Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
10 Jan. '20. No. 2220
3
a
'FeS<
Afb. I Kop van een Dadaïstisch Manifest.
HET DADAÏSME
De revolutie heeft in Duitschland, het lang
geketende, allerlei krachten vrijgemaakt, ook
de losbandige.
In dit artikel wil ik den lezer inlichten
over de nieuwste Duitsche kunstrichting, het
Dadaïsme. Eigenlijk is deze richting, die
gebaseerd Is op bet eerste kindergestamel
da-da, alweer overvleugeld door de aller
nieuwste beweging, die er achter gekomen
is, dat a nog primitiever is dan da-da en
thans een tijdschrift aan het stichten is, dat,
tot titel krijgt: A-istische Dokumenten der
A-welt". Maar dit tijdschrift ligt, om bQ
't beeld te blQven, nog ia de (sit venla verbol)
luiers en is nog niet verschenen, zoodat er
nog niet van te schrijven valt.
Ik zou trouwens ook niet over het Dada
sme geschreven hebben, als deze richting
niet met geweldig lawaai aan den openbaren
weg timmerde en door de geheele
Berlijnsche kritiek blijkbaar .ernst genommen
wird", want er wordt over de uitingen en
voorstellingen van de Dada-isten tenminste
in alle groote BerlQnsche bladen geregeld
geschreven.
De wieg van het Dada-isme stond en staat
in het bekende Cafédes Westens, hier in
den volksmond teekenend Qiösserwirtn ge
noemd, omdat het meestal bezocht is door
allerlei kunstemakers, profeten, wereldver
beteraars In den vorm van mannelijke
geslachtelingen met lange manen, en vrouwe
lijke met gemllimeterde hairen, terwijl belde
categorieën voorzien zijn van een-oog-glazen
of monsterieus-groote schildpadbrlllen.
De stichter van het dada-isme is een zekere
Baader, die zich bescheiden noemt:
P/asldent der Eidballe sltzend lm Sattel des
weissen Pferdes Dada". Zijn zes eerste hel
pers voeren den titel van ur-dada". Het
overige loodje bestaat uit eenvoudige dada
sten.
Afb. II Dadaïstische wandversiering.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
immilllMlIMMMIIIIMMIMIIIIIIIIIIIMIMIMII
TOP NAEFF, Dramatische Kroniek I en II.
Van Holkrma en Warendorf, z. j
JOHANNrs JÖRGENSEN, Over Goetht.
U't het Deensch vertaald door M. E.
BELPAIRE. Ultg. Mg. Paul Brand,
Bussum, 1919.
M. H. VAN CAMPEN, Over Literatuur,
Tweede bundel, SQthoff's uitg. Mg.,
Leiden, z. j.
STIJN STREUVEL», Sint Jan en Boomen.
L. J. Veen, Amsterdam, z. j.
Wat zQn we dankbaar de indrukken van
schilderden tentoonstellingen van voor vijftig,
zestig jaar bij Simon Gorter, Potgieter of
den jongen Bilders nog eens te kunnen na
gaan. Wat valt daar niet uit te leeren en
voor welk een verrassende problemen komen
we soms te staan. En wat zouden we niet
geven vooreen boekje, waarin een tijdgenoot
van de eerste opvoeringen van den
Spaanschen Brabander, van Warenar, van den Jozef
en den GQsbrecht, een tijdgenoot met smaak,
met helder kritisch oordeel, met gevoel voor
klank en verbeelding, met litterair inzicht,
had verteld van wat hQ op het tooneel zag
gebeuren, van wat klonk in zijn ooren, van
wat zijn fantasie bemeesterde, zijn gemoed
in spanning hield.
De beide deeltjes Dramatische Kroniek van
Top Natff zullen voor onze nakomelingen
onbetwistbaar zulk een kostbaar boekje zijn,
al werden ze geenszinsivoorhenjgeschreven.
Dit alleen reeds wettigt volkomen, dat deze
aangename, leerrijke causerleën uit hun
ephrmeriek leven zijn gegrepen ei verzameld
In een paar mooie deeltjes, die blijven onder
Ieders bereik.
Deze geestige, grondige studies zijn voor
hooger doel bestemd dan om den eersten
den besten oppervlakkigen schouwburgbe
zoeker te vertellen of hQ, wat hQ In den loop
der week toevallig lag, mooi of leelflk vinden
moet. ZIJ dringen diep in den geest der ver
tooningen door en geven in hun geheel een
scherp, persoonlp beeld van wat de
tooneelspeelkunst en de tooneellitteratuur in onze
dagen te beteekenen heeft, van haar kunnen
en streven, van haar mistasten en bertiken,
persoonlijk maar van een persoon, die
kent en begrijpt, die ffln en gevoelig artistiek
en menschelQk onderscheidt.
De schilderijen van een tentoonstelling
gaan over het algemeen niet verloren; veel
is nog na jaren weer op te sporen of blijft
in reproductie tot ieders beschikking. Maar
wa is klank l Wat is geste! Ze zijn voor
altijd verdwenen met het oogenbllk, waarop
ze ontstonden. Daarom is het zoo goed, dat
de indrukken van iemand, die het weten en
voelen kan, bewaard blijven. Ook voor het
heden. Want de groote leidende gedachte
en bedoeling der kunst, het algemeen inzicht
zoowel als de studie van allerlei détails
leert juist nu retds den kunstenaar als den
leek begrijpen de kunst van heden en den
wee vinden naar hooger en beter.
Wat weet Top Naeff vaak in een enkelen
zin raak te zeggen, waar het op aan komt.
Zoo: De gezonde humor, de lust het leven
op heeterdaad te betrappen en uit te vieren
op het tooneel, zit Bredero's nazaat in het
bloed, meer dan esprit, meer dan légance,
meer dan de vlucht naar het classiek gebaar.
In toom gehouden, btijkt deze humor voor
het Shakespeare blijspel van waarde, al
bereikt zij niet de verfijning, en al is het
snit van den Hollander nu eenmaal niet het
snit van den Engelschman."
Hoe scherp en juist is over Querldo's
Aron Laguna: Ooi zich aldus aan banden
te leggen l E-n geest, die in de ruimte moet
vliegen om zijn beste zelf te vinden, geen
dwang duldt, en daarin het groote benadert,
kiest vrijwillig den vorm, die hem kortwiekt,
den last van compositie en de tucht van
concentratie oplegt, l'a r t de préparer... Niets
Is geordend, vooroereid of verantwoord in
dit stuk, de schokkende gebeurtenissen en
luimige .entrees" wisselen elkaar af als de
nummers van een spectacle coupéen geen
mensch geeft iets essentieels van al het
leed dat we bij wonen."
> Hoe meesterlijk is b.v. de ontleding van
Monsieur Ie Directeur. Hoe geestig en
speelsch, maar toch hoe onafwijsbaar strak
raak is de mislukking getypeerd van
Scheite ma's Groote dagen in Knollenbrock, de
tegenstelling tusschen het hooge streven in
theorie en de slapheid en onhandigheid in
de practQk.
Dat is ook thuis gebakken", zegt zij.
't Is te zeggen, wij bakken zelf, maar in
den dorpsoven. Er is een gemeen oven voor
allen; en twee keers op de week wordt er
geloot wie bakken zal 's Woensdags en
's Zaterdags. Op nen dag kan er voor vijf
menschen gebakken worden. Zoo heef t ieder
hulsgezin alle veertien dagen zijne beurt.
Wij bakken toekomende Zaterdag wij
hebben het goede nummer, voegt zij er, niet
zonder fierheid bQ".
Men zal zoo op het eerste gezicht niet
licht raden, dat dit een fragment uit een
boek ver Goethe is en wel uit een prachtig,
gevoelig boekje, een innig fijn boekje, een
zcoals Ik er weinig ken.
Th ij m heeft bij ons een historische roman"
gemaakt van Vondei's leven, getracht ons
in de intimiteit van Vondel in te voeren
door allerlei oudheid om hem heen te
fantaseeren, wat ten slotte toch slechts den Indruk
van namaak en tooneeldecoratie geven moet.
Jörgensen begon bij de werkelijkheid zooals
hQ die nu in Wetzlar, Sesenheim, Franlfurt,
Weimar vond en van die werkelijkheid uit
zag hQ het verleden, droomde hij zich weg
in de oude teederheld en hartstocht,
zellbeheerschlng en kunstenaarshoogheld. Hij nam
De heeren, die het heel ernstig meenen,
hebben een manifest uitgegeven, (zie af beel
ding l), waaruit we hun leer kunnen op
diepen. Het woord dada is het symbool voor
de primitiefste wirwar van geruischen, kleu
ren en geestelijke rhythmen. Deze wir
war wordt in de dada-istische kunst over
genomen met alle sensationeele schreeuwen
en koortsen van zijn brutale werkelijkheid.
Het dada-isme heeft niets te maken met het
futurisme, dat lieden met zwakke koppen
huldigt, als een nieuwe opwarming van im
pressionistische realiseering. Het dada-isme
bekQkt het leven niet aesthetisch en wil niets
weten van ethiek, cultuur en innerlijkheid,
welke fraaie dingen alleen goed z^n voor
zwakke spieren. De dada-isten maken drie
soorten van gedichten. Eerstens het
bruttistische gedicht, dat bijvooi beeld een
electrische trem schildert zooals-ie is, bet wezen
van de trem met het gapen van den rente
nier Schulte en 't geschreeuw der remmen.
Tweedens het simultanistische gedicht, dat
den zin leert van het door-een-grjaag aller
dingen, terwQl meneer Schultze leest, rijdt
de Balkantreln over de brug bQ Nisch en
een varken knort in den kelder van een
slager. En ten derde het statische gedicht,
dat de woorden tot individuen maakt.
B|voorbeeld uit het woordje bosch" doemt
op het woud met zijn boomenkrulnen, hout
vestersuniformen en wilde zwijnen, misschien
doemt ook op 'n pension, misschien Belle vue
of Bella Vista.
Het Dada-isme voert lieve lezer, het
manifest heeft nog het woord l tot onge
hoorde nieuwe uitdrukkingsvormen aller
kunsten. Het heeft het Cubisme tot dans op
het tooneel verheven, het heeft de
bruitistische muziek der futuristen intensiever ge
maakt.
Dada is een geestesrichting. Het ontzet
tende hocuspocus van het bestaan bevleugelt
de zenuwen van den echten Dada-ist zoo
ligt hQ, zoo jaagt hQ, zoo fietst hQ half
Pantagruel, half Franciscus en lacht en lacht.
Het Dada-isme is de reactie tegen de
bloedloeze afgetrokkenheid van het expressio
nisme. Als men tegen dit manifest is, is men
dada-ist van het zuiverste watert
Tot zoover het manifest.
Tegen wien richt zich Dada op de eerste
plaats? Tegen den Duitschen Splesser",
dat is tegen den Duitschen dichter, tegen
den Duitschen intellectueel, die van woede
barst, omdat men zijn met kook vet besmeerde
boterham menziel in de zon van het brul
lende gelach liet smooren, die dol is vaa
razernij, omdat men hem midden in zijn
hersens trof, die bQ hem zich daar bevinden,
waar hQ zit. En nu heeft hQ dus niets meer
om op te richten l" Zitten is namelijk de
grootste zonde tegen Dada. De strijdkreet
der Dada-isten luid: Weg met alle stoelen)
Wij hebben het recht, om beweeglijk la
waai te maken, hetzQ In gedruis, hetzQ in
woorden, vormen en kleuren. Dat alles is
heerlijke nonsens, die we bewust beminnen
en maken een ongehoorde ironie als het
leven zélf: de exacte techniek van den onzin
als zin der wereld".
Dat is het wezen van Dada: de
verheerIQking van den onzin.
De Opper-Dada Baader publiceert eigen
manifesten. Een ervan begint: Hindenderf,
Ludenburg zijn geen historische namen. Er
is slechts n historische naam: Baader.
Deze heeren, die aan de marionetten-draden
der door mij bestuurde eeuwigheid bengelen,
vergeten, dat de oorlog verloren werd, om
dat zij verstandiger wilden zijn dan ik, pre
sident van het heelal." ?
Afb. III Verschoning van den Opper-dada in de wolken.
Tot stichting van den lezer geef ik thans
hier de proeve van vertaling van een gedicht
van den O er-Dada HUlsenbeck. Of het een
bruïtlstisch, simultanistisch of statisch ge
dicht is, kan ik helaas niet zeggen. Ik heb
nog geen dada genoeg in mQn ziel. Het is
uit den bundel .Phantastische Gehete," heet
.Das Ende der Welt" en luidt:
«Zoover is het nu feitelijk met deze wereld gekomen,
Op de telegraafpalen zitten de koeien en spelen schaak,
Zoo melancholiek zingt de kakadoe onder de rokken der
Spaangche
Danseres als een trompetter en de kanonnen jammeren
heel den dag.
Dat is het landschap in lila, waarvan meneer Meier
sprak, toen hij zijn oog verloor.
Ik trek den aratomischen atla» uit mijn grooten teen en
ernstige studie begint.
Hebben jullui de visschen gezien, die in cutaway
Voor de opera staan, al twee dagen en twee nachten ?
Wille, wau, wau, wau, wille, wo, wo, wo, wie weet
Thans niet, wat .onze vader Homerus heeft gedicht?
Ik houd oorlog en vrede in mijn toga. maar ik kies
een Cherry-Braody (lip,
Vandaag weet niemand, of hij morgen is geweest.
Me.t den deksel van den doodkist slaat men de maat er bij.
O hadde slechts een mensch den moed, om de
staartvederen van de trem uit te trekken.
Het is een groote tijd!"
Met instemming en groote sympathie ga
ik accoord met den laatsten regel van dit
phantastlsch gebed", dien ik onvertaald laat:
»Wer sollte da nicht blödsinnig werden^?"
Onlangs bezocht Ik In het theater Die
Tribune een matinee der Dada-isten. Het
theater was uitverkocht. Er werden zes
voordrachten gehouden met merkwaardige
titels als Klasslsche Beilehungf n zur
Mittelstandsküche. Het was een krankzinnige jan
boel. Het tooneel was .veislerd" met schil
deringen als afbeelding H laat zien. De zes
oer-dada's sprongen als bezetenen op loste
kartonnen rond, bliezen op misthorens,
sloegen op bomketels en brulden door
elkander dat hooren en zien verging. Als't
even stil was, brachten zQ de onmogelflkste
beleediglngen tegen het publiek uit, dat ten
deele als razend applaudisseerde en ten deele
een oorveischreeuwend protest op fluitjes
DEN HAAG
WARMOND
PADOX
tlOUT&OUW
KANTOORIFREDERII^HENDRIM^AN 8bDFNmA
BUREAU ARCHITECT:PARKSTRAAT "?
LEVERT DE/VERLANGD IN ZECR KORTEN
TUD ALLE HOUTCON/TRUCTIE/
AL/1
' , LANDHUIZEN ' "
CLUBGEBOUWEN
JACHTHUIZEN
TENNI/HUI/JE/
CATALOGUS OP AANVRAAG
minimum ?ciiiiiitiiiimiiimiiiilllliiiiuii
miiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiu
ons mee in zijn droom in onweerstaanbare
macht, en we leven heel het oude leven
mee, staan er midden in.
HQ voert ons in den kring van Charlotte
Buff en Kestner; hQ dwaalt met ons door
het oude, stille Wetzlar en het Lahndal, naar
Garbenheim, Atzbach Volpertshausen Er
is (te Wetzlar) op de Koornmarkt eene oude
bron, die gedurig aan 't borrelen is, dag en
nacht. Misschien was het daar dat Goethe
stond, dien nacht, n den maneschijn, en
bleef hQ naar 't ritselen van 't water luisteren
om door dat wiegelied zijne onrust te sussen
zooals hQ deed met Homerus' verzen. En
misschien kloeg hl) daar voor de sterren,
wat h| later beklorg In een brief aan Frau
von Steln: dat zQn lot was .te beminnen
waar hQ niet bemind werd l"
Juist dat misschien niet een verhaalt je, v
aarin alles als werkelijkheid wordt voorgesteld,
geeft die omweerstaanbare bekoring aan dit
boekje. We staan met Jörgensen aan de bron
en zien in onze verbeelding, hoe Goethe er
stond met zQn versmade liefde. We zijn met
hem bQ Frederike Brion; wc leven mee in
de idylle van Sesenheim bij het eenvoudige,
natuurlQke dorpskind, dat hem geheel haar
xiel gaf, de eenige, die Goethe werkeltk met
hooge, reine liefde heeft liefgehad, zQ, die
moedig door de eenzaamheid van het leven
trok, toen de betooverde ridder rijn vroeger
bestaan niet vergeten kon, toen de ring van
Meluslne moest verbroken worden.
We zien onder de stralende luchters de
mooie, beschaafde, wereldsche Lili Sch
nemann, de Frankf orter bankiersdochter, die zuik
een goede vrouw voor een willf keurigen
Geheimrath geweest zou zQn. Maar er is nog een
andere Goethedan de gehelmraad, een Goethe
die in xijn grijze frak, den bruinen zQdoek
aan den hals en met laarzen aan, reeds lente
voelt in de streelende Februari-lucht een
Goethe, wien zQn lieve, wijde wereld weldra
weer zal openstaan die voortdurend in
zich zelf leeft, streeft en arbeidt... Dat is
de : ethe die aanhoudend aan u denkt...
en wiens grootste geluk is te leven met de
beste menschen van zijnen tQd". Zoo schrijft
hQ in dienzelfden tQd aan Augusta Stolberg
in Denemarken, die hij nimmer zag en die
toch zulk een machtigen Invloed op den
dichter gehad heeft. Aan haar klaagt deze
Jupiter: .Bin jetzt recht wie ein Madchen"
en geeft daarmee een blik over zijn diepste zijn.
En ten slotte zien we den dichter onder
de veredelende en vormende kracht van
Frau von Stein, die hem jaren houdt onder
den ban harer hoffelijke bekoring, zQn zin
nelijkheid tergt, hem in toom houdt tot hQ
zich losrukt, naar Italiëvlucht, waar hQ zQn
laatste wijding ontvangt, vanwaar hQ als
een wijze, zelfbewuste helden terug keert.
Zoo wandelen we rond met Jörgensen,
dolen en dwalen op de plekken waar Goethe
en zijn vriendinnen eenmaal dweepten en
droomden, treurden en wanhoopten; we
spreken met de menschen van nu, die ons
van hun kleine vreugden en smarten ver
tellen, als de schoolmeestersvrouw van
Volpertshausen uit mQn eerste citaat, in het
schoollokaal, dat eenmaal de danszaal was
voor het vroolQke gezelschap, dat nog laat
in den zomeravond uit Wetzlar kwam. En
ondertusschen staan we aan het kleine
venster met de zonverzengde ruiten met de
boomen en het fiissche, malsche gras bulten
In het tuintje, voor het venster, waar Goethe
eenmaal stond, waar Goethe met Lotte in
den zoevenden regen het onweer zagen
aftrekken en waar zij beiden te gelijk zuchtten:
Klopstock. We staan
erpelnzendindenzomernacht met Goethe en Lotte en de goede,
trouwe meestersvrouw van nu gaat maar
door met haar verhaal van de realiteit van
het dagelQksche leven.
Er is zulk een zoete, onweerstaanbare,
mysterieuze droom van het verleden in dit
kleine boek, zulk een betooverende eenvoud
en' intimiteit, zulk een stille herrijzenis van
heel dat groote leven van voor jaren terug
te midden van het rustige, gemoedelijke leven
en bedrijf der latere geslachten.
Deze tweede bundel Over Literatuur van
M. H. van Campen is wel niet zoo be
langrijk als de eerste. Hier voeden we
studies van onbetwistbaar blQvende waarde
als dat gedegen opstel over Het
historischmaterlalisme in de literaire critiek, dat diep
indringen In kunstwerken van groote
beteekenls als Woutertje Pieterse, Sara Bur
gerhart, Geertje. En ook de gewone recensie
in de Brieven over Literatuur heeft daar een
dieper en algemeener karakter. UU dezen
nieuwen bundel is daar alleen de grondige
studie van, het mooie meeleven met Beatrys
en het krachtige opstel over Oude en Nieuwe
Joodsche dichtkunst naast te stellen. Overi
gens zQn het meest korte boekaar
kondiglngen uit het Weekblad voor Stad en Land,
waarbij wel eens de vraag kan opkomen,
of het nu heusch noodig was die te bun
delen bij de overstelpende massa s recensies
die dagelijks verschijnen.
En dan voel ik toch wel een heel sterke
neiging, die vraag bevestigend te
beanten hulssleutels liet hooren. Ook regelrechte
kloppartQen ontstonden. De president van
den aardbol verscheen onder krankzinnig
gebiul en profaniseerde alles, wat tot nu
toe edel was en goed in vuile zinnetjes als
bijvoorbeeld: .De bQbel zegt: zie de leliën
des velds, maar ik zeg u: zie de honden
op de straten."
Het dada-isme is een symptoom van
eigenlijke verwording.
Het publiek betaalt tot 15 Mark voor een
toegangskaart ... om zich te hooren uit
schelden en uit te jouwen.
Het heele dada-isme I(kt mQ een typisch
staaltje uit het' groote dolhuis Berlijn) En
zooals ik reeds zeide: de bladen zenden
naar die matinees der
klinkklare krankzinnigheid
hun eerste theater- critici.
Het is om te hullen.
Om den lezer de ken
nismaking met
den.Oberdada", Prasident des
Erdurd Weltballs, Letter des
Weltgerichts" niet te ont
houden, geef ik als af
beelding III de verschij
ning van den Opperdada
in de wolken des hemels
(ook profanatiedusl), ter
wijl afbeelding IV een Idee
geeft van illustratie proeven
der dadaïsten. Men zou
een prijsvraag kunnen
uitschrQven, om te weten te
komen, wat men zich
daarbQ te denken heeft.
Omdat niemand het raadsel
echter zou kunnen oplos
sen, verklap ik U, dat het
een zelfportret Is van den
oer-dada M. Höch.
IV Zelfportret van W E N z E L
den Oer-dada FRANKEMÖLLE.
Höch B e r l Q n, Jan. 1920.
""" ....... mum ...... iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii ..... iMiiiuiiiimiiiiiiiiiimi
lIlllllllltlllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHullllll,,
l KONINKLIJKE KWEEKERIJl
l B. RUYS - Dedemsvaartl
1 26 Hectaren met vaste planten, Rozen, i
j Rhododendrons, Coniferen, Heesters!
i Catalogus 1920 verschijnt eerstdaags en l
l ts op aanvraag verkrijgbaar \
iiliiiimiiliiiiiiiiiliiuiiiiiliiliMiimmmiiim
woorden. Want Van Campen is niet de
eerste de beste. Hij heeft een fijn kritisch
vermogen en weet raak en in allerlei pak
kende modulatiën, zoo noodig ook kort zijn
meening te zeggen. En de vorm, waarin hQ
het doet heeft altijd iets plttlgs en zeer
persoonlijks, iets frlsch en jolig oproerigs.
De beide kleine schetsen van Stfln Strruvels
zQn mooi, gaaf werk, zooals we dat nu een
maal van hem kennen. Het is het land met
zQn vreugden en mysteriën; zQn warme,
gevoelige intimiteit en zijn benauwende
angsten, zijn wQde velden en zwiepende
boomen. Het is de zuivere Vlaamsche natuur.
Slechts een der vflf boeken, die ik hier
besprak is behoorlijk van het jaar der
verschQnlng voorzien. Waarom blijft dat on
misbare toch weg? ZQn de uitgevers zóó
bang, dat hun boeken vroeg verouderd sullen
schijnen? J, PRINSEN J.Lz,
IIIIIIIIIIMlIIlltiiiiiiiiililiiiiiiiiillliiiiiiitiiiiiiiillilfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Nieuwe Uitgaven
BQ Meulenhoff verscheen Paètes Modernes,
de tweede bundel van de Choix de Poésles
/rar/f afses, bQeeo gebracht door K. R Gallas.
Hoewel de heer Gallas In zijn voorrede
zegt dat het een schoolboek is pour
apporter un peu de rêve, d'autre chose au milieu
des préoccu pations toutes posltlves de n os
heures de classe", zoo meenen wQ toch dat
deze bundel, die door een verstandige keuze
de crème van de moderne Fransche poëzie
bevat, nog wel in wijderen kring dan alleen
de school gelezen zal worden. Studenten
voor Fransch A en liefhebbers van Fransche
poëzie zullen het graag bezitten. Alleen be
treuren wQ het dat de bewerker niet onder
de gedichten de bundels vermeldt waaruit
ze genomen zQn; dit zou met het oog op
zelf-studie veel gemakkelijker zijn.
Eveneens bfl Meulenhoff verscheen in de
bekende school-serie .Les mellleurs auteurs
frargais", Le Petlt Rol" van AndréLich
tenberger, voor de jeugd bewerkt door
A. van Kempen. Hoewel wQ in het alge
meen niet erg op hebben met uitgaven ad
usum delphlni", waarbij door de vele omis
sies soms de draad van het verhaal verloren
gaat, maakt de bewerking van den heer
Van Kempen een gunstige uitzondering.
DE H.