De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 20 december pagina 8

20 december 1919 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR'NEDERLAND 20 Dec. '19. No, 2217 l r i'f MODERNE BARBAROSSA Teekentngen voor de Amsterdammer" van George van Raemdonck -De heer Th. T. Wilcox In Nevada heeft een baard van 8H voet lang" (Krantenbericht) x In de war ?v 's Nachts ,*v ' Als Kindervriend Opwinden Op z'o Zondags In de Week Op jacht Tweede Najaars veiling Frederik Muller 16 tot 19 Dec. De herinnering aan deze veiling wordt beheerscht door een triptiek uit de Haarlemsche school, waarvan vooral het linkerzflluik ongerept bewaard was. Het midden paneel scheen door overschildering te hebben geleden; het rechterluik was fraai, maar niet van zoo'n ffln-bescheiden kleurenharmonle als het linker. Het geheel vol van de stille schoonheden van teekening en kleur en van die naïeve wflding, waarvan de bekoring in den laatsten tfld tot wijder kring schijnt door te dringen' toch gaan de meesten voorbij onaandoenlijk en zelfs schuw voor deze zoo volmaakte verwerkelijking van een niet meer begrepen geestessfeer. Onder de overige schilderijen trokken enkele door hun bijzonder goeden toestand de aandacht; een groot jachtstllleven van Jan Weenlx in een warm bruinen toon met een fraai ge schilderden landachaps-achtergrond op zijn Italiaansch; rijk en toch stil van kleur, buitengewoon als decoratieve versiering; een kerkinterieur van den thans hoogst geschatten Emanuel de Witte, waarin goed geschilderde figuren; opmerkelijk om het fonkelend-groene gordijn dat de voorstelling voor een deel verborg. Onder de antiquiteiten was voor elk wat wils: famille-rose bordjes en kopjes (en daarvan weer de schoteltjes) kunnen bijzonder mooi zijn als de kleur innig teer en de versiering niet te bont is: zoo waren er hier; merkwaardig eene ver zameling van Ctiineesche bordjes en schotels met Amsterdamsche stadsgezichten en een eetservies, ook uit China, versierd met het groot-hertogeUk Oldenburgsche wapen. Ten slotte trof mij de afwezigheid van mooie gesqeden Hollandsche renaissance-kasten, die wel alle naar Scandinavië verhuisd schijnen en onder de rubriek der etsen en gravures de aanwezigheid van een viertal Zwitsersche aquarellen van zekeren Nicolas Cachet, uit het einde der achttiende eeuw, met hoedanigheden van smaak, légance en zelfs van stfll, k aan weinig pretentieuse voortbrengselen uit dien tijd, eigen. De bovengenoemde triptiek bracht in vei ling ? 11.000 op; het stilleven van Weenix ? 3900. H. HOEKER & ZOON Uitsluitend Adres: HEERENiUCHT 435-431 Paar/on - Brlllunton Goud' on Zll verwerk iiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiliitiniiiiiiiiiniii N. V. TOONEELVEREENIGINQ: De Vrij buiter, door Hans Martin. Een oorspronkelijk tooneelstuk, dat mij verheugt. Omdat het op een basis staat. Dat wil niet zeggen, dat het met be doeling of strekking zou zijn geschreven, we aanvaarden deze conclusies zonderdwang, maar dat het geboren is uit een sterk gevoel, uit een bepaald verzet". Hier was nu eens niet een Nederlandsch schrijver die een tooneelonderwerp zocht, vlotte scènetjes aan elkaar reeg en daarmee een avond aange naam bezig hield, hier greep een onderwerp een schrijver, en wat hij ervan terecht bracht was mis, en toch raak. Een stuk, wreed, rauw, onhandig, en bijna woordelijk onaan nemelijk, en nochtans een werk van betee kenis. We weten allen, dat het in .de stof" alleen niet schuilt, dat de vraag: wat werd er uit deze stof? overheerscht, doch tevens zfln we de elegante soufflés, die van Frankrijk naar Oostenrijk, van Oostenrijk naar Berlijn en van Brrlfln naar Nederland zfln geïm porteerd, beu, en zoeken wat substantie. De oorspronkelijke stukken, die zich hier en daar een plaats verwierven op ons repertoire, waren, op weinige uitzonderingen na, adoptaties van dien lichten geest. Zfl toonden kwaliteiten, waardeerbaar in dagen van druk, 'doch iets als een opleving onzer letteren heb ik met den besten wil niet in kunnen zien, en warm ben ik er tot dusver niet voor geloopen. De .Vrijbuiter" is een jong werk van eigen bodem, het leeft van blnnen-uit en boeit. Geslaagd is het niet, het kon n.l. niet slagen in dezen vorm en er was maar n middel geweest om dit pleit te beslechten: de vlucht in de fantasie; poëzie of carrlcatuur. Had Hans Martin, vór hfl begon te schrflven, zfln gegevens overgebracht op een terrein, waar we niet meer vragen: .zou het mogelijk zijn dat een man zódoet tegen een vrouw?" of .neen, maar dat is toch te kras l", had hij zijn heftige gevoelens getransponeerd en opgevoerd naar de regionen van bijv. Shakespaere's .Getemde Feeks", Molnar's Duivel", of Wedekind's Loulou", hfl zou een worp hebben gedaan, waarvoor wfl hem niet erkentelijk genoeg zouden geweest kunnen zijn. En dit niet omdat ik het andere gebied, dat der gebonden werkelijkheid, zou miskennen, meester Ibsen, met zfln drie strikt reëele eerste bedrijven van .Rosmersholm" bewijst hier al dadelflk ook daarvan de hooger waarde, maar omdat la de meeste gevallen, en zeker in het geval .De Vrij buiter", de scheppende geest niet sterk genoeg blijkt om binnen deze perken te overtuigen met louter logisch, een ieder gemeenzaam betoog. Dan is fantasie de uitkomst. En altijd is fantasie de heerlijkheid, want de verruiming, en de wegtot verheffing. Onsge middelde tooneel Ifldtaan gebrek aan fantasie, dat een gevolg is van een te lang en te eenzijdig bemind realisme, en wfl zfln er nog nauwelijks aan toe te erkennen, dat dit : de macht om uit beperkte levenswaardsn op te stijgen tot het onbegrensd visioen, voor tooneelschrflvers, tooneellelders en tooneelspeler», de dichterlijke consequentie van het beroep, en het dramatisch einddoel is. Hans Martin is dus met een machtig onderwerp in de onmachtige realiteit blijven steken en het is ook den regisseur (Nico de Jong) niet gegeven geweest hefdaaruit te Op den Economischer! Uitkijk ? De Arbeidsconferentie te Washington. Het is een heugelflk en merkwaardig ver schijnsel, dat thans reeds een internationale conferentie is bijeengekomen om de grond slagen te leggen voor arbeidswetgevingen in de verschillende staten overeenkomstig zekere voor alle te stellen en door alle te aanvaarden regelen, die alt mlnimum-eischen zullen gelden. Men is thans, na den afloop, in staat zich rekenschap te geven van de draagwijdte der genomen besluiten en daar mee tevens van de beteekenis dezer arbeidsconferentle. Ik wil trachten dit hier In het licht te stellen. Laat mq eerst zeggen, waarom ik het feit, dat deze conferentie gehouden werd, een heugelflk en merkwaardig verschijnsel noem. Merkwaardig, omdat men thans reeds er toe is overgegaan de vroegere Internationale verbindingen te herstellen en omdat men daarbij de Duitsche afgevaardigden niet heeft uitgesloten, al kwamen dezen, door de aanvankelijk gemaakte moellflkheden, dan ook te Iaat om aan de beraadslagingen deel te nemen. Het was natuurlijk ook zeer te betreuren dat Amerika zich afzijdig hield, maar het zal zich even natuurlijk is dit aan zoodanige besprekingen in de toekomst noch willen noch kunnen onttrekken. En men kan gerust zeggen ziehier het heugeIflke van de zaak dat het zedelflk gezag der conferentie groot genoeg was om, al is het dan ttiet formeel, aan haar besluiten bindende kracht te verleenen ook voor hen, die niet tot het nemen van die besluiten hebben medegewerkt. Maar waarom, zal men vragen, hadden de regeeringen van de verschillende, te Was hington vertegenwoordigde staten niets haastlgers te doen dan onderling te gaan be raadslagen juist over bij wederzfldsch overleg vast te stellen regelen omtrent den dageiflkschen arbeidstijd, omtrent vrouwen- en kinderarbeid, werkloosheid en werkloosheids verzekering, arbeidsbeurzen en arbeidsbe middeling ? Het antwoord, het ontwijfelbaar juiste antwoord op die vraag is m. i. niet moeilijk te geven, ligt zelfs, dunkt mij, voor de hand. De arbeidsvoorwaarden, waaronder de voortbrenging in eenig land plaats vindt, zfln van zeer grooten invloed op de voor verlossen. Een sterke Indruk is ons nochtans gebleven. Wfl hebben de wapenen gewaar deerd, al waren ze grof en al troffen ze het doel voorbij, alleen reeds omdat ze het verweermiddel waren van een menschenhart in nood. Annle Verburg trouwde, uit gemis aan karakter en levensmoed, een ouderen man om positie en fortuin, en liet haar jeugdl lef de daarvoor in den steek. En deze jonge man, frlsch en vrflgevochten, keert na twaalf j sar terug in haar muffe weeldewoning als de wreker van een voos huwelijksleven, en toont haar, in den wreeden spiegel der tegenstellingen, haar eigen beeld, dat van de prostituee van goeden huize, voor wier verlept hart geen deur meer wijkt. Het onvermijdelijke, en het .verdiende loon". De hartelflk-rauwe toon, Nico de Jong eigen, hielp ns ten deele heen over het, in deze realiteit van een huiskamer met bewoners en logé's, meer dan ploertlg optreden van den Vrijbuiter. Emma Morel, als de fnuikende tegenstelling van het jonge meisje in haar opgang, redde de onmogelijke situatie door jeugd en spontaniteit. Te weinig weerwerk gaf Plne Belder (Annie), zij steeg nergens tot de stille, geweldige tragiek van het onherroepelijk dépit. En Hein Harms, in de richting van de carricatuur, was in deze, allerminst overdrachtelijk opgevatte vertooning, misplaatst. Als regisseur heeft Nico de Jong in dit stuk weinig opmerkelQks verricht, als acteur echter bracht hfl, knap karakterspeler met veel entraln, het werk, trots ingrijpende bezwaren, tot een verdiend succes. *** N. V. HET ROTTERDAMSCH TOONEEL: Rosmersholm. Wanneer we het laatste bedrijf van .Ros mersholm", daar waar ook Ibsen zich redt in het visioen, wegdenken, dan houden we inderdaad een drama over, dat een voor beeld van zuiver realisme mag heeten. Het slot, de na-proloog, waarin dichterlflke be middeling leidt tot den zelfmoord van twee jonge menschen, voor wie het leven zou open staan indien daar niet op den drempel lag het lijk der vermoorde Beate, is een op-zichzelf schoon zielespel; overtuigen, met evenredige kracht als bet voorafgaande, doet het ons echter niet. Wel gelooven we dat Rebecca en Rosmer uit handen van den dood, die een moord met voorbedachten rade inhield, geen geluk van samen-blijven zullen aanvaarden, wel gelooven wfl dat noch hfl, noch zij zich op den duur in het leven, waarvan deze onultwischbare herin nering den grondslag vormt, zullen hand haven, doch dat zfl op het oogenblik der innerlijke bevrijding door een volledige bekentenis, in de reactie dus, onmiddellfk zouden komen tot dit nieuwe initiatief: den sprong, hand in hand, in de molenbeek, waar de schim van Beate hen wacht, dat felooven we alleen in pofsie." Rebecca ennen wfl als een te sterke, levensgretige vrouw om zich zoo Ineens gewonnen te geven, en Rosmer is een man van te lichte, te onverwoestbare illusies. Ware er, in de plaats van den harden conservatief Kroll, een ander, een Horatio, een mensch als bgv.Strindberg's.Adolphe"in .'nRoes", bij de hand geweest, hfl zou langs den weg van het ruimer inzicht, Rosmer hebben kun nen redden, in Rebecca de oude, verloren krachten, haar diepste wezen, weder hebben opgewekt. Ibsen's oplossing is de schoone ontkenning, welke, van den dichter uit ge zien, ons nimmer de ratlonneele voorkomt, en een drama vraagt nu eenmaal snel recht. Bovendien is het tooneel der biecht, die de laagste misdaad en de verhevenste kracht door-liefde manifesteert, zóoverweldigend, dat er daarna ook niet veel feitelrjks meer DEN HAAG WARMOND PADOX HOUTBOUW KANTOOR-.FRE.DERIK.HENDRIMAAN ^ BUREAU ARCHITECT'.PARKSTRAAT 87 LEVERT DE/VERLANGD IN ZEER KORTEN TUD ALLC HOUTCONSTRUCTIE/ AL/" -"' LANDHUIZEN CLUBGEBOUWEN JACHTHUIZEN TENNI/HUI/JE/ C ATALOCU/OP AANVRAAG imiiiiimiliiiiliimiiiiiiliQiiiifiiiriMiiiiiiliiiiiiiiiii dat land geopende mogelijkheid om op min of meer gunstigen voet met andere landen mede te dingen. De Concurrenzfahigkeit" op de wereldmarkt hangt in belangrijke mate daarvan af. In belangrijke mate, niet uit sluitend nataurlflk. Er zijn andere, zeer ge wichtige factoren:, de kosten van aanvoer van grondstoffen, de aanwezigheid van brand stoffen (steenkool), de intensiteit van den arbeid der werklieden) niet in het minst, gelijk van zelf spreekt, ook het loon (waarop intusschen ook weer van invloed is de meerdere of mindere welvarendheid van de nijverheid, aangezien bedrijven, die .op den rand" van de bestaansmogelijkheid leven, tot de slechtst betalende behooren). Maar dit daargelaten en al het overige gelijk voorondersteld zal de internationale me dedinging het minst zwaar vallen aan de nijverheid van dat land, waar de voort brenging met mindere lasten dan elders wordt gedrukt. En nu is het wel heel dui delijk, dat alle arbeidsbescherming, ook alle arbeidersverzekering, per saldo neerkomt op de bedrijven, waarin de beschermde en ver zekerde arbeiders werkzaam zijn, dat de kosten van zoodanige maatregelen beduiden CADILLAC Het Meesterstuk der Autotechniek Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT aan te voeren zou zQn van eenigszlns gelijke dramatische ontroering. Want ik was het, die Beate den weg naar de molenbeek opdreef... O, neen, niet ineens, zulke dingen gaan nooit ineens, voetje voor voetje, ik wilde niet, deed het toch.., nog n stapje... en dan nog een.." Alleen, voor ons die dit martelend proces gedurende drie bedrijven hebben meegeleden, als gold het ons eigen bloed, is de overgang van dére werkelijkheid in de ab stractie zóschielijk en ver-strekkend, dat we ome ontvankelijkheid voor de mensen Rebecca, gelijk zfl thans, gelouterd, tegen over het leven staat, ietwat verliezen voor de vrouw die, zQ het frohen Muts" thans zelve den weg der Beate's inslaat. Rebecca West, gekomen op Rosmersholm" om de zwakke vrouw des huizes behulp zaam te zfln, begeert Johannes Rosmer, den idealist. Met duizend uitvluchten en argumenten weet zij zlchzelve te misleiden, om maar niet aan deze waarheid te raken. Zij heeft inderdaad gronden de tobbende vrouw houdt allen groei en bloei op Rosmorsholm tegen, en het huwelflk bleef kinderloos om voor zlchzelve aan te nemen, dat het haar roeping kon zijn de levenskrachten op te houden in dien man van edelen aan leg, zij mocht de natuurlijke overtuiging stil in zich omdragen dat in elk geval Beate (zij is reeds gestorven bij den aanvang van het stuk, maar uit de schaarsche gegevens die Ibsen van deze vrouw gaf, herkennen wij terstond het oerbeeld) niet de persoon was 'bij wie een man als Rosmer zich wel gevoelt, en gelooven, dat, Indien de dood aan al dit reeds negatieve een einde maakte, het positieve, datgene wat zij met haar gezonden geest en gezond lichaam, hem brengen kon, het betere zou zijn.-Maar haar ingrijpen, het *niddel dat zij te baat neemt, is ontzettend als de sluipmoord bfl Shakespeare en ons veel dichter nabij. Het dood-wenschen van een mensch, dat strui kelblok -is op den weg waarheen onze diepste instincten drijven, heeft Ibsen in Klein-Eyolf aangeroerd, in .'n Roes" van Strindberg vinden we een quivalent, doch in beide gevallen blijft het opwelling, z overrompelend snel, dat men er een mensch nauwelijks verantwoordelijk voor stellen durft. In Rosmersholm" echter, wordt de t e opwelling uitgangspunt voor een crimineel plan van onmenschelijke wreedheid. Rebecca Iaat de overgevoelige vrouw, aan haar zor gen toevertrouwd, met halve woorden ver staan, langzaam, als drupte zij haar gif in het oor, dat zij, eenvoudig door haar be staan, het geluk op Rosmersholm voor twee gezonde menschen belet. En tot dit uiterste gaat ze, schoon het een geraffineerde leugen is, want de, in drogredenen van fatsoen groot-gebrachte Rosmer heeft Rebecca met geen vinger aangeraakt, Beate te doen gissen, dat nog ee»derde jong leven binnen korten tijd zal lijden onder het noodlot van haar, Beate's, wettelijk recht. Dit voorspel, Ibsen verstaat de kunst der voorbereiding zoo meesterlijk dat men het verleden als een voldragen drama onder het werk, dat op de planken staat, voelt leven, treedt in een nieuw stadium, het stadium der meedoogenlooze bewustwor ding, op het oogenblik, dat Rebecca, mees teres van het terrein, in de met bloemen opgefleurde huiskamer, het eerste woord spreekt. En dan voltrekt zich, zonder dat er een speld tusschen te krijgen is, het vonnis, dat bij de gerechtigheid van hemel en aarde, niet uitblijven kon. Doch niet alleen op haar zelve, op den man, om wiens wille ze de misdaad beging, slaat haar schuld terug. Door invloeden van buiten, voor ons van geen beteekenis, door inner lijke gevolgtrekking, welt in den argeloozen verhooging van de voortbrengingskosten, welke verhooging de fabrikant moet trachten in den verkoopprijs van zfln fabrikaat lerug te vinden en waarmee hfl dus dien prijs boven den kostprijs van zijn product (zonder .sociale lasten') zal opzetten. Vroeger heb ik er reeds op gewezen, dat het Inzicht ia dezen gang van zaken, in dit, de mededinging belemmerend karakter van sociale lasten", zeer sterk was In Duitschland (vór den oorlog) en dat land er toe dreef aan de uitbreiding van zijn sociale verzekering paal en perk te stellen, totdat concurreerende landen even ver op dien weg zouden zrjn gevorderd. Dat inzicht was het ook, dat verschillende Europeesche Staten (vór den oorlog) leidde tot het houden van bijeenkomsten, waarin over Internationale regeling van arbeidsbescher ming werd gesproken. Er wasén vereenlging opgericht, die pionierswerk in die richting deed, de zaken voorbereidde en de vraag onderzocht op welk punt men telkens weer tot overeenstemming zou kunnen geraken. Natuurlijk heeft de oorlog die internationale gedachtenwisseling afgebroken of liever onderbroken. Want zie, men haast zich thans deze weer voort te zetten en men doet dit thans met meer voortvarendheid en door het nemen van verder strekkende besluiten dan voorheen. Waarom men zoodanige regeling aanstonds van zoo groot belang acht, dat men onver wijld voordat nog andere onderwerpen van internationalen aard aan de orde zijn gesteld daartoe overgaat ? Het antwoord heb ik reeds gegeven. In alle landen is een sterk streven merkbaar naar arbeidsbescher ming, naar uitbreiding van sociale verzekering en men gevoelt overal, dat de wetgevende vergaderingen met dat streven ernstig reken schap zullen moeten houden. Maar men gevoelt tevens, dat, wanneer eenig land op dien weg verder gaat dan andere, het op de wereldmarkt bij die andere achterstaat. En daarom komt men bijeen, om vast te stellen hoever men gaan zal. Het spreekt van zelf, dat men de blnnenlandsche wetgeving van elk land niet een regeling kan opdringen. De te Washington genomen besluiten hebben dus het karakter van normen, die men stelt, van minlmumeischen. Maar ook als zoodanig hebben zfl groote beteekenis, want ook als zoodanig beduiden zfl in vele landen belangrijke stap pen vooruit. Van hoeveel gewicht dergelijke internationaal vastgestelde mlnimum-eischen kunnen rijn, springt in het oog, wanneer men denkt b.v. aan Japan, waarvan iedereen weet dat het op de markt een kwade con current!" is, omdat de bijzondere arbeids voorwaarden in dat land tot een buitengewoon scherpe mededinging leiden. Men mag dan ook veilig aannemen, dat de Washingtonsche normen het peil zullen aangeven, waartoe Rosmer de twijfel op aan Beate's dood, of zij wel waarlijk in een vlaag van verstands verbijstering zich van den vlonder glijden liet, of daar niet een vermoeden..? En eindelijk brengt een brief, nog door Beate geschreven, de waarheid aan het licht, dat zfl inderdaad vrijwillig is heengegaan, om Rosmer, dien zfl het beste gunt, en Rebecca, plaats te maken. En dan blijft er maar n mogelijkheid om Rosmer van het ondraaglijk zelfverwijt: zich jegens Beate te hebben verraden, te ontlasten, Rebecca's volledige bekentenis. Door het geheele werk heen zien we de schuld in haar vollen omvang, in haar ontstellende détails, door dringen tot Rebecca, de .bekentenis .wer ken", en op het oogenblik dat ze spreken gaat, Rosmer haar liefde, aan den eenen kant van de tafel, zwager Kroll, haar tegen stander, aan den anderen, weten we dat er geen haar aan haar zal blijven gespaard. Het Is zoowat twintig jaar geleden, dat Eleonore Duse In het Grand Theatre in de Amstelstraat, in een taal, die we voor het mterendeel niet verstonden, deze bekentenis uit haar keel wrong, met niets dan dat ne verbijsterende gebaar van duwen, en terug trekken, woordje voor woordje, tot ze geen adem meer had, en er was. Wie dat hebben meegemaakt, kennen Rcbccca West voor hun leven. Om Allda Tartaud tracht Het Rotterdamsch Tooneel" elk jaar naar tenminste n Ibsen-voorstelling,het piecederésistance van zfln repertoire. ZQ is in veel opzichten voor deze hoofdrollen aangewezen en buitendien een tooneelspeelster van fijnen tact,die niet licht iets geheel bederft; soms, als Hedda Gabler, tot een schoone ontplooiing van haar diepste-zelf komt. Bfl alle volgende Hedda's", die wij nog op het tooneel zullen zien, zal daar zijn h da r Hedda, als een toetssteen. Maar zoo staat thans ook achter haar klein-burgerlijke, Rebecca, die andere, welke eenmaal de vorstelijke waarheid inluidde met een .Ga zitten Rosmer, en U ook rector Kroll", dat door de ziel sneed, en wier verstikt misschien", .misschien heb ik ook wel zoo iets gezegd", een openbaring van menschelflkheld was. Een leek leert tooneelkunst door vergelijking en wanneer een tooneelkunstenaar eenmaal een rol voor ons gespeeld heeft, dan laat ons niet het andere,* maar het mindere, daarna onbevredigd. Na de Rebecca van Eleonore Duse leek mij de rol door Mevrouw Tartaud nog maar be naderd. Doch op een wflzs dat er, met lof voor de Ifln, de stijging, het ontroerend accent dat zij somtijds vond, wellicht nog een figuur van dieper indringende beteekenis uit groeien kan. De opzet van de vertooning was, mede door haar, en een .Kroll" van Frlts Tartaud, die, breed en vierkant, inderdaad als een blok van conservatisme op Rebecca's weg lag, rustig en op den juisten toon gestemd. Doch het Biet-ingeleefd zfln in de rol van Rosmer, door Chrispijn Sr., die teerde op zfln natuurlijken", en nog immer bekorenden spreektrant, zonder ons n trek van Johannes Rosmer's dichterlijk wezen te ontvouwen, bleek al spoedig een beletsel deze kraqse tooneelen te doen leven. En ook de regisseur Chrispfln had het werk, waarin nog een belangwekkende, doch geheel buiten het kader dringende, Brendel van Verstraete, en een Mordensgaard van Vervoorn, die mij te veel marquéwas, genoemd mogen worden, niet in zfln hand hand gehouden, het tartend tempo belette de zoo verelschte dramatische spanning en de, in den aanvang getroffen grondtoon, klonk niet door. TOP NAEFF

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl