De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 31 januari pagina 10

31 januari 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 D E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 31 Jan. '20. - No. 2223 TJIT HET CT .A. HST T CT IE held mi] kan waarborgen, allergewlchtlgste beslissingen in zake de belangen van A en de daarmee strijdige belangen van B zien opgedragen. ? Want de bevoegdheid van dezen C. D. R. Is niet gering. Zfj kan een bQ overeenkomst bedongen prijs terugbrengen tot wat, alle omstandigheden in aanmerking genomen, een redelijke prijs mag worden geacht. Nu zegge men niet: maar dat is toch billijk; zoo wordt de af zetter ontmaskerd en gestraft en gedupeerd l Want de vraag is juist: wat zal deze C. D. R. afzetter!]" noemen en hoe zal zQ tot de bepaling van een redelfjken prfjs komen ? Waar liggen hier de grenzen en hoe zal dit college die grenzen onder kennen ? Antwoord: de C. D. R. zal getuigen en deskundigen hooren en door hen zich doen voorlichten; ook zalboeken-onderzoek mogelijk zijn l Vakgenoofen, concurrenten ? En het boeken-onderzoek! Men denke daar over niet licht. Het kan ook voor den eer lijken handelaar weinig minder dan noodlottig zijn, wanneer hfj door openlegging van zfjn boeken daarmee zfjn zaak moet openleggen voor Heden, die niets liever wenschen dan dat, omdat zij met de aldus verkregen ken nis hun voordeel kunnen doen. Maar bovendien: kan men zich een rustige voortzetting van het bedrflfgleven denken onder de werking van een stelsel, waarbij elke overeenkomst in n|verheid, landbouw, handel en verkeer bloot staat aan vernieti ging of wijziging op grond van een klacht wegens buitensporige prijzen ? Wat wfj vóór alles noodig hebben, is: rustige ont wikkeling van het zakenleven, is: onge stoorde voortzetting van de productie, is: vergemakkelijking van het rullverkeer; dit alles allereerst juist tot verruiming van de voorraden, tot aanvulling van het tekort, tot tegengaan van de duurte. Doch ik vraag nog eens: hoe dat alles zich denken Iaat, wanneer er niet zekerheid blijft bestaan dat wettiglijk gemaakte overeenkomsten den genen, die dezelve hebben aangegaan, strek ken tot wet? Ziedaar mijn voornaamste bedenking tegen dit ontwerp-Duurtewet. Ik wil mfj daartoe beperken en ga verdere detail-kritiek (waar voor stof genoeg aanwezig isl) voorbij, om het volle licht te laten vallen op wat m. i. hoofdzaak is. De techtszekeiheld, die wij verworven hebben, is een kostelijk goed, wel waard dat wfj ons krachtig verzetten tegen elke poging tot aanranding daarvan. En de rustige ontwikkelleg van voort brenging en ruil is vooral in dezen tfjd een economisch belang van zoo overwegende beteekenis, dat wfl geen vrede kunnen hebben met een regeling, die dit groote belang ernstig te schaden dreigt. Natuurlijk gaat het hier niet om de vraag naar bescherming van hen, die anderer nood explolteeren om woekerwinsten te maken: De vraag is: hoe wfj ons allen daartegen zullen beschermen, zonder dat de daartoe te nemen maatregelen groote nadeelen met zich brengen. Ik kan nog steeds niet inzien, waarom deze taak, die feitelijk neerkomt op iiiiiiiiiiiiiiiimiiiii Miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii nmiiiiiilllliiiiillil Het VOORKOMEN en GENEZEN van STOTTEREN. Belangstellenden wordt de brochure franco toegezonden na ontvangst van Postwissel van 25 cent aan 0. F. WIXFORTH, te Bergen (N. H.). iiliiiiiiiiniii IIIIIIHIIIIIIIIIIIIII IN DAGEN VAN STAKING Kaïn spel In n bedrijf door C. F. VAN DAM Het stuk speelt in een proeflokaal in 1920. Personen: Een secretaris van de Ned. Tooneelkunstenaars-Vereeniging. Een gegoede burger. Een futuristisch schilder, medewerker aan de Revue du Feu. Een secretaris van den Hoogen Raad van Arbeid. Eerste bakvisch. Tweede bakvisch. Een volkomen bfj zijn verstand zfjnde tooneelspeler. Een teekenaar, Jantje van de Groene. Vele dames- en heeren- tooneelspelers. Een secretaris der Tooneelk.-Vereeniging (klein gedrongen figuur; staat op een tafel; spreekt met veel rollende r's): Mijne dames l m fjne heeren l Wfj zfjn in staking. (Luider.) In staking l Eerste bakvisch (ter zijde): Wat 'n beeld van 'n man. Een secr. der N.T.K.V.: In staking! Lang leve de-staking l (zwakke instemming uit de vergadering). Ik zal uw leider zfjn. Al ben ik klein, wat geef t het? (met stemverheffing) ook Napoleon was klein (schreeuwend) zelfs Kleerekoper is klein! (gelaeh ait de verga dering). Maar de groote doet het niet! Ik zal u ter overwinning voeren, en het doel doen bereiken dat ik mij heb gesteld. De kapitalistische directeuren moeten er onder. (Heftig) Er onder, zeg Ik ui Wfj tooneel spelers ... het door overheidsgezag wijzigen van geslo ten overeenkomsten, niet zou worden opge dragen aan de rechterlijke macht, die daar toe op klacht van den benadeelde of op vorde ring van het Openbaar Ministerie zou over gaan. Het Openbaar Ministerie zou dan voorlichting kunnen zoeken daar, waar het die vinden kan: bQ verbruikers, bfj coöpe raties, bfj allerlei organisaties... Waartoe moeten wfj nu weer daartoe bijzondere commissies gaan instellen: een Centralen Duuiteraad en Districts-Duurteraden en plaatselijke Duurtecommissles ? Men ziet: ik voorzie van deze Duurtewet niet veel goeds. Over de taak der overheid ten opzichte van het duurtevraagstuk heb ik nog wel iets te zeggen. Dit dus een volgend maal. SMISSAERT IIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII SPREEKWOORDEN UIT VLAANDERENLAND door S. KALFB Als eene proeve van ouderwetsch Vlaamsch vernuft bl|ft onder de schilderijen in het Frans Hals-museum te Haarlem opmerkelijk het doek bekend onder den naam Vlaam sche Spreekwoorden." Voor vele bezoekers zou 't een geschil derd raadsel blQven, had niet de schilder zelf gezorgd voor eene korte uitlegging, en berustte niet in de stedelijke bibliotheek een Gedenkschrift van Spreekwoorden do^r Pleter Breughel, dat de verklaringen van de verschillende beelden der schilderij op voert tot het cijfer 76. De auteur, M. P. N. 't Hooft, bediende zich daarbfj van den uitleg, te voren door jtu. G. P. C. v. Breughel van 33 dezer spreekwoorden gegeven en nam zelf de rest voor zfjne rekening. Hfj meende nu alle onderdeden der schilderij verklaard te hebben; hetgeen hem intusschen niet toegegeven werd door critici, die ge loofden dat de schilder wel honderd beeld jes binnen het kader van zfjn doek bijeen gebracht had. Het stuk werd eerst later erkend als eene kopie van de schilderij in het Kalser Frledrlchmuseum te Berlijn, gepenseeld door Pieter Breughel den Ouden. Deze had den bfj naam van Boeren-Breughel, naar het type der figuren Welke hfj 't meest uitbeeldde, of ook van Pleter den Drol (Ie diöle) omdat snaaks heid zfjn fort was. de spreekwoordenschilderij zou 't bewijzen. Een zijner zoons noemde men den Helschen Breughel, omdat hij bfj voorkeur infernale onderwerpen behandelde; een anderen den Fluweelen Breughel, volgens den een omdat hfj zich gaarne in 't fluweel kleedde (hetgeen hfj intusschen met zooveel anderen gemeen had) volgens den ander wegens zfjn zacht en teeder penseel." Het jaarcjfer 1623 op de Haarlemsche schilderij toont aan, dat deze kopie na den dood van den ouden Breughel vervaardigd werd, vermoedelijk door zfjn zoon den Helschen Breughel. 't Was zeker eene oorspronkelijke ge dachte van den ouden schilder om de spreekwoorden, met welke hfj van jongs af gemeenzaam was geworden, aanschouwelijk in kleur en l|n voor te stellen. Trouwens, het buitengewone was hem eigen; onder «fjne andere stukken vindt men vermeld eene afbeelding van de verechillende Vlaarm che kinderspelen, van een strijd tusschen de Vasten en den Vastenavond, van het ge bruik der hulpmiddelen tegen den Dood, enz. Met zfjne spreekwoorden echter behan delde hij een internationaal onderwerp. HoeEen volkomen bfj zijn verstand zijnde tooneelspeler(onderbreefcr):Nietgeneraliseeren... Een secretaris der N.T.K.V.: Wfj too neelspelers ... Een v. b. z. v. z. tooneelspeler (driftig): Nog eens: niet generaliseeren. Niet beleedigend worden... Een secretaris der N.T.K.V. (gaat onverdroten voort:) wfj tooneelspelers moeten op onzen ouden dag pensioen hebben! Daarvoor zfjn wfj kunstenaars. Een futuristisch kunstenaar, medewerker aan de Revue du Feu: Ook ik ben kunste naar, en waar bifjft mijn pensioen? Een v. b. z. v. z. tooneelspeler: Zal je wel krijgen, als ze je maar begrijpen. Een gegoede burger (schamper, niet begrijpende de psychologische constellatie van den futurist); Nou.. dat kan lang duren. Een secr. der N.T.K.V.: Wq kunstenaars staken l Weg met het contract! Een vodje papier! (hilariteit bij een deel der vergadering. Een uit de vergadering roept: Amerongen). Ook wij hebben stakingsrecht (de eenlge aan wezige gemeente werkman die met groote moeite uit zijn drukken werkkring kon breken, grijnst) net zoo goed als ieder l Wfj kunste naars moeten vrfj zfjn te doen met ons con tract wat wfj willen! Vrij zfjn l De kunst moet niet aan banden gelegd! Ik heb het kort geleden in een bijeenkomst van de Dageraad" nog betoogd, (schreeuwt) VrQ ! Vrfj l Vrfj l Weg met het contract. Maar: (des sprekers stem daalt) pensioen. Pensioen! (schreeuwend) Pensioen, mijnehoorders.Pensloen zelfs wanneer wij als kunstenaar niets beteekenen... De v. b. z. v. z. tooneelspeler: Zelfken nis Een secr. der N.T.K.V. (voortgaande): Hoe was het vroeger? Een tooneelspeler werd met den nek niet aangezien, 't Is nog maar kort dat wfj, dat k zij de beschaafde kapitalistische ploerten als een ClGFVCTETTES IIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllIllllllllllIlllllllllltlllllllMIMIimitlll vele toch hadden de volken der aarde daarvan niet gemeen; dezelfde situaties leidden tot dezelfde zegswijzen. Van ouds noemde men de spreekwoorden de wijsheid der volken; zij illustreerden het algemeen menschelijke, zfj wortelden in een gelijk volksleven of een gelijk gevoelsleven, van daar dat men van zoo menige kernspreuk in het eene land het analogon in het andere vond. En inzonderheid tusschen Vlaamsche en Nederlandsche toestanden was de over eenkomst niet geiing; menige groep op Breughels schilderij had al zoo góéd door een zoon der Hollandsche schilderschool gepenseeld kunnen zijn, of veraanschouwe lijkte een spreekwoord dat aan beider landaard gemeen was. Sommige dezer proverbialevoorstellingen hielden verband met den bijbel, andere met de fabelleer, het pausdom, het volksleven, met kluchten of overleveringen. Voor menig beeld op de schilderij zou men de verdui delijking kunnen vinden in de rijmen van Nederlandsche dichters. Aldus de ? groep waar een onbestendig mensch zich van een os op een ezel laat vallen. Een Hollandsche commentator zou er allicht bijgevoegd hebben: van den hak op den tak springen; In xuidelflk Nederland, derhalve niet ver van Breughels geboorteland, werd echter ook de uitdrukking .iemand van den os naar den ezel jagen" gebruikt in den zin: iemand van het kastje naar den muur sturen. De beeldspraak was aan ettelijke oudhollandsche dichters gemeenzaam: Bredero, Marnix, Roemer Visscher, Hufjgens, e. a. De laatste b. v. ving zijn sneldicht Neel hertrouwt aldus aan: De Prins belegerde den Bosch, en -vloogh in Wesel, Dat was een brave sprung van den Oss op den ezel: Een andere groep duidde op de fabel van den vos, die zijn gast den ooievaar een maaltijd voordiende op een platten schotel, waarmee de langgesnavelde bezoeker kwalijk terecht kon. Doch hfj rond den vos zijne trekken thuis toen hij deze, op zijn beurt te gast komend, een gevulde flesch voorzette met wijden buik, maar langen hals. Daarin paste wel een ooievaarssnavel, maar niet een vossensnult. Hier vond men derhalve tevens La Fontalne's fabel Le renard ei la cigogne geïllustreerd: Comprre Ie Renard se mit un jour en frais, Et retint a diner commrre la igugne. Breughel Sr. stierf omstreeks het jaar 1600, terwij l La Fontaine eerst in 1621 geboren werd; de schilder kon derhalve niet dot r den fabel dichter geïnspireerd zijn, noch was het waar schijnlijk dat de laatste Breughels schilderij gezien, en daarnaar zfjn fabel gedicht had. Maar die fabel was dan ook reeds door Aesopus in de wereld gebracht, en was gemeen eigendom. Ze werd door den een met de pen, door den ander met het penseel behandeld, in den zin van: met gelijke munt betalen. Elders op de schilderij zag men een knaap rozen voor 'n paar varkens strooien. De Hollandsche zegswijze luidde: parelen voor de zwijnen werpen, in verband met de bflbelsche schrlftplaats"), maar in het oude Neder land kende men het spreekwoord ook in den vorm van roosen voor verckens strooien". *) Mattheus VII vers 6. ui milt iiiiiiiiilliliimillimiiiiiiiiiiiiiMliimiil Verkade en Royaards, in de bourgeolsfamllies worden ontvangen. Men erkent ons als kunstenaars. Maar dat moet uit zfjn l Sommige tweede-rangs tooneelspelers wor den in die kringen niet geduld... en dat verdriet hun ... Een v.b.z.v.z. tooneelspeler: Daar hoort-ie zeker ook bij! Een secr. der N.T.K.V.: Dat gaat niet langer l Gelijkheid voor allen. Zfl er niet in, dan de beschaafde tooneelspeler ook niet. En daarom, (met stemverheffing) mijne hoor ders, deze staking, om het stomme publiek te laten zien dat wij niet meer zfln dan putrenscheppers... (Instemming uit de ver gadering). Op deze wijze worden wfj allen weder met den nek aangezien. Leve de solidariteit! (de spreker drinkt eenglas water). Eerste bakvisch (ter zijde met tranen in de oogeri): O, wat gedragen mijn afgoden zich als schooiers,... Afschuwelijk! (snikt). Tweede bakvisch (tot eerste): Gelukkig dat Eline Vete dit nift heeft beleefd. Een secr. der N.T.K.V. (vnortgaande): Collega's! (protest bijden v. b. z. v.z. tooneel speler) Wat geeft het of wfj geen engage ment meer krijgen? Of alle schouwburgen bioscopen worden? Ik vraag u (met stem verheffing) wat dondert dat alles nu ik heb bewezen een stakingsleider te zfjn? (Instem ming; spreker schreeuwt): Waarom moeten wfj arbeiden? (schreeuwt harder): Waarom? Een gegoede burger: Omdat je anders niet te eten hebt (gelach). (Achter de schermen hoort men gejoel en gejuich Een stem roept: Ver kade heeft ont slag genomen). Een secr. der N.T.K.V.: Hoort! hoort! Eén directeur is reed» gevallen, (hoerageroep uit de vergadering). G-vallen is hij. Een v.b.z.v.z. tooneelspeler: Met dertig van rijn stakende spelers l Een secr. derNT.K.V.: Wat hindert dat? Wat is ons drijven anders? (gejoel) Stilte! In Bredero's Lucelle bekijkt de kok Leckerbeetje, kwanswijs als waarzegger, de hand van den lakei Panneljevet, en zegt dan: Staet slil, Panneljevet; hier staet in deze lyn Dat ghy een oolycke guyt bent, en werd dagelycks slimmer. En dat ghy een lacher bent op straat en t'huis een grimmer. Ist niet waer.' Hier blyckt dat ghy altyt sondaechs jou geit verpoyt, En dat ghy niet gaern jou roosen voor de verckens strooyt. Een volksgeloof wilde, dat varkens den geur van rozen niet verdragen konden, en die bloemen derhalve niet aan hen besteed waren. Van daar dat het spreekwoord gold voor tjdel werk verrichten. Maar de apostel drukte zich krachtiger uit met de woorden: Geeft het heilige den honden niet, noch werpt uwe parelen niet voor de zwrjnen, enz." Het groepje waar de een het schaap, de ander het varken scheert, was bekend ge noeg, en begrijpelijk genoeg. Het doelde op ongelijk profijt bfj den arbeid, ongelijke kansen om voordeel te behalen; kansen, die voor den slimme zooveel beter stonden dan voor den domme. Toen onder de Oostindlsche Compagnie hare ontrouwe dienaren zichzelve verrijkten ten koste van het groote handelslichaam, klaagden bewindhebbers b| de Indische regeering over het opperhoofd eener factory, die blijkbaar in de meening verkeerde dat hfj de schapen, en de Comp. de verckens mocht scheren." Evenzeer sprak voor zichzelf de voorstelling van den man, die achter het net vischt. Vader. Cats zong er van: Wel aen dan, sooje wilt uw scheeren wel besteden, Soo kiesst doch eenigh beest dat wol heeft op de leden; Want als gby daer in feylt ot' in de keuse mist, Soo is 'et al bekaeyt en achter 't net gevist. De praktijk van den verkwister werd er voorgesteld zoowel door den man, die zfjn schijven over het dak laat vliegen, als door den ander die zfjn geld in 't water gooit. Het Vlaamsche spreekwoord had misschien even vroeg burgerrecht in Nederland. In zijne Brieven schreef Hooft over de uitgave van Het Leven van Heni'lk de Oroote: Doch 't komt nu'op 't verwerven van 't privilegie aan, daar ik nochtans ducht dat de drukker zfjn geit aan in 't waater werpt." En de volksmond stelde in gelijken zin de vraag: Wat baet 'et of de koe veel melcks geeft als se die weder omstoot?" Eene groep van drie bfjeenstaande figuren op den voorgrond der schilderij duidde op het verschillend lot der stervelingen: de een moet door de wereld kruipen, de ander wordt door de wereld getrokken, een derde Iaat de wereld op z'n duim draaien. Wellicht was deze symboliek specifiek Vlaamsch en bezat het Nederlandsch, in dien vorm, daar van niet de wedergade. Doch wel van de voorstelling:. laat n ei in 't nest," bedoeld als opwekking tot overleg en zuinigheid. Dit beginsel strookte alleszins met den Hollandschen volksaard, en sprak zich uit in spreekwoorden als: De hinne leyt geerne daerse een nest-ey slet," of: Het pennincxken wil een broerken hebben". Aldus zouden de meeste slnnebeelden," door den ouden Vlaamschen schilder op het doek gebracht, ook in Nederland zfjn thuis te brengen. Zijne schilderij is, zfj 't ook slechts door eene kopie, eene aanwinst ge worden voor het Haarlemsche museum, niet alleen wegens hare kunstwaarde en oorspronkelijk motief, maar ook door zoo menige nutte les" welke ifj den toeschouwer geeft, door hare gelukkige vervulling van de moeilijke opgave: al lachende de waar heid zeggen. >" llllliiiliiiiiiiillllillillllllllmii l i i iiiiiiillli Laat ons Verkade's dood mar sch aanheffen. (Velen der aanwezigen verheffen zich van hun zetels en zingen op de wijze; Spinazie, Spinazte): Verkade, Verkade Die gaat weer in de koek. En Royaards komt op 't Leidschepleln Wat zal Top Naeff daar blij mee zf|n. Verkade, Verkade Die gaat weer in de koek. Een secr. der N.T. V. K.: Zoo gaat het met hem bfj wien reeds een pensioenregeling bestond. Nu kunt gr], mijn hoorders, cagaan hoe het zal gaan bfj dien gene waar zulks nog niet het geval is. En wfj sneven met hen. Maar wat geef t het? Daar is het immers om begonnen! De grooten moeten met de kleinen ten ondergaan. Wfj zullen door het publiek niet meer worden aanbeden. Het publiek moet ons in onze ware gedaante zien: wfj zfjn maar proleten l Maar drie percent moeten en zullen wij voor ons pensioen betalen. Het stomme publiek is daarvoor goed genoeg. Een gegoede burger (ter zijde): En dan vragen zfj nog de sympathie van dat stomme publiek! Een secretaris van den Hoogen Raad van arbeid (dringt naar voren; het is een lang jongmensch; frisch clean shaven gezicht met Nieuwe Uitgaven RenéGülouln. Idees et Figures d'aujourd'hui", Paris. Bernard Orasset 1919. Stu dies over verschillende politieke en sociale onderwerpen als: Het Germanisme, het Katholicisme, de Republiek, de Monarchie, de Aesthetica van Paul Claudel, etc. Raymond Escholler, Dansons Ia Trompeuse, roman. Paris, Bernard Grasset. 1919 Bfj La Renaissance du Livre" verschenen ven Paul Vergnet L'affaire Calllaux" en van Edmond Jaloux Au-dessus de la Ville" en .L'Agonie de l'Amour." Wet op de personeele belasting 1896. bij gewerkt tot l Januari 1920, Teulings'Uitg.M|. den Bosch. Kalenders Nationale Levensverzekeringsbank te Rot terdam. Maandbladen en Memoranda met vermelding van Christel, en Isr. feestdagen. I. van den Toorn's Limonadefabriek te Amsterdam. Maandbladen en plaa', voor stellende twee Hollandsche boerinnetjes aan het koffiedrinken, op lichtbruin schild. Koninklijke Hollandsche Lloyd. Maandbla den en reproductie naar teekening van H. B. He m el man: Het vertrek van het S.S. .Gelria", op met goud bedrukt schild. VRAOBNRUBRIBI voor Algemeene Wetenswaardigheden Men gelieve de wagen root deze rubriek In te lenden aan het Redactiebureau, met op den omslag net motto .Leekenspiegel", en onder opgave van naam en adre» (die als rertrouwellk lullen worden beschouwd.) Van H. te V. Heef t een reserve 2e luitenant herkomstig uit de militie en In Maart 1919' benoemd tot res. 2e lult. ook aanspraak op vredestoelage en tot welk bedrag Is dit? Volgens ons verstrekte inlichtingen heeft een reserve tweede luitenant, afkomstig uit de militie geen aanspraak op vredestoelage. Vrachtautomobielen Wilt ge de transportkosten In Uw bedrijf tot een minimum reduceeren, koopt dan een 2 tons WHITE Vrachtauto het meest economische vervoermiddel. n 2 tons WHITE" doet hetzelfde werk als 2 menschen mtt 4 paarden eii 2 wagens, hetwelk wff met bewffzen en attesten kunnen staven. Maakt Uwe berekening. FirmaGelr.NEFKENS, Filiaal Amsterdam 26 fac. Obrechtstraat Tel Z. 2507 | intelligente trekken; een weinig ferusalemsch Is de neus; zijn stem is beschaafd):Geachte vergadering. Waar Ik uit een en ander mag. concludeeren dat gfjlieden met den putjesschepper en vuilnisman gelijk wenscht tezfjn vermeen ik u te mogen wfjzen op de uit stekende instelling die Raad van Arbeid heet. Vul uw-als-kunstenaar-door-dezestaklng-te-grabbel-gegoolde-naam in; uw directeur betaalt het zegeltje en uw pensioen is verzekerd. Een bedrag van drie gulden wordt U wekelijks uitgekeerd. Een teekenaar, Jantje van de Groene (zwart baardje, een groote flambard op, en in z(in hoofd: een krom pijpje en klndtrljjke oogen; terzijde). Dat is zeker weer een instel ling van die geheel-onthouders, want voor drie gulden heb je nog geen flesch Bols. Een secr. der N.T.K.V.(schamper): Hoort het kunstbroederen en zusteren.Drie gulden... Een tooneelspeler (komt van buiten in de zaal; schreeuwt): Alles is bioscoop; wfj; staan op straat l Een secr. der N.T.K.V. (trots): Wfj staan op straat... Zoover heb ik u gebracht. Gf} moogt mfj danken... (Groot rumoer; de aanwezigen halen eensecretaris der N.T.K.V. van de tafel en trappen en slaan hem). Bliksemsnel Doek. IIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIII UtrecMsche Schietschuitenveer AMSTERDAM, SINGEL 273 TEL. INTERC. 5181 H. Dagelijksche Motordiensl Amsterdam - Utrecht - Zeist - De Bilt - Huis ter Heide Bosch en Duin - Rijsenburg - Driebergen - Doorn enz.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl