilen trotseerend." Gelukkig, dat men bij de slechting van Djakatra en de oprichting eener nieuwe plaats op de puinhoopen er van, daarvoor een goede Nederlandsche benaming wist te bedenken. Wie weet welk wapen we anders in ons stedelijk museum hadden te zien gebregen?! Eindelijk; Bij de vele beschrijvingen over de verwoesting door de uitbarstingen van den Keloed (niet Kloet of nog mooier Kloeth) aangericht, vond ik nimmer de aanduiding van den slechten reuk, waarin die berg bfj den Djawaan staat, glashelder blijkende uit den naam. De inlander spreekt van goeWie u hoort, hoort Mij; wie u versmaadt, versmaadt Mij. Gaat, onderwijst alle volken, hen doopende in den naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes, en leert hen onderhouden al wat Ik u geboden heb. En Ik zal met u zijn tot het einde der tijden" sprak Christus tot de apostelen en tot hunne opvolgers, paus en bisschoppen. Als in de apostolische tijden de christenen het Credo Gods aanvaardden op de predi king der apostelen, waarom kunnen wfj katholieken dan niet, en gij eveneens, zoo gij overtuigd zfjt van de zending tot de prediking aan paus en bisschoppen door God gegeren datzelfde Credo Gods aan nemen op de prediking van de daartoe ge zonden menschen? Omdat God die al wetend is en niet bedriegen kan, ons het Credo openbaart, daarom spreken w IJ katholieken ons Credo; die openbaring Gods heeft, zoo als weleer in het oud Verbond door de profeten, thans nog plaats door menschen. En zoo oefent God zfjn oppermacht uit over den vrijen mensen door bemiddeling van de katholieke Kerk. G9 beweert voldoende de Roomschkatholieke leer te kennen, ik geloof het gaarne, maar gfj kent niet voldoende de grondslagen waarop de waarheid, goddelijk heid, dier leer berust. Onderzoekt derhalve die grondslagen en gfj zult, door de voor lichting Gods, die u op het gebed der velen, die voor u bidden, zal gegeven worden, tot de innige overtuiging komen, dat zij, die de katholieke Kerk hooren, GOD ZELF hooren. Dr. TH. H. VAN O P P E N R A A ij Prijsopdrijving Naar aanleiding van ons in het nummer van l Nov. aangekondigd voornemen om te trachten de ongemotiveerde prfjsopdrfjving van levensmiddelen tegen te gaan ontvin gen wij van den Nederl. Hotelhoudersbond een schrfjren waaraan wfj het navolgende ontleenen: .Het Bestuur van den Nederlandschen Hotelhondersbond nam van Uwmededeeling in Uw blad inzake Prijsopdrijving met leed wezen kennis. Met leedwezen, omdat naar zfjne meening het recht zei ten van misstanden ia deze niet op den weg kan liggen of tot de bevoegdheden behoort van de redaciie van uw blad. Hiermee wil niet gezegd zijn, Jat het Bestuur van den Ned. HotelhoudersSond haar het recht zou willen ontzeggen om haar stem te verheffen tegen misstanden op welk gebied ook, en eventueel dus ook HOEKER & ZOON ?ar mmmm 435-431 Paar/on - Brlltanten Goud-on Zllverwork nocng Keloed = den berg Pluim, beter den berg met de pluim, om den rook, welke er dikwijls boven hangt. De naam op zich zelf wijst dus uit, dat het een van de meest werkende vulkanen is. Doch genoeg om te doen zien, dat even als op 't gebied der spelling op dat der afleiding nog heel wat te ploeteren valt. Moge de Regeering of het Kon. Aard rijkskundig Genootschap nu eindelijk eens de stoot geven aan dezen arbeid, zoodat hij spoedig tot een goed einde kome. A. WlLLEMSE *) Honderde Djawaansche plaatsnamen beginnen nu met ng, welke rechtens een klinker voor zich hebben. Die ng is al. een verkorting van een vooraf gaand voorzetsel | lltlllllllllllltlllllliuilllllllllllllllll VERZEN Als zwaluwen over 't water scheren Pellsnel, een heel eind ver Om dan weer plotseling terug te keeren Te zweven her en der. Dan zegt de boer dat 't reegnen gaat De vogel 't ons vertelt. Maar hfj die aan den oever staat Bfj 't gindsche groene veld. Die denkt aan malsche regen niet Doch aan een grillig kind Dat juist zoo luchtig vluchtig vliedt. Als een zwaluw over 't water schiet En immer zwenkt naar nieuw veischitt Dat het toch nimmer vindt. *** Vader De innigheid waarmee 'k de laatste maal je doode lichaam onderdekte, Nooit heb ik later iets beleefd Dat grooter liefde, en grooter smart ver wekte. 'k Stond naast je bed Heel lang heb 'k daar gestaan JQ dood al en ik levend nog Tot dat ik eindelijk moest henegaan. ? * . In de Kas Glanzend zacht In de bloemenpracht Zie ik je blozen Je oogen zfjn Stralend rein Tusschen de rozen. MA u D KOK op dat van het hotel- en cafe-restaurantbedrfjf, doch 't komt het genoemd Bestuur voor dat nu juist niet de redactie van een week blad als het Uwe, bij voorkeur aangewezen schijnt om in deze- materie regelend, oor deelend en c. q. straffend op te treden". Verder wijst het Bestuur van den Bond ons op het rapport eener Commissie, welke Commissie was Ingesteld om klachten als de door ons bedoelde te onderzoeken. Het resultaat van haar onderzoek heeft zfj in een conclusie neergelegd, onder meer daarin op merkende : dat het zeer wenschelfjk is, dat de N°d. Hotelhoudersbond of andere daartoe in aan merking komende vereenlgingen, de noodige middelen beramen om ongemotiveerde prijsopdrij ving in dit bedrijf tegen te gaan, klachten daarover grondig te onderzoeken en zoo noodig publiciteit aan dit onderzoek te geven, en dat het reizend publiek, alvorens tot be stelling over te gaan, zich vergewist van de prijzen van logies, spijzen en dranken, op welker aankondiging in de hotels, restaurants enz. zal worden aangedrongen." Verder ontleenen wfj aan het schrijven van den Bond: De Nederlandsche Hotelhoudersbond heeft aan den in bovengenoemde conclusie uitge sproken wensen, een desbetreffende com missie in te stellen, gevolg gegeven, als hoedanig het Dag. Bestuur van den Ned. Hotelhoudersbond fungeert. Steeds worden inkomende-gedocumen teerde-klachten nauwkeurig onderzocht en zoo noodig gepubliceerd, 't geen ook her haaldelijk is geschied. In verband met het vorenstaande en onder nadrukkelijke verklaring dat het Bestuur van den Ned. Hotelhoudersbond ongemotiveerde Prijsopdrijving een zeer groot kwaad voor het hotelbedrijf acht, welk kwaad het zoo krachtig mogelijk bestrijdt, geeft dat Bestuur Uw redactie beleefd doch met aandrang In overweging Uw desbetreffende aankondiging in het nummer van l November j.1. vermeld, In te trekken." Met genoegen hebben wij uit het een en ander bemerkt dat de Hotelhoudersbond op deze wijze wil medewerken het kwaad te bestrijden en wij juichen de instelling der commissie ten zeerste toe. Wfj zien hierin echter geen reden, onze aankondiging in te trekken, doch zijn gaarne genegen bij eventueel voorkomen de gevallen met de Commissie uit den Hotel houdersbond samen te werken. Red. *,* Het Gewijzigde Tarief van de Gedwongen Leening Bij de bespreking van het wetsontwerp betreffende het aangaan eener gedwongen Jeening in het nummer van l November jl. heb ik o. a. gewezen op de blijkbaar onvol doende voorbereiding van dit wetsontwerp en meer bepaaldelijk op het onvoldoende gemotiveerde tarief van aanslag. Ten aan zien van dat tarief merkte ik o. a. op, dat de zeer sterke progressie voor de groote vermogens en groote inkomens mfl beden kelijk voorkwam. Niet enkel van het standpnnt der groote kapitalisten, maar ook van dat van den Staat-geldnemer zelf. Ik voerde daarbij aan, dat het juist de van enkele zeer vermogende personen en instellingen gevorderde stortingen zfjn, die de geld- en beleggingsmarkt het meest dreigen te ver storen. Hoe vermogend en hoe groot het inkomen van die personen ook moge zfjn, zij beschikken niet over voldoende liquide middelen om tonnen In eens te storten en zullen of de daarvoor te ontvangen stukken onmiddellijk op de markt moeten werpen, of door verkoop van andere fondsen cich de noodige middelen moeten verschaffen, hetgeen noodzakelijk van ongunstigen in vloed op de beleggingsmarkt moet zfjn." De thans verschenen memorie van ant woord op het Kamerverslag levert het door slaande bewQs, dat het oorspronkelijke wetsontwerp hoogst onvoldoende voorbereid was en de becijferingen, waarop het bedrag der leening en de aanslagen der deelneming daarin gebaseerd waren, slechts een greep in het duister waren, die weinig vertrouwen geven in de ernst, waarmede een zoo be langrijke materie aan het departement van financiën behandeld is. In de memorie van toelichting, gedateerd 21 October 1919, werd omtrent die tarieven o. a. gezegd: .De zooeven bedoelde tarieven zfjn zoo nauw keurig mogelijk berekend ter verkrijging van het benoodigde bedrag van f 450 mikHoen". Thans slechts ruim een maand later komt de minister in zfjn Memorie van Ant woord met de opmerkelijke verklaring: Eerst na het verschijnen van het wets ontwerp zijn gegevens verkregen omtrent de aanslagen over het belastingjaarl9I8-1919, welke in staat stelden tot het opmaken van een voorloopige statistiek van de vermogens en inkomsten waarvoor deze aanslagen zijn vastgesteld. In verband met hetgeen deze voorloopige statistiek heeft geleerd, is thans een gewijzigd tarief voorgesteld dat aan merkelijk lager kan zfjn dan het oorspron kelijke." Dat die tarieven Inderdaad thans belang rijk lager gesteld zijn, blijkt uit de volgende vergelijking van de cijfers van het gewij zigde ontwerp met die van het oorspron kelijke. Voor vermogens van f 25.000 tot f 100000 en inkomens van f 10000 is er geen of slechts weinig verschil tusschen het oude en nijsuwe tarief. Maar daarboven is de progressie, die bij het oude tarief zeer sterk was, aanmerkelijk verminderd. Zoo zijn de aanslagen verminderd voor vermogens van f 200 000.?van 25 pCt. op 2.4 pCt. 300 000. 500000. 750000. 1000000.1.500000. 2000oro. 5000000.32 4.14 5 5.67 68 7.6 971 29 376 4.36 474 5.25 5.6 6.53 Padvinder j of Politiek ? In het nummer van 29 November wordt door den heer Houtman onder bovenstaand onderwerp de vraag gesteld, hoe het mo gelijk is, dat de Vereeniglng De Neder landsche Padvinders", welke zich in haar statuten onafhankelijk van eenigerlel staat kundige partij noemt, van haar Padvinders vragen kan, om te beloven ernstig te zullen trachten hun plicht te doen tegenover Ko ningin en Vaderland". Schrijver noemt dit een verouderde strfjdleus. Ik zou daar tegen over willen stellen, dat het verouderd Is, om Koningin en Vaderland" een strfjdleus te roemen. Wanneer van de Padvinders gevraagd wordt, om hun plicht te doen tegenover de Koningin, beteekent dit niets meer, dan een erkenning van het wettelijk gezag, wat voor den eenvoud der jongens en der beweging verpersoonlijkt is in de Koningin. In een republiek zou het woord Koningin dus een voudig veranderd moeten worden door Pre sident. Hoogstens zouden dus jongens met bolsjewistische nelgingen in de Vereeniging uitgesloten zijn. ledere Padvinder zal verder den heer Hout man kunnen vertellen, dat, wanneer zfj be loven, om hun plicht te doen tegenover hun Vaderland, zij niet daarbij het voornemen hebben, om er in de toekomst flink voor te vechten, maar wel, om te zorgen, dat zfj het vak, wat door hen gekozen wordt, gron dig kennen om het later met liefde en toe wijding te kunnen beoefenen. Inderdaad lijkt mij dit, nog steeds de beste vorm, om zijn plicht te doen tegenover zijn vaderland. Om verder te voorkomen, dat de lezers van dit blad door een eenzijdige inlichting een verkeerden indruk zouden krijgen, dient aangaande het militaire cachet dat de Pad vinderij zou aankleven, vermeld te worden. dat op de algemeene vergadering van 22 November en in een motie op de vergade ring van 31 Mei de Vereeniging zich dui delijk heeft uitgesproken, verre te willen staan aan ieder militair oogmerk. Ik behoef hier niets aan toe te voegen. Wie nog arg waan koestert, of in twijfel is tengevolge van de sprldenprikjes van den Heer Hout man over Ministerie van Oorlog, Patroons en Prins, vervoege zich aan het Hoofdkwar tier der Vrreeniging, 2e Const. Huygensstraat 83, Amsterdam, waar hun alle gewenschte inlichtingen verschaft zullen woi den. D. HERBSCHLEB Hopman terwijl voor grootere vermogens de aanslag met f 100.- per f 1300?of 7.7 pCt. klimt, tegen 12X pCt., bij het oorspronkelijke tarief, zoodat een vermogen van f 10 mlllioen onder het nieuwe tarief zal aangeslagen worden voor f711.400, tegen f 1.110.600 onder het oude tarief. In verhouding nog grooter is het verschil bfl de inkomens, Daar begint de verminde ring der progressie reeds dadelijk bfj in komens boven ? 10 000, zoodat de aanslagen voor inkomens van ? 20.000 reeds- van 10% pCt. van het inkomen tot 5% pCt. geredu ceerd efjn en verder voor inkomens. van ? 30.000.?van 15M tot 8 pCt. 40.000.?20 9^ 50000.- 24 11 70.000.?33 13^ 100.000.?., 36.1 16.2 terwijl voor grootsre Inkomens de aanslag met ? 100 per ? 400 of 25 pCt. klimt, tegen ? 100 per / 180 of 55J4 pCt. bfj het oor spronkelijk tarief. Een inkomen van ? 500.000 zei dientengevolge onder het nieuwe tarief worden aangeslagen voor f 116.200, tegen ? 258,122 onder het oorspronkelijk tarief of meer dan de helft minder. Na hetgeen door mfj in het nummer van l Nov. is opgemerkt en hierboven aange haald, zal men begrijpen, dat ik de voor gestelde wijziging een stap in de goede richting acht, al komt het mij voor, dat de grootere discriminatie ten gunste van de groote inkomens niet gemotiveerd is en er veeleer aanleiding zoude geweest zijn, de schaal voor de groote vermogens in verhou ding sterker te reduceeren dan die voor de groote inkomens. Acht ik derhalve het gewijzigd tarief eene verbetering en mag men daarop toepassen, dat het beter ten halve gekeerd, dan ten heele gedwaald" is, het blijft niettemin een hoogst ongunstigen indruk maken, dat bfj de oorspronkelijke Indiening het departement van financiën zich zoo weinig op de hoogte van den juisten toestand had gesteld, dat thans zulk eene ingrijpende wijziging mogelijk is. En ware dit nog het eenige voorbeeld van oppervlakkige, voorbereiding van zaken aan dat departement. Men zal zich herinneren, dat in het begin van het jaar, vór de uitgifie der 5 pCts. leening van f 350 m.lllloen, de minister zeer alarmeerende verklaringen omtrent de stijgende kasbehoeften van de schatkist verkondigde. Reeds kort daarop bleek echter, dat hoewel de uitgaven de inkomsten nog steeds overschreden, dit volstrekt niet in die mate het geval was, als de cijfers van den minister deden vermoeden. Hetzelfde is het geval geweest met de cflfers der N.U M.Dan eens werd ons (niet door dezen minister, maar door zijn voorganger) voor gespiegeld, dat de N. U. M. een prachtzaak voor de schatkist was en wel 75 millloen winst zoude opleveren; daarna werden de verwachtingen lager gestemd, zoodat het zelfs in twijfel getrokken werd of de N.U M. aan al hare verplichtingen kan voldoen. En thans weder wordt in de memorie van antwoord op het leenlngs-ontwerp gespro ken van eene vermoedelijke winst van ?40 mlllioen, waartegen echter staat, dat deze instelling bijna / 60 millioen in Duitsche en Oostenrljksche schatkistbiljetten heeft belegd. B j den oogenbllkkelijken stand der valuta beteekent deze belegging een ver lies, dat het evengenoemd winstcijfer meer dan absorbeert. Dergelijke belangrijke afwijkingen in de mededeelingen, die af en toe worden ver strekt omtrent gewichtige aangelegenheden, de financleele positie van het Rijk rakende, moeten noodzakelijk het vertrouwen in die mededeelingenschokken.Ikwünietbeweeren, dat het opzettelijk geschiedt, maar toch maakt het den Indruk, dat het eene oogenbllk een uiterst pessimistische het ander een meer optimistische toon wordt aangeslagen, al naarmate het in de kraam te pas komt. minimum De Rudelsheim-stichting De heer N. Godfried, journalist en lid van het E«re-comitéder S. A. Rudelsheimstichting", schreef in het laatste nummer van dit blad een artikeltje, dat zeer sym pathiek is, voor zoover het er naar streeft belangstelling te vragen voor genoemde stichting. Jammer, dat het ontsierd wordt door een ongemotlveerden aanval op het Centraalcomltë der C. O., hetwelk hfj van Zionisten hetze" en van Agudath-politiek" beschul digt, zonder eenig redelflk bewijs. Ik zie mij daarom verplicht den heer -Godfried te verzoeken te bevoegder plaatse, d. i in de Algem. Verg. der C O., niet in een Weekblad als dit voor een publiek dat niet ter zake kundig is, zijne beweringen waar te maken. Zoolang dit niet geschied is, bewijst h IJ de nagedachtenis van wijlen Rudelshelm, die hij zegt hoog te houden, geen dienst. L. H. SARLOUIS, Waar n. Voorz. der C.O. *** Toeslag voor groote Gezinnen Er is de rechtvaardige elsch: gelfk loon voor gelijken arbeid en er is ook de practische overweging, dat de ongehuwde be trekkelijke weelde geniet met hetzelfde salaris, dat den kostwinner van een gezin in betrekkelijke armorde doet rondtobben. Voeg daarbij de waarde van het gezin voor de maatschappij en het is piet te verwon deren dat de wetgever de kindertoeslag meer en meer invoert. Doch bevredigen doet ons dat niet. Immers, we komen in botsing met den eisch, die een rechtvaardige eisch is, n.l. dat gelijk werk met gelijk loon behoort te worden betaald. Hoe nu het eene te doen en het andeie niet te laten? Eenvoudig door kin dertoeslag te verleenen, waar zulks noodig is. We krijgen nu spoedig de ouderdomsrente voor hen, die niet meer werken kunnen; waarom niet ook een kinderrente voor hen, die nog niet werken kunnen? E«-n rflkstoeslag voor kinderen beneden de 16 jaar, aan de ouders, die zulks behoeven. De arbeider geniet het loon, dat zfjn arbeid waard is, ongerekend zQn huiselijke omstan digheden! Aan ons rechtvaardigheidsgevoel is voldaan! En... de groote gezinnen wor den geholpen! ANT. A.<;H.! PETÊRSEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl