De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 24 januari pagina 2

24 januari 1920 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 24 Jan. '20. No. 2222 NEDERLAND EN DE VOLKENBOND Teekeninglvoor de Amsterdammer" van ordaan Meevaren of achterblijven? miiiuiiiiiiiututinmiitnmiiii imittiiiittiiiiiiiuiuiiiiiitiiiiniiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii en BelgiëIn hun troostlooze verlatenheid spreken tot onze verbeelding. Maar al lezen w| ervan, wij kunnen ons geen voorstelling ervan maken wat de hongersnood in Rus land, in Polen, In Oostenrijk en zelfs in Duitschland eigenlijk beteekent. Het bloed bad in Armeniëen Syriëblijft maar een woord voor ons. Als ons verteld wordt, dat tweederde van het Armenische volk is om gekomen, dan is dat «en ramp, die ons begrip ver te boven gaat. Zelfs de betrekkelQk kleinere onheilen, ?waar wQ dichter bij staan, kunnen wij niet gemakkelijk met den oorlog in verband brengen. In heel Europa zien wij economi sche ellende en ruïne. Wij zien het en toch is het voor ons geen ramp van dezelfde soort als de andere verschrikkingen van den oorlog. Het valt ons moeilijk te reallseeren, dat dezelfde oorzaken, die in eigen land de prjzen opdrijven, tezelfdertijd gebrek en xclfs hongersnood verwekken In menig ander land, en dat de onrust en woelingen in de industrie hier of in Holland haar tegenhanger vladen in een revolutie elders. Laten we ons niet bedriegen". Deze dingen worden aan allerlei oorzaken toegeschreven. De n zoekt die in de fouten, die de Re geeringen van de groote Mogendheden be gaan hebben dat is nu eenmaal dége woonte van Regeeringen l Een ander geeft schijnbaar aannemelijker redenen op; maar ia laatste instantie is de oorlog telt de oortaak van al deze rampen. Laten dichters en geschiedschrijvers ons niet blinddoeken. Ia stilzwijgende overeenkomst verheerUken zQ, ook nu nog, de glorie van het slagveld en bedekken de afschuwelflkheid ervan. De waarheid is, dat de oorlog altQd zulke gevolgen heeft teweeggebracht, meer of minder in 't oogvallend naarmate van den omvang van den strijd, en ook in de toekomst zal dit altijd het geval zijn. Zonder vrees van tegenspraak mag men beweren dat een volgende oorlog nog oneindig verschrikkelijker cal zijn dan deze, en iedereen, die in de Volkenbondsovereenkomst van Par?s gelooft, is gerechtigd aan den criticus te vragen: .Wat stelt gij dan voor, als dit ontwerp u niet bevalt?" HIJ mag dit vragen, en hij heeft recht op een ant woord. Want n ding is zeker dat er geen mensen hier op aarde is, tenz| een misdadiger of krankcirinige, die thans geen mogelijkheid zou willen vinden om de wereld in de toekomst te behoeden voor een her haling van deze ramp. En even vrijmoedig mogen we verklaren, dat niets slechter kan uitvallen, dan de resultaten van het tegenwoordige systeem. Daarom heeft men nog niet te gelooven in de komst van een Duizendjarig R ([k dat zou lichtvaardig optimisme zijn en dat is niet goed. Maar een lichtvaardig pessimisme lllllllllllllllltlllllllllllllllllllllMIIIIIMIIIIIIIIIIHIIIHIIUmilHllllimiflIIII BOEKBESPREEKINO QABRIEL SCOTT, Visscher Markus LUDWIO FINCKH, De Rozendokter Vertalingen door Mevr. M. van Vloten Mevr. KOOY VAN ZEGGELEN, Onder worpenen. VALBORG ISAACHSEN, In het Heiligdom Deeze werkjes behooren tot wat men Epische Kleinkunst" zou kunnen noemen. Een genre dat op dit oogenblik zeer gewild en populair is. Guy de Maupassant is er de eerste meester in. In Amerika is de Slort Story" de best betaalde schrijfkunst. Het is een kunst die zijn welbepaalde eischen heeft, eevenals het drama. Vroeger nam men een dikke roman ter hand met het voorneemen er lederen dag een half uur in te leezen. Op die manier wetkte men zich door serieëti boeken heen, als een mijt door de kaas. Wilhelm Meister, Saartje Burgerhart, de langademige werken van Georg Eliot, Dlckens, Thackeray, Zola werden aldus stelselmatig verwerkt. Tnans Is men daartoe te ongeduldig. Men wil telkenmale als men een boek opneemt ook tot een slot koomen. Er valt zooveel te onthouden van den eenen dag op den anderen, dat men het geheugen is nog erger. En wij bevinden ons tegenover een toestand, die, indien er geen krachtige maatregelen worden genomen, Ineenstorting van het geheele gebouw der beschaving doet vreezen. Maar wat we ook doen, we zullen rekening moeten houden met een oppositie, 't zij passief of actief, van verschillende machten, o.a. van de enkele reactionairen, die er nog zijn in de kanselarijen en kabinetten van Europa. Voor hen ben ik niet bevreesd, want ik ben overtuigd, dat hun aanhang onder de massa van het volk gering zal zQn. Maar wQ zullen de veel gevaarlijker tegen werking te bestrijden hebben van hen, die zeggen dat zQ wel voelen voor de idee van een Bond, ma u niet van dezen Bond. Niet zonder kennis van zaken wijzen zQ op verschillende bepalingen in het Volken bondsverdrag, die, naar hun zeggen, inbreuk maken op de nationale souvereiniteit, of anders aan den Bond alle beteekenls zullen ontnemen. Het ne oogen blik protesteeren zQ tegen elke poging om de bewapening van onafhankelijke volken te beperken, en het volgend oogenblik beweren z\, dat men weinig of geen resultaat cal zien van de ontwapeningsartikelen van den Bond. ZQ eischen toornig dat aan geen volk de wet zal kunnen worden voorgeschreven door de stemmen van de andere volken; en wanneer men hen er op wijst dat door den Bond juist eenstemmigheid wordt geëischt voor bijna alle belangrijke besluiten, dan draaien zij de zaak om en zeggen: Hoe nutteloos zal jullie Volkenbond dan zijn!" Zulke tegenstanders zrjn niet te overtuigen, omdat ze niet overtuigd willen worden; het zou bok volkomen nutteloos zQn om soort gelijke kritiek op den Volkenbond te beant woorden. De Commissie voor den Volkenbond in Parijs en zij was een lichaam van groot gezag heeft haar best gedaan om de be zwaren van alle voor rede vatbare personen onder de oogen te zien. In deze commissie waren 14 Mogendheden vertegenwoordigd; zij telde onder haar leden den President van de Vereen. Staten, den nieuw gekozen Pre sident van Brazilië, de eerste Ministers van Italië, Griekenland en Czecho-Slovakië, een voormaligen eersten Minister van Frankrijk, den tegenwoordigen Minister van Buitenlandsche Zaken van Italië, benevens andere Ministers, oud-Ministers en Gezan en. WQ hebben dikwijls vergaderd en het Volken bondsverdrag artikel voor artikel, woord voor woord nagegaan. Wij kregen gedaan, dat het eerste ontwerp van het verdrag ge publiceerd zou worden, zoodat iedereen, die dit wenschte, ons met zijn raad zou kunnen ter zijde staan. Wij riepen vergaderingen van onzijdlgen bijeen, waarheen Nederland zeer hoogstaande en zeer invloedrijke vertegenUIIIIIIIIIIHIIIlIflMMIIIllllUIIIIIII IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII niet nog extra belasten wil met serie-ver halen. Men wil een tooneel-spel afzien, als het maar niet te lang is, en een verhaal uitleezen, in n trein-reis, of in n verlooren uur. En de schrijvers schikken zich en voldoen aan de vraag. Er is, ook in ons land, nooit zooveel goede Kleinkunst" geschreeven als thans. De twee eerstgenoemde boekjes zrjn ver talingen uit het Noorsch en uit het Dultsch. Maar het zijn vertalingen die misschien beeter zQn dan het orinigeel. Vooral vlsscher Markus Is in zulk leenig, pittig en rijk Hollandsen geschreeven dat het boekje, in deeze vertaling, een plaats verdient in de Nederlandsche literatuur.Alleen om de uitmuntende vertaling zou men het boekje willen aanbeveelen, het is blijkbaar met zoo innig welgevallen in onze taal oovergebracht dat het een her-schepping" mag genoemd worden. Het is de geschiedenis van een Noorschen visscher, eenvoudig en sober verhaald, met een prettigen humor en met genoeg wijsheid om het hier en daar wat al te groot optimisme dragelijk en verklaarbaar te maken. Geen wonder dat dit boekje geliefd en populair is, bij de bewooners van het kille en barre land tusschen de hooge bergen N.V. PAERELS Meubileering Mu COMPLETE MEUBILEERING -: BETIMMERINGEN : Rokin 128 Telef. 4541 N tllllllllllllllllllllliilllllltllllllllllluifllllllllllllllliuilllllllllllllllllllllllll woordigers afvaardigde. Die bijeenkomsten met de vertegenwoordigers der neutrale mogendheden waren mee de interessantste, die ik ocit heb bijgewoond en vele belang rijke kwesties hebben wrj met hen besproken. Toen wij hunne meeningen gehoord hadden, herzagen wij het Verdrag en namen daarin een zeer groot aantal wijzigingen op, die zQ hadden voorgeslagen. Maar ook deze poging om eerlijke be zwaren te «ondervangen kon - de bovenge noemde critici nog niet bevredigen. Tot hen zou ik alleen dit nog willen zeggen: Nie mand veronderstelt dat het verdrag vol maakt Is. Er gebeuren geen wonderen meer, en het zou een wonder geweest zijn, als een overeenkomst, gesloten door een groot aantal onafhankelijke mogendheden, vrij zou zfln gebleven van de fouten, die elk com promis aankleven. Maar ik zou er dit aan willen toevoegen: de Commissie voor den Volkenbond heeft oprecht en krachtig haar best gedaan om alle redelijke kritiek en bezwaren te ondervangen. Wat ten slotte tot stand is gekomen, is geen volmaakt ding; maar dit was ook niet de bedoeling; men wilde slechts een levend organisme scheppen, dat, naar ik hoop en vertrouw, zal groeien en zich aanpassen aan de func ties, die het zal moeten verrichten. Daarmee bedoel ik niet, dat wij er dadelijk groote veranderingen in zullen maken. Maar wanneer de Bond een tijdlang gewerkt heeft en wij ondervinding hebben opgedaan van de moeilijkheden der praktijk, dan twijfel ik niet of wij zullen zonder aarzelen de noodige ver anderingen aanbrengen. Ik zelf echter geloof niet dat vele of belangrijke veranderingen gewenscht zullen zijn. De voornaamste trek ken van het verdrag en van de organisatie die er door in 't leven wordt geioepen, zijn nooit aangevallen. Algemeen schijnt men het er over eens te zQn, dat de Bond tot organen moet hebben een kleinen Raad van vertegenwoordigers der regeeringen en een grootere Vergadering van vertegenwoor digers der volken. Nu beweert men, dat deze groote Vergadering eigenlijk te klein is en te weinig een vertegenwoordigend karakter heeft. Dit is nu juist een soort van kritiek, waarvoor wQ niet doof behoeven te blij ven, als zQ op goede gronden blijkt te berusten. Zoo is ook het meer democratisch maken van de Vergadering en de verhooging van den democratischen invloed In den Bond n van de veranderingen, die naar mijn meening behooren, en ik zou wel durven zeggen: zullen worden aangebracht. Insgelijks zegt men, dat het organisme van den Bond voor arbitrage en verzoening het in der minne schikken van geschillen door wettelijke besluiten of politieke overeen komsten gebrekkig en onvoldoende is. DU is in zooverre slechts waar, dat de Overeenkomst den Bpnd vrij heeft gelaten om zijn organisme voor rechtspraak en ver zoening geleidelijk uit te bouwen. Ik ben n van degenen, die meent n, dat zoo spoedig mogelflk een Hof van Internationaal Recht moet worden ingesteld, en ik ver trouw, dat dit n van de eerste constiuctieve maatregelen zal zQn, waartoe de Ver gadering haar toestemming zal geven. Nogeens, niet alleen de voornaamste trekken van den Bond zQn nooit aangevallen, maar niemand het ft ook een ernstige kritiek laten hooren op de wijze in 't algemeen, waarop men zich voorstelde dat de Bond zou werken. Algemeen geeft men toe, dat zijn eigen lijke doel moet zijn: te beletten dat er een oorlog uitbreekt voordat elk ander en beter middel om internationale geschillen te be slechten, is beproefd; en dat, om dit doel te bereiken, wij ons moeten kunnen ver laten op een wel ingelichte en .georgani seerde openbare meening. M;t andere woor den, wQ moeten zorgen, dat in een inter nationaal geschil beide partijen vrijuit hun meening kunnen zeggen, zoodat de heele wereld kennis kan nemen van den aard van het geschil en zich een meening erover kan vormen en zoo noodig, daarnaar han delen , wie gelijk of ongelijk het f t. Zoo Is ledereen er ook van overtuigd, dat internationale samenwerking op alle moge lijke manieren moet worden bevorderd; dat er een organisme moet geschapen worden voor de behandeling van internationale arbeldskwesties en dit organisme heeft op de Conferentie te Washington reeds merkwaardige en aanmoedigende resultaten opgeleverd ; dat er Insgelijks een organisme moet komen voor de verbetering van de hygiënische toestanden, voorde bescherming van inboorlingen, door het mandaten-stelsel of op een andere wijze; voor de uitwlssching iiiiiiiiiiintiiiii en de stormende zee. Het is een eerlijke pooging den mensen met zijn hard lot te verzoenen. Toch zal men het niemand euvel kunnen dulden als hQ dit armelijk bestaan op de dorre rotsen, waarbij de gansche dag opgaat in kabeljauw en schelvisch, in kooken, bak ken en ploeteren In een klein rotsen tuintje niet geschikt vindt om den mensch tevreeden te maken met zijn lot. Op vijftig jarigen leeftijd is de tobber uitgeput, en wij bewonderen zijn vroom geduld, maar benijden hem niet. De Rozendokter Is een dergelijk boek, als troost bedoeld. Er is ook humor in, en er is ook wijsheid en liefde, meer dan In het schrale leeven van den om zijn bestaan kampenden Noor. Maar het Noorsche boek in zijn schitterende vertaling is toch eigen lijk een zuiverder kunstwerk. De Rozen dokter is romantiek en een liefdesgeschie denis met al de gevaren van dien. Zóó heb ik je lief, dat Ik geen invloed van den tijd op je zag, geen anderen, dan dat je mij altijd dierbaarder, altijd liever werd". Jawel, waar heb ik dat meer gehoord? Er moet wel Iets van waar zijn, maar zoo heel erg waar lijkt het toch ook niet. Men van zulke vlekken op de beschaving als de handel in blanke slavinnen, in opium en andere achadelQke verdoovingsmiddelen, en het tegengaan van den handel in wapens en ammunitie, voor zoover die slechts wordt gedreven met bet doel om den fabrikant voordeel te bezorgen. Bovendien, de enkele bezwaren die tegen de voornaamste beginselen van het Volken bondsverdrag worden ingebracht, berusten dikwijls op een misverstand. Zoo heb ik het verdrag zien aanvallen, omdat bet de leden van den Bond beschermt tegen een aanval van buiten op hunne territoriale integriteit of politieke .onafhankelijkheid. Deze critici gaan uit van de veronder stelling, dat deze waarborg beteekent, dat alle thans bestaande verdragen endegrensregelingen van leder land voor altijd vast zullen staan. Niets is minder waar. Ik voor mij geloof, dat de poging om de grenzen van elk volk voor altQd vast te leggen in den vorm van ijzeren verdragen, de voor naamste oorzaak van de oorlogen is geweest. Het eenige, wat het Verdrag bepaalt, is, dat een noodzakelijk gebleken verandering niet dooi geweld, maar door gemeenschappelijk overleg tot stand moet komen. Elke Volken bond zonder een dergelijke bepaling zou een bespotting zijn. Het Verdrag komt den critici nog meer tegemoet, want voor't eerst sinds menschenheugenis schept het een organisme, waardoor verdragen gewQzIgd kunnen worden zonder Internationale moeilijkheden. Er is nog een trek van het Verdrag, die te dikwijls over het hoofd gezien wordt, hoewel bijna iedereen met deze bepalingen in stemt: aan de geheime diplomatie geef t het den doodsteek, doordat het bepaalt, dat Verdra gen niet van kracht zullen zijn, voordat zQ zullen zijn geregistreerd bij den Bond, en openbaar gemaakt; en het heeft bovendien, in den Raad en de Vergadering, organen geschapen, waarin openbare discussie in de plaats zal treden van de vroegere geheime onderhandelingen. Ik heb het reeds gezegd, en ik herhaal het: het Verdrag is niet volmaakt. Indien tot nu toe echter geen ernstige aanval Is gedaan op zijn inrichting en organisatie, noch op de algemeene wijze, waarop, en de principes, volgens welke het te werk zal g» a n, en Indien men in hoofdzaak toegeef t, dat zQn organisatie en werkwijze in een richting sturen, die kans biedt den oorlog vooitaan te voorkomen dan kan er, volgens mi}, geen twflfel meer bestaan, of alle volken der wereld zullen goed doen een proef te nemen met dit werktuig. Twee en dertig staten hebben de Overeen komst te ParQs geteekend; nog zes andere hebben den wensch te kennen gegeven, toe (e treden tot den Bond. Wij willen geen staat dwingen zich aan te sluiten, maar wQ hopen en gelooven, dat de Volkenbond zich over de geheele wereld zal uitstrekken en een ware familie van volken zal vormen, waarvan alle volken lid zullen zijn. Maar, indien er volken zQn, die meenen, dat zQ zich niet moeten aansluiten, dan zullen de anderen er toch mee voortgaan, want als dit Volkenbondsverdrag op een mislukking uitloopt, dan kon het wel eens weeën, dat zich geen gelegenheid zou voor doen om het door een ander te vervangen. Wat zijn gebreken ook mogen zijn, het is een organisme, waardoor wij bfl inter nationale aangelegenheden samenwerking In de plaats kunnen stellen van wedijver; het geeft vorm en vastheid aan het principe, dat een aanvallende oorlog een misdaad is tegenover de menschheid; het dwingt tot aanvaarding van de leer: geen annexaties door verovering, en, wat van het allergrootste belang Is, het predikt van de daken, dat de welvaart van elk volk afzonderlijk onmis baar Is voor den voorspoed van alle. En dit zijn begrippen, die ledereen ter harte moeten paan, die de menschheid lief heeft en gelooft in het Christendom. Lijk 't vrome kind in zoeten Meiemaand Elk avond gaat naar stille bidkapel, Met bloe n en groen zQn Moeder 't eeren waant. Opdat 'tzQn zond en leed met smart vertell'. DE MENSCH Ziet den mensch in al zijn hoogmoed Hoort zijn onvervaard gebral Waant hij zich niet oppermachtig In het mateloos Heelal? Ziet zijn laffe onbeschaamheid Hoort zijn al-bevelend woord, Hoort hem eischen, hoort hem richten . En aanschouwt zijn broedermoord. Alles weet hij, alles kent hij Hij is meester, hij regeert ... Over ziel en stof en leven Hij veroordeelt en onteert. Ziet hem gekkenhuizen bouwen Neven de gevangenis, Klaar voor wat het meest krankzinnig En het meest misdadig is. Hoort hem vloeken en verwensenen Hij is heerscher, zonder God, Niet een leidend Opperwezen Maar hij zelf beschikt zijn lot. Wel weet hij zich naaktgeboren En zijn laatste schuit van hout, In zijn angsten voor het teven Hult hij zich in staal en goud. Ziet den mensch, den albestierder Ziet zijn bliksemmend gebaar, Merkt zijn onverdroten willen Hoort den opper-donderaar. En terwijl hij felle weiten ? Bijtelt in een blok graniet, En terwijl hij om zijn geldkast Bronzen pantserplaten giet Wassen, stijgen de rivieren Regendruppels vallen neer. Ziet daar staat hij, arm en angstig Mensch is hij daar en niets meer. J. H. SPEENHOFF uiiiiiiuttiiiiiutiiiuiiiiiiiuiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitiiiiiiiiuimiiiiiitM DEVQ Geur/ge Sigaar FABRIKANTE N. V. D1EVENBACH'» Holl. Sigarcnfabritk UTRECHT iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimitHwiHiiiiiiiiiHiitiiiiiimiiiiittitmiiiiiiiiiiiHii} Het is des menschen lot steeds weer tekeeren Naar 't uitgangspunt van onvervuld be[ geeren, Te lijden voor wat is en toekomst brengt. Want eeuwig is wat 't levend hart bëengt. Vergeten is slechts even zich verbergen Voor 't vuur, dat traagzaam reinigend verzengt. II Hoog op de tinne staat de wachter mQner ziel, Die is een trotsche burcht met gracht en wal, Door oude grootschheid loochnend diep verval'! Laat komen wie de ijzeren poort verniel'! Hij blaast den uchtenden'kgeloof zflnstern! Die galmt langs bergenrug en woudendal, HQ tuit den avond. O, dan smeek ik hem, Dat hQ toch langer niet bedriegen zal. Wie vreest bij duisternis zijn eigen wezen! Wie kan het aanziend, zonder drotfnis zijn. We haten 't licht, dat elscht een valschtn schijn. Zoo treed ik arme, door een stem gemaand, Den tempel in van 't rustelooze denken En lig geknield en zie geen weg gebaand, En aldoor hoor ik demons handen wenken, i Uit Lief des Jaarkring" A. SCHILLINGS Het leven heeft ons tot bedrog verwezen. Wie eenzaam is, bekent zichzelf zQn mom. Slechts harlekQnen roept de wereld: Kom; iimiiMiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiliiiiiiiiiiiiiliiiiiiiifiiulliiiiiliiiiu SCHOOL VOOR MAATSCHAPPELIJK WERK Pieter de Hooghslraat 78. WIEGEDRUKKEN, Pater B. KRUITWAGEN, 27 Januari. DE TECHNIEK VAN HET BOEK, De Heer G. A. EVERS, 3, 10 en 17 Februari. DE ROMAN IN DE OPENBARE LEESZAAL, Dr. G. A. STEENBERGEN, 24 Februari. Van 2 tot 4 uur .... f 2.?per keer. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllll ...... IIIIIIIIMIIUIIIIItllllllllllllltllllllltl held aan te geeven, zooals de weefster, die wil weeven voor het volk" en weer doen herleeven de oude, heilige symbolen en patroonen. Oover het laatste boekje wilde ik niet meer zeggen dan een paar woorden. De schrijfster is mij bevriend en een begaafde en bemin nelijke vrouw. Maar ze heeft mijn oordeel oover dit werk niet vooraf gevraagd en het op eigen verantwoording In 't licht gegeeven. Dit is een daad die haar natuurlijk blootstelt aan al de onaangenaamheedea van de scherpe kritiek, die ze verdient. Het boekje Is van een super-idealisme, dat een gevoel wekt alsof men veel te veel roomtaart, vanillepudding of geparfumeerde vla gegeeten heeft. Het miegelt van super-eedelaardlge menschen, weelderige en smaakvolle vertrekken (wie zal dat betalen ? vraagt men zich af) en heerlijke kunstvervoeringen. De schrijfster van de aardige Noorsche brieven in het Handelsblad kon weeten, dat dit niet is de soort lectuur die de menschheid behoeft, vooral nu niet. Het zou onmeedoogend zijn haar werk uitvosrlg te bespreeken maar zonder een waarschuwing moogen we deeze uitgave niet aankondigen. F. v. E. kan ook te veel willen troosten en dan Is de troosteloosheid van den armen Noor te verkiezen. Het hoogst als kunst als men het meesterlijk vertalen niet reekent staan de oorspronkelijke verhalen, door mevrouw Kooy?van Zeggelen samengebracht onder den titel: Onderworpenen. Ze speciën allen In de tropen. In Atjeh en ik meen ook In Celebes. En of dit nu parsoonlijke neiging van mij is, of wel het talent van de schrijfster, dat wil Ik niet beslissen maar Ik vertoef met mQn fantasie liever onder de palmen dan op de Noorsche rotsen en In kleine Noorsche of Duitsche stadjes. Er is een strenge poëzie in mevrouw Kooy's verhalen die liefelijk stemt, ondanks de weemoed en de droefheid. En ik vind er alles mooyer, dan In de Onderworpenen" van Europeesch bloed. Wijs mij onder de onderworpenen In Noorwegen een met zoo statige waardigheid en met zooveel uiterlijke schoonheid als de Atjehsche weefster. De onderworpenen In Indiëhebben iets schoons en voornaams, dat ! Ik niet vind bij hun broeders en zusters in , 't Noorden. Hun geest Is ook wel vervuld | met eeten en drinken, met geld en voordeel, maar ze weeten er een dichterlijke schoon

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl