Historisch Archief 1877-1940
w
10 Jan. '20. No. 2220
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Een Nieuw Kinderhuis
Een echt gure, vochtige winterdag. De
stoompont zet ons over het breede IJ en
brengt ons naar den Valkenweg, de
vogelbuurten, die daar aan den overkant van
Amsterdam als uit den grond verrijzen.
Ons doel is de 5de Vogelstraat waar ge
opend wordt het eerste Kinderhuis van de
vereeniging Onderlinge Vrouwenbescher
ming".
Reeds langen tijd liet de officleele opening
van dit tehuis op zich wachten. Dit vond
zrjn oorzaak In de langdurige ziekte en het
daarop gevolgd overlijden van de presidente
mevrouw Schmidt?van der Meuten, de vrouw
die zich met haar gansene hart aan de zaak
der kindeibeschermlng gaf en met veel
geestdrift en opgewektheid steeds verder
ging op den weg die. leidde tot steun van
de ongetrouwde moeder, de verlaten vrouw
en haar kind, er den nadruk op leggend,
hoe moreele steun naast flnantieele, voor
deze vrouwen van zoo hooge beteekenis is.
Het bekende Amsterdamsche Tehuis
Annette zorgt reeds zoover doenlijk voor
de zuigelingen dezer ongehuwde moeders,
doch slechts tot den leeftijd van n jaar.
Daarna moeten de kleintjes in een gezin
groot gebracht worden. Dit stuit menigmaal
op groote moeilijkheden. Het is niet gemak
kelijk voor de kinderen gezinnen te zoeken
waar zQ uitbesteed kunnen worden.
De noodzakelijkheid drong dus om voor
die kinderen een tehuis op te richten. Een
wensch die de afd. Amsterdam van
.Onderlinge Vrouwenbescherming" tot
werkelQkheid bracht. De voorkeur werd gegeven
aan het stichten van kleine tehuizen en
voorloopig voor den leeftQd van n tot zes
jaar.dustotden schoolplichtigen leeftijd. Door
die kleine tehuizen wil men als het ware
kleine gezinnen vormen,
Zoo is men aan 't werk gegaan. Aan
sympathiebetuigingen ontbrak het niet. Veel
kinder- en huishoudgoed werd ten geschenke
gegeven om de kleintjes waardig te ont
vangen, veel geldelQken steun om de zorgen
van oprichting en onderhoud te boven te
kunnen komen. Binnen korten tijd was dus
de oprichting verzekerd. Maar nu de woning
nood? Hoe zou men een huis vinden, ge
schikt voor het doel?
Ten einde raad werd aangeklopt bQ den
gemeentelijken woningdienst. En niet te
vergeefs. Over het IJ waren in aanbouw
zijnde arbeiderswoningen. Drie daarvan
werden onderling veraonden. Zoodra ze ter
beschikking kwamen, werden ze ingericht
en reeds terstond boden ze een onderdak
aan drie kindertjes. Dit getal klom in October
tot negen en kan tot zestien stijgen. Dan is
het huis vol en zal aan het voornemen ge
volg moeten worden gegeven om meer van
deze kleine tehuizen te stichten, indien na
tuurlijk de finantieele toestand van de Ver
eeniging dit zal toelaten, hetgeen wQ hartelflk
hooen.
Ea nu de inrichting l Ze is zoo eenvoudig
en practlsch mogelijk. De flturlge, frlssche
kleuren van het schilderwerk, de brabantsche
katoentjes van gordijnen, kleedjes en bed
spreien geven iets blfls, iets vroolijksaande
omgeving. En niet minder de kleuters in hun
roode speelsehortjes en katoenen jurkjes.
Blozende, echt gezonde, woelige kleinen.
Ze zullen 't zuster Quanjer, directrice van
het Tehuis, wel eens lastig maken, doch
tevens voldoening van haar taak geven door
hun lieve, kinderlijke aanhankelijkheid.
Hoe zegenrijk kan zulk een Inrichting
werken op het kind, dat zich van zQn
moeilijk bestaan nog niet bewust is. De
moeders brengen als wcke'ijksche bijdrage
HET BOSCHMUSEUM TE
UTRECHT
fS/of)
Het laatste zaaltje bevat zoowat niet anders
dan foto's, kaarten en grafieken. Hier kunnen
we met een variant op Sieyès vragen: Wat
was het sraatsboschbeheer een halve eeuw
geleden? Niets. Wat is het nu? Al heel wat.
Wat belooft het te worden ? Een bron van
welvaart en genot voor heel het
Nederlandsche volk.
Een van de grafieken vertelt ons, dat in
Nederland het aandeel van de Staat in
het geheele boschbedt niet meer bedraagt
dan 10 pCt.. terwijl dat voor Frankrijk
35 pCt., voor België16 pCt., voor Duitschland
50 pCt. en voor Zweden meer dan 70 pCt.
bedraagt. We komen dus heel ver achteraan,
wat voor ons Nederlanders een tamelijk
onwaardige positie is, vooral omdat tot voor
korten tijd het particuliere en gemeentelijke
boschbedrtjf over het algemeen nog al slor
dig en bekrompen werd gedreven. Gelukkig
komt er verbetering, zoowel door aanleg
als door aankoop en met groot genoegen
zien we op de groote kaart van Nederland
de kleurige plekken voor de bebosschingen
bij Schoor», op Texel, bfl Kootwijk en voor
de aankoopen van het Ughelsche bosch, het
Speulderbosch, het Sprielsche bosch, de
Soerensche bosschen en hier en daar hangt
nog een waasje van kleur, plannen voor
aankoop in de allernaaste toekomst. Een
andere kleur duidt de bebosschingen aan
dle^op gemeentelijke woeste gronden tot
stand komen onder medewerking en invloed
van het Staatsboschbeheer en dat is ook al
een heele uitgestrektheid. Nog een andere
kaart illustreert de werking van het ge
zegende kapverbod met daarnaast de
requisitie van particuliere bosschen terwille
van de levering van mijnstuiten voor de
StaatsmJjnen en hierdoor komt alweer dui
delijk aan het Heb? dat in ons
Staatsboschbeheer het idealisme zeer gelukkig gekop
peld is aan het utiliteitsbegrip, leder ziet in,
dat aldus van de leiding een niet alledaagsche
hoeveelheid genialiteit wordt geëtscht, maar
f 3.50. Toch behoeft het kinderhuis nog
steun, zal het zich ontwikkelen tot een waar
lijk grootsch volksinstituut van ingrijpend
sociaal belang.
Moge de afdeeling Amsterdam der Ver
eeniging "Onderlinge Vrouwenbescherming"
en haar presidente mevr. J. van Itallle-Vos
(Nic. Beetstr. 130, Amsterdam) haar moeiten
en zorgen rflkelljk vergoed zien door de
groei en bloei van haar sympathiek werk.
ELIS. M. ROGGE
Martine Wittop Koning
10 Januari 1870-1920
Martine Wittop Koning viert vandaag
feest en met haar velen, die met haar ge
werkt hebben. Wij hebben behoefte de
jubilaresse te herdenken; die heden 50 jaar
wordt, en haar tweede jeugd Intreedt. Want
jong is zQ, en zal rij bleven, al wordt ze
ook honderd jaar; frisch, omdat haar gedach
ten en streven altijd gericht zfjn op wat
nieuw zich aan ons voordoet, omdat haar
geest elastisch is en ze niet licht op het
doode punt zal komen.
Martine Wittop Koning was de eerste
leerling, die zich aanmeldde voor de eerste
in ons land opgerichte Huishoudschool, die
in Sept. 1891 geopend werd. ZQ behoorde
onder de eerst opgeleide ieeraressen in
koken en voedingsleer, deed eerst het school
examen, enkele jaren later op nieuw het
examen van de vereenigde scholen (Amster- J
dam, den Haag en Rotterdam). Met haar
deugdelijke voorbereiding, haar helder ver
stand en haar practischen aanleg, wist ze
haar roem te handhaven en stond steeds
op de spits, daar waar de belangen van een
goede en ratloneele voeding moesten wor
den behartigd of gepropageerd. Zij was de
eerste, die bij haar onderwijs de
Hollandsche keuken droog legde" en ze toonde
aan, hoe de smakelijkheid der gerechten
daarbij niet behoefde in te boeten; zQ was
de eerste, die de vegetarische keuken ingang
deed vinden en in haar letter aantoonde,
dat de voedingswaarde daaronder niet te
lijden heeft, de verteerbaarheid evenmin.
Voor de volksvoeding ijverde zij, en haar
kinderlessen mochten zich dikwijls in be
zoeken van onderwijzers bij het L. O.
verheugen.
Aan de eerste opleiding van onderwijzeres
in koken en voedingsleer a/d
herhalingsschool, door den wethouder van onderwijs
mr. v. Hall aangezocht, nam zij een werk
zaam aandeel; in de crisisjaren bewees zij
het land groote diensten, door o.a. van de
aanwezige voorraden in de vesting Amster
dam, maaltijden te berekenen en samen te
stellen voor de bevolking in oorlogstijd,
terwijl zij mede oprichtster en bestuurdster
was van de Volkskeukens la dien tijd. En
nu is haar laatste belangrijk werk de ver
taling met de om werking voor Holland, van
het kookboek van dr. Hlndhede, die weer
een heel nieuw licht doet vallen op de keuze
door de wetenschap waarde hebbende voe
ding. ZQ heeft het niet alleen bij de vertaling
gelaten, want, actief als haar aard is, brengt
zQ zelve in praktijk, wat zQ, na onderzoek,
als haar overtuiging heeft aangenomen, en
propagandistisch aangelegd als zQ is, rust
zQ niet, voordat zQ ook anderen het goed
recht en de voordeden van deze nieuwe
methode van voeding heeft aangetoond. ZQ
heeft door het geheele land voordrachten
gehouden over de voeding naar dr. Hlndhede
die aan helderheid niets te wenschen over
lieten.
Een cursus in dlëetleer aan artsen en a.s.
artsen heeft zQ gegeven en de belangstelling
in die richting bij de studeerenden weten te
winnen, terwijl zij als secretaresse van de
Ver. v. vakopleiding meewerkt aan de be
vordering van de belangen ook de
materieele van allen, -die zich aan het vak
onderwijs geven, en zij ook haar pen voert
voor alles, wat de praktQk van haar vak ten
nutte zijn kan.
we erkennen met vreugde, dat het daaraan
in de laatste jaren allerminst heeft ontbro
ken. Onze Staatsbosschen worden geheel
en al beheerd onder de zoo schoone
Amerlkaansche leuze van: tor the benefit and
enjoyment of the psople." Ja, b IJ den aanleg
van nieuw bosch, bQ het ontginnen van
woesten grond wordt thans ook rekening
gehouden met het aanwezig natuurschoon,
met de merkwaardigheden van het bestaande
landschap, zijn wilde flora en fauna en
menig stukje wordt uit de ontginning ge
houden als natuurmonument: een stuk
zandverstuiving bij Kootwrjk, het meertje Gerrits
Flesch op de Hooge Veluwe, het duinland
schap aan de Muy op Texel. Zoo blijft het
Onvermoeid bezig, alt|d bereid en ook
krachtig genoeg om weer wat nieuws op
zich te nemen en uit te voeren met vlug
heid en vaardigheid, met stalen energie en
groote opgewektheid zoo kennen zij haar
al die jaren, dat zQ meewerkt aan den bloei
van ons onderw|s. Zij maakt haar onderwas
belangrijk door haar Intellect, de praktijk
Interessant door altijd nieuwe vindingen en
oplossingen, en toont door haar voorbeeld
aan, dat het zich wQden aan een practisch
vak en aan materieele belangen het gevoel
voor de poëzie en de ideëele zijde van het
leven in geen enkel opzicht in den weg be
hoeven te staan.
Zoo zien wQ onze vijftigjarige voor ons.
W4 danken haar voor alles, wat zij ons uit
haar rijken voorraad gaf en wenschen haar
toe nog jaren van opgewekt, vruchtbaar
streven en werken.
S. G F. M E Y B o o M
Oud-Directrice Nieuwe Huishoudschool
te Amstetdam
Hilversum
?iiiiiiiimiiiiiifiiifiifiiiiiififffii
lllflIHIIIIIUIIIIIIl
Internationale Kerstgerechten
in zorgelooze tijden
(Slot)
Voorts heeft Zwitserland veel gebak. Reeds
vier weken vóór de Kerstdagen begint het
bakken van de Gutsle". Tallooze dienst
meisjes ziet men tegen dien tijd over straat
snellen, op de vooruitgestoken armen de
bijna een vierkante meter groote, met
deegvormen bedekte hoekplaat torsend, heel
handige meisjes zelfs dragen er twee, onder
eiken arm een.
De Zwabensche huisvrouw houdt voor de
knapste, wie de meeste soorten van gebak
jes Platzle" bereiden kan. Evenals bQ ons
te lande de peperkoeken, bevatten daar de j
anijsgebakjes voorstellingen van zon, maan
en sterren, Geloof, Hoop en Liefde enz.
Het is een geheel arbeidsveld op zich zelf,
dat de bakkers in die weken te bewerken
krijgen. Wie denkt, dat hij bij het bakken
van zooveel toegezonden huisgebak geen
afzet van eigen fabrikaat heeft, vergist zich
deerlijk. Ontzaglijke voorraden bakt en ver
koopt ook de bakker zelf.
Aan den RQn, met name aan den
NederRQn, is speculaas het meest bekende kerst
gebak, dat overal wordt bereid. Aken is
door zijn Printen" (prenten, hard gebakken
honigdeeg) bekend, waarmee waarschijnlijk
onze St.-Nicolaas?vrijers en vrijsters zijn
bedoeld. Daarop zeer gelijkend, maar veel
fijner, is het Frankforter Kerstgebak, de
Brenten". De Frankforter Brenten" en
Bethmannchen" worden nergens elders zoo
lekker aangetroffen. Bovendien vindt men
er in boter gebakken anijsgebakjes, zooals
overigens aan den gansenen R ij n in gebruik is.
In Noord-Duitschland wordt dit alles ver
vangen door het marsepij n. Een koddig
Kerstmisgebakje is daar ook de zooge
naamde Krampus", een mannetje van
houtspQltjes en gedroogde pruimen vervaardigd.
Welhnachtsstollen", aan den Rijn
Weihnachtswekken", in Thüringen Schittchen"
geheeten, zijn de gebruikelijke Kerstkoeken
in Duitschland, een gezuurd gebak met
veel rozijnen, cirroenschillen en amandelen,
in den vorm van een toegeslagen zak, gelijk
men ze ook hier te lande kent.
In Neder-Saksen, op het platteland, in de
streek van Hannover, maakt iedere boer
voor Kerstmis zijn Bramwlensapp". Dat
is namelijk pure brandewijn, met veel
honigkoeken er in geweekt, een gevaarlijk maal,
vooral omdat het met de lepel gegeten
wordt. De opwindende werking blijft dan
ook niet uit.
Ook in Engeland ontbreekt het met Kerst
mis niet aan feestspijzen. Een reusachtige
kalkoen is de Engelsche Kerstvogel. Hij
wordt zoo heerlijk mogelijk, o. a. met lijsters
ruige Appelscha'sche bosch ook voortbestaan
met zijn prachtlgen ondergroei van jenever
bessen, die hier en in het aangrenzend deel
van Drente hooge r en forscher en dichter
groeien dan waar ook in Nederland.
Ieder natuurvriend zegent de huidige op
vattingen van het Staatsboschbeheer, want
het valt niet te ontkennen, dat de ontgin
ningen maar al te dikwijls ons landschap
allertreurigst hebben verarmd en dat heel
vaak, waar het heelemaal niet noodig was.
Ik betreur altijd nog, wat er in het eind
van de vorige eeuw gebeurd is op Texel,
toen daar onder leiding van de Heldemaat
schappij een begin gemaakt werd met de
bebossching van de Mientgronden. Er ligt
Tafel-middelstuk voor feestdagen
Sinaasappelvla met geslagen room, rondom witte begonia, in zilveren vaasjes met
venushaar, mandarijntjes met witte kaarsjes en de, voor de pudding uitgeperste
sinaasappels, tot surprises samengebonden met witte lintjes. Klokvormige licht
groene menukaartjes. Het geheel op een rond kleedje, met linnen kant. De schaal
met vla staat op een kristallen, omgekeerde taartschotel met voet. Kleine glaien
bordjes met geslagen room staan om den voet heen. E. HEIJMANS-V. BEEK
iiilfiiiiniiiiiiiiiiiiHmiMiiiiiiiiiHiiimliiii""""""""""""
gevuld, en ook ter tafel verschQnt de on
vermijdelijke plumpudding", brandend,
overgoten met een saus van arak of rhum,
die op het oogenblik dat de pudding wordt
opgediend, wordt aangestoken, zoodat het
gerecht een zeer eigènaardigen aanblik
biedt. Ook roastbeef behoort tot het festijn.
Bekend is de zoogenaamde
Queenspudding", die ter gelegenheid van het Kerst
feest steeds op de tafel van wijlen Koningin
Victoria prijkte. Deze pudding werd vervaar
digd uit eene groote verscheidenheid van
ingrediënten. Werden in verloop van tfldde
pruimen voorde plumpudding vervangen d«or
rozijnen waaruit de pitten waren weg geno
men, in de Queen-pudding" behoorden niet
gewone rozijnen zonder pitten, maareen pond
echte Malaga druif-rozijnen, waaruit natuur
lijk eerst de pitten worden verwijderd. Daar
aan wordt toegevoegd: ongeveer een pond
goed gezuiverde krenten, 34 pond
Sultanarozijnen, Vi pond oranjewater en ingemaakte
citroenschillen, 75 gram geconfijte oranje
appelschillen, de fijngehakte schil van een
groote citroen, een pond suiker, een pond
best rundervet, een pond gewreven en ge
zeefd wittebrood en wat meel; % a H liter
melk, 15 gram geraspte muskaat, 15 gram
fijne kaneel, 10 gram gehakte bittere aman
delen, 12 versche eieren en een kopje fijne
cognac.
In Frankrijk is het Kerstmenu samengesteld
uit de meest uitgelezen heerlijkheden, gelar
deerde kalkoenen, fazanten, kwartels, water
hoenders, goudkarpers, reusachtige forellen,
in venkelkruid opgediend. Traditioneele ge
rechten hebben zich op het platteland door
de eeuwen heen gehandhaafd tot op den
huldigen dag. Zoo verlangt de Zuidelijke
Franschman zijn bouillabaise" op den Kerst
avond, eene soep, die uit drieërlei
vischsoorten bestaat. De Russen hebben een
dergelijk nationaal gerecht in de Borschtsch
soep". De klein-Russische borschtsch" be
staat uit drie soorten vleesch, wortelen, kool
en bieten, ook wel met gerookte ham. Op
een Russischen feestdag mag die soep niet
worden gemist, allerminst dus op een Kerst
feest. Teekenend voor den Russischen disch
zijn ook verschillende boekweit-gerechten.
Het zou te ver voeren de rijke Russische
spijslijst op feestdagen te beschrijven, alleen
zij nog vermeld het beroemde amandel- en
marsepijngebak Masurek" genaamd.
De Italiaan kan het met Kerstmis niet stellen
zonder zijn risottocoïpedacchi", rijst met
kleine mosselen in olie toebereid en wat
daar een duin, die heet de Fonteinnol en
was van onder tot boven begroeid met
kruipwilg, duindoorn en duinroosjes. Aan
den voet van die Nol ontsprong een beekje,
het heldere water welde er op uit het witte
zand op verschillende plaatsen en al die
adertjes bespeelden een flauw hellende
vlakte, die voor een groot deel begroeid
was met veen mos, wat op een dergelijke
plaats niet alleen heel mooi maar tegelijk
ook een buitengewone botanische en ecolo
gische rariteit is. In dat veenmos groeiden
weer de plantjes van het hooge veen en
overal in 't rond stond het vol van Parnassia
en Wintergroen, groote blauwe Klokjesgen
tianen, witte welriekende Orchideeën en ook
Jtneverbessen in het Bosch van Apptlscha
Foto Slaahboschbeheer
knoflook en peterselie. Verder: gebakken
visschen en uit de meest verschelden kruiden
bestaande salade, landwijn en vruchten,
_mandorlata"(amandelmelk) torrone" (aman
delkoekjes) enz.
En Holland? Ons land kent geen be
paalde traditioneele Kerstgerechten. Wie het
betalen kan, eet een gebraden gans, een
talinkje, een patrijs, een fazant, een kalkoen
of een hoentje als extraatje bQ het gewone
maal, terwijl op het platte land het in
November geslachte varken in
talvanvleeschvormen aan de maaltijden een feestelQk
karakter geeft. En wat de gebakken aangaat,
hebben we aan eenige van elders geïmpor
teerde, burgerrechten verleent: uit Engeland
.plumpudding, uit Duitschland Kerststallen",
Kerstbrooden, en Kerstkransen.
PAULINE NOYON?WAESDORP
Oudjaar
Een zucht van weemoedvol verlangen
Stijgt in blauw-zwarten winternacht,
Van onbevredigd werk en streven,
Dat op een beter tijdperk wacht;
Een zucht, een drang naar 't ideëele,
Als eens de aard' herboren is,
Wanneer na dezen tijd van gisting
De mensch viert zQn herrijzenis.
Als witte bloem op slanken stengel,
Schoon vaak gezwiept, zich heffend weer,
Zoo rijst de bloem der idealen
Uit poel van schand' toch blank en teer.
En als de troeb'len zfln bezonken,
De mensch zrjn broeder kent en ziet,
Is 't hoogtQ van die wond're bloemen.
Vertrap haar broze schoonheid niet t
A. KLEIN?v. D. L E Y
lllllllllllllllllllllllllMIIIIUIIIIIIIlllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllllllJI
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
iiiuirififfimiiiifimiiinmiiiiiifififiiiiitrifiiiimiiiiiiifimciiifmiiiiimii
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E. J. VAN 5CHAICK
BOOTHSTRHHT UTRECHT
nog van die kleine groenbloemige
Orchideetjes, die elk aankomend botanicus in
verrukking brengen. Ook zag het er rose
van de bloempjes van de bastaardmuur
Anagallis tenella en waar het beekje in zijn
overgang naar het lage land een ravQntje
had uitgeschuurd, werd het overschaduwd
door varens van allerlei soort, waaronder
ook de voor de Noordzee-eilanden zoo
zeldzame kantvaren of dubbelloof. Het
was er in alle opzichten meer dan verruk
kelijk prachtig en er is op het oogenblikin
ons heele land geen enkele plek, die kan
wedijveren met wat de Fonteinnol was voor
dertig jaren. Toen nu die Mientgronden
beboscht werden was het allereerste, wat
men deed, het diepgreppelen van dat venige
bron gebied en thans is de Nol van onder
tot boven bezet met dennetjes, zQn voet
ook en daar vindt je in een paar diepe
greppels nog altijd stroomend water. Maar
al de mooie bloemen zijn weg, al de merk
waardigheid is verdwenen. Als natuur*
monument was dat plekje zQn tweeduizend
gulden per Hektare ruimschoots waard
geweest.
Natuurlijk mag de Heidemaatschappij
hiervoor geen blaam treffen, want dit alles
gebeurde meer dan tien jaren vóór de op
richting van de Vereeniging tot behoud van
Natuurmonumenten. Trxel was bij de man
nen van de wetenschap maar weinig bekend.
Holkema had het alleen beschreven als
florist, de ecologie en de planten-geografie
lag in zQn tijd nog vrijwel in windselen.
Ikzelf had met al dat moois verkeerd vrij wel
als een oermensen met goudklompen en
hoewel ik geweldig het land had, toen daar
de spade in den grond ging, besefte ik nog
niet de mogelflkhetd van tegenstand. De
idee van natuurbescherming bestond nog
niet in ons land, nog niet eens was het
standpunt bereikt, dat voorstanders er van
beschouwd zouden worden als min of meer
ongevaarlijke dwazen. Dat kwam pas later
en thans is het ook nog niet eens tien jaar
geleden, dat in onze Staten-Generaal op
schamperen toon werd gesproken over de
heeren van de natuurmonumenten.
Maar thans zijn we heel wat verder en
vinden we de idee van natuurbescherming,
van welbehagen in de ongerepte natuur, van
drift naar natuurstudie door dit heele
Boschmuseum heen, van de groote erratische
blokken, die voor den ingang liggen, tot aan
het zaaltje met de statistieken en program
ma's toe.
JAC. P. T H ij s s E