De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 31 januari pagina 11

31 januari 1920 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

l 31 Jan. '20. No. 2223 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 DE PRESIDENTSVERKIEZING IN FRANKRIJK , Teekening voor ,de Amsterdammer' van Joh. Braakensiek Clemetceau Deschanel C l e m en c eau: .Ik hoop dat ze hem mogen bekomen, mij waren re te zuur." iiHiiiimiiiiiiiiiniiiMi iiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiitiiiiiiiiiiiiiiitititiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitttiiiiiutiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiniiniiniiuiiliiiiiiiniiliiiinttttnitniiiiiiiiniiiiiiiitnininnitiiiniinntniiiiii 1789-1918 iv HET VOLK EN DE HOOFDSTAD. A. *> Het volk, dat is de publieke tribune bij ?de Revolutie en de stuwkracht, wanneer het niet gauw genoeg gaat. Ue revolutionaire daad ging uit van Rqksdagen !)0:ma, maar wat had zQ vermocht, als niet daarnaast de arbeiders- en soldatenraden, van oneer af ;gevormd, een deel van de mactit iti handen hadden genomen? Het is nog geen revolutie, als de volksvertegenwoordiging een decreet uitvaardigt en zich stelt tegenover de be staande machten. Dat is alsof er wat kleur stof op het water wordt gegoten. Het nieuwe is er pas als de kleurstof zich heeft ver mengd met de geheele vluei&iof. Op o e revo lutie in de wetten moet een revolutie in de geesten volgen. Dat is het aandeel van het volk. Op het vooibeela van de officteele .politieke organen yaa boven af, moet het zich van onder af zijn eigen nieuwe organen : scheppen. Het moet afrekenen met het oude. Wat als juk gevoeld worüi, moet afgewor pen worden; denkbeelden en opvattingen, die nog slechts op de traditie berusten, worden vergeten, nituwe, in bet levtn wor telende voorstellingen r>un plaats innemen. Dit conflict tusschen traditie en leven wordt een oogenbltk acuut en dat is de omwen teling in de diepste zin van het woord. Dat was wat er gebeurde, toen in Rusland het leger weigerde te vechten, ook voor Mlijoekof «o Kerensky, toen het arbeiders- en sbloaten'raden vormde, naar huis terugkeerde de adel verdreef, de grond aan zich trok, de fabrieken vermeesterde. Plotseling was .vadertje Tsaar" geen vadertje meer, h(J had zijn stralenkrans verloren; de boer «iiimiifiiHiifiii DE WIELEN Overal langs onze stranden en rivi ren vinden we herinneringen aan vroegere orerstroomingen of liever dijkbreuktn. Toen er nog geen dijken waren hadden pp-ingtQen, stormvloeden en gezwollen rivieren een heel andere uitwerking dan thans. Zooals de oude Romein indertijd zoo ge.-stlg ze), wisten de bewoners dezer streken eertijds nauwelijks ot ze op het land of in het water leefden ?en ze schijnen eeuwen lang met tamelijk groote gelatenheid Gods water over Gods akker te hebben laten loopen. Maar met den aanleg van dflken begon het duel, dat thans nog voortduuit en waarin we nu weer net een ongemakkelQken por hebben opgeloopen. De lldteekens van vroegere wonden vinden we achter, soms voor de dijken In den vorm van min of meer groote meertjes cf vijvers, die ontstaan zijn op de plaats waar de dijk is bezweken. Als het water zich over den dijk stort of door de bres dan boort het zich In den grond daarachter, wo-±lt den bodem los en spoelt een kuil uit waarvan de grootte, diepte en gedaante bepaald wordt door de gesteldheid van den bodem enden aard en hevigheid van de doorbraak Na de catastrofe wordt de dijk gedicht, soms op de oude plaats, soms achterom het gat dat in den grond is geslagen en dat meestal veel te Kroot en te diep is om zelf gedempt te worden. Zoodoende blijven dan die meertjes bestaan die meestal den naam voeren van wiel of waal, maar ook wel breek en braak of kolk genoemd worden. Idereen kent bij Amster dam de Kleine Braak bij Sloterdijk, de Groote Braak bij Halfweg en aan de over zijde van het IJ de Breken van Schelilngwoude en Durgerdam. Langs de groote rivieren vindt ge ze in menigte; van vele is de historie bekend, maar er zijn ook oudjes Sfl, waarvan de oorsprong in het duister ligt. ?) Op verzoek van de redactie in gewone i spelling, v. G. schudde zij n onderdanigheid af. Dat is meer dan dat het het recht van eigendom aan de heer betwist! U het ook in Duilschland niet eveneens gegaan, nadat in Augustus .het moreel van de troepen achteruitgaande" was? In weinige maanden was het Dultsche leger onderzijn officieren geworden lot een in arsolraden georganiseerd en zich ztlf besturend ge wapend volk van burgers. In en door deze nieuwe organen is de innerlijke strijd ge voerd, waarbij het oude werd afgeworpen. De Augiasstal van vooroordeden en ver ouderde opvattingen, vooraan de» kei ze rvereerlng, werd schoon geveegd en de Rijks dag had niets anders gedaan dan de stroom van helder water er heen te lelden. Maar de kracht van drze stroom en zijn helderheid bepaal Ie Rijksdag noch Doema. Dat doen de omstandigheden, waaronder de revolutie uitbreekt. De burgerij en het intellect, de ontwikkelde arbeider van thans, de partijleider en de filosoof worden geleid door idealen en ideeën, gegroeid in de ernstigs tijd van ontevredenheid. Om, als de omstandigheden gunstig zijn, over te gaan tot de verwezenlijking. Hoe vaag ook (wie in Frankrijk in 1789, In Duitschland in 1918 wist precies hoe alles gaan moest?), zij werken volgens een progiamma en heb ben een doel vooroogen. De massa reageert negatief, zfj wil afrekenen met bet bestaande, want dat deugt niet Maar weet zrj wat haar wel bevredigen zal? Het is de vrijheid, diégewenscht wordt, nu en vroeger, maar wat is dat andere dan het verdwijnen van bestaande onvrijheden? ? Slechts n ding eischt zij positief: Brood. Het gebrek is de moeder van elke revolutie en elk, van wie het voedsel verwacht, heeft de stem van het volk. Zelfs in de begin periode als "het nog niets anders is dan toeschouwer. In 1789 roept een vischwÈf van de galerfl der .Assemblee nationale": IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIflIlllllllllllllllMlllllllltllllllllllllllllllllllllllllMIIMI Ook weten wij er, die alweer vanzelf in land veranderd zijn, maar dat is dan meestal een soort van land, waarvan je ook alweer niet kunt zeggen, of het nu al land is of nog water. Voor iemand die eens intelligent en gevoelig wandelen of reken wil zou het een zeer aangename bezigheid zijn om eens een historische en natuurhistorische studie te maken van onze wielen en braken. Hun lot wordt bepaald door allerlei om standigheden. Sommige hebben het nog al ver in de wereld gebracht en zijn vijvers geworden in de tuinen of parken van groote hoeven of landhuUen. Andere liggen vlak In of bij het dorp en geven dan allerlei last of gerief en cog andere liggen ver van de Qui est-ce qui parle la-bas? Faites talre ce bavard, 11 ne s'agtt pas de 93, il s'agit d'avoir du pain! Qu'on fasse parier notre petite-rrière Mirabeau, nous voulons l'entendre!" Als dan het volk tenslotte Ingrijpt (want het blijft geen toeschouwer, de massa is impulsief en wil daden), dan is het de groote ontevredenheid, de ellende, die zich uit. Het is de schreeuw van de armoede en de onderdrukking, de greep van het getemde roofdi?r, dat een oogenblik de dwingende oogen van zijn meester niet meer op tich gericht voelt. Dan welt alles van jaren naar boven, de opgehoopte haat en afgunst, het gebrek en de persoonlijke smart, de woede van jaren. H-t is de gil van de moeder, wier kind van ellende is omgekomen, de grom van de werklooze tegen de patroon, die hem ontslagen heeft, de kreet om recht van allen, die onderdrukt worden. En, ster ker dan dat alles, de vrees, de vrees dat de redding die zoo nabij scheen, weer ver dwijnen zal. Zou het dan toch niet komen, het duizendjarig rijk, waarom men de volksv«rtegenwoordigers heeft toeg<-juicht, toen zij zich tegen de verdedigers van het oude richtten ? Men stormt van de galerij, waar men luisterde, de trappen af, de straat op, de winkels en wapenmazQnen binnen om zelf te handelen en te slaan, als de heeren blijven praten! ld Frankrijk, in Duitschland en in Rusland, overal, de honger en de revolutionnalre organen! De straatgevechten en de plunde ringen, de moordzucht en het heilig enthou siasme in Innige samenwerking! Juli en Augustus 1739 zijn In die zin de revolutionnalre maanden in Frankrijk, dan dringt deom wentelingdoor tot in de onderste lagen van het voik. Honger maakt Parijs onrustig, h?t volk oproerig. In dezen heksen ketel valt dan het bericht van het ontslag van de populaire Necker, en van de reactie MiiiiiiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinii bewoonde wereld en dat kunnen oorden worden van groote schoonheid. Zij hebben hun tegenhangers in de doode rivierarmen, die langs den IJsel hanken" heeten en ook zeer dikwijls ware openlucht-musea zQn van c!e dieren- en plantenwereld van plas en moeras. In de wielen gaat de ontwikkeling rustiger dan in de harken, want die worden ieder jaar een of meermalen doorgespoeld. De wielen onderling kunnen ook alweer heel wat verschillen, sommige vertoonen jaren achtereen hetzelfde aspfct, andere kunnen binnen n menschenleeflfld geheel dichtgroeien. Het toeval sptelt hierbij een groo'e rol. De wind en de vogels brengen zaden en sporen en stekken aan, ook eitjes De aalscholverkolonie aan de wiel van Ltkiicht Foto A. Burdet De Oude Kleermaker, Clemenceau: Vreemd, nadat ik er al een jaar aan gelapt en veranderd heb, heb ik het toch niemand naar den zin kunnen maken. Als ik niet zoo van mijn eigen knapheid overtuigd was, dan zou ik zelf bijra gelooven dat ik een slommerd ben." Nobetspalter Zürich iitiiiiiiMiniiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiitimiiiiMMiiimi 9oe eerder men besluit tot de. aanschaffing van een FOMGERS des te spoediger kan men prof iteeren van de vele goede eigenschap pen, die dat rijwiel bezit OfiGfoningerBiifieleolahnekA.fONGERS IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIHIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIH aan 't hof, terwijl vreemde troepen de onbe trouwbare regimenten vervangen. Naast het gebrek de vrees. De vrees bedrogen te worden door het hoogste gezag en de vrees aangevallen te worden door huurlingen. 12 Juli schoolt het volk samen en demonstreert. Een jong advocaat uit het gepassioneerde zuiden, Camllle Desmoullns, spreekt in 't Palals Royal de menigte toe en tooit zich" met de groene bladen boven zijn hoofd groeiend. De opwinding stijgt door geruchten van gewonden, die zouden gevallen zijn. Die nacht en de volgende dag plundert men winkels en arsenalen. Als dan de Nationale vergadering deze bewegingen gunstig ge stemd blijkt, besluit men de Bastllle te ver meerderen. De Staatsgevangenis en citadel moeten vallen, opdat Parijs niet tusschen twee vuren komt. Heftig wordt op 14 Juli gevochten, het bolwerk van het absolutisme valt! En terwijl het volk h aar met de grond gelijk maakt, geeft de koning zijn sanctie aan het gebeurde door Ballly, de man van de eed in de Kaatsbaan, tot maire van Parijs te benoemen. Het comitédes lecteurs", dat gedurende dit alles op het stadhuis zetelde en 't Stadsbestuur in bedwang hield, is als de srbeldersraad van thans, de op miiiiimiimiiMiiiiiiiiiiiii van'allerlei gedierte en een menigte insecten komen er zich vestigen op eigen wieken. Vioeg of laat raakt de oever bezet met riet en blezen, in het diepere water verschijnen fonteinkrulden, waterranonkels, plompen en alles wat daarbij behoort en nu hangt het er maar van af, welke soorten of variëteiten zich er het eerst vestigen. Het kan zijn dat zich in korten tijd een oeverzootn vormt uit planten die met hun ultloopers zich'ultbreiden langs de oppervlakte van het water en daar het bekende gevaarlijke trilveen vormen. Maar het is even goed mogelijk, dat er zich een stelletje planten vestigt, dat veel langzamer opschiet, zoodat eeuwen lang de wiel blank water blijft. Over het algemeen krijg ik den indruk, dat de breken langs de Zuiderzee in Noord-Holland sneller verlanden" dan de wielen van de Waal. Een van de merkwaardigste wielen van ons land Is die tusschen Krimpen a/d Lek en Lekkerkerk, een heel groote en heel oude. Er is een bosch om heen geplant van iepen en wilgen, populieren en esschen; meest esschen. Achterin heeft men eeneendenkool aangelegd, wie op den Lekdijk zit ziet de rieten schuttingen in de verte en in het water op staketsels staan kunstmatige ge vlochten eendennesten. We hebben hier dus een eendenbedrijf in optima forma. Wellicht hangt het met de aanwezigheid van die eenden alweer samen, dat deze wiel zeer vlschrfjk is en hij vormt dan ook wat men noemt een alleraardigste possessie. Maar er zijn medebezitters en juist die geven aan de Lekkerkerker eendekooi een groote vermaardheid, zelfs ver buiten onze grenzen. In de esschen hoog en laag nestelen eenige duizenden aalscholvers, die merk waardige vogels uit de verwantschap der pelicanen en Jan van Genten. Ook zij be drijven de visscherij aan de riviermonden. ZIJ stoffeeren op nimmer genoeg te waar deeren manier het waterlandschap der ZuidHollandsche eilanden. Wie ze in hun kracht en schoonheid wil aanschouwen doet het best met in 't laatst van Maart of in April zich neer te zetten op den Lekdijk bij de Kooi. Dan ziet ge ze af en aan vliegen met versch gevangen visch, of bouwen aan hun nesten of allermerkwaardigste grimassen maken van verliefdheid of nijd. Andere weer 14 Juli door de burgert] gevormde garde onder Lafayettr, de aanvulling daarvan: ds Soldatenraad. De gebeurtenissen in Parijs worden spoedig bekend in geheel Frankrijk. De hoofdstad is als het hart: wat daar leeft, dringt tot het geheele lichaam door. In alle steden volgen onlusten en overal hebben zfj het zelfde revolutlonnalre karakter: het oude blijft b,-staan, als lijst, waarin de nieuwe gedachte wordt gekleed. Men laat de stads besturen in functie, zij ontleenen echter hun bevoegdheid niet langer aan de vorst, maar aan het volk, de burgerij, die een conseh" opricht, dat controleert en dir'geert. Is het niet als de Vollzugsrat" in Berlijn, DUJseldorf en elders? Men richt zich tegen enkele personen, die als de incarnatie zijn van het ancien réglm», de intendanten, de bisschoppen, de oude parlementen, maar is in 't algemeen tevreden de macht te hebben veroverd, zich uit te kunnen leven en vooral de economische eisenen verwezenlijkt te zien, in dit gevat de opheffing van de gildedwang. Door de gemeenschappelijke haat en 'algemeene vrfjheidsgedachten verbonden voelt men meer dan onder het centrale gezag van de monarch geheel Frankrijk als zijn vader land. Een frappante overeenkomst met het huidige Duitschlandl Van Parijs naar de kleinere steden, vandaar naar het platteland. Weer volgens hetzelfde voorschrift. De boeren vormen .assemblees de campagnards", wenschen geen heerlijke rechten meer te erkennen, geen heerendiensten te verrichten. Zij willen vrij" zijn, maar nog meer, zQ willen hun haat uitleven. Een gerucht van opdagende roovers veroorzaakt overal een grande peur"; men wapent zich. Die vrees verdwenen, moet men zijn energie en zijn wapïns toch gebruiken: dan plundert men de kast celen en verbrandt ze. Dr. H. A. ENNO VAN GELDER iinimiiMiiiimiitiiiiiniiiiliiimiiiiiimlilililillllliliiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiti breken zich takken uit de boomen en dat doen ze met groote handigheid (met hun bek trouwens) en ze schijnen te weten, dat populiertwijgen veel gemakkelijker afknap pen dan die van wilgen of esschen. Het spreekt van zelf, dat het bedrijf van deze montere vogels hun de ontevredenheid berokkend heeft van visschers en boomkweekers en onze Wetgever heeft dan ook aanleiding gevonden, om ze te plaatsen op de zwarte lijst, zoodat leder die aalscholvers mag vangen, dooden en verstoren naar hartelust. Gelukkig kunnen de vogels zich nog al redden, doch als de mensch het op haren en snaren zet, dan zijn ze tcch ver loren, zooals in Duilschland is gebleken. Intusschen worden ze op Lekzicht en op nog een paar andere plaatsen in Nederland nog geduld, tot groote vreugde en dankbaar heid van ledereen, die deze buitengewoon merkwaardige dieren heeft leeren bewon deren. Anders de boomen hebben wel van hen te lijden. In n enkelen boom zitten wel tientallen nesten en wat die vogels en hun jongen aan uitwerpselen en af/al voortorengen is ontzettend. Heel wat boomen zien er dan ook deerlijk gehavend uit. Vol doode takken en 't lijkt een wonder dat ze het leven nog houden. Men zou denken dat onder die boomen ook niets zou kunnen groeien maar dat valt mee, want het staat er vol van een aardige Ooievaarsbek, het Robbertskruid, dat niet bang is voor stikstof verbindingen en er zelfs voorraden van op hoopt in zQn stengels en wortels. Zoo is dan deze wiel veranderd in een allerprachtigst aalscholverlandschap. Andere wielen herbergen weer andere bewoners, soms zelfs bijzonder zeldzame. Of nu de Cuyksche doorbraak ons met een nieuwen wiel verrijken zal, waarvan we de lotgevallen van het begin af zouden kunnen nagaan, durf ik nog lang niet te zeggen. De kansen zijn niet groot, maar mocht het wel het geval zijn, dan hoop ik, dat wl] van de gelegenheid een goed gebruik zullen maken. JAC. P. T H ij s s B.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl