De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1919 27 december pagina 16

27 december 1919 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 27 Dec. '19. - No. 2218 TJIT jfjÜW ?ft1* t:;;;'-t te-"1 ; ,1 i' l ' lllllllltllllMlllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllll DE BOIS - HAARLEM KRUISWEG 68 TABLEAUX - ESTAMPES - EDITIONS D'ART Thans: Kokoschka & Kollwitz Pf emte-leenln gen Bij de nog steeds aanhoudende groote kasbehoeften der Staten en andere publiek rechtelijke lichamen en bQ de moelelijkheld om daarin op de gewone wijze door het plaatsen van leeningen te voorzien, is weder om de vraag op den voorgrond getreden, in hoeverre premieleeningen daarvoor op voordeeliger wijze dienst kunnen doen. Duitschland, FrankrQk en de stad Parijs zijn reeds voorgegaan met de uitgifte van premieleeningen van resp. 5 milllard Mark en 4 milllard Franc, terwijl bij ons te lande dit. voorbeeld op zeer verkleinde schaal is gevolgd door de gemeente Amersfoort met de uitgifte van eene 3 pets. premieleeniog van ? 3 milHoen. De DuMsche leening is, ondanks de sterke reclame die er voor gemaakt is en ondanks <Je aanlokken ke voorwaarden vrijwel een fiasco geweest. Terwfll vór de inschrijving op de gebruikelijke wijze met veel ophef verkondigd werd, dat het animo voer deze leening zógroot was, dat op ruime overteekenlng kon gerekend worden, blijkt thans dat de inschrijvingen slechts 60 pet. van het aangeboden bedrag waren. En hoeveel daarvan nog voor rekening van door de mooie voorspiegelingen uitgelokte premie jagers-komt, zal de verdere markt-ontwlkkeling van het fonds wel doen zien. De inschrijving op de Fransche leening is nog niet afgeloopen en de uitslag niet be kend. Ofschoon onder de bestaande omstan digheden, ook van deze leening geen succes /on kan verwacht worden, mag toch wel aangenomen worden, dat het resultaat gunstiger zal zijn dan dat der Duitsche. Premieleeningen zijn in Frankrijk een gewild beleggingsobject, getuige de bijeengenomen meerdere milliarden bedragende premie leeningen van Credlt-Foncler, de grootere en kleinere Fransche steden, om niet te spreken van de loten Suez-Kanaal, Pana ma- Kanaal enz. die hoofdzakelijk in Frankrijk een onderkomen gevonden hebben. Bovendien speelt in Franktijk de petite pargne op emissie-gebied een groote rol en het zijn juist de kleine vermogens, die het grootste contingent leveren bij de. plaatsing van premie-obligaties. . Nu geld voorziening door middel van premieleeningen weder aan de orde is, komt daarbij ook de vraag op den voorgrond of dergelijke leeningen en lotergen in het algemeen van een strikt zedelijk standpunt te verdedigen zijn. Principieel is er natuurlijk veel voor te zeggen, dat opwekking tot speelzucht af te keuren is en Staat of an dere publlek-rechtelljke lichamen daartoe niet behooien mede te werken. Daarentegen is de zucht om een deurtje voor de fortuin open te laten zoo puur menschelijk, dat het toegeven daaraan nu niet bepaald tot eene groote zonde behoeft aangerekend te wor den. Daarbij kom r, dat van alle middelen om aan deze menschelijke begeerte te vol doen, als o.a. dobbelen, hazardspelen, speculeeren, enz., het deelnemen in eene loterij nog het minst schadelijk is. Met de moreele zijde van de kwestie wensch ik mij dan ook niet in te laten. Wel echter meen ik, enkele opmerkingen te mogen maken omtrent premieleeningen, van een beurs-technisch standpunt. Vór den oorlog stonden een aantal premie leeningen op koersen die, de zuivere mathe matische waarde der lotingskansen in aan merking nemende, een gemiddeld nettorendement gaven, dat slechts de helft of minder was dan dat van gewone leeningen ten laste van dezelfde of gelijksoortige debiteuren. M. a. w. de obligatie n van pre mieleeningen werden vrij algemeen veel te duur betaald. Toch zoude men dwalen, indien men meent, dat die hooge koersen voor bestaande en reeds sedert jaren geclasseerde premie-obllgatiën, ook het succes verzekeren van elke nieuwe premieleening, IIIIUMIIIIIIIllHIIIIIIIIIIIIMIIimiIIIIIII IIIIIHIIIII IIMIIIIIIIIIIIlllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIlllltllllllllMIIIIIIIIMIIIII Dt KLR/TENGE L?JOH W. BROEDELET. Teekeningen voor ,.de Amsterdammer" van B. van Vlijmen Jr. Lord Duddle zat met eenige vrienden bij 't traditioneele haardvuur, 't Gezelschap tuurde zwijgend in de grillige vlammen en rookte 'n sigaar van zeer aangenaam aroma. Toen sprak de gastheer: Ja, nu komt zoo langzamerhand weerde tfld voor de brave voornemens, de vrome wenschen en .... van de Ktrst-engeltjes." Engelen bestaan niet" zei norsch graaf Buttinghigh, die trieste levenservaringen had, en de meesten waren 't met 'm eens. Moet je niet zeggen" ging Duddie rustig voort en z'n sigaar scheen 'm bijzonder goed te smaken. .Ik heb ten minste eens'n Kerst engel ontmoet... 'n hensche, Hoor l O. niet een met vleugeltjes en gaas en zoo. Ze zat wat je noemt, geloof ik nogal stevlgjes in 'r omhulsel en ze had bepaald 'n paar wangen om in te knijpen. Maar toch..." Ha hal" lachten de anderen, die meenden, dat Duddle een van z'n vele liefdes-histories ging vertellen. Maar de gastheer, onverstoor baar, blies kalmpjes 'n paar zware rookwol ken uit en vervolgde dan in z'n gemakkelijker! verhaal -trant: 't Is jaren geleden, 't Was toen niet m'n gelukkigste tijd. 'k Had nogal rare sprongen uitgehaald en 'k stond op 't punt, nog dom mer dingen te doen. Hoe gaat dat, hè? Je bent joag, door 't dolle heen en denkt, dat je je maar alles kunt permltteeren en de boel tenslotte wel vanzelf op z'n pootjes terecht komt. Om kort te gaan, 'k zat diep in de schulden, hield er twijfelachtige con necties op na en er was maar weinig meer toe noodlg, om me tot 'n verloren sujet te maken. In dien toestand wandelde ik op Kerstdag ergens in de buurt van de Theems. M'n moeder had me dringend geschreven, om 't jaarlijksche feest in den familiekring te komen doorbrengen. Alles zou vergeten en ver aangeboden tot een prijs eenigszins in even redigheid tot die der bestaande. De gegeschiedenis der premieleeningen toont n.l. aan, dat velen bij de emissie allesbehalve een succes waren en dat, ondanks steun van de syndicaten, die voor de overname dezer leeningen gevormd waren, de koers zich jaren lang niet boven dien van uitgifte kon verheffen en zelfs geleidelijk tot be langrijk daar beneden afbrokkelde. Een der sterkste voorbeelden daarvan hebben wQ in onze Witte Kruis loten. In 1888 uitgegeven tot een prijs van ? 12.50 per obligatie, daalde de koers reeds spoedig tot ongeveer ? 8 en kon zich nimmer ver daarboven verheffen. En toch behoorden deze loten,, waarvoor een speciaal waar borgfonds gedeponeerd is, waarvan de in komsten ruim voldoende waren om den dienst der trekkingen te verzekeren tot de best gewaarborgde loten. Wel is gedurende de oorlogsjaren de effectieve waarde van het waarborgfonds belangrijk verminderd, maar dit zoude voor het tegenwoordige een lageren koers verklaren, echter niet dat zij reeds tientallen jaren daarvoor op een, in verhouding tot andere loten, lagen prijs zijn blijven hangen. Van de in 1874 tot den parlkoers uitge geven loten Weenen herinner ik mij, dat zij meer dan tien jaren zich niet boven den emissiekoers konden verheffen en eerst na 1900 een vlucht namen, waarbij zij gelei delijk tot ca. 300 pCt. stegen. De Antwerpensche en Brusselsche premieleeningen geven een ander bewijs, hoezeer zich de financieeie instellingen, die zich met het finan cieren dezer grootendeels voor conversie bestemde leeningen belast hadden, ver eist hebben in de onbeperkte Aufnahme1 Fahlgkeit" van het publiek om deze leeningen te absorbeeren. Oorspronkel(k uitgegeven tot ongeveer den parlkoers, hebban zij zich nimmer belangrijk daarboven kunnen ver heffen en bleven reeds in de aan den oorlog voorafgaande jaren tot voortdurend lagere koersen aangeboden, en noteerden de 2Vs pCts. Antwerpen begin 1914 ca. 78 pCt. A.SORMANI&i/hlf.NIKLKI, Kleedermaker* Rokln 24-26 - Tel. N. 905 - A'dam iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiitiiiimiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiii geven worden, men wachtte me met on geduld en zelfs m'n oude heer, die anders nogal nukkig was door z'n jicht, zou me weer met liefde in z'n armen sluiten, 't Was alles inderdaad zeer verleidelijk, maar toch, 'n eigenaardige koppigheid en ik .weet niet wat hielden me terug. 'k Was toen al 'n vrij cynische kere), bij wien ze niet met braafheid en zulk afge dankt goedje moesten aankomen. Eigenlijk geloofde ik nergens aan dan aan tamelijk grof plezier-maken en zelfs daartoe was me gaandeweg de lust ontnomen. Als 't zoover met je is, wordt 't hoog tijd, dat er 'n ommekeer in je plaats grijpt. Anders loopt 't mis, hoor, en je ziel blaast de kraaienmarsch. Nu dan, ik slenterde rond in den omtrek van de Theems met 't stellige voornemen, me in de Kerstdagen niet te beteren. Ik p:insde er zelfs over, me in de armen van een c f ander verregaand genot te werpen om me te bedwelmen, alles te vergeten. Daar, juist terwijl Ik de New-Oxford-street wou Inslaan, overviel me plots een van die verraderlijke misten, welke we hier in Londen zoo goed kennen. Ditmaal kwam die z gauw opzetten, dat er geen sprake meer van was, dat ik een of anderen winkel, 'n cafékon bereiken. Ik stond In 'n ondoordringbare wolk en ik verzeker jullie, dat Ik zelfs m'n eigen hand niet kon zien. Mooi", bromde ik, daar sta je nu, edele heer, met je fiaaie gedachten l 'n Geschikt oogenbllk om eens tot je zelf te komen. Duisternis In je, duisternis om je. Als er ooit een rijp voor 't vagevuur was, ben jij 't". Terwijl 'k zoo met me zelf geen raad wist 'k kon geen stap verzetten zonder gevaar op 'n leelijke botsing of nog erger voel 'k me plots bij den arm grijpen en 'n allerliefste vrouwestem zegt vlak bij me: Ben j Ij 't, Harry?" Als 'k al op eenige hulp gehoopt had, dan toch zeker niet op zulke l Ik wil jullie wel bekennen, dat er dadelijk iets bij me omging en 'k 't gevoel kreeg, of ik me op eens in veiligheid bevond. Ja, lachen jullie nu maar niet en jij, Buttinghigh, grinnik niet zoo, want 'k had niet de minste slechte bedoeling. En, zonder me te bedenken, mom pelde ik zacht: .Ja". Goddank, Harry" zei m'n onbekende en ze liet me niet meer los ... 'k Was al bang, dat ik je kwijt was. Blijf dicht bij me." Jullie begrijpen, daar had ik niets tegen. 'k Sloeg m'n arm om 'r middel en consta teerde, dat de nge dame, die zich nu geDE >RMSTERD/=IMSCHE HEEREMGR/1CHT *H4 LEYEhS-OMGEVflLLEH-fl/lNSPR/lKEL'JKHEIDS ?'-"?.'?' ZIEKTE VERZEKERINGEN iiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiitiiiiilliiiiiiiii De verklaring van deze verschijnselen meen ik te mogen zoeken in het eigenaardig karakter van deze soort obllgatlén. Meer dan eenig ander fonds of handelsartikel zij n zij uiterst gevoelig voor de invloeden van vraag en aanbod. Eenmaal goed geclasseerd, is er weinig of geen aanbod, omdat de houder van een lot zich ia den regel niet dan in den hoogsten nood daarvan wil ont doen, terwijl ter remplaceering van uitgelote nummers een gestadig toenemende vraag bij een aanhoudend verminderden marktvoorraad bestaat. Dit werkt in normale tijden tot de belangrijke koersverheffing mede, die nog versterkt wordt door de manipulatiën van lotendebielen, die o.a. in .Oostenrijk en België welig getierd hebben en die loten op afbetaling, trekkingskansen enz. verhandelen. Er zijn echter een aantal bijkomende om standigheden, die het al of niet succes van premieleeningen bt ii vloeden. Daar zij niet gekocht worden om het rendement, maar hoofdzakelijk wegens de kansen om een meer of minder hoogen prijs te trekken, zijn premie-obligatlën geene zuivere beleg gingswaarden en kunnen zij geen dienst doen voor belegging van een groot deel van indlvldueele vermogens. Hoogstens vindt men daarin slechts enkele stukjes en zoodoende is het afzetgebied beperkt. Daarbij komt, dat in de latere jaren in verschillende landen met de bedoeling om het voordeel van dure premieleeningen voor eigen land te behouden, allerlei beperkende bepalingen zijn Ingevoerd, waarbij de invoer en ver koop van buitenlandsche loterijen verboden werd. Het gevolg daarvan was, dat premieobligatiën, die vroeger eene ruime interna tionale markt hadden, hoe langer hoc meer geïdealiseerd werden en daardoor het toch reeds beperkte afzetgebied verder ingekrom pen werd.' Het wil mij daarom voorkomen, dat wil heel aan me toevertrouwde,'n figuurtje had, dat men engelachtig pleegt te noemen. Van daar misschien, dat ik 't waagde, nog te fluisteren: , M'n Kerst-engel!" Praat maar niet" hoorde ik 'r heerlijke stem weer. Je bent toch zoo verkouden. En met die mist!" Dat was alweer 'n meevaller. Nu 11* p 'k minder kans me te verraden. Ik drukte 'r vast tegen me aan en wat ik al niet phantaseerde! Want, hoewel ik nitts van 'r ge waar werd behalve die goddelijke taille, kwam ik meer en meer onder 'r charmr. Misschien dat juist die geheimzinnigheid, welke 'r omhulde, me zoo voor 'r innam. Zwijgend, terwijl 'k 'r voelde ademhalen, leunde ze 'n oogenblik zwaar tegen me aan. Toen zei ze, niet zonder treurigheid: Weet je wel, Harry, dat is de tweede Kerstmis, dat we wachten. We hadden al zoo lang getrouwd kunnen zijn, als we dat geld maar hadden. Eerst die tegenslag, dat je vader alles verloor en nu die schuld, die je nog moet betalen, 't is ook zoo'n som! Twee honderd pond!" Ze zuchtte en zweeg, 'k Had met meer dan gewone aandacht geluisterd. Welk klein levensdrama werd me daar meegedeeld? En wat moest ik zeggen? Ja, ja" begon ik al, bijna onhoorbaar, maar dadelijk legde ze 'n allerschattigst handje op m'n mond, be vreesd voor m'n gezondheid, en ze ging verder: Tweehonderd pond l Dan waren we er. Ik weet zulke mooie goedkoope meubelijes. We zouden zoo gelukkig zijn, hè? Ach, dat 'n mensch niet doen kan, wat-ie wil l Enfin, wachten; dat is 't eenige"! Dat laatste zei ze met 'n groote berusting en ze drukte m'n arm, alsof ze daar voor 'r leven op vertrouwde. Gelooven jullie maar, dat ik er op dat oogenblik alles voor over had gehad,als ikwerkelijk Harry was geweest! Ik dacht na. Twee honderd pond! Nu wilde 't toeval of noem 't 'n beschikking dat ik dat bedrag juist bij me had. Ik had 't geld opgenomen bQ een van die uitzuigers, bij wie we allen in onze jonge jaren wel eens aankloppen en ik wou er mee dobbelen, om er Ineens boven op te zijn nu ja, dat kennen we l Er zou natuurlijk weer niets van terecht komen of, als 't al meeliep, met de winst zou ik niet veel fraais uitrichten. En dat, terwHl dit lieve vrouwtje met dat beetje geld 'r geluk kon koopen ! Toen, in die ondoor dringbare misr, terwijl 't onbekende per soontje zich nog inniger tegen me aandrong, een premieleening werkelijk succes hebben, het uitloven van hooge premie n niet enkel voldoende is, maar dat bij de vaststelling van het bedrag der leening in de eerste plaats rekening moet gehouden worden met het opnemingsvermogen van het speciale publiek, waarvoor zij bestemd zijn. En in dat verband is het niet waarschijnlijk, dat milliarden-leeningen van deze soort veel kans hebben behoorlijk ondergebracht te zullen worden. Een betrekkelijk kleine leening, als die van Amersfoort, heeft veel meer kans van slagen, vooral waar de binnenlandsche markt in de latere jaren niet overvoerd is geworden met premieleeningen. Maar men zoude weder verkeerd doen te meenen, dat, wanneer dit experiment mocht slagen, andere gemeenten of zooals som migen wenschen het Rijk ongestraft dit voorbeeld zouden kunnen volgen. Het zal dan blijken, dat het beperkte opnemings vermogen van ons publiek voor dergelijke obllgatiëa reeds spoedig overvcrzadigd is. In het bovenstaande heb. ik gemeend afgescheiden van de zedelQkheidskwestle aangetoond te hebben, dat van een zuiver zakenstandpunt premieleeningen, uitgegeven op een rendement-basis, die bij het normale rendement in de beleggtngsmarkt min of meer belangrijk achterblijft, slechts dan kans van slagen hebben, indien zQ worden aangeboden tot bedragen, die wel binnen de perken van het opnemingsvermogen der portefeuilles blijven, waarvoor zij be stemd zijn. Die grenzen zullen natuurlijk niet in alle landen dezelfde zijn en wisselen n aar den volksaard. Zoo is het te verwachten, dat zij zooals reeds in den aanvang opge merkt ruimer zullen zijn in Frankrijk dan bijv. in Duitschland en ten onzent, maar ook voor Frar-krBk lijkt mQ een bedrag van vier milllard Franc zeer ruim gegrepen. J. D. SANTILHANO IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItllMI ontdooide er iets in me en kwam de Kerstgeest over me. Ik haalde de banknoten uit m'n porttfeuljle, zocht 'r taschje, opende dat en was niet gerust, vór ik 't papier, dat in m'n oogen plots 'n groote waarde had gekregen, veilig bQ 'r geborgen wist. Wat doe je"?, vroeg ze verbaasd, 'n Kleine verrassing," fluisterde ik gehaast. Kijk thuis maar eens." 't Was net bijtijds. Ellen"! hoorde ik iemand rorpen. 't Was de chte Harry l Snel liet ik haar los hoe graag had ik haar nog even gekust! en, voor ik 't wist, was ik haar kwijt. Dat was ten minste 'n voordeel van die verduivelde mist." Duddle zweeg. De anderen wachtten. Ein delijk vroeg Buttinghigh: .En"? Wel," vervolgde Duddle kalm, Ik heb Kerstmis in den familie-kring gevierd, 't Is toen alles met me in orde gekomen en ik ben er nog dankbaar voor. Zoo'n Kerst engel op z'n tijd, heusch, kan geen kwaad." Weer heerschte 'n oogenblik zwijgen. Heel aardig", zelden daarop de vrienden. En ze tuurden andermaal In 't haardvuur met z'n grillig vlammen-spel. Of iedtr hunner daarin zijn engel zag? ?-a

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl