Historisch Archief 1877-1940
JP. 8823
Zaterdag 24 Januari
A°1920
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERNKAMP
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRÜGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.60 per regel plus 10 cent dispositiekosten J
INBOUDt Bladi. 1: Het verzoek om uitlevering
van den gewezen Dn.tsohen Keizer, door prof. dr.
Gr. W. Kernkamp. Bniteol. Overzicht: Kinderen,
door dr. W. G. O. Byvanok. De Volkenbond, '
' door Lord Bobeit Ceoil 2: Nederland en de j
Volkenbond, teekenicg van Jordaan. Krekel- '
zang door J. H. Speenhof. Verzen van ,
Dr. A. BohillingB. Boekbespreking, door dr.
f red. van Eeden. ~ 3: Ni<nwe Uitgaven. |
Ftnületotv. Pas da Lendsmain", door Harry. l
6: Voor Vionwen: Wat de Weak bracht, door Elis.
H. Bogge. Nn w (j het Kiesrecht bezitten, door
F. 8. van Balen-Klaa-, Wilde Haren, door Q. G.
Uit de Natuur: Winterbloti, door Jac. P. Thtjaae.
7: Knnstavond in den Hollandaohen Schonwbn-g,
door Top Naefl, met teekeniogan van Is. van Mens.
Schilderkunst-Kroniek, door Plasachaert. 8: De
Twee Reizen van Cosimo de Medici, door I. J.
Brugmana. Financiën in Economie, do:r J. D.
Santilhano. Onze hedendaagsche dienstboden,
teakening van Qeorge van Raemdonck. Boek
bespreking, door mr. H. Qiltay. 10: Uit het ,
Kladsohrilt van Jantje. Boeketje Bofistiek.'door
Geth. v. D. Onze Pnzzle. Bi'jsrtspoit, door
B. 11: Het Onts'ag van Eduard Verkade,
teekening T au Joh. Braakensiek. - Kleine Miiores,
door Minca Verster-BoschRdtz. 12: Spreekzaal.
Bijvoegsel: Het veizoek om uitleveriBg vanden
gewezen Dnitechen Keizer, teekening van Joh.
Braakensiek.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiMiiiimiiiiiiiiiiii
HET VERZOEK OM UITLEVERING
VAN DEN
GEWEZEN DUITSCHEN KEIZER
In de vijftiende eeuw zoo verhaalt
Huizinga ons in zijn Herfsttij der mid
deleeuwen" was er te Parijs een
hoofd der politie, dat zich bij het doen
van de ronde vooraf liet gaan door drie
of vier lustig blazende muzikanten; het
volk zei dan ook van hem, dat hij blijk
baar de boeven wilde waarschuwen:
gaat .op den loop, want ik ben in aan
tocht.
De Entente heeft in zeker opzicht
tegenover den gewezen Duitschen Keizer
eveneens gehandeld. Ook zij heeft hem
kennis gegeven, dat zij hem straks bij
de kladden wou krijgen. De lustig bla
zende muzikanten, die aan haar verzoek
om uitlevering voorafgingen, waren art.
227 van het vredesverdrag en alles, wat
in de pers over dit punt is geschreven.
Zij lieten de waarschuwing hooren: ga
op den loop, want het verzoek om uit
levering is in aantocht.
Vermoedelijk zou de gewezen Keizer
zich dit geen tweemaal hebben laten
zeggen, wanneer hij aan den haal had
kunnen gaan. Niet uit bravoure of uit
geringschatting van het gevaar, dat hem
dreigde, is hij te Amerongen gebleven.
Maar omdat hij niet anders kon.
Men moet aannemen, dat de
Nederlandsche regeering aan de Entente de
waarborg heeft gegeven, dat zij haar
ongenooden gast niet zou laten ont
snappen. Het vredesverdrag zelf wettigt
dit vermoeden. Wanneer in art. 227
wordt medegedeeld, dat de geallieerde
en geassocieerde mogendheden tot de
Nederlandsche regeering een verzoek
om uitlevering zullen richten, moeten zij
zich de zekerheid verschaft hebben, dat
dit verzoek aan het juiste adres zou
komen.
En gesteld, dat de gewezen Keizer een
poging had willen doen om te ont
vluchten waar had hij heen kunnen
gaan? Niet naar een der landen, die
Illllllllllllllllllllllllllltlllllllll
KINDEREN
Wanneer komt de tijd weer dat de
lentelucht vol zal hangen van violen, rozen en
liederen ? De wereld, thans, is stikvol van
problemen, problemen over wat heden te
doen, en problemen over de toekomst, pro
blemen over ideeën en problemen over
groepen van menschen, die m-t gedreig
dringen naar de oplossing van hun vragen.
Laten wij voor een verpoozing naar de kin
derkamer gaan.
Waar?
In het deftige Witte Huls dat het middel
punt is van de macht te Washington. Iemand
die graag z|n heele leven door een kind
had willen blijven en met kinderen heeft
willen Mijven meedoen, roept ons daarheen.
Nu wel is het niet juist naar de kinder
kamer alleen, maar naar de kamers en zalen
waar kinderen zich thuis gevoelen.
Toen Roosevelt, de oud-president der
Vereenlgde Staten, zich afvroeg of hfj niet
door het lot was bestemd om de opvolger
van Woodrow Wilson te zijn en Amerika uit
de hoogte der ideologiën weer terug te
brengen op Amerlkaanschen bodem, heeft hij
er aan gedacht, door een. verzameling van
eigen brieven aan zijn kinderen, zijn beeld,
zooals htj was en zooals hl] zich gaf, voor
het volk te brengen.
HIJ Is een resonneerende persoonlijkheid*
geweest, hij moest nu eenmaal geluid geven
met Duitschland oorlog gevoerd hebben.
Naar een ander onzijdig land? Maar ook
daar zou de Entente hem niet onge
moeid hebben gelaten.
Toch was er een land geweest, waar
heen hij, zoo het hem gelukt ware uit
Amerongen te ontsnappen, had kunnen
gaan en had moeten gaan: naar zijn
eigen land. Daar hoort hij thuis, niet bij
ons. Tegenover ons had hij de over
weging moeten doen gelden, dat hij ons
niet in moeilijkheden mocht brengen;
van een vlucht naar Duitschland had
een dergelijke overweging hem niet be
hoeven terug te houden. Het Duitsche
volk is mede verantwoordelijk voor het
misdrijf, dat hem ten laste wordt gelegd;
het drage dan ook zijn deel aan de ge
volgen daarvan.
Niet het beramen van een plan om te
ontvluchten zal echter den gewezen
Keizer in zijne nachten te Amerongen
wakker hebben gehouden; eerder de
zorg over de inrichting van het huis te
Doorn. Hij begon zich hier al burger te
gevoelen, vleide zich misschien met de
hoop, dat de Entente geen gevolg zou
geven aan het voornemen om hem te
recht te stellen; het is nog niet zoo lang
geleden, dat ook in Nederland velen
eraan twijfelden, of dit ooit zou gebeuren.
Maar nu heeft men zekerheid. De nota,
waarin de uitlevering wordt gevraagd,
is bij de Nederlandsche regeering in
gediend.
Op dit oogenblik kent men den tekst
van die nota nog alleen uit een uittreksel,
dat Reuter ervan heeft overgeseind; onze
Regeering heeft officieus doen weten, dat
zij, tegelijk met haar antwoord, den
volledigen tekst van het verzoek zal
mededeelen, indien bij de mogendheden, die
de nota opstelden, daartegen geen be
zwaar bestaat.
Over het formeele gedeelte van de
uitleveringsquaestie schreven wij hier de
vorige week. Voor zoover men thans
kan oordeelen, nu alleen het uittreksel
nog voor ons ligt, is het verzoek gedaan
namens alle geallieerde en geassocieerde
mogendheden; het is dan ook aan onzen
gezant te Parijs ter hand gesteld door
den secretaris van de vredesconferentie.
Van art. 227 wordt alleen gewag gemaakt
in de passage, waar de mogendheden
verklaren, dat zij den plicht hebben de
uitvoering van art. 227 te verzekeren.
Maar, zooals wij de vorige week reeds
te kennen gaven, bij de beantwoording
van het verzoek tot uitlevering heeft
onze Regeering zich om den inhoud van
art. 227 niet te bekommeren; zij behoeft
ook niet de vraag onder de oogen te
zien, of alle geallieerde en geassocieerde
mogendheden reeds uitvoering kunnen
geven aan dit artikel; zij heeft alleen te
overwegen, los van het geheele vredes
verdrag, of zij den gewezen Keizer mag
uitleveren aan hen, die hem opeischen.
Naar onze meening moet die vraag
ontkennend worden beantwoord. Het
in Nederland geldende recht laat de uit
levering niet toe; dit is meer dan eens
door onze beste juristen uiteengezet.
Maar staat men hier dan niet voor
een geval, dat in de bestaande wetten
niet kon worden voorzien? Geldt het
hier niet een daad van hooge interna
tionale politiek", waarvoor, door een
uitzonderingswet, nieuw recht kan wor
den geschapen?
Wederom, naar onze meening: neen.
Zoo men den gewezen Keizer uitlevert
volgens een nieuw geschapen recht, dat
dus niet bestond, toen hij als
vluchtelllllllllllllllllliiillllllllllllllllillllllillilllllllllllilllillligmilliiiiiiiiililiii
Bij een ander zou men het reclame hebben
genoemd; maar hij dacht door het overle
veren van zijn beeltenis in natuurlijke hou
ding aan zijn Amerikaansche medeburgers
n dienst te bewijzen.
De dood dien hfl nog niet zoo spoedig
had verwacht, heeft van de Letters to
hls children van Theodore Roosevelt
een soort van testament gemaakt. Het fami
liehoofd spreekt daar in; de grond van het
karakter openbaart zich in de eenvoudigste
betrekkingen van het leven.
Ik wou liever dat dit boek van mij be
kend werd dan eenig .ander ding dat over
mij werd geschreven", heeft hij kort voor
zijn verscheiden gezegd bij het verzamelen
en ordenen van deze documenten. Want zij
getuigen niets anders dan iets wezenlijks
van den President.
Zijn voortgaande en doorloopende levens
gevoel !
Als President schrijft hij aan zijn zuster
uit het Witte Huis (1903):
Wij hebben gisteren een heerlijke Kerst
mis gehad precies zooals wij er dertig
of veertig jaar geleden een thuis hadden
onder de leiding van Vader en Moeder. Om
7 uur kwamen al de kinderen aan ons bed
hun kousen halen met den terriër die tot
groot vermaak van allen in het midden van
het bed kroop. Ieder kind had schik in zijn
volgepropte kous.
Na het ontbijt gingen wij in optocht t aar
de zaal, waar op aparte tafels het grooter
speelgoed lag voor de kinderen. Ik geloof
niet dat er ooit in het leven een heerlijker
vlaag van opwinding en verrukking ons kan
overkomen, dan men tusschen zijn zesde en
veertiende jaar ondervindt, wanneer de
zaaldeur wordt geopend en men naar binnen
gaat om al de cadeau's in oogenschouw te
nemen die daar op z'n speciale tafel liggen
ling op Nederlandschen bodem kwam,
schendt men een rechtsbeginsel, dat voor
een ieder ten allen tijde mag worden
ingeroepen. Een rechtsbeginsel, dat vooral
de Fransche republiek niet mag willen
verkrachten, want het is opgenomen in
de Déclaration des droits de l'homme
et du citoyen van 1789: nul ne peut
tre puni qu'en vertu d'une loi tablie
et promulguée antérieurement au d
lit"niemand mag worden gestraft dan krach
tens een wet, die reeds bestond voor
dat het misdrijf was begaan.
Wanneer de mogendheden tot Neder
land zeggen, zooals in Qe Koopman van
VenetiëBassanio tot Portia:
Ik bid u,
Verbuig voor eens nu 't recht door uw
gezag;
Om waarlijk recht te do;n, pleeg luttel
onrecht"
dan moge onze Regeering, als Portia,
antwoorden:
Dit mag niet zijn. Geen macht kan in
Veneti
Een wettig vastgestelde wet verwringen;
't Wierd aangehaald als voorhield voor
't vervolg
En menig misbruik vond, na zulk een
voorgang,
Wel Ingang in den Slaat; het mag niet
zijn".
* *
Wij staan niet bloot aan het gevaar,
dat men onze meening over de uitleve
ringsquaestie zal toeschrijven aan sym
pathie voor den gewezen Keizer. Voor
een groot man hebben wij hem nooit
gehouden, ook niet in de dagen van
zijne grootheid"; sinds de onthullingen
van Kautsky en de openbaarmaking van
de briefwisseling tusschen Willy en
Nicky moeten zelfs zij, die hem vroeger
hebben bewonderd, tot het inzicht zijn
gekomen, dat zij zich deerlijk hebben
vergist.
Uit het boek van Kautsky is gebleken,
dat het dezen Duitschen Keizer geheel
ontbrak aan staatsmanswijsheid; dat hij
volkomen vermilitairiseerd en
vermajesteitiseerd was; dat hij ook persoonlijk
verantwoordelijk is te stellen voor de
misdadig lichtzinnige diplomatie van
Duitschland en Oostenrijk, die den
wereldoorlog heeft uitgelokt.
In de kantteekeningen, die Kautsky
publiceerde, komt hier«en daar reeds aan
den dag, welk een onoprecht karakter de
gewezen Keizer had; maar eerst ten
volle blijkt dit uit de briefwisseling van
Willy en Nicky.
De admiraal van den Atlantischen
Oceaan" is niet alleen een ijdele gek,
maar veel erger: een volkomen onbe
trouwbaar mensch. De Berlijnsche cor
respondent van de Nieuwe Rotterd.
Courant schreef onlangs, dat hij een
diplomaat deze conclusie had hooren
trekken. uit de brieven aan Nicky:
Keizer Wilhelm was dusgeen gentleman".
Inderdaad, dat was hij niet.
Maar wat hij dan ook wél moge zijn
de afkeer, dien zijne persoonlijkheid ons
inboezemt, mag geen invloed uitoefenen
op het oordeel over de uitleveringsvraag.
Zelfs de zekerheid die wij thans hebben,
dat op hem een zware verantwoordelijk
heid drukt voor het uitbreken van den
oorlog, mag dit niet doen. Nederland
moet niet vragen : wie is de man, wiens
uitlevering wordt verzocht? maaralleen:
heb ik het recht, hem uit te leveren?
Op die vraag moet het antwoord luiden :
neen. En dan moeten wij zelfs dezen
uitgespreid als een tooverland dat een wer
kelijkheid is geworden."
Het kinderleven moet tot een natuurlijk
feeënland worden gemaakt en zooveel mo
gelijk van de vrije, open schepping moet
daarin zijn plaats vinden. Ieder kind heeft
zijn lievelingsdieren en verlangt dat de
gansche familie deelt In het lief en leed van
zijn beschermelingen. Soms komt er een
met een biggetje of een slang aandragen
in de werkkamer, als de President er zijn
raadslieden ontvangt.
Is de Moeder voor een korten tQd van
huls, dan speelt de President voor Moeder,
hij leest voor en hij vertelt aan de kinderen,
wanneer zij naar bed gaan. Hun spelen met
den massieven Vader is iets ruwer dan zij
het zouden wagen met mevrouw de Presi
dente. Want hij moet er op zijn verdacht
met kussens gebombardeerd te worden op
de trap, wanneer hQ 's avonds naar boven
komt. Dan heeft er dikwijls een wilde jacht
plaats door de zalen en gangen van het
uitgestrekte gebouw, en eerst wanneer hij
ademloos wordt, bezint zich de President
of hij wel geheel naar de verelschte etikette
handelt. Om later, als de kinderen ouder zijn
geworden, te gevoelen hoe zij hem niet meer
meeslepen in hun spel; hij is te oud geworden
voor de kameraadschap en zou nog zoo
gaarne kameraad zij r!...
Al die verheugingen en avonturen worden
meegedeeld door den vader in brieven aan
de afwezige kinderen om de gedachte aan
huis levendig te houden. Zij staan vol teeken
krabbels; ieder van de kleinen en elk van
de dieren figureert daaronder.
Wanneer nu vader en moeder samen op
reis zijn, dan komt een heel verhaal zoon of
dochter op de hoogte brengen der historie
van de familie hoofden.
man onder de bescherming van het in
ons land geldende recht stellen.
Maar indien de mogendheden ons
zouden dwingen tot de uitlevering,
wanneer wij die weigerden?
Laat ons dit afwachten. Zoo ver zijn
wij nog niet. Wij gelooven ook niet,
dat het zoo'n vaart zal loopen.
En als de gewezen Keizer niet een
erbarmelijke lafaard is, zal althans hij
het niet zoo ver laten komen.
Hij mist het recht om ons voor de
keus te stellen: door bedreiging of dwang
te doen, wat wij als onrecht gevoelen,
of: ons om zijnentwille te verdedigen
tegen een overmacht. Van het Duitsche
volk zou hij mogen vergen, de nood
zakelijkheid van die keus te aanvaarden ;
niet van het onze.
Onder de Stichtsche en Geldersche
edellieden, wien het voorrecht te beurt
valt den gewezen Keizer door hunne
conversatie te mogen opvroolijken, zullen
er wel zijn, die de geschiedenis van
Jan van Schaffelaar kennen. Laat zij aan
Wilhelm van Hohenzollern aanraden, dit
voorbeeld van zelfopoffering te volgen.
Zpodra de Entente Nederland bedreigt,
biede hij zelf zich aan: hier hebt gij
Jan van Schaffelaar!"
KERNKAMP
Minimum iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit umi
DE VOLKENBOND
door LORD ROBERT CECIL
Het is ons zeer aangenaam, hier In Nederl.
vertaling een artikel te kunnenpubliceeren, dat
Lord Robert Cecil
voor de Amsterdammer heef t willen sctirtf ven.
Onze lezers zullen vooral over den Volken
bond gaarne de meening vernemen van dezen
bekenden Engelschen staatsman uit het ge
slacht Sallibury, sinds 1906 lid van het
Lagerhuis en die daarin thans een onaf
hankelijke en bijna eenlge positie inneemt.
O/schoon van conservatieve richting wordt
Lord Robert Cecil om zijn persoonlijke
eigenschappen bizonder hoog geschat; met
name Is hij ook bij de arbeiderspartij zeer
gezien. Tijdens den oorlog was h(j een tijd
lang blokkade-minister. Hij is een even hoog
staande als gematigde figuur.
Gedurende de vredesonderhandelingen hee't
hij een leidende rol gespeeld bij het ont
werpen van het Volkenbondsverdrag. Thans
staat hij vooraan onder hen, die het belang
van dien Bond aan de wereld verkondigen.
Red.
* .'
Spoedig nadat de
vredesconferentie te
Parijs bijeen was ge
komen, werd het voor
ieder duidelijk dat zij
gelijk hadden, die
meenden dat er geen
hoop op een
duurzamen vrede was,
wanneerer geen. Vol
kenbond" werd ge
sticht. Zulk een vrede
kan slechts tot stand
worden gebracht,
wanneer met de bil
lijke aanspraken van
alle erbij betrokken
partijen op onpartijdige wijze rekening wordt
l.ord Robert Cecil
Het was in 1905. De Junimaand was in 't
land.
Roosevelt had een tijd van Inspanning
achter zich omdat hij den vrede tusschen
Rusland en Japan wiide bewerken. Dat had
moeite gegeven met dt zegevierende Japan
ners die zich de vruchten van hun overwin
ning zagen ontgaan, en ook de Russen waren
niet gemakkelijk te behandelen. Maar eindelijk,
onder stipte geheimhouding en met veel
geven en nemen van belde kanten, was het
den President toch gelukt den een en den
ander van de krQgvoerenden tot een samen
komst te bewegen in Amerika. Nu kon hij
veel overlaten aan hun directe ge
sprekken. Hij voed, hij had een vacantle
verdiend.
Met zijn vrouw samen ging hij naar Pijnen
burg, een optrekje, niet zoo erg ver van
Washington. Zrj hadden de hulp van vrienden
uit de buurt, maar het rechte geluk was,
geen andere menschen om zich heen te heb
ben en alleen van zich zelf afhankelijk te
zijn.
Den heelen dag voor ons zelf l 's Mor
gens bakte ik ham en eieren, terwijl Moe
der het water aan den kook en de tafel
in orde bracht. Het ontbijt was een
compleet succes. Moeder waschte de borden
en deed bijna al het werk, terwijl ik met
allerhande bezig was. Het mooie van het
huis is de galerij, zij is breed en het was
een geluk daar op wiegelstoelen te zitten en
overdag de vogels te hooren en 's avonds
de uilen en het kleine boschvolk.
's Zaterdags avond braadde ik twee kippen
voor het diner wij hadden maar twee maal
tijden per dag, omdat het borden wasschen
zooveel tijd wegneemt, Moeder zorgde voor
de thee en wij aten kersen en wilde aard
beien. Erg trotsch was ik dat Moeder de
gebraden kip zoo lekker vond en nu einde
lijk moest toegeven.dat wat jullie, kinderen,
gehouden en het was immers niet te ver
wachten, dat de door den wereldoorlog in
het leven geroepen vraagstukken onbevoor
oordeeld zouden worden opgelost door hen,
die enkele maanden tevoren nog wanhopig
hadden gevochten voor hun nationaal be
staan. Daarmede zou een te hooge eisch
gesteld worden aan de menschelQke natuur.
Maar indien een Volkenbond werd ge
sticht, zouden alle onbillijke bepalingen van
een verdrag, dat gesloten was in een atmos
feer, nog zwanger van de hartstochten van
den oorlog, kunnen worden besproken en,
zoo ttoodig, gewijzigd door de leden van
dien Bond. Afgezien van zijn andere func
ties was de B <nd daarom een essentieel
bestanddeel van het vredesverdrag -en was
het noodzakelijk, dat de onderteekenaars
van dat verdrag over dien Bond van ge
dachten wisselden en het erover eens werden.
Juist omdat de Bond niet los was te maken
van het vredesverdrag, kon de discussie
erover niet worden uitgesteld tot een meer
gelegen tijdstip. Er is een Engelsen spreek
woord, dat luidt:
The Devil was sick, the Devil a monk
would be;
The Devil got well, the Devil a monk
was hè."
Europa, de geheele wereld was destijds
verbijsterd door wat er in den oorlog ge
beur a was. Staatslieden en militairen waren
er diep van overtuigd, dat er iets gedaan
moest worden om een herhaling van zulk
een oorlog te voorkomen. Het zou misdadig
geweest zrjn, als men die gelegenheid had
laten voorbijgaan; en zij, die erop aan
drongen dat de Volkenbondsovereenkomst
in het vredesverdrag zou worden opgeno
men, behoeven er niet aan te twijfelen of
zij daar goed aan gedaan hebben, hoezeer
rfj het ook zullen betreuren dat zij daar
door de medewerking der onzijdigen moesten
missen. Zeker, dit heeft den Bond aan nog
meer kritiek blootgesteld; maar de meesten
van hen, die op uitstel aandrongen, deden
dit omdat zij hoopten daardoor de stichting
van den Bond te verijdelen, en hunne teleur
stelling over het niet gelukken van deze
poging maakt hen thans tot verbitterde
vijanden ervan.
Van het oogenblik af, toen het eerste ont
werp van den Bond werd bekend gemaakt
- in Februari 1919 - heeft hij bloot ge
staan aan de aanvallen van critici, die vogels
van de meest verscheiden pluimage bleken
te zijn.
Een van de meest voorkomende vormen
van kritiek was deze: de ervaring heeft ge
leerd, dat de Bond moet mislukken, omdat
men reeds dikwfls getracht heeft zulk een
Bond te stichten, en altrjd tevergeefs. Maar
dit is volkomen onwaar. Men heeft wel al
tijd naar een Volkenbond verlangd, maar
tot dusverre nooit een werkelijke poging
gedaan om hem op te richten. Vraagt mea:
waarom? dan kan ik alleen antwoorden:
omdat de nationale zelfzucht altijd te sterk
is geweest. De verschrikkingen van deien
oorlog waren noodig om aan de volken de
overtuiging bQ te brengen, dat zij, evenmin
als menschen, alleen voor zich zelf kunnen
leven.
Andere critici weer beschouwen den Bond
als een hersenschim van Wilson, of,
wanneer ze een buitengewoon levendige
verbeeldingskracht hebben als het resul
taat van de slinksche en geheime plannen
der Engelsche diplomatie. Toch is de Bond
geen van beide. Door hem tracht de ge
martelde en verbijsterde wereld zich te be
vrijden van de eeuwige bedreiging van den
grootsten geesel der menschheid.
Na lederen grooten oorlog heeft men ge
zocht naar iets, wat een herhaling ervan
zou kunnen voorkomen, en als dat verlangen
nu dringender en krachtiger is dan ooit te
voren, dan komt dat door den reusachtigen
omvang van de rampen, die we doorstaan
hebben. Niemand onzer, pok zij niet, die in
de nauwste aanraking zijn geweest met de
werkelijkheid ervan, zal de catrastrophe In
al haar verschrikkelijkheid kunnen schilde
ren. De verwoeste streken van Frankrijk
van mijn braadtalent had gezegd, de volle
waarheid was."
En is dit alles ? Spreekt dit boek alleen
van mooie gezellige dagen en van huiselijk
geluk, dat lang geleden is heengegaan naar
de stille grauwe wateren van het verleden ?
Er zijn ook lessen in. Ltvensspreuken worden
gegeven.
De vader raadt den zoon, wanneer hfj de
keus moet doen van een betrekking. De
jongen wil den militairen weg op. Maar zal
hl daar in dien vredestijd, een toekomst
vinden?
,,Ik heb groot vertrouwen in je," schrijft
hij hem. Ik geloof dat je de bekwaamheid
en, bovenal, de energie hebt met het door
zettingsvermogen en het gezond verstand
om je weg te maken in het burgerlijk leven.
Dat er harde tijden voor je zullen zijn en
groote teleurstellingen, dat spreekt van zelf,
maar wat is dat anders dan te zeggen dat
je het algemeene lot zult deelen?
Vooruitkomen in het leger zal van ver
schillende omstandigheden af hangen. En het
zou bepaald een ongeluk zijn, wanneer je
de armee of de marine voor je loopbaan
zoudt kiezen en dan moest bemerken dat je
een vergissing h ad t begaan.
Je moet daar niet aan beginnen, wanneer
je je niet echt en zeker tot het militaire
leven voelt aangetrokken als levenswerk.
Mijn opinie is dat een mensen alleen dan
voornamen k goed werk doet, wanneer het
iets is dat hij zijn blijvend werk wil maken
en dat al zijn belangstelling heeft."
Zijn het geen kranige jongens?" zeide
Roosevelt tot den man die met een bedrukt
gezicht hem wou komrn condoleeren bij
den dood van den lieveling Archie, uit het
vliegtuig gevallen. Van drie zoons twee in
het hospitaal en n dood l"
W. G. C. BYVANCK