Historisch Archief 1877-1940
10
D E AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
31 Jan. '20. - No. 2223
TJIT HET
CT .A. HST T CT IE
held mi] kan waarborgen, allergewlchtlgste
beslissingen in zake de belangen van A en
de daarmee strijdige belangen van B zien
opgedragen. ?
Want de bevoegdheid van dezen C. D. R.
Is niet gering. Zfj kan een bQ overeenkomst
bedongen prijs terugbrengen tot wat, alle
omstandigheden in aanmerking genomen,
een redelijke prijs mag worden geacht. Nu
zegge men niet: maar dat is toch billijk;
zoo wordt de af zetter ontmaskerd en gestraft
en gedupeerd l Want de vraag is juist: wat
zal deze C. D. R. afzetter!]" noemen en hoe
zal zQ tot de bepaling van een redelfjken
prfjs komen ? Waar liggen hier de grenzen
en hoe zal dit college die grenzen onder
kennen ? Antwoord: de C. D. R. zal getuigen
en deskundigen hooren en door hen zich
doen voorlichten; ook zalboeken-onderzoek
mogelijk zijn l Vakgenoofen, concurrenten ?
En het boeken-onderzoek! Men denke daar
over niet licht. Het kan ook voor den eer
lijken handelaar weinig minder dan noodlottig
zijn, wanneer hfj door openlegging van zfjn
boeken daarmee zfjn zaak moet openleggen
voor Heden, die niets liever wenschen dan
dat, omdat zij met de aldus verkregen ken
nis hun voordeel kunnen doen.
Maar bovendien: kan men zich een rustige
voortzetting van het bedrflfgleven denken
onder de werking van een stelsel, waarbij
elke overeenkomst in n|verheid, landbouw,
handel en verkeer bloot staat aan vernieti
ging of wijziging op grond van een klacht
wegens buitensporige prijzen ? Wat wfj
vóór alles noodig hebben, is: rustige ont
wikkeling van het zakenleven, is: onge
stoorde voortzetting van de productie, is:
vergemakkelijking van het rullverkeer; dit
alles allereerst juist tot verruiming van de
voorraden, tot aanvulling van het tekort,
tot tegengaan van de duurte. Doch ik vraag
nog eens: hoe dat alles zich denken Iaat,
wanneer er niet zekerheid blijft bestaan dat
wettiglijk gemaakte overeenkomsten den
genen, die dezelve hebben aangegaan, strek
ken tot wet?
Ziedaar mijn voornaamste bedenking tegen
dit ontwerp-Duurtewet. Ik wil mfj daartoe
beperken en ga verdere detail-kritiek (waar
voor stof genoeg aanwezig isl) voorbij, om
het volle licht te laten vallen op wat m. i.
hoofdzaak is. De techtszekeiheld, die wij
verworven hebben, is een kostelijk goed,
wel waard dat wfj ons krachtig verzetten
tegen elke poging tot aanranding daarvan.
En de rustige ontwikkelleg van voort
brenging en ruil is vooral in dezen tfjd een
economisch belang van zoo overwegende
beteekenis, dat wfl geen vrede kunnen hebben
met een regeling, die dit groote belang
ernstig te schaden dreigt.
Natuurlijk gaat het hier niet om de vraag
naar bescherming van hen, die anderer nood
explolteeren om woekerwinsten te maken:
De vraag is: hoe wfj ons allen daartegen
zullen beschermen, zonder dat de daartoe
te nemen maatregelen groote nadeelen met
zich brengen. Ik kan nog steeds niet inzien,
waarom deze taak, die feitelijk neerkomt op
iiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
Miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
nmiiiiiilllliiiiillil
Het VOORKOMEN en GENEZEN van
STOTTEREN.
Belangstellenden wordt de brochure
franco toegezonden na ontvangst
van Postwissel van 25 cent aan
0. F. WIXFORTH, te Bergen (N. H.).
iiliiiiiiiiniii
IIIIIIHIIIIIIIIIIIIII
IN DAGEN VAN STAKING
Kaïn spel In n bedrijf
door C. F. VAN DAM
Het stuk speelt in een proeflokaal in 1920.
Personen:
Een secretaris van de Ned.
Tooneelkunstenaars-Vereeniging.
Een gegoede burger.
Een futuristisch schilder, medewerker aan
de Revue du Feu.
Een secretaris van den Hoogen Raad van
Arbeid.
Eerste bakvisch.
Tweede bakvisch.
Een volkomen bfj zijn verstand zfjnde
tooneelspeler.
Een teekenaar, Jantje van de Groene.
Vele dames- en heeren- tooneelspelers.
Een secretaris der
Tooneelk.-Vereeniging (klein gedrongen figuur; staat op een
tafel; spreekt met veel rollende r's): Mijne
dames l m fjne heeren l Wfj zfjn in staking.
(Luider.) In staking l
Eerste bakvisch (ter zijde): Wat 'n beeld
van 'n man.
Een secr. der N.T.K.V.: In staking! Lang
leve de-staking l (zwakke instemming uit de
vergadering). Ik zal uw leider zfjn. Al ben
ik klein, wat geef t het? (met stemverheffing)
ook Napoleon was klein (schreeuwend) zelfs
Kleerekoper is klein! (gelaeh ait de verga
dering). Maar de groote doet het niet! Ik
zal u ter overwinning voeren, en het doel
doen bereiken dat ik mij heb gesteld. De
kapitalistische directeuren moeten er onder.
(Heftig) Er onder, zeg Ik ui Wfj tooneel
spelers ...
het door overheidsgezag wijzigen van geslo
ten overeenkomsten, niet zou worden opge
dragen aan de rechterlijke macht, die daar toe
op klacht van den benadeelde of op vorde
ring van het Openbaar Ministerie zou over
gaan. Het Openbaar Ministerie zou dan
voorlichting kunnen zoeken daar, waar het
die vinden kan: bQ verbruikers, bfj coöpe
raties, bfj allerlei organisaties... Waartoe
moeten wfj nu weer daartoe bijzondere
commissies gaan instellen: een Centralen
Duuiteraad en Districts-Duurteraden en
plaatselijke Duurtecommissles ?
Men ziet: ik voorzie van deze Duurtewet
niet veel goeds.
Over de taak der overheid ten opzichte
van het duurtevraagstuk heb ik nog wel
iets te zeggen. Dit dus een volgend maal.
SMISSAERT
IIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
SPREEKWOORDEN UIT
VLAANDERENLAND
door S. KALFB
Als eene proeve van ouderwetsch Vlaamsch
vernuft bl|ft onder de schilderijen in het
Frans Hals-museum te Haarlem opmerkelijk
het doek bekend onder den naam Vlaam
sche Spreekwoorden."
Voor vele bezoekers zou 't een geschil
derd raadsel blQven, had niet de schilder
zelf gezorgd voor eene korte uitlegging, en
berustte niet in de stedelijke bibliotheek
een Gedenkschrift van Spreekwoorden do^r
Pleter Breughel, dat de verklaringen van
de verschillende beelden der schilderij op
voert tot het cijfer 76. De auteur, M. P. N.
't Hooft, bediende zich daarbfj van den
uitleg, te voren door jtu. G. P. C. v. Breughel
van 33 dezer spreekwoorden gegeven en
nam zelf de rest voor zfjne rekening. Hfj
meende nu alle onderdeden der schilderij
verklaard te hebben; hetgeen hem intusschen
niet toegegeven werd door critici, die ge
loofden dat de schilder wel honderd beeld
jes binnen het kader van zfjn doek bijeen
gebracht had.
Het stuk werd eerst later erkend als eene
kopie van de schilderij in het Kalser
Frledrlchmuseum te Berlijn, gepenseeld door Pieter
Breughel den Ouden. Deze had den bfj naam
van Boeren-Breughel, naar het type der
figuren Welke hfj 't meest uitbeeldde, of ook
van Pleter den Drol (Ie diöle) omdat snaaks
heid zfjn fort was. de
spreekwoordenschilderij zou 't bewijzen. Een zijner zoons
noemde men den Helschen Breughel, omdat
hij bfj voorkeur infernale onderwerpen
behandelde; een anderen den Fluweelen
Breughel, volgens den een omdat hfj zich
gaarne in 't fluweel kleedde (hetgeen hfj
intusschen met zooveel anderen gemeen
had) volgens den ander wegens zfjn zacht
en teeder penseel." Het jaarcjfer 1623 op
de Haarlemsche schilderij toont aan, dat
deze kopie na den dood van den ouden
Breughel vervaardigd werd, vermoedelijk
door zfjn zoon den Helschen Breughel.
't Was zeker eene oorspronkelijke ge
dachte van den ouden schilder om de
spreekwoorden, met welke hfj van jongs af
gemeenzaam was geworden, aanschouwelijk
in kleur en l|n voor te stellen. Trouwens,
het buitengewone was hem eigen; onder
«fjne andere stukken vindt men vermeld eene
afbeelding van de verechillende Vlaarm che
kinderspelen, van een strijd tusschen de
Vasten en den Vastenavond, van het ge
bruik der hulpmiddelen tegen den Dood,
enz. Met zfjne spreekwoorden echter behan
delde hij een internationaal onderwerp.
HoeEen volkomen bfj zijn verstand zijnde
tooneelspeler(onderbreefcr):Nietgeneraliseeren...
Een secretaris der N.T.K.V.: Wfj too
neelspelers ...
Een v. b. z. v. z. tooneelspeler (driftig):
Nog eens: niet generaliseeren. Niet
beleedigend worden...
Een secretaris der N.T.K.V. (gaat
onverdroten voort:) wfj tooneelspelers moeten
op onzen ouden dag pensioen hebben!
Daarvoor zfjn wfj kunstenaars.
Een futuristisch kunstenaar, medewerker
aan de Revue du Feu: Ook ik ben kunste
naar, en waar bifjft mijn pensioen?
Een v. b. z. v. z. tooneelspeler: Zal je
wel krijgen, als ze je maar begrijpen.
Een gegoede burger (schamper, niet
begrijpende de psychologische constellatie van
den futurist); Nou.. dat kan lang duren.
Een secr. der N.T.K.V.: Wq kunstenaars
staken l Weg met het contract! Een vodje
papier! (hilariteit bij een deel der vergadering.
Een uit de vergadering roept: Amerongen).
Ook wij hebben stakingsrecht (de eenlge aan
wezige gemeente werkman die met groote
moeite uit zijn drukken werkkring kon breken,
grijnst) net zoo goed als ieder l Wfj kunste
naars moeten vrfj zfjn te doen met ons con
tract wat wfj willen! Vrij zfjn l De kunst
moet niet aan banden gelegd! Ik heb het
kort geleden in een bijeenkomst van de
Dageraad" nog betoogd, (schreeuwt) VrQ !
Vrfj l Vrfj l Weg met het contract. Maar:
(des sprekers stem daalt) pensioen. Pensioen!
(schreeuwend) Pensioen,
mijnehoorders.Pensloen zelfs wanneer wij als kunstenaar niets
beteekenen...
De v. b. z. v. z. tooneelspeler: Zelfken
nis
Een secr. der N.T.K.V. (voortgaande): Hoe
was het vroeger? Een tooneelspeler werd
met den nek niet aangezien, 't Is
nog maar kort dat wfj, dat k zij de
beschaafde kapitalistische ploerten als een
ClGFVCTETTES
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllIllllllllllIlllllllllltlllllllMIMIimitlll
vele toch hadden de volken der aarde
daarvan niet gemeen; dezelfde situaties
leidden tot dezelfde zegswijzen. Van ouds
noemde men de spreekwoorden de wijsheid
der volken; zij illustreerden het algemeen
menschelijke, zfj wortelden in een gelijk
volksleven of een gelijk gevoelsleven, van
daar dat men van zoo menige kernspreuk
in het eene land het analogon in het andere
vond. En inzonderheid tusschen Vlaamsche
en Nederlandsche toestanden was de over
eenkomst niet geiing; menige groep op
Breughels schilderij had al zoo góéd door
een zoon der Hollandsche schilderschool
gepenseeld kunnen zijn, of veraanschouwe
lijkte een spreekwoord dat aan beider
landaard gemeen was.
Sommige dezer proverbialevoorstellingen
hielden verband met den bijbel, andere met
de fabelleer, het pausdom, het volksleven,
met kluchten of overleveringen. Voor menig
beeld op de schilderij zou men de verdui
delijking kunnen vinden in de rijmen van
Nederlandsche dichters. Aldus de ? groep
waar een onbestendig mensch zich van een
os op een ezel laat vallen. Een Hollandsche
commentator zou er allicht bijgevoegd
hebben: van den hak op den tak springen;
In xuidelflk Nederland, derhalve niet ver
van Breughels geboorteland, werd echter
ook de uitdrukking .iemand van den os
naar den ezel jagen" gebruikt in den zin:
iemand van het kastje naar den muur sturen.
De beeldspraak was aan ettelijke
oudhollandsche dichters gemeenzaam: Bredero,
Marnix, Roemer Visscher, Hufjgens, e. a.
De laatste b. v. ving zijn sneldicht Neel
hertrouwt aldus aan:
De Prins belegerde den Bosch, en -vloogh in Wesel,
Dat was een brave sprung van den Oss op den ezel:
Een andere groep duidde op de fabel van
den vos, die zijn gast den ooievaar een
maaltijd voordiende op een platten schotel,
waarmee de langgesnavelde bezoeker kwalijk
terecht kon. Doch hfj rond den vos zijne
trekken thuis toen hij deze, op zijn beurt te
gast komend, een gevulde flesch voorzette
met wijden buik, maar langen hals. Daarin
paste wel een ooievaarssnavel, maar niet een
vossensnult. Hier vond men derhalve tevens
La Fontalne's fabel Le renard ei la cigogne
geïllustreerd:
Comprre Ie Renard se mit un jour en frais,
Et retint a diner commrre la igugne.
Breughel Sr. stierf omstreeks het jaar 1600,
terwij l La Fontaine eerst in 1621 geboren werd;
de schilder kon derhalve niet dot r den fabel
dichter geïnspireerd zijn, noch was het waar
schijnlijk dat de laatste Breughels schilderij
gezien, en daarnaar zfjn fabel gedicht had.
Maar die fabel was dan ook reeds door
Aesopus in de wereld gebracht, en was
gemeen eigendom. Ze werd door den een
met de pen, door den ander met het penseel
behandeld, in den zin van: met gelijke munt
betalen.
Elders op de schilderij zag men een knaap
rozen voor 'n paar varkens strooien. De
Hollandsche zegswijze luidde: parelen voor
de zwijnen werpen, in verband met de
bflbelsche schrlftplaats"), maar in het oude Neder
land kende men het spreekwoord ook in den
vorm van roosen voor verckens strooien".
*) Mattheus VII vers 6.
ui milt iiiiiiiiilliliimillimiiiiiiiiiiiiiMliimiil
Verkade en Royaards, in de
bourgeolsfamllies worden ontvangen. Men erkent ons
als kunstenaars. Maar dat moet uit zfjn l
Sommige tweede-rangs tooneelspelers wor
den in die kringen niet geduld... en dat
verdriet hun ...
Een v.b.z.v.z. tooneelspeler: Daar hoort-ie
zeker ook bij!
Een secr. der N.T.K.V.: Dat gaat niet
langer l Gelijkheid voor allen. Zfl er niet in,
dan de beschaafde tooneelspeler ook niet.
En daarom, (met stemverheffing) mijne hoor
ders, deze staking, om het stomme publiek
te laten zien dat wij niet meer zfln dan
putrenscheppers... (Instemming uit de ver
gadering). Op deze wijze worden wfj allen
weder met den nek aangezien. Leve de
solidariteit! (de spreker drinkt eenglas water).
Eerste bakvisch (ter zijde met tranen in
de oogeri): O, wat gedragen mijn afgoden
zich als schooiers,... Afschuwelijk! (snikt).
Tweede bakvisch (tot eerste): Gelukkig
dat Eline Vete dit nift heeft beleefd.
Een secr. der N.T.K.V. (vnortgaande):
Collega's! (protest bijden v. b. z. v.z. tooneel
speler) Wat geeft het of wfj geen engage
ment meer krijgen? Of alle schouwburgen
bioscopen worden? Ik vraag u (met stem
verheffing) wat dondert dat alles nu ik heb
bewezen een stakingsleider te zfjn? (Instem
ming; spreker schreeuwt): Waarom moeten
wfj arbeiden? (schreeuwt harder): Waarom?
Een gegoede burger: Omdat je anders
niet te eten hebt (gelach).
(Achter de schermen hoort men gejoel en
gejuich Een stem roept: Ver kade heeft ont
slag genomen).
Een secr. der N.T.K.V.: Hoort! hoort!
Eén directeur is reed» gevallen, (hoerageroep
uit de vergadering). G-vallen is hij.
Een v.b.z.v.z. tooneelspeler: Met dertig
van rijn stakende spelers l
Een secr. derNT.K.V.: Wat hindert dat?
Wat is ons drijven anders? (gejoel) Stilte!
In Bredero's Lucelle bekijkt de kok
Leckerbeetje, kwanswijs als waarzegger, de hand
van den lakei Panneljevet, en zegt dan:
Staet slil, Panneljevet; hier staet in deze lyn
Dat ghy een oolycke guyt bent, en werd dagelycks
slimmer.
En dat ghy een lacher bent op straat en t'huis een
grimmer.
Ist niet waer.' Hier blyckt dat ghy altyt sondaechs
jou geit verpoyt,
En dat ghy niet gaern jou roosen voor de verckens
strooyt.
Een volksgeloof wilde, dat varkens den
geur van rozen niet verdragen konden, en
die bloemen derhalve niet aan hen besteed
waren. Van daar dat het spreekwoord gold
voor tjdel werk verrichten. Maar de apostel
drukte zich krachtiger uit met de woorden:
Geeft het heilige den honden niet, noch
werpt uwe parelen niet voor de zwrjnen, enz."
Het groepje waar de een het schaap, de
ander het varken scheert, was bekend ge
noeg, en begrijpelijk genoeg. Het doelde op
ongelijk profijt bfj den arbeid, ongelijke
kansen om voordeel te behalen; kansen, die
voor den slimme zooveel beter stonden dan
voor den domme. Toen onder de
Oostindlsche Compagnie hare ontrouwe dienaren
zichzelve verrijkten ten koste van het groote
handelslichaam, klaagden bewindhebbers b|
de Indische regeering over het opperhoofd
eener factory, die blijkbaar in de meening
verkeerde dat hfj de schapen, en de Comp.
de verckens mocht scheren." Evenzeer sprak
voor zichzelf de voorstelling van den man,
die achter het net vischt. Vader. Cats zong
er van:
Wel aen dan, sooje wilt uw scheeren wel besteden,
Soo kiesst doch eenigh beest dat wol heeft op de leden;
Want als gby daer in feylt ot' in de keuse mist,
Soo is 'et al bekaeyt en achter 't net gevist.
De praktijk van den verkwister werd er
voorgesteld zoowel door den man, die zfjn
schijven over het dak laat vliegen, als door
den ander die zfjn geld in 't water gooit.
Het Vlaamsche spreekwoord had misschien
even vroeg burgerrecht in Nederland. In
zijne Brieven schreef Hooft over de uitgave
van Het Leven van Heni'lk de Oroote:
Doch 't komt nu'op 't verwerven van 't
privilegie aan, daar ik nochtans ducht dat
de drukker zfjn geit aan in 't waater werpt."
En de volksmond stelde in gelijken zin de
vraag: Wat baet 'et of de koe veel melcks
geeft als se die weder omstoot?"
Eene groep van drie bfjeenstaande figuren
op den voorgrond der schilderij duidde op
het verschillend lot der stervelingen: de een
moet door de wereld kruipen, de ander
wordt door de wereld getrokken, een derde
Iaat de wereld op z'n duim draaien. Wellicht
was deze symboliek specifiek Vlaamsch en
bezat het Nederlandsch, in dien vorm, daar
van niet de wedergade. Doch wel van de
voorstelling:. laat n ei in 't nest," bedoeld
als opwekking tot overleg en zuinigheid.
Dit beginsel strookte alleszins met den
Hollandschen volksaard, en sprak zich uit
in spreekwoorden als: De hinne leyt geerne
daerse een nest-ey slet," of: Het
pennincxken wil een broerken hebben".
Aldus zouden de meeste slnnebeelden,"
door den ouden Vlaamschen schilder op het
doek gebracht, ook in Nederland zfjn thuis
te brengen. Zijne schilderij is, zfj 't ook
slechts door eene kopie, eene aanwinst ge
worden voor het Haarlemsche museum,
niet alleen wegens hare kunstwaarde en
oorspronkelijk motief, maar ook door zoo
menige nutte les" welke ifj den toeschouwer
geeft, door hare gelukkige vervulling van
de moeilijke opgave: al lachende de waar
heid zeggen.
>" llllliiiliiiiiiiillllillillllllllmii l i i iiiiiiillli
Laat ons Verkade's dood mar sch aanheffen.
(Velen der aanwezigen verheffen zich van
hun zetels en zingen op de wijze; Spinazie,
Spinazte):
Verkade, Verkade
Die gaat weer in de koek.
En Royaards komt op 't Leidschepleln
Wat zal Top Naeff daar blij mee zf|n.
Verkade, Verkade
Die gaat weer in de koek.
Een secr. der N.T. V. K.: Zoo gaat het
met hem bfj wien reeds een pensioenregeling
bestond. Nu kunt gr], mijn hoorders, cagaan
hoe het zal gaan bfj dien gene waar zulks
nog niet het geval is. En wfj sneven met
hen. Maar wat geef t het? Daar is het immers
om begonnen! De grooten moeten met de
kleinen ten ondergaan. Wfj zullen door het
publiek niet meer worden aanbeden. Het
publiek moet ons in onze ware gedaante
zien: wfj zfjn maar proleten l Maar drie
percent moeten en zullen wij voor ons
pensioen betalen. Het stomme publiek is
daarvoor goed genoeg.
Een gegoede burger (ter zijde): En dan
vragen zfj nog de sympathie van dat stomme
publiek!
Een secretaris van den Hoogen Raad van
arbeid (dringt naar voren; het is een lang
jongmensch; frisch clean shaven gezicht met
Nieuwe Uitgaven
RenéGülouln. Idees et Figures
d'aujourd'hui", Paris. Bernard Orasset 1919. Stu
dies over verschillende politieke en sociale
onderwerpen als: Het Germanisme, het
Katholicisme, de Republiek, de Monarchie,
de Aesthetica van Paul Claudel, etc.
Raymond Escholler, Dansons Ia
Trompeuse, roman. Paris, Bernard Grasset. 1919
Bfj La Renaissance du Livre" verschenen
ven Paul Vergnet L'affaire Calllaux" en
van Edmond Jaloux Au-dessus de la Ville"
en .L'Agonie de l'Amour."
Wet op de personeele belasting 1896. bij
gewerkt tot l Januari 1920,
Teulings'Uitg.M|. den Bosch.
Kalenders
Nationale Levensverzekeringsbank te Rot
terdam. Maandbladen en Memoranda met
vermelding van Christel, en Isr. feestdagen.
I. van den Toorn's Limonadefabriek
te Amsterdam. Maandbladen en plaa', voor
stellende twee Hollandsche boerinnetjes aan
het koffiedrinken, op lichtbruin schild.
Koninklijke Hollandsche Lloyd. Maandbla
den en reproductie naar teekening van H.
B. He m el man: Het vertrek van het S.S.
.Gelria", op met goud bedrukt schild.
VRAOBNRUBRIBI
voor
Algemeene Wetenswaardigheden
Men gelieve de wagen root deze rubriek In te
lenden aan het Redactiebureau, met op den omslag
net motto .Leekenspiegel", en onder opgave van
naam en adre» (die als rertrouwellk lullen worden
beschouwd.)
Van H. te V. Heef t een reserve 2e luitenant
herkomstig uit de militie en In Maart 1919'
benoemd tot res. 2e lult. ook aanspraak op
vredestoelage en tot welk bedrag Is dit?
Volgens ons verstrekte inlichtingen heeft
een reserve tweede luitenant, afkomstig uit
de militie geen aanspraak op vredestoelage.
Vrachtautomobielen
Wilt ge de transportkosten In Uw
bedrijf tot een minimum reduceeren,
koopt dan een
2 tons WHITE
Vrachtauto
het meest economische vervoermiddel.
n 2 tons WHITE" doet hetzelfde
werk als 2 menschen mtt 4 paarden
eii 2 wagens, hetwelk wff met bewffzen
en attesten kunnen staven. Maakt Uwe
berekening.
FirmaGelr.NEFKENS,
Filiaal Amsterdam
26 fac. Obrechtstraat Tel Z. 2507 |
intelligente trekken; een weinig ferusalemsch
Is de neus; zijn stem is beschaafd):Geachte
vergadering. Waar Ik uit een en ander mag.
concludeeren dat gfjlieden met den
putjesschepper en vuilnisman gelijk wenscht tezfjn
vermeen ik u te mogen wfjzen op de uit
stekende instelling die Raad van Arbeid
heet. Vul
uw-als-kunstenaar-door-dezestaklng-te-grabbel-gegoolde-naam in; uw
directeur betaalt het zegeltje en uw pensioen
is verzekerd. Een bedrag van drie gulden
wordt U wekelijks uitgekeerd.
Een teekenaar, Jantje van de Groene
(zwart baardje, een groote flambard op, en in
z(in hoofd: een krom pijpje en klndtrljjke
oogen; terzijde). Dat is zeker weer een instel
ling van die geheel-onthouders, want voor
drie gulden heb je nog geen flesch Bols.
Een secr. der N.T.K.V.(schamper): Hoort
het kunstbroederen en zusteren.Drie gulden...
Een tooneelspeler (komt van buiten in de
zaal; schreeuwt): Alles is bioscoop; wfj;
staan op straat l
Een secr. der N.T.K.V. (trots): Wfj staan
op straat... Zoover heb ik u gebracht. Gf}
moogt mfj danken...
(Groot rumoer; de aanwezigen halen
eensecretaris der N.T.K.V. van de tafel en
trappen en slaan hem).
Bliksemsnel Doek.
IIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIIIIIII
UtrecMsche Schietschuitenveer
AMSTERDAM, SINGEL 273 TEL. INTERC. 5181 H.
Dagelijksche Motordiensl
Amsterdam - Utrecht - Zeist - De Bilt - Huis ter Heide
Bosch en Duin - Rijsenburg - Driebergen - Doorn enz.