De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 10 januari pagina 11

10 januari 1920 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

10 Jan. '20. No. 2220 DE'AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND tl DE STAKING DER TOONEELKUNSTENAARS Teekening vaar de Amstirdammer" van Joh. Braakensiek Wibaut Loopuit Wijnkoop Mevr. v. Zelm Kleerekoper Mevr. Tilanus Verkade Directeur Verkade: Komt binnen, burgers en buitenlul! De voorstelling van de Gijsbreght gaat door, met welwillende medewerking van eenige gemeenteraadsleden, die den gemeentellken schouwburg niet onbespeeld willen laten." diuimmiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiMiiiiiiiiiiniliiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiliiiiiiuiiiiiirliiiKififfd «iiiiiiiimiifiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiifiiifmfiii Bij de Geboorte van 1920 (London Opinion) Vader Tijd: Laat ons hopen dat ik van dit kind watmeer plezier mag beleven, dan van zijn broertjes." Muziekwaardeering (World) Gast (tot mede-gast gevierd componist): Hè, ioe mijnheer, speelt U nu eens iets vroolijkers, bij voorbeeld dat moppie van K...K...K... Kaa<je, lieve Kaatje!" iimiifiififiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiii De VELE GOEDE eigenschappen, die de FONGERS bezit en dit rijwiel by normaal gebruik en behoorlijk ouderhond een zeer langen levens duur verzekeren, ma ken het GOEDKOOP. I IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllliiiiiiiiiMlllllllllllllltllllllllll OPLOSSING KERSTMIS-PUZZLE Ditmaal ontving A B. een groot aantal brieven met honderden en nogmaals hon derden spreekwpordsn. Er waren er bij met 140, 150, 180, ji zelfs een met meer dan 200 spreekwoorden. Waar men ze alle van daan heeft gehaald? Zeker niet van de re productie, die jammer genoeg veel te don ker is uitgevallen. A B. is dan ook sterk in de veronderstelling, ook al is 't misschien een klein beetje ondeugend, dat de inzender van die 200 spreekwoorden ze eenvoudig uit een spreek woorden boek j e heeft overge schreven, want verschillende zijner zegsw|zen zijn veel te modern, terwijl de schil der omstreeks 1623 leefde. De meest belangwekkende brief, dien A.B. ontving en waarin zonder twijfel ook de lezers van de Amsterdammer interesse zul len vinden, is van den heer J. W. Enschede te Amsterdam; wQ laten hem hier gedeel telijk voleen: De verklaring der spreekwoorden op de schilderij van Pieter Brueghel la het vorige nummer als puzzle opge geven, is niet moeielijk voor hem, die weet, dat zulk eene verklaring indertijd gedrukt is. Een oude copie van de schilderij was in bezit van mijn grootvader mr. .Joh. Knschedè(bverl.-18G6) en werd, na zijn overlijden ;n het volgend jaar, duor zijn erven aan de stad Haarlem ten geschenke gegev«n en in het Stedelijk Museum ge plaatst. Jaren lang heeft het daar, met het jaartal 1623 gegolden alsoorspronkelijk werk van Pieter Brueg!ie! Jr. den zoogenoemden helseden Brueghel, totdat omstreeks 1890 mr. A. J. Enschedét» Haarlem ia het nezit kwam van een repliek op gelijke grootte. Twijfel aan de oorspronkelijkheid der compositie is echter weg genomen, toen eenige jaren geleden het Kaiser Friedrich Museum te Berlijn het authentieke zestiende-eeuwsche stuk van Pieter Brueghel Sr., den boeren-Brneghel, ver wierf. Als men nagaat wat over de Brueghels geschre ven wordt in het N i e d e rliin d sch e K ii n stl er1, e x i k o n van V on Wïizzbach {1906, I, 206 vlg.) dan schijnt de mogelijkheid niet geheel uitgesloten, dat de Haarlemsche schilderij inderdaad is een copie van dea helschen Bvueghel, naar het vrevk van zijn vader. In het Museum te Haarlem heeft de schilderij steeds fle aandacht getrokken. Pogingen om de voorstelling te verklaren werden gedaan door M. P. N. 't Hooft, dooi den opziener van het museum Oetemoijev «n d»or Allan. Van hun aanteckeningen gebruik makende, publiceerde in 1870 .Ihr. d. P, C. van Breughel, ouu-ontv^nger der directe belastingen een verklaring, waarin luj er in slaagde 33 spreekwoorden te determineeron. Het is waarschijn l ij k, dat Drueghe! juist honderd spreekwoorden in beeld zal hebbeu gebracht, en het/.nu inderdaad een loll'elijk gevolg van de vraag >',ijn, als de nog niet geïdentificeerde beeldjes verklaard zouden worden. Ecu goede reproductie van de Berlijnsche schilderij is te vinden in Daheim van 't .ïulilOI'i; in liet bijschrift wordt gememoreerd een verklarende lezing, die door dr. Jolles gehouden is in de Kunsthistorische Gesellsclmftte Berlijn: Op die reproductie lijn de details goed te on derscheiden, vant het zal voor hen, die den afdruk in de Amsterdammer raadplegen een puzzle" op zichzelf zijn de figuurtjes te herkennen op deze onvoldoende re productie, waar 200 goed als niets meer te onderscheiden is. Oplossingen kwamen In van A. P. v. A. te 's Graven zande, H. A. de B. te den Haag, mevr. B. te den Haag, C, B. te den Haag, J. P. C. te Deventer, C. D. te Amsterdam,1 C. A v. D. te Amsterdam, J. D. te IJ muiden, A. J. de G. te Hansweert, J. Ph. G. Jr. te Zutphen, J, M. v. d. H. te Wagenlngen, S, K. te Haarlem, J. Th. K. te Hilversum, mej. A. v. d. L. te Waddlnxveen, B. L. te Am sterdam, H. v. d. M te Haarlem, heer en mevr. P.?K. te RQswJk, C. P. te den Haag, mej. M. C. A. P. te Amsterdam, J. P. C. te Amsterdam, J. P. C. te Deventer, mej. J. M. P. te Nunspeet, J R. te Amsterdam, A. R. te Utrecht, M. v. d. te Vlaardingen, A. J. S. ie Meppel, H. V. te den Haag, mej. A. W. te Stiens, P. J. T. van W. te Zwolle, mevr. G. W. te Apeldoorn. BIJ loting is de prijs ten deel gevallen, aan den heer H. A. de B. te den Haag. Verschillende oplossers vroegen of wel licht tegen betaling der kosten eene goede duidelijke foto o! reproductie te verkrijgen Is. A. B. zal hiernaar informeeren en t. z. t. prijs etc. vermelden. Hier volgen de spreekwoorden en zegs wijzen. 1. 1/iat n ei in.'t nest. 2. Ken duit gespaard. g"Ud fegaard. o. Hij weet niet waar de wind vandaan komt. . Hij hangt 'ie liuik naar den wind. . Hij zii't zijn kourn in den wind. B. !)e varkens loepen in het koorn. 7. tiet is goed snijden van een andermans koren. 8. Hij spant zijn boug te houg. '.). De schijven vliegen uver het dak. 10. IViar steekt de he/.-.'in u'it. 'K. Och. ivli. doet men dat nog. 12. /.ij hebhen elkander bij deoneus^ 13. AU de kaart vergeven i-, heb ik een hekel aan de wereld. 14, Da schaar hangt daar uit. '1,">. t)e hemd in den put. Ui. Hij zit tusschen twee stoelen in de aseh. 17. Het gaat heet van den rooster. IS. Het zwijn loopt met den tap weg. -l!). Zij draagt vuur in de eene hand en water in de andere hand. "'_'0. Ken pilaarbijtei'. '21. '/.ij bakert den duivel, sust hem. bindt hem up een kussen. 22. Het helpt niet. al luopt men met den kop tegen den muur. 2:!. Hij bindt de kat de ^cl aan. 24. Hij tnat lijn haan koning kraaien. 25. Hij klaagt altoos op n been. 21». Tegen den maan wateren. 30. Twee narren onder een kap. 31. Den gek scheren. Si. De speelman op het dak. 33. Van den os op den ezel komen. 3'i.De vogel is ge vlogen. 35.T wee/.i teers up n bestekamer 36. Achter het net visschen. 37. Zijn geld in het water gooien. 38. Da groote visschen eten de kleinen. 31). De vos. de ouievaar en de llesch. 40. Hij den duivel te biecht komen. M. Den duivel een kaarsje opsteken. 42. Het licht met manden indragen. 43, Dagelijks een draadje, geeft een mouw inliet jaar. 41. De een scheen de ftehape.n, de ander de varkens. 4o. Ken Tiegel in den hoed gaat je neus voorbij. 46. Den put dempen als het kalf verdronken is 47. /ij hangt den man de huik om. 48. Die past als een tang om eeu varken. 49. Kozen voor de zwijnen werpen. 50. Het mes inde buik. T>1. Twee honden aan oen been, komen zelden overeen. 52. Het spit moet begoten worden. 53. Hij zit op heete kuleu. 54. Hij hangt den Christus een vlasbaard om. 55. De wereld is zou 'n zal steeds zou blijven. 56. Ken rookschepper. 57. Hij wil verder rei ken dan zijn span is. 58. De blindheid komt het eerst aan het gezicht. 59. Hij gaapt tegen een bakkers oven. 60. Het ei hopt de kip vooruit. Cl. Door de mand vallen. 61. Laat Uw licht in de duisternis schijnen. fi'l Het is goed riemen snijden van eens anders leder. 61. Hij vat de aal bij den staart. 05. Hij zweeft tusschen lucht en water. 66. Htj huudt het hoofd boven water. 07. Hij hangt zijn pij aan den tuin. 68. Hij laat zijn boeren dansen. 61). %Ya:ir militairen zijn, zijn'geen ganzen en waar ganzen zijn, zijn peen militairen. 10. )3ie een boer wil bedriegen, moet een boer medebren gen. 71. Ken galgisgeeii schommel. 72. Een galgenveld 73. Soort luekt soort. 74. Ken oog in 't zeil huilden. 75 Diot;enes zoekt menschen bij dag met een lantaarn. 76. Men loopend paard kan men lastig beslaan. 77 ifjj rijdt op het anker. 78. Hij puetst de plaat. 7».'Hij spiegelt zich zelven in plaats van een ander. 80 Zij vluuit de kat in dn zun. 81. Hij zit er mede aan zijn l'eeii. Si Hij breekt de muur afzonder iiulp. "3. Brand. iiiiiittiiuiiiiiiiimimitiuiiiiiiiiiuiiiiiiiitiiiiiiiimiiuitiiiiimiitmmiiti brand niets bij de hand. 84. Als twee blinden elkander !eid«n vallen ze beiden in het water. 85. Hij vat de os bij den staart. 86. Wien de koe toekomt pakt ze hij de horens. 87. Hij vecht met den dood. 88. Waar God een kerk sticht, houwt de duivel een kapel. 8!). Hij nijpt de kat in 't donker, Nagekomen oplossingen van de St. Nfcolaaspuzzle. Ter H. te Haarlem (mooie oplossing met eene'grafi sche voorstelling) H. L. V. te Goedereede en K. B. te Apeldoorn. CORRESPONDENTIE. K. B. te Apeldoorn. A.B. aanvaardt uwe interessante uiteenzetting met veel dank. J. M. v. d. A. te Wageningen, S. K. te Haarlem, Mej. J. M. te Nunspeet, J. D. te Ijtnuiden, J. R. te Amsterdam, zonden allen zér interessante oplossingen, waarop we later, Indien de ruimte het toelaat, wellicht nog terugkomen. mnMiniNI iiiiEiiiiiiiiiiHiiiiiiitiiiiii miiinmiiiiiiiiimitii * Liekverbranding (Krelis wil d'r niks van weten) Tegenwoordig ku 'j noe kiezen. As oe uurties bent e'ield. !n de grond ioaten begraven Of ia 't vuur te Westerveid. Al die hoog geleerde heeren Maak de meosch glad overstuur. Met d' dood heb ze nog geen ruste Want noe wilt ze voort in 't vuur. Ik vind 't geld en brand vermorsen Dat dut geen mensche met verstand. En zoo'n mooie nieuje kiste, Mut die zoo moar in de brand ? Ik wil kalmpjes afwachgen, Hoe 't noa mien dood ia! goan. Voor streupen hoef ie niet te brannen En slechtlgheid, hei nooit doan. Mlen buurman zult ze wel gauw pakken, Want dat is een slechte man. Dat die zich voort lut verbrannen; Dat nem ik voordalik an. Dan die butenlandsche name, Vremd mos 't wezen en doarum. Nuump ze dan die lie'^enoaven 'a Hollandsen Krematorium. Woar is al die hoas veur neudig? Woarum alles toch in draf? 'k Lïot mien olderwetsch begraven, Met een pöltien bie mien graf. Ik ben liever; as de dooien, In 't lê/en weer e' roepen word; Een heele kerel in 'n kiste, Dan wat assche in een pot. JAN VAN R I E M S D IJ K KWATRIJNEN door Mr. JACOB ISRAËL DE HAAN DéNijl De Maan in 't water, de Maan aan de lucht. Wat is wezen? Wat Is des wezens achjjn? Vraag niet. Geniet uw a vondlij k genucht. Laat licht en lied u zalig zijn. Aan de Ziel Ziel: wat zendt ge uw zinnen om te ver zamelen Schatten van volle heerlijkheid? Meet niet voor de trotschen en voor de schamelen Eén Eeuwigheid den Tfld? Leven en Dood Nooit WAS mijn leven blflder Dan in dit wisselend getfl. Maar ook: nooit zag ik des Levens geleider Zoo trouw naast mij. Hopelooze schoonheid Het water «peelt met den wind. De zon komt lachende toegeloopen. Machtloos zingend hart, weer begint Een dag van hooploos hopen. Ijdel Het leege leven, De leege dood. Waarom word ik gedreven Moede langs ijdle lust en |die nood? Het Lied Waar geen woorden binnendringen Vindt des Dichters woord zijn rQke rijm. En de liedren zingen Hun wonderzoet en vertroostend geheim. Altijd Een lieve jongen en een heel lief meisje. Ik leg mfjn hand op mijn hart zwaar van pijn. Het is altijd het oude nieuwe wijsje. Misschien zal 't leven hun genadig zgn. De Wind De wind waait zijn eeuwig gedruisch Van de Olijfberg over ons huls. De wind van Londen, Rome, Napels en de Zee. De wind van mijn doodenstee. Offlcierenfeest Oe dooden dood. En zfl, die leven Genieten vreugd. Of lijden leed. Wat Is er meer voor ons, die voortgedreven De Dood toch niet vergeet? Bron van Aln Fahra ^fEn heel dit landschap is tooneeï. 't Mild leven is niereen gespeel. De Dood waakt, een oplettend regisseur, Over elke schaduw en elke kleur. Onduur Vind ik te jerusalem rust en vrede, Die mg rustlooste Amsterdam nooit geviel ? O, vrager dwaas. Niet in deze of andere stede Is rust of onrust. Maar slechts in u w eigen ziel. Droom. Napels. Jerusalem H( lachte. En bracht als eiken middag mild in schroom Twee sinaasappels en de koffie sterk gezet. Ik dronk. En waakte. Niet Napels. Een sluwe droom. Jerusalem. Het is tfld voor 't ochtendgebed. Kotswater (Jaffa) O, levend wonder, kon ik u doen leven In 't hart der lezers van dit lovend lied. Maar hoe zal Ik In weinig woorden geven Het duizendschoon, dat mijn gretig oog ziet? iiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiMiiiiJiiiiimiiiiiiiiiiiuMiiiuiMii» Nieuwe Uitgaven Wij voldoen gaarne aan het verzoek de aandacht te willen vestigen op twee pas verschenen werkjes van jonge Belgen, rul. Exil Dolentt poèmes de Charles Conrardy, dition des Qiants de l'Aube, 20 Rue Américaine, Brux«lles. Lambert Fortune par Georges Bohy, dition: Imprlmer'e H. Wellers & Pol. De Raeve, Rue de Roumanie 45, Saint Giller, Bruxelles! immuun i i luJitiilllllllllillillllllllllllHiiiiiliilllltilll Redacteur: Dr. A. G. OLLAND A. R. Falckstraat 5, Utrecht Alle berichten.deze rubriek betreftende.gelieve men te adresseeren aan bovenstaand adres. 10 Januari 1920. PROBLEEM No. 116 VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM ZWART Wit: Kf2, Dd8, Ta2, T18, Lg6, Pf3, Ph3, pionnen c6, f5, g3 en h5. Zwart: Ke4, Df6, Lal, Pc7, pionnen J>2, c4, g7 en h6. Wit geeft mat in twee zetten. Oplossing in volgende rubriek (14 Febr.) PROBLEEM No. 117 VAN H. MENDES DA COSTA TE A'DAM Wit: Ka2, Dh8, Lb5, Pc2, Pe5, pion d4. Zwart: Kdl, pionnen a3, a5, d2 en d3. Wit geeft mat in drie zetten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl