Historisch Archief 1877-1940
27 Dee. '19; No. 2218
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Prof. Mr. M. W. F. TREUB:
Het antwoord op de vraag of Nederland
moet toetreden tot den Volkenbond schijnt
mfj, In beginsel, niet moeilijk. Ik kan mfj
zelfs niet voorstellen dat er ook maar n
verantwoordelijk staateman zou zfjn te vinden,
die de toetreding tot dien Bond voor Ne
derland principieel zou afwijzen. Dit toch
zou beteekenen, dat ons land xich moedwillig
zou plaatsen buiten de internationale ge
meenschap, welke in en door den Volkenbond
tot ontwikkeling zal komen.
De vraag voor Nederland is niet en kan,
dunkt mij, niet zfjn of het van den Bond
deel wil uitmaken, maar alleen of het zich
onvoorwaardelijk kan neerleggen b| de
grondwet van dien Bond, zooals zfj in het
eerste hoofdstuk van het Vredesverdrag is
vastgesteld. Deze vraag is voor alle neutrale
staten van~veel meer beteekènis geworden,
nu wel als vaststaande mag worden aange
nomen, dat indien de Vereenigde Staten ten
slotte toch nog in den Volkenbond treden,
zij aan hun toetreding voorwaarden verbieden
zullen, die op de kracht van het nieuwe
internationale Instituut van grooten invloed
zullen zijn.
Zoolang de onzekerheid duurt over het
geen Amerika doen zal, is toetreding zonder
eenig voorbehoud niet wel mogelijk, daar
men dan niet weet, welke het eigenlijke
karakter is van de internationale
vereeniglng van staten, waajblj men zich aansluit.
Een Volkenbond, waaraan Amerika niet
deelneemt, kan toch voor Europa nog van
hooge beteekenis zfjn, maar het is iets
anders dan een Bond, waarvan ook de Ver
eenigde Staten deel uitmaken. Blijft Amerika
er bulten staan, dan kan de Volkenbond op
zfjn best niet meer worden, dan een instituut
dat van overwegende beteekenis is voor de
regeling van internationale rechts- en eco
nomische betrekkingen tusschen de staten
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VAN 5CHAICK
BOOTHSTRflflT
UTRECHT
van Europa, maar dat wat er ook op het
papier moge staan en welke staten uit andere
werelddeelea ook zullen toetreden z|n
dienst zal weigeren zoodra er geschillen
ontstaan, waarbij ook buiten Europa gelegen
naties bitrokken zijn.'
Maar zelfs, al treedt Amerika niet toe,
mag Nederland toch niet bulten den Bond
blQven staan; alleen zal het dan zaak zfjn,
zich terdege te vergewissen waartoe men
zich eigenlijk verbindt en welke rechten men
verkrijgt tegenover de verplichtingen die
men op zich neemt.
Een Bond van geallieerden en Europeesche
neutralen zonder de overwonnen centrale
staten zou pp den duur een onding zijn.
Dat behoeft intusschen niet te weerhouden
van toetreding; want juist omdat zulk een
Bond een onding wezen zou, is vooruit te
voorzien, dat h( uit elkaar zou vallen uit
gebrek aan innerlijke moreele kracht, indien
de overwinnaars de deur der nieuwe inter
nationale gemeenschap niet spoedig ook voor
de overwonnenen zouden openzetten.
De Volkenbond is nog eerst in het eerste
stadium van zijn ontwikkeling ;hij moet nog
groeien en kracht verzamelen, maar om te
kunnen groeien, moet hij den steun hebben
van alle naties, die zijn hoofddoel: bevorde
ring van den vrede en beperking van
bewapening,als een eisen van den tijd erkennen.
Mocht de Volkenbond niet tot stand ko
men of mocht hij een zwak lichaam blijven
zonder wezenlijken invloed op de verhou
ding der naties, dan zou het kwijnende
Europa als resultaat van den ooilog alleen
namenloos lijden en onberekenbare schade
hebben te boeken, zonder dat ook maar
n lichtstraal de donkere toekomst iets
verhelderen zou.
VI
Prof. mr. J. H. W. VERZIJL:
Wie ook volkeren en staten voor hunne
daden zedelijk verantwoordelijk acht en in
de macht van ethische beginselen gelooft,
KERiT- VERSCHRIKKING
\sJ j J-^^r-^~~* j, "nnnw
DOOR
MINCA
VERSTER
BOSCÉREITZ
Teekenlngen voor ,de Amsterdammer" van Max Winterwerp
Toen meneer, dien dag vór Kerstmis van
zijn ochtendwandellnget je thuiskomend, ver
klaarde dat er een woonwagen op den weg
stond, was de toon waarop hij dit feit ver
kondigde, nog van een kalme, hautaine
blankheid.
En mevrouw die zich behagelijk met een
kop koffie, voor 't snorrende haardvuur te
koesteren zat, reageerde met een even kalm,
hautain, blank: zoo".
? Maar toen meneer 's middags, in donker
van de soos, thuiskomend, verklaarde dat
die woonwagen er nóg Stond", schemerde
een vleugje van zorgelijke beroering In z'n
correcte bourgeois-satlsfait-stem, en heesch
mevrouw zich met geruststelling-bedoelende,
onverschilligheid, op haar teenen, om over
de koperen roe met de kanten gordQntjes
been, den woonwagen te kunnen bespieden.
En meneer keek k; zoo bespiedden zij
samen de duisternis waarin zij allebel nu
wisten dat de woonwagen was.
Mevrouw was echter de eerste die weer
koel-philosofisch 't leven aanvaardde; ze
trok haar schouders nonchalant op en neer,
zakte weer in haar gemakkelijke stoel en
zei in opperste kalmte: Stil laten staan I...
't Ding staat ons niemendal in den weg."
Toen greep ze naar 't geestelijk manna dat
haar vertaalde Ires-blbïiotheek-roman was.
Maar in meneer's bezorgd gemoed begon
't te gisten.
Stil laten staan l dat is nou ook wat l Of
wij 't ding weg zouden kunnen krijgen!"
Nou dan l" zei Mevrouw wrevelig, zeur
dan niet langer er over." Toen bleven ze
allebei bot zwijgen.
... 't dienstmeisje thuiskwam . . .
Totdat 't dienstmeisje thuis kwam. 't Was
een jonge, vroolljke lachbek, glunder kwam
zij genacht zeggen, toen, griezelend even:
Daar staat toch zoo'n engerd van 'n
kermiskast op den weg.. ik ben d'r op 'n
draf langs gehold,. d'r was zoo'n raar ge
stommel in.. en.. en.. gekreun ook.. hèik
geloof dat ik er nog wit van ben.." En ze
keerde haar jolig blozend gezichtje naar
meneer die naif constateerde dat ze er
best uitzag., net even f risch als altijd". Wat
mevrouw aanleiding gaf om bits te zeggen
dat: ze nu wel naar boven kon gaan".
Hetgeen 't meisje dan ook maar deed, na
nog even te hebben af gevuurd dat: ze maar
lekker blij was zoo hoog in huis te slapen l..
huu, die griezelige kast l... voor geen geld
bleef ze dien nacht beneden!"..
Een uur later waren ook meneer en me
vrouw ter ruste. Toen plotseling, vreemd
sonoor geluid in de leege nachtstilte, *de
huisschel overging.
Meneer rutschteovereind;?god-bewaarme..,
hoor je dat ?" Mevrouw doodstil, onbeweeg
lijk, met hevig beukende hartkloppingen,
zei gesmoord: Ja... natuurlijk ... w... wat
zou 't zijn?"
We blijven stil liggen"... zei meneer,
star overeind zittend tusschen zQn prop
pen losgerukte dekens en lakens.
Weer galmde de huisschel.
Mevrouw schoof met een zetje, dieper
onder de dekens, waarna haar stem erg ge
dempt oreerde: stil laten bellen... In gén
geval opendoen."
Zwijgend bleven ze luisteren, de stilte
van de kamer bonkte in hun hoofden, een
even, zenuwachtig slikken werd tot een
groot geluld.
Ten derde male ging de schel, nu een
paar keer achtereen, dreigend... jammerend.
Ik zal dienen op te staan"... zei meneer,,
nochtans onbewegelijk temidden van zijn
deken-rommel.
Mevrouw werd driftig door 't ongewone
van den toestand.
Laat die lamme meid toch opendoen!
Waar is ze anders voor l... Ik, ik zal d'r
naar beneden bellen"...
Dat... dat kun je niet doen''... prevelde
meneer kleintjes, plofte op 't beddekleedje
en trok zuchtend de noodwendigste
kleedingstukken aan. Toen ging hij. Een oogecblik
bleef mevrouw nog in de warme donzing
van haar bed, luisterend met ingehouden
adem en bonkend hart, naar wat nu verder
gebeuren zou; toen stond zij ook op, gleed
in haar gewatteerde muiltjes en dito kimono,
en sloop de kamer uit, gedeeltelijk uit
verknochtheid aan haar man dien zij in
de ure des gevaars nabij wilde zijn, gedeel
telijk ook, omdat zij 't alleen in die
eenzame, gelijkstraatsche kamer, al te grie
zelig vond.
Meneer stond intusschen voor de kier
van 't geopende deurraampje, en z'n zoe
telijk uit-de-hoogte bourgeois satisfalt-stem
informeerde door de krullen van 't ijzeren
smeedwerk: Wel?"...
Op de stoep huiverde een meid, kind nog
van gestalte, en de wind sleurde aan haar
rokken en haar omslagdoek.
Wel ?" herhaalde meneer wat stuurscher
staat hier tegenover een vraag van hoogen
ernst. Immer», zoowel met toetreding tot
dezen Volkenbond als met afwijzing van de
ultnoodiging kan Nederland eene daad ver
richten, die het zich door de geschiedenis
als schuld zal zien toegerekend. Met toe
freding: wijl het daardoor, met het woord
gerechtigheid op de lippen, feitelijk mede
plichtig kan worden aan de
onrechtselementen, welke helaas de bondsconstitutle van
hare geboorte af besmetten. Met afwijzing:
omdat het daardoor mede oorzaak kan wor
den van de nederlaag van een beginsel van
hooge waarde, waarvoor het zijn taak is met
alle kracht te strijden.
li het den stichters ernst met hun eiscb,
dat ook Nederland toetrede zonder eenig
voorbehoud, dan mag m. i. slechts afwijzing
van de uitnoodlging volgen. Dan toch ligt
in dien eisch een zedelijke dwang om ken
nelijk onrecht tegen den verslagen vijand
als een elsch der gerechtigheid te erkennen
en daartoe mag Nederland zich niet laten
verlagen. Zijn de hooge Idealen van den bond
bij zijn st'chters niet veilig, moge dan althans
Nederland ze heilig houden. Toetreding ge
schiede dus in geen geval gaaf en onvoor
waardelijk, doch alleen onder de ondub
belzinnige verklaring, dat Nederland noch de
voorloopige buitensluiting van de gewezen
tegenstanders, nö:h de eenzijdige vaststelling
van den nieuwen polltieken en territorialen
toestand in Europa, r. ch de part ij dlge regeling
van het koloniaal beheer, welke punten alle
drie in debondsstatuten hunne sanctie vinden,
met het beginsel der internationale gerechtig
heid in overeenstemming acht, zoodat het
eene prlncipieele herziening daarvan door
den vollen bond verwacht en tot dat tijdstip
geenerlei verbintenis op zich neemt tot
mede-handhaving van den voorloopigen sta
tus quo.
Daarnaast geve Nederland te kennen, dat
het, de leiding der vijf overwinnende groote
mogendheden als een redelijk en natuurlijk
uitvloeisel van den grooten oorlog voorloopig
zonder bezwaar aanvaardende, dit niettemin
doet in het stellige vertrouwen, dat zoowel
ieder dier vijf mogendheden, als ieder der
vier andere door dezen uitverkoren staten,
voornemens zijn van de bun volgens de
bondsconstitutie rechtens toekomende macht
om de negen zetels in den Raad voor altijd
voor zichzelf te reserveeren ?) geen gebruik
te maken, doch de beslissing, door wie de
. . . voor 't geopende deurraampje. . .
neerbuigend toen hij zag dat de tegenpartij
zwak was en niet ontzien behoefde te
worden. Van de stoep klonk gemompel.
Meneer herhaalde de door de ijzeren
krullen opgevangen woorden, met gegriefde
verwondering: Warm water?... in't holst
van den nacht...!"
Wat willen ze?" vroeg mevrouw fluis
terend, die van wege de verknochtheid en
de griezeligheid dichtbij haar man was
gekomen.
Daar is 'n.. 'n meid... ze vraagt om
warm water... er schijnt 'n zieke in die...
die vervloekte woonwagen te zijn", lichtte
meneer haar eveneens fluisterend in, toen,
verbolgen, omdat hij 't koud had en naar
z'n bed terug verlangde: ik heb 't je wel
gezegd... 't is 'n beroerd ding, zoo vlak
in je buurt".
Z g dat ze morgen terugkomt"... zei
mevrouw wrevelig.
Kom morgen maar terug, meisje" gehoor
zaamde de bourgeois-satisfalt-stem met
bepaald minzame neerbuigendheid. Er
volgde uit dérichting van de ijzlgkoude,
door den guren wind geteisterde stoep, wat
dringender gemompel.
Vlieg er nu niet in" fluisterde mevrouw
heesch, 't is natuurlijk alleen om te maken
dat je de deur opendoet,... voor 'n kan...
of 'n ketel... en dan zfjn we natuurlijk
geleverd"...
Ze zegt dat 't voor 'n zieke is... en als
we haar riet gelooven, dat ze dan"...
Wat dan?" vroeg mevrouw angstig.
Wett ik 't... ik denk dat ze dan hulp
troepen laat aanrukken... je zou er raar
van opkijken wat er nog meer in zoo'n
wagen huist", fluisterde meneer.
Nu werd van buiten dringend op de deur
geklopt, f:l en aanhoudend, met stugge
vastberaden slagen.
Mtneer deed 't gangraam weer op 'n kier,
ir.formeerde nogmaals, berustend: Wel?"
En veel gauw, dringend gemompel steeg
van de fjzig-winderige stoepplek, naar de
smeed-fjzeren krullen van de deur.
Als we dan geen water willen geven, of
we dan wat petroleum hebben, dan kunnen
ze 't zelf wel warmen... Ze heeft een kan
bij zich," bracht meneer gedempt aan me
vrouw over.
Verontwaardigd stak mevrouw's mondaine
hoofd opeenshooguit de ge watteerde kimono.
Petroleum? lieve hemel dan... dan zou
ik heel naar de bijkeuken moeten... en 't
is overal even koud en donker... Zeg toch
dat ze morgen terugkomt ...dan kan J aant je
haar helpen"...
J t Is... heel erg noodig... d'r is 'n
zieke"... intermedieerde meneer weer.
Nou ja... die zieke zal er morgen ook
nog wel zfjn"... veronderstelde mevrouw
cynisch.
Als ze onverrichterzake terug moet, krij
gen we misschien de heele bende aan ons
nek"... zei meneer ongerust, 't zijn be
roerde tijden... die lul staan voor niks
niemendal"... Maar hoe krijg je nu in
's hemelsnaam petroleum door de deur als
je die niet openmaakt... Want dat kan na
tuurlijk niet... dat is toch maar de truc
waar 't om gaal"... zei mevrouw wat bits
zal worden geleid, in handen van de
olle Bondsvergadering te leggen.
Wat de concrete uitwerking van de grond
gedachten van den bond betreft, legge
Nederland zich voorloopig neer bQ al die
bepalingen, waarin het redelijkerwijze be
rusten kan, mits onder nadrukkelijke
kenbaarmaklng van zijn voornemen om eene herzie
ning der statuten door den vollen bond uit
te lokken, in het bijzonder van de regeling
betreffende de behandeling van politieke ge
schillen. Ook die regeling kan desnoods
tijdetyk worden aanvaard, mits slechts vast
sta, dat Nederland, ofschoon na een een
stemmig rapport van den Raad niet meer
bevoegd aan eene wederpartij, die zich
daarnaar gedraagt, den oorlog te verklaren,
niettemin volledig het recht behoudt om zich
tegen eventueele, op zoodanig rapport ge
gronde, aggressleve maat regelen dier weder
partij te verweren.
Eén concrete verplichting wijze Nederland
echter volstrekt af, n.I. die om in alle door
de statuten beoogde gevallen onvoorwaar
delijk zich open te stellen als
opmarschgebied voor vreemde troepen en zijne eigen
strijdkrachten in het vuur te brengen; de
beoordeeling of het ook daartoe zedelijk
verplicht zal zijn, moet het zich voor elk
bijzonder geval voorbehouden. Onder de
tegenwoordige internationale verhoudingen
zou eene volstrekte verbintenis gelijkstaan
met roekelooze zelfopoffering aan een ver
meend ethisch ideaal.
*) Schijnbaar berust de definitieve be
schikking over de vier aanvullende zetels
bij de Bondsvergadering; aangezien echter
daarbij eenstemmigheid verelscht wordt,
hebben de vier voorloopig tot het lidmaat
schap van den Raad geroepen staten de macht
de aanwijzing van andere staten onmogelijk
te maken.
iiiniiiiiimiiiiiliiiiiiililiiiimiiiiiiiiiiiiiili
omdat zij vond dat meneer te weinig door
zicht en te veel goed geloof had.
Meneer peinsde. .
Ais jij de petroleum-klt haalt, dan steken
we de tuit door 't rasterwcrk"... opperde
hij voldaan.
Mevrouw ging; wat wrokkig tastend door
keuken en bijkeuken, belandde zij in 't kolen
hok waar de petroleum-kit was; een van
gewatteerde muiltjes schoot van haar voet die
nu in bibberende naaktheid't kolengruis betipte
en beschuifelde totdat hij weer in 't slofje
gleed...
Enkele minuten later, stak de lange, dunne
tuit door de smeedijzeren krullen,.. hield de
huiverende gestalte op de stoep, een kan
onder de opening.
Vanuit de verte klonken heldere stemmen
door de ijle vrieslucht; 't waren kerstliede
ren-zingende vroeg-kerkgangers,... stille
nacht, heilige nacht..
Dun-schel petsend tuurelde 't magere
petroleumstraaltje in de moeizaam opgeheven
steenen melkkan..
Een kwartier later lagen meneer en me
vrouw, koud, ongerust en klaar wakker in
de behagelijke warmte van hun deken
weelde.
't la God-beter 't half twee geworden l"
klaagde meneer, die anders dikwijls genoeg
om dienzelfden tijd van club of soos thuis
kwam.
Ik doe geen oog meer toe", zuchtte me
vrouw, ik., ik., 't is net of ik aanhoudend
wat hoor in huis.. hoor jij niets?"
Maar meneer sliep al.
Dien volgenden morgen werden zij onder
den kerkdienst eigenlijk weer pas lekker
normaal. Ja, ja.. vrede op aarde.. in
menschen een welbehagen.. 't leven was toch
eigenlijk zoo goed.. Mal toch, dat er zoo
veel onvergenocgdheid was.. Jaanlje had
mevrouw ook maar dien heelen dag vrijaf
gegeven... Je moest je dienstmeiden wat
gunnen... enne... 't haalde meteen een
portie van 't délicleuse Kerstmaal uit...
Zïdigéreerden zwijgend, leder in een
fauteuil aan weerskanten van 't haardvuur.
Tot 't hek van hun kleine voortuin piepte,
en zij tegelijk, sloom naar buiten keken.
Er kwam een heerachtige man, met een
stok, n een hond.
. . .een heerachtig man met een hond. . .
Mevrouw werd bleek, zweeg angstig.
Meneer zei dof van bedwongen ongerust
heid: Daar heb je 't nou al... ik heb 't
je wel gezegd". Toen liep hij naar de voor
deur, klonk evenals 's nachts, zijn minzaam
uit de hoogte wel?'' door de smeedijzeren
krullen.
Na enkele minuten kwam hij terug.
't Isse... ik geloof nooit dat 't in orde
is" fluisterde hij gejaagd, 't is... de vent
uit de woonwagen... hij komt bedanken
voor de moeite van van nacht... dat is
natuurlijk maar 'n aanloopje..."
Natuurlijk" zei mevrouw en spiedde naar
't voortuintje waar zij den man nog niet zag
vertrekken.
Hq... hij heeft van nacht... een zoon
gekregen... dair was 't warme water en
de petroleum voor" verklaarde meneer onbe
nullig, toen, nog sulllger: heb je niet wat
voor ze... ik zie geen kans 'm weg te
krijgen... hij ziet er zoo opgewonden uit."
Mevrouw zocht jachterig naar haar sleutels.
't Is een goed-georganiseerde dievenbende
die op toof uit is... let maar eens op m'n
Van ons kindje
Moesje, zou ons kleine snoesje
Boven, bij den Lieven Heer,
.Ook met poppen mogen spelen
Of doet zQ dat nu niet meer ?
Moesje, 'k heb vannacht gekeken
Naar een groote, groote ster
En gevraagd mij mee te nemen
Al Is het ook nog zoo ver.
Moesje, zou dat stoute zusje
Nooit meer denken aan ons spel?
't Is nu lang zoo leuk niet spelen
Zonder zusje, vindt u wel?
Nee U moet nu niet gaan hullen,
Ik zeg: Zusje is niets zoet,
Maar ik zal de ster vertellen
Moesje is allang weer goed.
CHARLES WILLY
Bij ons kindje
Wl Duisteren saam zoet-klndekes naam
En vouwen de handen;
Wij denken hetzelfde: ik doe nu als zij
Die kijkt met een stralende liefde naar mij.
Wfl vouwen de handen.
Wij buigen ons neer over ons kindeke teer
En kussen elkander;
Wij peinzen, hoe eens ons kindje zal zijn:
Vol leven en liefde, hél zacht en heel rein,
Wij kussen elkander.
Wij denken aan jeugd, «an die zoo korte
vreugd
En troosten elkander;
Wij weten toch niet hoe de toekomst zal zijn,
Maar nu blijft ons kindje nog jarenlang klein,
Wij troosten elkander,
CHARLES WILLY
iiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiKiiiitiiiitinntii
woorden"... fluisterde meneer, en volgde
mevrouw naar de provisie-kast.
Hier... knoop maar gauw in die doek"...
zei Mevrouw heesch en jachterig, terwijl zij
een servet uitspreidde en daarop te stapelen
begon.
. . . Zou 't zoo genoeg zijn ? . . .
Zou 't zoo genoeg zijn?" informeerde
ze, taxeerend met scheef-neigend hoofd, de
pakjes thee, koffie, giiesmeel, suiker...
't Is zoo beroerd, dat de vent een stok
bij zich heeft", mompelde meneer. Beduusd
legde mevrouw nog twee pakken Quaker's
Oats op de uitgespreide doek.
En die hond... die zal-ie ook wel niet
zonder bedoeling bij zich hebben"... Met
weemoed greep mevrouw nog een bus
cacao, stapelde die bij de vorige dingen,
begon de einden van de doek dicht te
knoopen... Als haar man rog meer narig
heid ging oplepelen, zou ze de patéde
foie gras en 't gerookte ossetongetje er ook
cog bQ moeten doen...
't Beroerdste is dat de deur nou toch
nog open zal moeten"... zuchtte meneer,
't dichtgeknoopte pak opnemend.
Ja... 't kan niet door 't ijzeren lof
werk!''... zei mevrouw spijtig 't
volumineuse pak na-kijkend.
Angstig beluisterde zij 't open en weer
dichtgaan van hun voordeur. Goddank, dat
scheen zonder ongelukken te zijn
afgeloopen. Bleek en heel ernstig kwam meneer
terug, 't Is een bolsjewlek" zei hij
zenuwachtig-schuw, 't pak nam hij aarzelend aan,
net alsof-ie wou zeggen:
Waarom geef je mij dat?,.. Als ik wil,
dan neem ik immers alles! En ie bedankte
ook niet."
Ga 't aangeven bij de politie"... drong
mevrouw nerveus.
Den volgenden dag was de woonwagen
verdwenen.
Tien dagen later diende Jaani je een heer"
aan, om meneer of mevrouw te spreken.
Hij werd in 't salon gelaten.
Huiverend herkende meneer z'n
bolsjewiek."
Maar die kwam met uitgesteekte handen
op hem af.
Ik ben u en mevrouw nog zoo dankbaar
voor alles," kloek z?n joyeuse stemt ons
geval was zoo penibel, waot wij hadden
mijn vrouw's bevalling iets later verwacht.'..
en nu gebeurde 't tóch nog in die wagen
waar wij, dank zij de woningnood al ver
scheiden weken in huisden l...
Maar nu woon ik voorloopig bij een vriend
en is mijn vrouw en mijn zoon nog in 't
Diaconessenhuis! Denk eens aan! mijn zoon !
mijn eerste zoon l op Kerstmis gebaren l" Zijn
aardige kop straalde van geluk.
Meneer feliciteerde hakkellg. Mevrouw
lachte liefjes... dacht met weemoed aan
de leegheid van haar provisie-kast... een
offer dat onnoodig geplengd was.