Historisch Archief 1877-1940
3 Jan. '20. No 2219
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
MR. TH. H. DE MEESTER f
.1851?1919
door Mr. P. RINK
Vervuld van weemoed over het, nog on
verwacht, overlijden van mrjn vriend de
Meester, moge ik in dit Weekblad enkele
regelen wijden aan zijn nagedachtenis en
daarbq uiting geven aan de herinneringen,
die bij mrj opkomen en aan de gevoelens van
hoogachting en sympathie, die mij steeds
jegens den overledene hebben bezield.
Het is nu 50 j aren geleden, dat de Meester
en ik elkander leerden kennen aan de Aca
demie te Utrecht, waar bij een jaar vóór
mfl was aangekomen. In verband met zQn
bescheiden aard, trad hij te Utrecht niet
bizonderopden voorgrond, maar allen kenden
hem n hq was algemeen bemind en geacht.
Ik geloof niet, dat hfj n vijand had. Reeds
toen sierden hem die eigenschappen van
hoofd en hart, die er later toe zouden
leiden, dat in zijn verder leven uit zoo tal
van kringen telkens en telkens beroep zou
worden gedaan op zfjn persoon, op zijn toe
wijding ea ztjn werkkracht. De Meester was
reeds toen een man uit n stuk, een man
van zfln woord, wiens ja was ja en wiens
neen was neen; een betrouwbaar vriend, een
knappe kop.
Geen wonder, dat, dadelijk na zfln promo
tie beslag op hem werd gelegd. Van Utrecht
ging hq naar de provinciale Griffie te Zwolle,
van Zwolle naar Groningen, waar hq als
secretaris der gemeente optrad, van Groningen
naar den Haag, waar hij benoemd werd tot
administrateur der generale Thesaurie en
van daar naar de hoofdplaats van Nederl.
Indlë, waar hem het hooge en gewichtige
ambt van vice-president van den Raad van
Nederl. Indlëwerd toevertrouwd.
In 1905 keerde de Meester met verlof jaar
het vaderland terug en het was toen, ten
huize van den oud-minister Pierson, dat ik
hem voor het eerst na lange jaren terugzag.
De algemtene verkiezingen hadden plaats
gehad en hadden «an het Ministerie-Kuyper
zQn meerderheid ontnomen. De heer Pierson
stelde een Wtonder belang in de oplossing
van de ministerieele crisis, die daarvan het
iiiiimiitiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
gevolg was en te zqnen huize kwamen
mr. Goeman Borgesjtfs en anderen bijeen
ten einde den politieken toestand te bespre
ken. Toen aan mr. Borgesius de opdracht
tot formatie van een kabinet was verleend
en door hem aanvaard, werd de Meester
dadelijk en omnium consentu aangewezen
om voorgedragen te worden voor de porte
feuille van financiën. Reeds toen gold hq,
ook naar het oordeel van mr. Pierson, als
een financieel specialiteit van den eersten
rang. Tevens aanvaardde de Meester, over
eenkomstig den unaniemen wensch, het
tijdelijk voorzitterschap van den Ministerraad
en trad hij als hootd van het kabinet op,
dat naar zfn naam genoemd is. Daar de
Ministerraad in die dagen geregeld t wee malen
's weeks vergaderde en ik het voorrecht had,
de Meester's vertrouwen en vriendschap
te bezitten, ben ik gedurende 2 Va jaar in
bfj na dagelfjksche nauwe relatie met hem
geweest en ben ik in dat tijdperk steeds
meer bewondering en sympathie gaan ge
voelen voor zfjn uitnemende eigenschappen
en bekwaamheden.
De Meester was van een hoog staand
karakter, hij was consciëntieus en recht
vaardig, met levendig plichtbesef en ver
antwoordelijkheidsgevoel; hq minachtte alles
wat oneerlijk of unfair was; hoewel voor
zichtig, was hfj rondborstig; nooit zou hq
zich leenen, noch rechtstreeks, noch indi
rect, tot iets wat leeiqk was of het dag
licht niet kon zien. Ieder die met hem in
aanraking kwam, kwam dan ook dadelijk
sterk onder den indruk, dat hq hier stond
tegenover een volkomen betrouwbaar, recht»
schapen, eerlijk man, van wien men in
gevoeten kan verschillen, maar wien men zfjn
achting en sympathie niet onthouden kon.
Dit bleek ook in de Kamer. Hoewel de
oppositie ons daar uiterst vqandig tegemoet
trad, werden de persoon en het karakter
van de Meester steeds ontzien; nooit Is
daar een van geringschatting getuigend
woord te zijner aanzien uitgesproken.
Ongetwijfeld heeft de politiek de Meester,
naast veel zelf/oldoening, ook teleurstelling
gebracht. Daar hfj nooit zitting in de Kamer
had gehad, kende hq de détours van dit
serail niet bq ervaring en is de bittere op
positie van rechts en het gemis aan vol
doenden steun van links, die hfj aantrof,
voor hem zeer zeker bron van teleurstelling
geweest. Toen de verdeeldheid van links
opnieuw tot de noodzakelijke consequentie
had geleld, dat rechts het bewind weder
kon aanvaarden, zal de ontheffing van zijn
verantwoordelijkheid niet louter een scha
duwzijde voor hem gehad hebben.
Intusschen had zfjn 2K> jarig ministerschap
den Minister aan het geheele land doen ken
nen als een staatsman van onverdacht vrij
zinnige beginselen, van groote en veelzijdige
bekwaamheden, gematigd in zijn optreden,
met ruimen blik en scherp oordeel. Bepaal
delijk op het vrijzinnig Nederland had de
uitnemende wijze waarop hq onder zeer
moeilijke omstandigheden, het bewind had
gevoerd, een grooten indruk gemaakt. Van
uit verscheidene districten werd hq dan ook
in 1909 aangezocht een candldatuur te aan
vaarden. In twee districten werd hq gekozen
en hq opteerde voor den Helder, dat hq
tot 1917 met eere heeft vertegenwoordigd.
Gedurende de acht jaren van zfjn
kamerlidschap heeft hij in de Kamer de vrijzinnige
beginselen met groote bekwaamheid ver
dedigd. Na het optreden van Mr. Borgesius
als Voorzitter der Kamer, was hq de aan
gewezen man voor het leiderschap van de
Unie-Liberale Kamerclub. Alle leden dier
ARBEIDSVERHOUDINGEN IN HET
HAVENBEDRIJF
In de laatste jaren hebben groote en in
grijpende veranderingen plaats gevonden In
de organisatie van den arbeid in het haven
bedrijf, welke, ook gezien van uit een sociaal
economisch oogpunt, wel de moeite waard
zijn besproken te worden.
Niet altijd is In werkgeverskringen goed
begrepen, dat de oplossing van moeilijke
arbeidsvraagstukken in de eerste plaats
afhankeiqk is van een goede, duurzaam
voortweikende .werkgeversorganisatie" die op
sociaal economlschen grondslag berust. Men
Is te lang blijven vasthouden aan het oude
denkbeeld, dat werkgevers zich moesten
organiseeren uitsluitend met het doel om
ten tqde van arbeldsmoeiiqkheden strijd
vaardig" te zfjn.
De werkgevers op scheepvaartgebled
behooren onder de eersten, die ten opzichte
van hun organisatie overstag" zijn gegaan,
en ingezien hebben, dat noodzakelijke ver
anderingen op arbeidsgebied eerst dan tot
stand kunnen komen indien zij een organisatie
scheppen, die eenheid van gedachten en
handelingen kan brengen in de oplossing
van alle belangrijke zaken, die het vraagstuk
van den arbeid in hunne bedrijven raken.
Het tezamenbrengen met dit verruimde
doel van de verschillende werkgevers, wier
eigen belangen in zoo sterke mate
uiteenloopen, was werkelijk geen gemakkeiqke
taak l
Hoe verschillend leken de opvattingen in
eigen boezem; naast mannen met voor
uitstrevende gedachten bleken te staan, die,
welke de oude sleur van zaken niet wilden
loslaten en dit niet alleen hoeveel groepen
van werkgevers vindt men niet in het zoo
gecompliceerde haven- en transportleven,
allen met hun bijzondere eischen en arbeiders
verhoudingen. Om van dit gecompliceerde
havenleven een denkbeeld te krijgen, behoef t
men zfjn oogen slechts te laten rondgaan
bq een tocht door onze haven.
Toch is die samenwerking tot stand ge
bracht, niet plotseling, doch langzamerhand,
door den ombouw van alle bestaande
vereenigingen en door den opbouwvan nieuwe,
tezamen gebracht in n organisatie, de
Scheepvaart vereenigln g" eerst genoemd
Scheepvaart Vereenjging Amsterdam", later
genoemd Scheepvaartvereeniglng Noord",
nadat een nauwe samenwerking tot stand
gekomen was met de reeds in Rotterdam
soortgelijk bestaande organisatie, thans ge
noemd Scheepvaart Vereeniging Zuid."
Een korte omschrijving van deze op
nieuwen grondslag geschapen werkgevers
organisatie is hier zeker op haar plaats.
In beide Scheepvaartvereenigingen zijn de
leden ingedeeld in .vakgroepen". In welke
mate de Scheepvaart Vereeniglngen Noord
en .Zuid het gtheele havenbedrijf omvatten,
fractie, zonder uitzondering, droegen hem
sympathie en hoogachting toe en rekenden
het zich tot een eer, dat een zoo hoogstaand
man hun woordvoerder was in het Parlement.
Gedurende die jaren heeft de Meester
hard gewerkt, zijn doorwrochte adviezen,
vooral op financieel en koloniaal gebied,
leggen daarvan getuigenis af
Maar de Meester's gezondheidstoestand
begon te wenschen over te laten. En toen
hem in 1917 het eervol aanbod van een
zetel in den Raad van State werd gedaan,
kwam dit met zfjn wensch geheel overeen
en verliet hq het Parlement, waar allen, en
ztjn partQgenooten in de eerste plaats, zfn
heengaan als een verlies gevoelden. In den
Raad van State heeft onze vriend in's Lands
belang gearbeid, zoolang het dag voor hem
was. Helaas te kort, veel te kort.
In de Meester is ons ontvallen n van
die staatslieden, op wie ons Land, in dezen
tfjd van leuzen en van oppervlakkigheid,
trotsch kan zijn. Zoolang ernst, eerlijkheid,
plichtbesef en bekwaamheid in eere zullen
blijven, zal de naam van de Meester in
Nederland met eere worden genoemd.
blijkt uit het aantal dezer vakgroepen en
der leden.
In beide Vereenigingen vindt men tezamen
de volgende vakgroepen: Algemeene Vracht
vaart, Korte Vaart, Groote Passagierslij nen,
Cargadoors, Stuwadoorsbedrij ven- groote
iqnen, Stuwadoorsbedrflven- korte lijnen,
Algemeen Stuwadoorsbedrqf, Veemen, Ex
pediteurs, Machinale bedrijven, Graanfactors,
Rijnbeurten, Schuitenvoerders,
Scheepsberrachters, Houtvlotters, Sleepers en
Zeesleepbootbedrfjf.
De Rotterdamsche groepen tellen tezamen
344 leden, de Amsterdamsche 148.
Zoowel in de Vereeniging Noord, als
Zuid, is de bestuurssamenstelling als volgt:
ledere vakgroep vormt n zelfstandig ge
heel en heeft haar eigen bestuur. De Voor
zitters en vice-voorzitters van de vakgroe
pen" vormen het Hoofdbestuur-,
Het hoofdbestuur staat onder presidium
van den algemeenen voorzitter, die niet tevens
bestuurslid van een vakgroep mag zijn.
De zorg voor de dageUksche en admini
stratieve leiding in elk der Vereenigingen
is opgedragen aan het .dagelfjksch bestuur,"
bestaande uit den algemeenen voorzitter,
een der leden van het hoofdbestuur als
plaatsvervangend voorzitter, den Directeur
en den Algemeenen Secretaris.
ledere vakgroep vormt een zelfstandig
geheel, bevoegd tot het nemen van die
besluiten, die uitsluitend het belang van die
groep raken.
Hierbij staan de vakgroepen onder controle
van het Hoofdbestuur der Scheep vaart
vereenlging, dat een veto uitspreken kan. Op
deze wijze wordt gewaakt tegen maatregelen
van de eene groep, die de belangen van een
andere schaden en wordt die soepele, maar
krachtige organisatie verkregen, die in het
veelzijdig havenbedrijf noodig is om het
doel te bereiken: een zooveel mogelijk
harmonische samenwerking.
De groote besluiten, die hun Invloed over
het geheele havenbedrijf doen gelden, wor
den genomen door het Hoofdbestuur der
Vereenigingen.
Men ziet uit deze samenstelling, dat c«i
voorname taak van de leiders der vakgroepen
is, behalve de leiding van de eigen vakgroep,
hun werkkring als lid van het Hoofdbestuur,
bovendien ook omdat zij langs dezen weg
zitting krijgen in den Loonraad welke, zooals
ik nader zal uitleggen, een orgaan is, waarin
de beide Scheepvaartvereenigingen, tezamen
met vertegenwoordigers van werknemers,
de regeling van arbeidsvoorwaarden langs
mlnnelrjken weg tot oplossing trachten te
brengen.
Nadat deze organisaMe van werkgevers in
de transportbedrijven was tot stand gekomen,
kon de hand verder aan den ploeg geslagen
worden. Er bestond een basis voor overleg,
die eenheid in gedachten en besluiten kan
bevorderen.
Bepaal Ik mij (hans wederom meer tot de
ontwikkeling in de Am&terdamsche haven.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiimmiii
iriiiiiiiiiiniMiNiii
J. J. L. TEN KATE
Niemand zal wel denken dat het mfj te
doen is om bq de dominees in de pas te
komen als ik een enkel woard wrjd aan de
nagedachtenis van J. J. L. ten Kate. Ik ge
voel er behoefte aan.
Ik heb eens een ruiter met steentjes
beschooten uit een katapult. De aanval had
alle succes dat een kwa-jongen kan begeeren.
Het paard ging er van door en de ruiter
had veel werk om in 't zadel te blijven. Ik
heb toen een zwaren gang gedaan en ben
den ruiter excuus gaan vragen. Jaren lang
voelde ik een zeekere schaamte als ik hem
ontmoette of zfjn huls voorbij ging. Toen
ik zelf later eens het mikpunt werd en bijna
uit het zadel ging, herdacht ik mfjn daad
met nog duidelijker gevoelens.
Twee zaken behooren bij den goeden
ouderdom. Namelijk meer verdraagzaamheid
en meer waardeering. Het bq elke kwetsing
opstuwende zelfgevoel is noodig voor de
jeugd, om zich te handhaven, de vinnige
kritiek om de standaard van het goede werk
niet te laten zakken. In den goeden ouder
dom schijnt dit alles niet zoo dringend
noodig meer. Men behoeft zich nu niet meer
te verontrusten oover den grooten aanhang
en de groote bewondering die J. J. L. ten
Kate ten deel viel en een eerbiedwaardig
mensen, die het zeer goed meende, en ook
meenig goed vers gemaakt heeft, vinnig
Hiittiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimtiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiitniiiii iiiitnimiiimii
KWATRIJNEN
door Mr. JACOB ISRAËL DE HAAN
Leegte.
Londen, Parijs, Napels, te' rijke Rome,
Langs zooveel wegen ben ik hier gekomen.
De ziel vraagt, wat zoo rijke tocht haar liet?
Eén leegte, die zich nooit verzadigd ziet.
Sterren.
Staan boven iedre stad de sterren anders,
't Is Qods hemel, alom, al-én.
Uw hooge sterren staan hier laag. Mijn
branders
Stralen niet door uw hemel heen.
Dal van Silomïn.
De diepe hemel. Het diepe dal.
De hooge sterren en de lage lichten.
't Is alles n, en God is overal
Waar wij waakzaam ons werk verrichten.
Avond.
De steren hoog en licht.
Het lage dal beneden.
Hoort: voor Gods aangezicht
Zegt alles: Vrede, Vrede".
Klaagmuur.
In droefheid. Waar zal ik veiliger weenen,
Dan met het moede hoofd, tegen de Tem
pelmuur?
De jaren waaien over ons Volk henen.
Wij houden stand en duur.
Tempelmuur.
God kent onze onrust, als de dagen
Het hart bezwaren, dat voor de Nacht vreest
God hoort allen. Maar hen, die klagen
Trgenden Tempelmuur hoort Hij het meest.
Twijfeling.
Nog lichten in het lage dal geen lampen.
Nog staan geen sterren aan de stille lucht.
Maar van de heuvels dalen de avonddampen.
De dag vergaat zonder gerucht.
Duister.
De eerste lampen in het lage dal.
De eerste sterren bloeien in den wind.
Vrede, Gods vrede overal.
Mijn hart: waarom gij geen vrede vindt?
Nacht.
Ik zie de lichtjes in het dal bewegen.
Ik zie de lichtjes stil als sterren staan.
Wie voert van zijn tochten een trotsche
zegen ?
Wie ziet den Nacht groot-angstig aan?
Mijmering.
Wat zijn sterren aan den donkren hemel?
Wat zQn lichten in het donker dal?
De Nacht maakt alles n. Het is ge we m el
Van licht in duister overal.
Poorlgewelf.
De sieenen steunen 't geweldig gewelf.
En het gewelf grijpt machtig elke steen.
Geen uur. Geen tijd. Over mijn slddrend
Zelf,
Waaien de stormwinden der eeuwen heen.
Troost.
Straks zal de nacht er weer zijn heet en
ledig.
En morgen weer de driften van den dag.
Klaag niet, o, hart, geniet den avond vredig,
Gelukkig,, dat ik dit genieten mag.
Dichterschap.
Laat mij Gods' Dichter zijn; zoolang ik leef.
Hem zingen al dagen van mQn bestaan.
Moge mijn Lied, dat ik belijdend geef.
Als c ff erge u r vergaan.
Chamsln.
De wegen wit, wreed-wlt, diep door de
dalen,
De heuvels in de zonnevlagen heet.
De hemel is een hel van' zonnestralen,
Terwijl de Chamsln langs de straten vreet.
Onrust.
Gij grijpt het leven.
U grijpt de dood.
Vermoeid gedreven,
Langs angst en nood.
Fred-rlk van Eeden. ?
Uw huis met heide en dennenbosschen
eensaam.
MQn huis, dat over den OKfberg ziet.
Maar over wind en water ons gemeensaam
Eén liefde Qods en n belijdend lied.
Henrlëtte Roll.
Wanneer speelt ge op uw piano weder
Beethovens derde Sonate voor mr] ?
En keer ik nooit: uw muziek mild en teder
Zingt in mQn ziel haar zoete mijmerij.
Beethoven.
Hoe vaak heb ik naar uw muziek geluisterd.
Muziek, die stormt of muziek mild en teer.
Jerusalem... Amsterdam, stil: het duistert.
Vindt ge in mijn mQmrend lied uw muziek
weer?
te bespotten, dat is actie uit de vleegeljaren,
waarop men later niet zeer trots is.
Ten Kate wordt nu niet meer over 't paard
getild en er zijn nu nog wel anderen in
tijdelijk aanzien, die meer spot verdienen
dan hij.
Ik heb een studenten-tijd gehad, maar ik
gevoel geen recht om dien tijd zooals
veelen doen tot de goede en noodzake
lijke leevens-perioden te reekenen. Ik heb
mee-gedaan aan fuiven en baldadlgheeden,
met heimelijke afkeer, en een gevolg van
stijgende schaamte. En tot die dingen,
waarIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII
Utrechtsche Schietschuitenveer
AMSTERDAM, SINGEL 273 TEL. INTERC. 5181 H.
Dagelijksche Motorilienst
Amsterdam - Utrecht - Zeist - De Bilt - Huis ter Heide
Bosch en Duin - Rijsenhürg - Driebergen - Doorn enz.
MlimiliMiiiMiiiiMliililMiiiMiiim minimum
Een van de eerste vraagstukken, die bq
het teekenen van den wapenstilstand om
oplossing vroeg, was het vraagstuk der ar
beidsbemiddeling" in de haven. Ook dit kon
slechts behoorlijk geregeld worden bq on
derling overleg en samengaan van alle
werkgeversgroepen.
Deze samenwerking is tot stand gekomen
door oprichting van de
Havenarbeidersreserve, kort genoemd de H.A.R.; een nieuw
lichaam, dat men thans herhaaldelijk heeft
hooren noemen.
Eertfjds nam de werkgever zijn eigen
menschcn aan, evenals ieder werknemer zQn
eigen diensten aanbood. Eenerzfjds zag men
bq sommige werkgevers in de haven een
overgroot aantal arbeiders, anderzijds kwam
men arbeiders te kort. Er bestond geen ver
deeling van arbeid, met alle schadelijke
gevolgen, waarvan niet de minst nadeelige
was, dat een onnoodlg groot aantal werk
nemers naar het havenbediijf getrokken
werd en dat van het nemen van sociale
maatregelen in onderling overleg door
gezamelijke werkgever", geen kwestie kon zfjn.
Trouwens het vraagstuk is niet nieuw. Uit
Engeland ztjn reeds denkbeelden tot ons
gekomen, waarbij de middelen werden aan
gegeven tot bestrijding van de
undeiempluyment" (mlnorlty Report 1909, Webb's).
Gelijksoortige denkoeelden zijn ook te vin
den in het Eindverslag van de
Nederlandsche Staatscommissie voor de
Werkeloosheld 1914". Hierin werd reeds de nood
zakelijkheid van regularisatle der arbeids
gelegenheid betoogd. Ook voor dit doel be
noemde men te Amsterdam in 1914 een com
missie van advies inzake de oprichting van
een arbeidsbeurs voor het Havenbedrijf.
Tenslotte heeft de opheffing van de gedu
rende den wereldoorlog in de haven bestaande
steunregeling mede een stoottot de oprichting
van de H. A. R. gegeven, hetgeen mogelijk
werd doordat een organisatie als de
Schcepvaart-vereeniging bestond.
De H. A. R. te Amsterdam, die onder
hoofdleiding staat van de Scheepvaartver
eeniglng Noord, en onder directe leiding
van een Directeur omvat ongeveer 2300
werklieden, die ter beschikking staan van
alle bij de S. V. Noord aan gesloten werkgevers.
Zq regelt op de best en meest economische
wijze de Indeeling der werklieden.
Het aantal vast ingeschreven lieden wordt
zooveel mogelijk gelijk gehouden aan het
aantal, dat bfj normale drukte in de haven
werk kan vinden.
Werkgevers in het havenbedrijf betrekken
hunne losse werkkrachten uit de bovenge
noemde 2300 werknemers, welke ten bewljre,
dat zrj tot de bij deze instelling aangeslote
nen behooren, voorzien zijn van een z.g.
H. A. R. boekje. Voor zoover de bq de
H. A, R. vast Ingeschreven Heden niet meer
beschikbaar zijn, verleent de H. A. R. hare
bemiddeling tot het verkrijgen en indeelen
van de extra benoodigde lieden.
Tnans gevestigd in een tijdelijk gebouw,
zal de H. A. R. en haar omvangrijke admi
nistratie later ondergebracht worden in een
nieuw gebouw, dat op het Y-elland ont
worpen is en gebouwd,wordt onder leiding
van de architecten Hanrath en Slothouwer.
De voorwaarden van de vast bfj de H. A. R.
ingeschreven werklieden zijn thans de vol
gende :
De lieden worden, indien zij werken, be
taald volgens de in de haven geldende loonen
en tarieven. Zij melden zich dagelijks voor
werk; indien zf] niet voor w?rk wórden aan
gewezen, ontvangen zij een uitkeering ten
bedrage van f 4. per dag, des Zaterdags
f 3. - (steun en loon tezamen kunnen niet
meer dan f 31.?bedragen). Bfj ziekte wordt
gedurende ten hoogste 13 achtereen volgende
weken 70 pCt. van het gegarandeerd mini
mum uitbetaald. Een ouderdomsverzekerlng
is in voorbereiding.
De Directie van de H. A. R. regelt de uit
betaling van alle arbeidsloonen der losse
Werklieden.
Het springt in het oog tot welke verstrek
kende gevolgen deze nieuwe organisatie
geleid heeft. Was eertijds de losse haven
arbeider afhankelijk van tallooze onzekere
omstandigheden, thans vindt het overgroote
deel van het losse element een organisatie,
die de indeeling van het werk regelt, de
groote schommelingen in het wekclflksch
IL komen voorkomt, een minimumloon garan
deert en andere sociale maatregelen In het
belang van den arbeider neemt. Is de tot
standkoming van de H. A. R. een belangrijke
gebeurtenis geweest in de geschiedenis van
de Amsterdamsche haven ik zal de eerste
lijn te erkennen dat ook deze organisatie
nog in haar eerste ontwikkeling verkeert,
een niet minder belangrijk gevolg van de
oprichting van de Scheepvaartvereenigingen
en de samenwerking tusschen de
vereenigingen Noord en Zuid, Is de totstandkoming van
den Loonraad, waartoe de
scheepvaartvcreenlging Zuid het initiatief nam. Eenige
inlichtingen, die een goed begrip geven
omtrent de samenstelling en de werking van
dezen Loonraad zfjn hier zeker nuttig.
Het doel van den Loonraad is, de rege
ling van arbeidsvoorwaarden langs
mlnneIflken weg tot oplossing te brengen.
De Scheepvaartvereenigingen wezen als
hunne leden in den Loonraad aan de voor
zitters en vice-voorzitters der vakgroepen,
de werknemers wezen als leden aan de
voornaamste bestuursleden hunner
vereenlglngen.
De eerste zitting van den Loonraad werd
gehouden op 19 December 1918.
Men moge over het succes, dat de Loon
raad tot nog toe bereikt, van meening ver
schillen. van werknemers zijde is gezegd,
dat de Loonraad te stroef werkt, dat te veel
parlement gespeeld wordt, dat de machts
factor toch niet uitgeschakeld is en dat men
op nieuwe en betere toestanden in het
bedrijf gehoopt had, die toch niet gekomen
zijn; toch zfjn vele voorbeelden te noemen,
voor Ik toen te oud en te wq s had behooren
te zijn reeken ik ook mfjn spotternij
teegenoover drie eerbiedwaardige mannen,
Nicolaas Beets, Allard Pierson en J. J. L.
ten Kate. BQ Pierson heb ik het door een
persoonlijk bezoek zooveel m oogelij k goed
gemaakt bq de andere twee is dat niet
gebeurd en het gevolg is een pijnlijke her
denking. Het was voor een volwassene
als ik toen mocht heeten niet waardig
en niet correct eevenmin als het
stuktrekken van een huls-schel.
Ik wil ook geen verzachtende
omstandigheeden pleiten maar voor de jongeren
van deezeii tqd wel nog meededen, dat het
de omgeevlng was van de helden van
tachtig" die tot zulke baldadlgheeden den,
stlmuleerende bfj val schonk. Voor Kloos en
zijn satellieten kon het nooit heftig genoeg.
En wie onttrekt zich geheel aan den In
vloed van een prijzenden kring?
Men neeme nu ten Kate's verzen nog eens
ter hand, en men zal zien dat het meer is
dan vlotte rijmelarij.
Walden, 30 Dec. 1919. F. v. E.
iiiminimiiiiiii
iiiiiiiitiiiniitiiiiiiiiiiiiiin»
Invalid-Portwijn
DE BESTE MIDDA8DRANK 12.50 p. flnek
Wfjnhifldal di Birfcanion, 51 Amstol, AmsttnUn
welke toonen, dat de resultaten bevredi
gend zijn.
De loonraad heeft nog nauwelijks een
jaar bestaan. Zijn de resultaten zoo slecht
geweest?
Men heeft door onderlinge samenwerking
in den Loonraad bereikt, dat door uit wisse
ling van gedachten in den aanvang van het
jaar een collectief arbeidscontract tot stand
kwam waarbq een.plotselinge
loonsverhooglng verkregen werd, die een sprong toont,
zooals die in de geschiedenis nog niet heefi
bestaan en die in andere bedrijven nog niet
was gedaan.
Terwijl de Stuwadoorswet 1916 een
10urlgen werkdag toelaat, werd de achturige
arbeidsdag met vrijen Zaterdagmiddag door
den Loonraad ingevoerd ook vóór de tot
standkoming van de Wet-Aalberse en vóór
dit het geval was In vele omliggende landen,
een verhooging van Fl. 1.50 per week werd
op de loonen gegeven toen geen verlaging
van den levensstandaard op l J all gecon
stateerd werd, er is voor de lieaen van de
H. A. R. een gegarandeerd minimumloon in
gevoerd en een ziekengeld.
Verder is In uitzicht gesteld een pensioen
alle maatregelen, waardoor een groot
voordeel voor de werknemers is verkregen.
Er zijn voor een groot aantal, eertijds
losse, werklieden dus maatregelen genomen
van zeer verre strekking. Dit alles zou
zonder den Loonraad niet op deze wflze
bereikt z|n.
* * *
Ten slotte nog eenige opmerkingen van
meer algemeenen aard. Deze enkele
mededeelingen omtrent de werkgevers-organisatie
in de Nederlandsche Transportbedrijven
mogen tot de conclusie leiden, dat eenheid
van leiding en gedachten, die werkgevers
ten opzichte van de meest belangrijke be
ginselen in hunne arbeidszaken moeten
brengen, een eerste verelschte is, wil men
trachten tot oplossing te komen, der vele
moeilijke vraagstukken op dit gebied. Dpch
men ga een stap verder en kome niet alleen
tot samenwerking van werkgevers in gelijk
soortige plaatselijke bedrijven, doch ook
tot oprichting van een vakgroepsgewijze
landelijke organisatie van alle bedrijven,
welke door onderling overleg kan bevorderen,
dat zooveel mogelijk eenheid van leiding
worde bereikt in alle belangrijke kwesties
van beginsel op arbeidsgebied.
Dat men in Nederland spoedig lot ont
wikkeling van deze idee moge komen. De
grondslagen daartoe zijn door vele werk
gevers reeds gelegd. Het zal een stap zfjn,
die aan een bevredigende oplossing van
vele voor werkgevers moeilijke vraagstukken
ten goede kan komen.
D. HUDIO L.J ZN.