Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
27 Dec. '19. No. 2218
?f" i
t ?
VOLKEREN-BOND
Kerst-geest, die rassen, volkeren en sekten
heimljfk vereenigt in n hecht-verband,
die teedere gedachte-draden spant
eer nog de menschen 't wonder zelf ontdekten.
Weer zie 'k de stille werking van uw hand,
na volk'ren naar elkaar de handen strekten
en hen de broederschaps-gedachten wekten,
ondanks vertwijfling, haat en onverstand.
Zoo zoekt Ge ons zachtkens-aan voor U te winnen.
't Woord is gezegd, de Bond der Volkren wordt,
zoo drijft ge ons rustig de valleien binnen
waar 't nooit aan laving, nooit aan voedsel schort
en leert ons eens met vol besef beminnen
de Oroene Christus-boom, die nooit verdort.
Walden, Kerstmis 1919.
iminiHiHiinii
U
Mr. H C. DRESSELHUYS
In het fdt,dat eeneoquêteover bovengenoemde
vraag wordt ingesteld ligt reeds een diepere
beteekenls.Het|wil niet alleen zeggen, dat toe
treding tot den Volkenbond op ditoogenblik
een actueele vraag is, omdat weldra de termen
van twee maanden zak aanbreken, waarbin
nen Nederland een beslissing dienaangaande
zal moeten nemen, maar het feit van de
enquête ts tevens teekenend voor het scep
ticisme, dat in den loop van dit jaar tegen
over den Volkenbond is ontstaan. Verleden
jaar om dezen U|d. vórdat te Parijs het
werk van den Volkenbond was begonnen,
zou niemand er aan gedacht hebben deze
'vraag te stellen. O ader dqp indruk van de
redevoeriagen van president Wilson opzQn
tocht doer Europa zag men vrfl algemeen
den Volkenbond voor zich als de redding
der menschheld, als een instelling, waaraan
niemand zich zou willen onttrekken. Toen
in begin Januari bekend werd, dat déVolken
bond niet tot stand zou komen met mede
werking van alle oorlogvoerenden en alle
neutralen, maar uitsluitend zou worden een
schepping van den overwinnaar, en vooral
toea op 14 Februari het concrete resultaat
bekend werd in den vorm van de 26 arti
kelen van het ontwerp-Volkenbondsverdrag,
begon er eenige aarzeling te komen.
O Naast dévraag of de neutralen wel zouden
mogen' toetreden, een vraag diétengevolge
van bet ondutdelflke artikel VII in het ont
werp eenige reden van bestaan had, begon
tevens de vraag op te komen, of de neu
tralen wel zouden willen toetreden. De
uitnoodiging tot de neutrale Regeeringen om
op 20 en 21 Maait te Patfls over den Vol
kenbond te komen confereeren en bet feit,'
dat in het definitieve Volkenbondsverdrag
duidelijk werd te kennen gegeven, dat alle
neutralen tot den Volkenbond zouden worden
uHgenoodigd, nam allen twfjftl weg ten aan
zien-der eerste vraag. En toen op 28 April
net defiqiteve Volkenbondsverdrag werd
aangenomen, scheen het antwoord op de
tweede vraag, of de.neutralen zouden willen
toetreden, evenmin twijfelachtig.
Niet alleen op de Conferentie te ParQs,
maar ook Ui het algemeen in de pers vierde
men -met vreugde de geboorte van den
Volkenbond en vol verwachting zag men
uit naar de daden van the Ltague in being",
die onmiddellijk te Londen in Sunderland
House onder leiding van Slr Eric Drummond
zfln werkzaamheden zou beginnen. Als men
voor de neutralen de gelegenheid tot toe
treding alleen had opengesteld gedurende
een korten termijn, na dien datum van 28
April, zouden dan niet alle 13 neutralen
zonder eenige aarzeling die uitnoodlgtng
hebben aangenomen? Maar 28 April bleek
helaas te zijn het hoogtepunt in de ge
schiedenis van den Volkenbond. Daarna
werd bekend het Vredesverdrag van
Versailles, waaraan het Volkenbondsverdrag
niet alleen formeel maar ook materieel
eenlgszlns werd vastgekoppeld, zoodat de
Volkenbond in zekeren ztn den terugslag
ondervond van de crltiek op het
vredesveidrag. Vervolgens kwamen de garantie
verdragen van Frankrijk met Engeland en
Amerika, die ondanks verklaringen in tegen
gestelden zin van Wilson en de Engelsche
staatslieden den indruk morsten maken van
een zeker gebrek aan vertrouwen in den
Volkenbond. Sindsdien begon steeds meer
nut minimin tniiii
KERSTNACHT 1916.
door CYRIEL BUIJSSE.
Je hebt géa idee," zoo sprak mijn vriend,
van hoe bitter weinig beteekenis het leven
of den dood van een mensen in den oorlog
is!' Een doode soldaat op het slagveld,...
het is toch zoo een heel klein, geelgrijs
hoopje op de uitgestrekte vlakte, iets dat
daar ligt als een zak, als een pak, als een
verloren of vergeten stuk gereedschap. Je
zegt in jezelf: Ja, daar ligt, geloof ik, een
doodè," en je gaat er even naar'toe, en je
ziet dat hij werkelijk dood is, en je kijkt
eens om jeJieen, of men hem nog niet komt
weghalen... En dan ga je weer verder eo
je denkt er niet meer aan...
.Wij waren, sinds enkele dagen, bij de
Franschen ingedeeld. Een vieital onzer
mannen gingen geregeld bfl hun detachement
observatie-dienst verrichten. Wq losten om
de zooveel uur, elkander «f. De sector was
niet bepaald een rust- of herstellingsoord.
HIJ werd meestal geweldig gebombardeerd
en er waren soms zware verliezen. Men
kreeg er een cynischen kijk op dood en leven.
Men was er steeds op 't ergste voorbereid.
't Was onze beurt, dien middag, om het
gewone viertal te gaan aflossen. Wfj vertrok
ken als altijd, tegen de schemering om
door den vfland niet gezien te worden. Wij had
den ons aan te melden in een soort versterkte,
onderaardsche kamer, waar de F anscheof
ficieren op ons wachtten, om eventueel hun
laatste instructies te geven, 't Was op Kerst
avond 1916.
Strompelend over den oneffen grond vol
modderkullen, kwamen wQ in de duisternis
op de plaats onzer bestemming aan. Het was
Noderl. Munt
Holland* maomt fftwr
te overbeerschen de strijd, welke in het
land van President Wilson o ver den Volken
bond werd gestreden, totdat tenslotte onder
den indruk van bet lange talmen inzake het
van kracht w orden van het Vredesverdrag
het vertrouwen in den Volkenbond beneden
het nu'punt is gedaald.
Hoe lang scbflnt het ons nu niet geleden,
dat Wilson sprak van zijn Covenrat", dat
niet alleen zon zfja a definite guarantee of
peace', maar waardoor tevens als bij
tooverslag een geheel nieuwe vorm van samen
leving tusschen de volkeren zou worden te
voorschijn geroepen! En toch het was toen
niet alleen Wilson die aldus tot ons sprak,
maar ia alle landen waren ontelbare scharen
die evenals hij geloofden.
Maar zfl die zich in het begin van 1918
niet lieten meesleepen door dit idealistisch
geloof, zij bleken gelijk te hebben gehad, en
de anderen moeten met Augagneur, den
rapporteur in de Fransche Kamer over den
Volkenbond erkennen:
.11 faut nous l'avouer, la pluoart des
peuples ne sont pas encore mürs pour
're les cltoyens d'une Sociétédes
Natlons. Nous avons caresséi'illuslon,
en France et en Amérlque, que tous
les peuples marchalent vers notre idéal,
ce fut une erreur."
Het is thans allerminst uitgesloten, dat de
Volkenbond meer en meer wordt terugge
bracht tot een gewone internationale con
ventie, in aard en wezen niet meer zoo
absoluut verschillend van wat de Haagsche
Vredesconferentie's tot stand brachten. Vór
of tegen den Volkenbond" is nu geworden
een vraag van practlsche politiek, van een
wikken en wegen van voor- en nadeelen,
verbonden aan het lidmaatschap van den
Bood.
Voor Nederland rijst daarbij deze ernstige
vraag. Wat weegt zwaarder: het feit, dat de
Volkenbond de kans op nieuwen wereld
oorlog verder verwijdert, of het-feit, dat
wanneer niettemin een nieuwe oorlog uit
breekt, de kans dat Nederland als Bondslid
dan opnieuw onbeschadigd den oorlog door
leeft, buitengewoon gering is ? De laatste,
slechte kans wordt bedenkelijker, naarmate
een onvoldoend ontwikkelde Volkenbond
minder waarborg biedt voor de eerste. Reeds
de bepaling van artikel 16 van het verdrag,
dat mea den doortocht over zijn grondge
bied moet toestaan, sluit vooreen land, ge
legen als het onze, practlsche onzijdigheid uit.
Dat de Volkenbond onvolmaakt is, en dat
deze eerst zfl n ware beteekenis zal kunnen
krijgen, wanneer hij zich In den loop der
jaren verder ontwikkelt, dat werd reeds
dadelijk van den aanvang af ingezien, ook
door hen die zelf den Volkenbond tot stand
brachten. Onmiddellijk stelde men zich op
htt standpunt Impaifait, mals peifectible."
Men zou bladzijden kunnen vullen met
citaten, waarin dit voorlooplg karakter
van den Volkenbond telkens en telkens
weer op den voorgrond wordt gesteld. Wij
mogen met Lord Robert Cecll en de En
gelsche League of Natlons U aio V' in de
eerste plaats geioovea in de mogelijkheid
van een krachtige democratische ontwikke
ling, welke het Volkenbondsverdrag in zijn
tegenwoordigen vorm reeds toelaar, of wfl
mogen met de Fransche Regeering vór
alles heil verwachten van een herziening
van het Volkenbondsverdrag ter opneming
van de belde amendementen-Bourgeois met
betrekking tot de ontwapeningsartikelen,
iiiiiiiiiimimiiiliiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiliilll
een stille, kille winteravond, met nog een
lage, zwavelblonde lichtstreep in bet Westen,
daar was de zon was ondergegaan, en een
donkerblauwen hemelkoepel, die langzaam
aan vol sterren kwam. Rechts en links, aan
den einder, bromde het kanon en af en toe
zag men in de verte de roode flitsen van de
losbrandingen. Vlak vór ons uit, dier waar
wfl heen motsten, bleef het donker en stil.
Een vór een daalden wij, langs het stelle,
donker trapje, in den versterkten kuil. Een
van ons tikte aan een deur door welks reten
lichtstraal!jes priemden, een kort entrez"
weerklonk; en 't oogenblik daarna stonden wij
met ons vieren in de lage, spaarzaam ver
lichte, onderaardsche kamer.
een stille, kille winteravond
N.V. PAERELS
Meubileering MIJ.
COMPLETE MEUBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
IIIIIIIIMIIIIIII l
een feit Is het dat er wel geen onderdeel
is in het Volkenbondsverdrag ten aanzien
waarvan niet scherpe crltiek is geoefend
en wenschen zQn uitgesproken.
Overbeerschend is wel de angst, dat de
samenstelling van den Raad zal moeten
leiden tot een machtsuitoefening van de
Big Five" over alle andere leden van den
Volkenbond. Men is bevreesd, dat de ver
plichtingen, welke de Ie d in van den Volken
bond op zich moeten nemen tegenover een
staat-misdadiger" tot groote rampen zullen
kunnen leiden. De veronderstelling wordt
geopperd, dat het lidmaatschap van den
Volkenbond, in plaats van vermindering van
bewapening, zal medebrengen de verplichting
om zfln bewapening op een zeker peil te
houden. Van de ae zfjde betoogt men
hoe de Volkenbond inbreuk maakt op de
souvereinlteit der afzonderlijke staten, van
de andere zijde klaagt men dat de gebrekkige
regeling ten aanzien van het beslechten van
internationale geschillen de mogelijkheid van
een rechtmatlgen oorlog niet uitsluit. Als
neutrale betreurt men, dat men gedwongen
wordt zich te voegen in de regelingen,
welke zonder medewerking der neutralen zfln
opgesteld, en voor den Hollander komt daarbij
nog een lichte teleurstelling, dat in den
strijd tusschen Gen ere en Brussel, Den Haag
geheel is vergeten. Van Katholieke zQde
worden bezwaren geuit tegen de uitsluiting
van den Paus; socialisten betoogen, hoe
het kapitalistisch karakter van den Volken
bond dezen tot onmacht doemt, en tenslotte
zijn het niet alleen neutralen met pro-Duitsche
sympathieën, die het onverstandig en on
rechtmatig vinden, dat de vroegere Centrale
Mogendheden nog steeds geen ultnoodiglng
hebben ontvangen. Maar zou ook thans nog
met betrekking tot het definitieve
Volkenbosdsverdrag niet gelden hetgeen in de
Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer
over de Begrooting van Bultenlandsche Zaken
in Maart 1919 geschreven werd over het
ontwerp-Volkenbondsverdrag:
Er is reden voor ons land om bij
beoordeeling van deze groote poging
om zulk een bond in het leven te roepen,
de critiek niet te doen overwegen".
Reeds hebben enkele van de 13 neutralen
de uitnoodlging aangenomen. Spanje ging
voorop, verklaarde reeds begin April te
willen toetreden en zag zQn voortvarendheid
b loond met een zetel in den Raad van negen.
Chili en Argentinië volgden weldra, en ook
in Zwitserland is de beslissing reeds geno
men. Nog is de termijn van twee maanden,
waarbinnen de overige neutralen zullen
moeten beslissen niet aangebroken, maar
ieder, oogenblik kan het opmaken van het
Protocol te Parijs, dat dez-n termijn doet In
gaan, plaats hebben. Dan zal ook Nederland
moeten beslissen. Welke overwegingen zal
men daarbij moeten laten gelden ? De Bood
schap van de Zwitsersche Regeering, van 4
Augustus, welke de Memorie van Toelichting
vormt tot het wetsontwerp tot toetreding
tot den Volkenbond zegt volkomen terecht:
L\ question d: notre adhésion a la
Sociétédes natlons dolt eire envlsagée
a un doublépolnt de vue. Nous avons
tout d'abord a rechercber quels
avantages et quels in c onvéalentscette adh
sion dolt entratner pour notre pays.
Mals nous devons nous demander aussl
quel est notre devoir au polnt de vue
' des intéets supérleurs de 1'humanilé,
dont notre peuple n'est qu' une faible
partie."
Men stelle zich dus allereerst de vraag:
.Hoe zou de positie van Nederland zQn als
buitenstaander?' Ar». XVII toont, dat de
Bond ook de buitenstaanders binnen zijn
invloedssfeer zal willen trekken en dat het
practisch tot de onmogelijkheid zal behooren,
daaraan te ontkomen. Zal men dan niet als
lid van den Volkenbond althans eenige waar
borgen meer hebben voor bet behoud van
zfjn zelfstandigheid en voor de bescherming
van zijn eigen belangen, dan wanneer men
geen lid van den Volkenbond wordt? Zal
Twee Fransche officieren zaten er, bfj een
walmende kaars, aan een beschimmeld,
ruwhouten tafeltje te schrijven. WQ groetten en
vroegen waar we onze kameraden, die we
moesten aflossen, zouden vinden.
De beide Franschen keken ons even met
een soort bevreemde aandacht aan. Ik zie
ze nog heel duidelijk in verbeelding, vór
mij. De een, de oudste van de twee,
had een strak-houterig gezicht met grijzende
snor en harde, grijze oogen; de tweede,
heel jong, bflna een kind nog, had donkere
haren en een frisch-roie gelaatskleur. ZIJ
bleven ons halsstarrig, met een raadsel
achtige uitdrukking, aankijken.
GIJ komt voor de relèrc", sprak ein
delijk de oudste van de twee en zoekt uw
kameraden. Daar, onder dat zeil, zei hij
En met een kort gebaar wees hij naar den'
Oonkersten hoek van de kamer.
Alle acht onze oogen wendden zich als
't ware automatisch naar de aangeduide
richting om. Maar geen van ons allen ver
roerde zich. WQ stonden daar als gestold,
zonder te begrijpen wat er in ons omging.
Slapen ze? vroeg eindelijk een van
ons met schuchtere aarzeling.
Met moeite bedwong de oudste der twee
offi :ieren een cynlschen spotlach.
- Slapen...! riep hij. Alle vier dezen
middag door dezelfde gasbom gedood!
Wij hebben ze hier maar binnen laten
brengen en wachten dat ze weggehaald
worden. Hebben jullie geen brancardiers
ontmoet ?
Geen van ons allen sprak een woord.
Oize oogen bleven met afschuw op den
sinlsteren hoek gevestigd. Dood l Alle vier
dood! Alle vier de kameraden wier plaats
wfl kwamen innemen l En die cynische
Franschman zei dat zoo maar alsof het
niets was l Het duizelde in ons van af
grijzen. Wij trilden op onze beenen.
Eh blen, c'est tout. Qa'est-ceque vous
restez a f la! gilde de Franschman
gemen niet als lid van den Volkenbond z|n
stem kunnen doen booten in de Vergadering?
Zal men niet wanneer zaken ons eigen land
betreffende door den Raad behandeld wor
den, in den Raad zitting mogen nemen?
Zal men niet ten minste een kans hebbes
om gedurende een bepaalde ' periode een
eigen vertegenwoordiger in den Raad te
hebben?
En wie kan zoo naïef zijn om te veron
derstellen, dat in geval van een gemeen
schappelijke bondsactie tegen een staat-mis
dadiger aan een niet- lid vanden Volkenbond
zal worden toegestaan om met den staat tegen
wlen de Volkenbond een boycott heeft uitge
sproken economische betrekkingen te blijven
onderhouden, of wel, dat de Volkenbond,
wanneer dit gewenscht zou zijn voor de
militaire maatregelen tegen den staat-mis
dadiger, de grenzen van dien staat,
nletlld van den Volkenbond, zou ontzien?
En tenslotte: zal men niet als lid van den
Volkenbond eenlgen invloed, hoe gering dan
ook, kunnen oefenen op het aanbrengen van
wijzigingen en aanvullingen in het Volken
bondsverdrag, waardoor gevaren welke thans
aan toetreding verbonden schijnen te z|n,
in de toekomst kunnen worden weggenomen ?
De Nederlandsche Regeering heeft in de
Troonrede op 16 September reeds* een wets
ontwerp tot toetreding van Nederland aan
gekondigd en het antwoord der Regeering
op de vragen van den lieer van Dijk op
8 October betreffende de conferentie te
Washington toont, dat de Regeering niet
aan de aanneming twijfelt. Ik geloof, dat
die prognose juist is. Vermoedelijk zal de
kern van het debat liggen in de vraag, of
de toetreding zal geschieden al of niet met
voorbehoud. Zeer ernstig zal moeten worden
overwogen, of niet naar het voorbeeld van
Zwitserland de toetreding afhankelijk moet
worden gesteld van de medewerking van
A-nerlka ; zonder .deze Is het eigenlfjke effect
van den Bond immers voorlooplg niet veel
meer dan een Fransen-Engelsen verbond
voor de hegemonie van Europa.
Daarnaast rijst als een der vele de vraag,
of niet bijzondere schikkingen noodlg zijn
voor onze Koloniën, waar wij, eenmaal in
den oorlog betrokken, daar vermoedelijk
zelven den eersten schok zouden moeten
opvangen. Doch het gebied te betreden van
reserves en amendementen schijnt een on
begonnen werk. Niet alleen, omdat artikel l
van het Verdrag de toetreding der neutralen
vraagt zonder eenig voorbehoud, maar vooral
omdat de geheel gemotiveerde reserves ver
moedelijk even talrijk zouden zijn als de
artikelen. Hoe weegt b.v. niet de voor ons
zoo gewichtige vraag, of artikel 8 voor den
Bond het effect zal hebben van ontwapening,
dan wel of wij wellicht ter wille van de
vredesverdediglng tot een contingent worden
gedwongen, dat onze militaire organisatie
van thans te boven gaat. Men zal dit alles
moeten afwachten en de beslissing moeten
nemen met alle goede en kwade kansen.
De keus gebaseerd op louter nationaal
belang zou zeer moeilijk zijn ; wfl hebben
in dezen oorlog getoond, dat w g met behoud
van eer en vriendschap zelven den weg
kunnen vinden en houden van goede on
zijdigheid. Het zou verlokkelflk zijn mét
behoud van geheel eigen soevereiniteit ook
op eigen beleid in de toekomst te bouwen.
Wanneer niettemin mijn verlangen naar
toetreding neigt, dan gelden daarbij ethische
motieven, de wensch, dat Nederland bfj de
groote gedachte van een toekomstigen wezen
lijken Bond der Natiën niet zal achter staan
en nu het idealisme zal toonen, dat van
ons land als hlstorlschen kampioen voor het
volkenrecht mag worden verwacht.
Maar dan moet die stap ook geschieden
niet slechts door de wet, maar door het volk.
Wfl missen voor dit doel helaas de Zwit
sersche mogelijkheid van een referendum,
waardoor de zaak zou kunnen zfln een
werkelijk nationale gebeurtenis. De
volksstem hier zweeg tot heden. Tfldens den
oorlog is de Ned. Anti Oorlograad er niet
. in geslaagd de groote massa te doordringen
van het belang der vraag, die wfl nu gaan
beantwoorden. Misschien is hier nog werk
te doen voor de Nederlandsche Pers. Ik
hoop zeer, dat het haar gelukke, de Neder
landsche belangstelling nog te wekken voor
de vermoedelijk grootste vraag ook van
practlsche politiek, die ons ooit werd gesteld.
8 December 1919.
iiimiittinmif ii
ergerd. Allez occuper votre poste l
Quel poste ? vroeg een van ons.
Leur poste, patblcul riep hfj, naar de
gesneuvelden wflzend.
Wfl gingen, sprakeloos. Wij kwamen
buiten in den donker-klllen nacht, die
flonkerde van sterren. Wij voelden ons zwak, en
triestig, onbeschrflfelQk. Als schimmen slopen
wij in de verwoeste schuilplaats, waar onze
vier makkers gesneuveld waren.
Daar bleven wfj zitten, lange, eindelooze
uren... Wij luisterden in spanning naar de
mysterieuze geluiden van den nacht. Voort
durend meenden wfl sluipende vijanden te
hooren. De dood, die daar zoo onbarmhartig
en zoo kort geleden haar vernielingswerk
verricht had, waarde nog om ons heen. Wfl
voelden diepen angst en zware droefheid.
Soms waagde een van on% zich even bui
ten. Die zag dan 't rosse flitsen rechts en
links van de verre, dreunende kanonnen en
de zwarte stilte van den nacht vlak vór
... in de spaarzaam 'verlichte kamer..'.
DE NIEUWE-ARMEN
Ziet die stille niéuwe-armen
Dralend langs-de winkelsjgaan
Met hun opgelapte schoei&n
En gekeerde jassen aan.
Ach, de dames blijven dames
En de heeren blijven heer,
Met een koud-geworden glimlach
Dwalen ze nog heen en weer.
Als ze kennissen ontmoeten,
Even ondervoed als zij,
Gaan ze onderzoekend groetend,
Bang voor praatjes, vlag voorbij.
Voor de groote mode-zaken
Kunnen ze niet blijven staan
Als ze met hun sjofel pandje ^
Naar de bank van leening gaan.
Met de allerzwakste woordjes
Spreken ze van-zorg en leed,
Met een wufte. zei f bespotting
Zien ze hoe een ander eet.
Om hun armoe te verbloemen
Spreken ze een vleugje Fransch
Niet van hutspot van andijvie
Maar van boeiende romans.
Hoofsche tntellectueelen
Reist ge tweede klasse trein,
Hebt ge in uw vale plunje
Zelf s geen recht om arm te zijn?
Schuchtere welopgevoeden
Met uw titel, rang of graad,
Is 't niet alsof ge eenzaam
Door het wreede leven gaat?
In de vroege ochtenduren
Ligt ge slapeloos te bed,
Moe van feUe dwanggedachten
Is er niemand die u redt,
Om de nachtangst te vergeten
Zijt ge vroeger opgestaan,
En ge moet weer dof-wanhopig
Aan uw hersen-arbeid gaan,
En ge reinigt uwe nagels
Voor uw boterloos ontbijt,
En ge schaamt u voor het tergen
Van de opgezegde meid.
Niemand zal u hooren vloeken
Daartoe zijt ge te beleefd,
Zeker voelt ge u beleedigd
Als men u 'n fooitje geeft.
Waagt 't stille, niéuwe-armen
Waagt 't met de boezeroen
Met de pet diep op de oogen
Raakt ge weer in goeden doen.
J. H. SPEENHOFF
miimimiimm
DEVO
Geurige Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigarenfabrlak UTRECHT
?lllllllllllllllIlllllllllllllIlIIMIIIlllilllllllllllllllttlllllIIIIIIIIIIIIIlIllllillllt
-:- 110
-:
Krekelzangen
DOOR
J. H. SPEENHOFF
De nieuwste bundel van onzen
populairen dichter-zanger
Prijs in keurigen band
- f 1.25
Uitgave van Van Holkema & Warendorf, A'dam
ons uit. Die stilte werkte raadselachtig en
beklemmend. Was het rust of was het drei
ging? Wij wisten het niet. Onze oogen
peilden den donkeren nacht en zagen niets.
Toen keken wl hoog in de lucht, waar mil
joenen sterren flankerden en bloeiden en dat
bracht eenigen troost. Het was of men de
sterren zag en hoorde leven. Zfl twinkelden
en trilden boven het wijd uitgestrekte slag
velden en wfj dachten aan tallooze brandende
lichtjes.rondon- een immensen Ifjkstapel van ?
duizenden en duizenden gesneuvelden. Soms
meenden wij lichtende kruisen te zien, die
steeds hooger en hooger ten hemel stegen
en verdwenen. Het was de Kerstnacht...
de droeve, wreede Kerstnacht van het derde
oorlogsjaar...
Tegen het krieken van den dag werden
wfj op onze beurt weer afgelost. Loom en
huiverigtrokken wfl naar ons cantonnement terug.
Vór den ingang van den versterkten kelder
waar wfl den vorigen avond aangekomen
waren, stond een Fransche schildwacht als
een donkere schim in grijze schemering.
WQ vroegen hem ff onze makkers waren
weggehaald en begraven.
HIJ knikte van ja.
Wij zeiden niets en gingen verder...
(Teekeringm voor de Amsterdammer"
van B. van Vlijmen Jr.)
iiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiliiiiimillmiiiiMiniiiiiiniii
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
MotordienstvanTetenburg
DAGELIJKSCHE MOTORDIENST
UTRECHT LEIDEI DEK HUM KIFT
VliBtnittimi. ItnchticliivwU. FiijftifcL JUittaiMil
VtOl- VlftftA