De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 17 januari pagina 11

17 januari 1920 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

17 Jan. '20. No. 2221 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLANE U DE BRIEFWISSELING TUSSCHEN WILLY EN NlCKY Teekenlng voor ,de Amsttrdammer" van Joh. Braakensiek De Geest van Bismarck: Ik heb lndert{d wel gezegd, dat de draad lusschen Berlfln en Petersburg niet moest worden doorgeknipt, maar.jiiet bedoeld, dat hij voor zulk kinderspel zou worden gebruikt." iimmmMiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiimimf minimum imiiiimiiiiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiii iiiiiiHiiiHiiiiiiiitliiiiiiniiiiiinn De VELE GOEDE eigenschappen, die de FOMGERS bezit en dit rijwiel bij normaal gebruik en behoorlijk onderhond een zeer langen levens duur verzekeren, ma ken het GOEDKOOP. DeGroningerRijwielenlabrieUJONGEES jHiiiitiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiitiiiiiiiMiiimiiiiiiiiMnniuiiiiiiiii WERELD-JEÜGDORGANISAT1E Tot de urgente vraagstukken van dezen tijd behoort ook de in de laatste jaren on verwacht snel opgekomen jeugd-beweging. Waren het voor twintig jaar alleen de Christelijke Jongelings vereenigingen, die hare leden eeas per week zoet genoegelijke avondjes bezorgden met een kopje slemp en ander rein genot, thans is van die aloude eerzame bescheidenheid niets meer te be speuren. De jeugd van tegenwoordig" eischt alle vraagstukken voor zich op, praat mee over economische belangen en heeft in de practische politiek een sterk geprononceerde meeting. Zoo zijn er jeugdorganisatles ontstaan, die zich socialistisch noemden, anderen gaven het communisme de voorkeur, ook waren er, die de anarchie wilden dienen (!!) en een groot aantal meer. En door de pedanterie der Ik-heidjes, die zich in welwillende ijdelhtid leiders" lieten noemen, a vanwege het alom gehuldigde principe der eerbiediging van een anders meening" ontstond er al gauw een scheuring en versnippering, een onderlinge naijver en vijandigheid, die zelfs Mefisto vele genoege lijke momenten moet hebben bezorgd. Ten slotte ontstond er een organisatie van jonge menschen, die alle braafheden in zich wilden verzamelen. Men moest, oni lid te kunnen worden: a. geen alcohol drinken, b. geen vleesch eten, c. alle tabak ver mij den, d. uiterlijk rein leven, e. revolutlonnair soci alistisch denken". De oprichters stonden zelf een oogenblik perplexed l Mooier kon het toch al niet. Edoch waarschijnlijk door de al te groote zwaarwichtigheid zakte de heele beweging, inclusief haar program, via de beenen van de leiders In de zich ontfermende schoot der aarde terug l De oorlog bracht een oogenblik een verfrlsschende koelte in deze heethoofdige warboel. De secundair-ethische broek j es, die o zoo anti-militairistlsch gedaan hadden, werden vóór en na soldaat, ja, gingen zelfs rangen bekleeden. Een oogenblik ontstond er een beteuterde stilte n oogenblik van twijfel, hier en daar zelfs van bezinning, maar toen begon het geharrewar frischer undfröhlichei"dan ooit te voren. Slechts de onderlinge ver deeldheid was wat erger geworden, men verspilde wat meer kracht voor onderlinge bestrijding en Mefisto sloeg zich op de knie, omdat hij dat luid schetterende volkje van de twintigste eeuw toch zoo gemakkelijk in zijn macht had. En het feit, dat de dienstweigeraars op het fort Spijkerboor in kasten verdeeld waren (op grond van hun min of meerdere ethica) die elkander absoluut niet appreci eerden, bewijst wel, hoe ieder weer met vuur zijn eigen standje verdedigt, en hoe weinig onder de jongeren het besef leeft van hun eigen strfjdleu ze, dat ieder mensen" is, d. w. z. dat we toch eigenlijk allemaal buiten onze wil in dit leven zijn terechtge komen, en dat we allemaal, goedschiks of kwaadschiks, worden voortgedreven door nzelfde |zeren noodwendigheid, die zich ten eenenmale niet verklaren laat. Want wanneer wij, gewichtigheidjes, onze oogen uitwrijven en we zien ons zelf in dat verband, als nietigheid) «s tusschen de ge weldig voortdraaiende tijden, die zich niets om onze smartjes bekommeren, dan lachen we eres gemoedelijk tegen elkaar en zeggen: Ik weet het niet, en jij weet het niet en we weten het allemaal met elkaar ook niet, maar het leven is geen pretje, welnu, laten we het mekaar dan tenminste zoo gezellig mogelijk maken. De onverklaarbare nood wendigheid brengt immers al genoeg beroerdlgheid. En als iemand dan meent, dat hQ iets gevonden heeft, wat het menschenlevcn kan vergemakkelijken, dan kunnen we er eens kalm over gaan praten, maar de kans, dat het weer mis zal zijn is de grootste, vooral voor ons, ervaringlooze jongeren! De factoren, dat ia Duitschland en Oos tenrijk de Europeesche Jeugdbeweging het eerst en het verst gecultiveerd werd, a dat deie landen zoozeer door de afloop van den oorlog vernederd zijn, hebben ge maakt, dat daar de geesten het eerst rijp werden voor een wereldjeugdorganlsatie, op grondslag van wederzQdsche waardeering en voor bij gaan van kleinigheden. Zoo is in Weenen deze organisatie ter wereld gekomen en gedoopt die Weltjugendllga". Deze bond, hoewel nog de symptomen dragend van jeugdige overschatting, en nog altijd schermende met relatieve begrippen van ware", beste", edelste", is tot het inzicht gekomen, dat het tijd wordt om ook in de jeugdbeweging datgene moet organlniseeren, wat de heele jeugd vereenlgt. De Weltjugendllga is voor de jeugdbe weging, wat Clarté" wil zijn voor de soci alistische partijen: au dessus de Ia mê.'ëe". Of er van deze organisatie op den duur kracht zal uitgaan, valt nog niet te zeggen. Zeker is, dat alles, wat uit de Centrale landen komt door de Entente landen met wantrou wen wordt beschouwd, hoezeer vaak ten onrechte. En van de democratische geest van Ame rika is hierin geen hulp te wachten. Men heeft daar sinds jaren een jeugdbond The Young Democracy". die in grondstellingen wel met de Liga overeenkomt, maar zich alleen beperkt tot het Amerlkaansch vasteland, en niet geneigd schijnt zijn houding voorloopig te wijzigen. Als verschijnsel vinden wedeWeltjugend liga van genoeg belang om er even bij stil te staan. De grond-gtdachten zijn deze: Zal een volgende oorlog voorkomen kun nen worden, dan moet de mentaliteit van de menschsn worden omgewerkt van nati onale naar internationale gedachte. En deze geestelijke ommekeer kan alleen uitgaan van de jeugd. Haar Inwendig doel is dus: Over winning van het materialisme door den geest. Haar uitwendig doel: 1. de bevordering van de ware volken bond (ter onderscheiding van de Patijsche). 2. de verstandhouding der volkeren te verbeteren, door de jeugd op te voeden tot menschenliefde, niet tot haat, 3. internationale geme:nschap der be schaving, waartoe zij als middel een eigen persbureau stichtte. Daar deze punten geen partijpolitiek of godsdienst raken en daar het bestuur der Liga gekozen zal worden uit alle landen, hoopt men de organisatie te verheffen boven natie, kerk en partij. Op het eerste congres, dat in vootbsreidlng is, zullen deze dingen nader besproken worden. Dan zal tevens een richtlijn worden vastgesteld, volgens welke het practische werk zal worden gedaan. Op dit congres hoopt men vertegenwoordigers van alle landen te verzamelen. In voorbereiding daar van zijn aanknoopingsDunten gezocht en gevonden in: Amerika, Engeland, Frankrijk, De aankomst van de verheugde tante die haar familie in lang niet gezien heeft Pasing Show .'; =2* ^ . *f* ttsu£,i5 iiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiniiiiMiiiiiiiiniiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiMHiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiitiiiiiHiiiiiiiuiiiiiiti Kunstwaardeering World De man die het stuk reeds een vorig maal gezien heeft MIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIKI Nederland, Denemarken, Zweden, Noorwegen, Dultschland, Zwitserland en Italië, en hoewel roet groote moeilijkheden ook met TztchoSlowakye, Hongarije en de Balkan. De idee der Weltjugendllga zal invloed hebben op de verdere jeugdbeweging, ook in Holland. Dat men het streven, om de kiezers van een bepaalde kleur te kweeken, en het opblazen van kleine ideaaltjes wat naar den achtergrond schulve e a op den voorgrond stelle het vormen van menseden met een brcede, cosmlsche blik. N. C. S. Het secretariaat der Welljugendliga Is ge vestigd : Annagasse 3 Wien I, waartoe vereenigingen en personen zich kunnen wenden. iiiiiiimimiiliiiiiiiiiiiliiilli 16e Jaargang 17 Januari 1920 Redacteur: K. C. DE JONGE Van Woustraat 112', Amsterdam Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, aan bovenstaand adres te richten. PROBLEEM (EINDSPEL) No. 235 VAN DEN AUTEUR J. LUTEIJN, GROEDE (Eerste publicatie) Zwart (4 schijven) 1 e 11 IC 21 26 31 3 41 4 4 ^ ', '~' * ' '^ '' '"? , ' ''','' ' : © _ ' - t«$ ' ' \ '? ' /, '? ? 'f% "^ .' '''' :,,} '* ?j '' >, / 5 l 15 20 25 3U 35 40 45 50 Wit (2 schijven l dam) Stand. Zwart: 21, 24, 33, 34. Stand. Wit: 41, 43, dam op 9. Oplossing over 4 weken. KAMPIOENSCHAP VAN AMSTERDAM (Slot) S. S e r l u i heeft een pover figuur ge maakt, hoewel zijn spel toch lang niet slecht is. Zijn kennis der openingen en eindspel is nog niet wat het wezen moet, terwijl in het middenspel de waarde der stelling niet vol doende getaxeerd wordt ea wat erger is, een goed opgebouwde stelling wordt vaak, na enkele zwakke zetten zoodanig, dat er niets meer aan te redden valt. O. J. B. van der Sleen kwam met slechts 5 punten aan en heeft hierdoor zeker wel bewezen de zwakste onder de deel nemers te zijn. Zijn kennis is absoluut on voldoende om met eenig succes aan een dergelijk tournooi deel te nemen. Bereke ningen falen en zijn tekortkomingen in de openingen, middenspel en eindspel zijn niet te benaderen. HQ zal zeer veel goed geana lyseerde partijen moeten doorspelen en vooral zich met sterkere spelers in verbinding moeten stellen. Wanneer wij b.v. den stand nagaan van de partjj die hij gespeeld heeft met Chr. Markus, dan blijkt daaruit maar al te duidelijk zijn zwak spel. J. S w a r t de oudste maar niet de minste der deelnemers. Wij kunnen welzeggeneen der veteranen op het dambord. Een de f trouwste bezoekers van zfn clubavonden en geroutineerd speler, die het tot 16 punten heeft kunnen brengen. Hij heeft zich vooral in de latere jaren nog vertrouwd gemaakt met de onregelmatige openingen. Hij ziet vrij diep en beoefent zoowel het positie- als comblnatiespei. W. van der Vliet is een veelbelo vende speler, maar vastheid ontbreekt hem nog. Wel ziet hij voldoende en hij durft iedere opening te aanvaarden, maar in het middenspel zijn .er nog vele momenten van twijfel en zwakte aan te geven. Hij moet zich hierin trachten te bekwamen. ZQn eindspelkennls is ook voor veel verbetering vat baar. Daarvoor moet hij de eindspelen van Blankenaar maar eens bestudeeren. NATIONALE DAMPROBLEMEN- EN OPLOSSERS-WEDSTRIJD. De Amsterdammer" wisselweds t r ij d e n. Bij het ter perse gaan van deze rubriek nebben wij drie problemen ontvangen. Het schijnt dat de Nederlandsche problemisten uitgeput zijn in het samenstellen van mooie oorspronkelijke problemen. De juiy zal zoo spoedig mogelijk met de beoordeeling aan vangen. In de volgende rubriek hopen wij den uitslag bekend te kunnen maken. COMBINATIE uitgevoerd door den Heer L. Prijs. Zwart (13 schflven) l 11 II 21 2t 31 3d 41 40 Wit (13 schqven) Stand. Zwart: 3, 12/16, 18, 19, 21. 23/26. Stand. Wit: 27, 28, 32, 34/40, 42, 45, 48. 37-31 32:41 27-22 34-30 40:7 41-37! 28-22 34-30 enz. 40.7 41-37 1. 2. 3. 4. 5. 6. 2. 3. 4. 5. 6. 25:37 23:43 A 18:27 43-34 B 25:34 A 21:43 18-27 B 25:34 43.34

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl