Historisch Archief 1877-1940
7 Febr. '20. No. 2224
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Losse Gedachten over Huisindustrie
n.
We hebben op dit oogenbllk twee
gezinsvormen: we hebben het gezin waarin de
vrouw en moeder haar hoofdwerk vindt in
dat gezin, en we hebben het gezin, waarbij
man en vrouw belden een beroep uitoefenen
en de zorg voor het gezin (eenigszins vaak
onder toezicht en hoofdleiding nog van de
buitenshuls werkende moeder) is opgedragen
aan een derde.
Ik wil er niet over uitweiden welke vorm
beter Is. Dit is trouwens een vraag, die niet
ineens zal kunnen worden beantwoord. En
eigenlijk nooit in zijn geheel zal kunnen
worden beantwoord. Veel hangt hier af van
de persoonlijkheid van de vrouw en moeder.
Maar we hebben de twee vormen; vroeger
hadden we alleen de vorm, waarbij de vrouw
en moeder tevens was gezinsleidster, nu
nebben we de andere vorm er naast. Toe
komstvoorspellers zeggen dat de nieuwe
vorm zich meer baan nog zal breken, ten
koste van de oude; andere toekomstvoor
spellers voorspellen een teruggaan, waarbij
de oude gezinsvorm weer de eenige wordt.
Maar in elk geval we hebben ze nu allebei,
wat m.i. niet tegen onze tQd pleit. En m.i.
is het ook absoluut niet on mogelijk dat we
beide vormen nevens elkaar behouden. Laten
we hierbij eens denken aan Rome, dat heel
lang twee vormen van huwelijk naast elkaar
gekend heeft. En het was de slechtste lijd
van Rome niet.
We aanvaarden de twee vormen van ge
zinsleven met instemming of tegenzin, maar
ze zijn er. En nu ze er zijn, moeten we
trachten rechtvaardig te wezen in ons oor
deel en aan te diingen op rechtvaardige
wetgeving ook in dezen.
Een gezin, waarin de vrouw en moeder
onderwijzeres is, is een vorm van het gezin,
waarin man en vrouw beiden buitenshuis
werken. Welnu we vragen voor hen vrijheid
voor deze gezinsvorming, we dringen erop
aan de gehuwde onderwijzeres, die in haar
betrekking wil blijven, te handhaven.
Maar dan ook rechtvaardigheid naar de
andere kant. Dan ook rechtvaardigheid voor
de vrouw die in haar huis wenscht te blij
ven. Rechtvaardigheid ook voor de vrouw
die naast haar huishoudelijk werk nog eenig
ander werk wenscht te doen en dit bij voor
keur in haar huis doet.
Laat ik een voorbeeld noemen. Een vrouw
is moeder van een jong kind, dat ze niet
graag alleen laat. Ze is een gezonde flinke
vrouw, het inkomen van het gezin is niet
groot, ze heeft nog wel tQd om wat b? te
verdienen en gaat dus aan een atelier van
linnen goederen vragen of ze thuis voor dat
atelier mag naaien. Men kent haar als een
goed werkster voor haar huwelijk werkte
ze op hetzelfde atelier men geeft haar
dus gaarne werk in huls.
Wat is nu voor haar het voordeel van dit
werk? Ze kan het doen en bij haar kind
big ven. Ze kan dit weik doen in de uren
waarin ze het wenscht te dom. Wil ze
's middags met haar kind een paar uur de
buitenlucht ingaan, ze kan dat doen, want
ze regelt zelf haar arbeidsdag.
Ze heeft waarschQnlQk geen tQd om acht
uur per dag te naaien, maar wel kan ze
naast de zorg voor haar gezin een uur of
twee, drie per dag naaien. Welnu ze neemt
werk aan dat gemiddeld twee, drie uur per
dag vraagt. Ze kan dus een paar uren, die
anders niet productief zouden zijn, productief
maken (wat ook voor de maatschappij weer
productief Is).
Schaft men de huisindustrie af, dan zijn
er voor deze vrouw drie wegen. Of zelf
werken voor eigen risico, wat in haar vak
niet meevalt (want de meeste menschen, die
niet zelf naaien, koopen linnengoed gemaakt).
Of de uren die ze over heeft niet productief
te maken. Of naar de fabriek.
Werken voor eigen risico valt vaak niet mee,
dus moet deze vrouw een paar uur per dag
luieren of acht uur naar de fabriek gaan en
zich overspannen. Terwijl ze naar die fabriek
gaande haar kind aan een ander moet over
laten, wat ze bij-voorkeur niet doet.
Men voelt het: dit is een inbreuk maken
op vrijheid, dit is een dwingen tegen de
eene en vóór de andere vorm van gezins
leven. Dit is een dwang, die evenmin ge
oorloofd is als de dwang welke de gehuwde
onderwijzeres wil weren uit de schaol.
Wat dan? Dan weer kinderen garnalen
laten pellen de halve nacht door, weer t.b c.
patiënten ulevellen in laten pakken, weer
QNSLIEVENHEERSBEESTJE
Reeds heeft de Februarizon de elzekatjes
los gemaakt en sneeuwklokjes bloeien in
de hagen. Nu loont het, om In 't heuvel
land beschutte zuidhellingen te zoeken,
want daar komt de lente weken eerder dan
in de vlakte, 't Is daar al groen van allerlei
kiemend goed en als de zonnewarmte wat
dieper in de aarde dringt, dan komt daar
ook van allerlei gedierte te voorschijn,
blinkende spinnetjes, vliegen en muggen
van allerlei soort en de eerste vlinder",
dat nu eens een vos, een andermaal een
citroentje of een parelmoertje kan zijn. Toen
ik van morgen een van die warme plekken
bezocht werd ik er onthaald op den aanblik
van zeven onslievenheersbeestjes die naast
elkaar zaten op een bloot gewaaiden denne
wortel. Bi] nader toezien zaten er op die
helling nog meer van die kevertjes, hier
drie, daar vijf, ginds een apart en zoo voort;
met elkaar wel een goede zestig. Blijkbaar
hebben die diertjes daar hun winterkwartier
gehad, onder mos en bladeren. Als het
morgen guurder wordt, dan kruipen ze weer
weg, totdat hun levensjaar in allen ernst
begint.
Verscheidene insecten, in het bijzonder
de vrouw borduurwerk laten maken voor een
paar cent per uur enz. enz.
Nee dat stellig niet. We hebben geen ver
bod van huisindustrie, maar een regeling
der huisindustrie noodig. En deze regeling
is niet alleen arbeidswetgeving, deze rege
ling omvat ook volksgezondheid, volkshuis
vesting, kinderwetten.
Laat ik dit de volgende keer even voor u
uit mogen werken.
NlNE MlNNEMA
De Algemeene Nederlandsche
Vrouwenorganisatie
Het artikel van mevrouw Van Balen-Klaar
Nu wij het Kiesrecht hebben", (24 Jan.
1920 van dit blad) vraagt om een
wederwoord. Het is noodig, nogmaals uiteen te
zetten, dat een groote vrouwenorganisatie,
die eigen kandidaten voor de vertegenwoor
digende lichamen stelt, niet slechts recht
van bestaan heeft, maar zelfs dringend
noodzakelijk is, zal het vrouwenkiesrecht de
vruchten brengen, die de voorvechtsters van
de politieke ontvoogding der vrouw ons
hebben beloofd.
Wanneer de vrouwen zich over de poli
tieke partijen der mannen gaan verdeelen,
dan komt er misschien een kleine verschuiving
in de partjiverhoudlng, doch daarmee is de
maatschappij niet gebaat. Wat wQ noodig
hebben is een vernieuwing van het staat
kundig leven. Die vernieuwing kunnen de
vrouwen ons niet brengen, die in de poli
tieke mannenpartijen zijn opgegaan.
In een lezing van het Bestaansrecht der
Algemeene Nederlandsche Vrouwenorgani
satie heb ik indertijd gezegd, dat de
mannenpolitiek slecht is, en dat zQ ons tot den
wereldoorlog heeft gevoerd. Ten onrechte
hebben sommigen daaruit een aanklacht
gelezen tegen den man, en een matelooze
verheffing van de vrouw. Dat is allerminst
mQn bedoeling geweest. WQ vrouwen staan
nog voor het abc van het staatkundig leven:
wQ zullen nog hebben te bewijzen, dat wij iets
beters kunnen bereiken dan het mislukte werk,
dat de mannen hebben gewrocht. Maar de
mannenpolitiek moest reeds daarom onver
biddelijk fiasco maken, omdat zij, met
verwaarlooilng van demedewerkingder vrouwe
lijke menschheid, nzijdig uit mannelQk
denken en streven is opgebouwd. Van
nzfjdig vrouwelijk denken en streven ver
wachten wQ niets beiers. Samenwerking van
mannelijk en vrouwelijk inzicht moet dus ten
slotte voeren tot een rechtvaardiger maat
schappij. Maar zulk een samenwerking is
allén mogelijk tusschen gelijkwaardige
helften: zQ kan niet tot stand komen zoolang
er nog overheersching bestaat van de ne
over de andere partij. De meeste menschen
hebben zelf s geen fl auw vermoeden, hoe groot
de. achterstand is, die nog door de Neder
landsche vrouw moet worden ingehaald.
De vrouwen, die meenen, dat zij dien
achterstand in kunnen halen door met de
politieke partijen mee te loopen, zullen zich
in hun verwachtingen deerlijk bedrogen zien.
Hoe is de gang van zaken, als de vrouw
zich in den kring der mannenpolitiek laat
trekken? ZQ begint, met zich daar als
vreemdeling te voelen. ZQ moet er door
mannen worden ontvangen en door mannen
wegwijs gemaakt. De politieke atmospheer,
die haar omgeeft, kan niet nalaten op haar
persoonlijkheid in te werken. Zij wordt
geestelijk op sleeptouw genomen, en in de
eenmaal vastgelegde richting van de
partQ voortgestuwd. Een eigen politieke
ontwikkeling van de vrouw blQft daarbij
ontbreken: een eigen, vrouwelijk staatkundig
Inzicht kan niet worden opgebouwd.
Dat eigen vrouwenlQk staatkundig inzicht
is nu juist waar het op aan komt. Dat moet
ontwikkeld worden In eigen sfeer, om straks
met het mannelflk staatkundig inzicht even
wicht te maken. Daartoe is onze mooie,
jonge, krachtig groeiende Algemeene Neder
landsche Vrouwenorganisatie opgericht, die
de kern wil zijn waarom het staatkundig
leven der vrouwen in Nederland In eigen
vorm kan ultkristalliseeren, en die zich tot
eerste taak heeft gesteld, gelijkmaking van
de wettelijke en economische levens
voorwaarden voor man en vrouw. Een
gelQkmaking, die zich beperkt tot de
kunstmatige, door wetten en zeden geschapen
en vastgestampte ongelijkheid van man en
vrouw. Niet tot de natuurlijke, door den aard
van den man en de vrouw bepaalde vei schillen.
Geen physioiogische gelijkheid, die ondenk
baar is waar tweeërlei Sfxen bestaan. WQ
willen de lusten en de lasten van het moe
derschap niet missen. Maar wij willen de
lusten niet gedempt en de lasten niet ver
zwaard hebben door staatsinstellingen en
wetten, die door de ene helft van de
menschheid aan de andere zijn opgelegd.
Daarom willen wij onze politieke rechten
zien vastgelegd in de grondwet, opdat zij ons
niet meer kunnen worden ontnomen. WQ
weniiiiiiiiiiiliiiiimiii
kevers, overwinteren gezellig en wel heel
graag aan den voet van boomen of in den
molm van holle stammen. In mijn eersten
natuursporttijd, zooals jongen van een jaar
of vijftien heb ik wat zitten delven op
plekken waar ik wel zou hebben willen
overwinteren, als ik een kever geweest
was. En menige aardige vondst heb
ik zoo gedaan, soms wel een halven
liter van kevers van verschillende, doch
verwante soorten bij elkaar. Maar tot
honderden laat staan duizenden of millioenen
individu's heb ik het nooit kunnen brengen.
Toch kunt ge zoo Iets verwachten van de
onzelievenheersbeestjes, zoowel van het
grootste, dat met de zeven zwarte stippen
als van zijn verwanten. Over de heele wereld
is het een familietrek van deze diertjes dat
zij zich in den nazomer vereenigen tot on
telbare troepen om dan gemeenschappelijk
te overwinteren. Bij voorkeur zoeken ze dan
berghellingen of bergtoppen die trouwens
ook in menig ander opzicht een groote be
korting op allerlei Insecten uitoefenen. De
groote Fabre zag eens in October de kapel
op den top van den Mont Ventoux geheel
en 'al bedekt met onzellevenheersbeestjes
(bêtes h bon Dleu). Het was de soort met
de zeven stippen. Het heele gebouw was
er mee bedekt, zoodat het opgetrokken
scheen uit bloedkoraal. Hij schatte het aan
tal diertjes op .myriaden" of liever hfl zegt:
je n'oserais /aluer les myriades de
Coccinelles qui se trouvalent la en assemblee
générale. Een andermaal vond hij een
dergelqke opeenhooplng op het hoogste punt
van het plateau van Saint Amans vlak naast
den Ventoux.
Kleeding van de Maand
Teekenlng van Roosje Bakhuys
Voor koude voorjaarsdagen zQn maar
weinig mantels zoo practisch als dit
ruime model van donker groene wollen
stof, met kraag en ceintuur in een forsche
grijs en groene ruit.
iiiuiiiiiiiiiimtiiiiiiiiuiiiitiiiiiiii
schen een huwelijkswetgeving, die de vrouw
als gelijke erkent van den man, een burgerlijk
recht, dat aan de moeder haar ouderrechten
verzekert. WQ willen gelijk loon voor gelijk
of gelijkwaardig werk. WQ willen in de ar
beidswet geen afzonderlijke vrouwenbescher
ming, die steeds tot verdrukking of uitstooting
leidt. Kortom, wij willen, zooals in de zes
punten van ons programma staat uitgedrukt,
de moeder van het gezin in eere en het ge
zin zelf in betere conditie brengen.
En arbeidende op dit beperkt gebied zullen
wQ tevens werken aan onze eigen staatkun
dige opvoeding, en ons een eigen vrouwelijk
inzicht opbouwen in de staatkundige vraag
stukken van den dag.
CATHARINE VAN TUSSENBROEK
Van Vrouwelijk Doen en Denken
Vanmiddag bezocht ik een kleine tentoon
stelling van kunstnaaldwerk van mej. Testas
in het gezellige zaaltje bij Cornelis van der
Sluys, de bekende binnenhuis-architect.
't Was alles zér modern werk. Wat wij
tegenwoordig modern noemen, zQn vooral
de felle contrasteerende kleuren, die wQ in
schilderkunst en ook in kunstnfjverheid
aantrcffen, de grillige lijnen en figuren, waar
achter wij. vergeef s een beteekenis zoeken,
of die wij trachten terug te brengen tot
bloem- of diervormen, waaraan ze misschien
zouden kunnen zijn ontleend. Maar meeren
deels zijn 't wilde fantasiën, ontstaan In den
geest van een, die zijn weg zoekt door de
warrelende tijden.
Want wel hevig herschept 't werk der
jongeren vooral de drang van onzen tijd,
die zoekt voor de troostelooze grijsheid van
deze geestelijk zonloozen dagen zich te
verzadigen aan helle felle kleuren, aan diepe
tinten, en er is een hunkering vooral naar
warmte, die wij in deze jaren van alles
overheerschend egoïsme zoo vaak misten.
Zonder dat ze 't van elkaar weten, geloof ik,
hunkeren onze jongere, zoekende artiesten
in hun werk naar de zon, omdat zQ die in
't leven van dezen ontzaglQken tQd zoo zeer
ontberen, zij zoeken de warme straling uit
te beelden van een hevige kleuren-symphonle
en pogen daarmee een harmonische eenheid
te verkrijgen, ondanks de grillige vormen,
ondanks de uitbuigende, bochtige lijnen,
waarin wQ tevergeefs een strakke compositie
zoeken.
Het is alles nog tasten en streven als de
symboliseering van 't nieuwe dat komen gaat,
maar dat nog geen vasten vorm heeft aan
genomen, dat nog in wording is. Zoo leek
me ook dit werk, iets groots...in wording,
een machtig zoeken, een nobel streven naar
warmte en zoonegloed. Er is felheid van
passie, maar er is nog niet de diepe innigheid.
Onslievenhfersbeestje Coccinella
Septempunctata
Latere waarnemingen hebben Fabre's
mededeellngen bevestigd. Het vorig najaar nog
hebben wij in onze duinen hier en daar ook
opzienbarende menigten van coccinellen ge
zien en zeer belan gr ij ke gegevens zrj n in de
Natuurwissenschaftliche Wochenschrift bijeen
gebracht door Nachtshelm en Arndt omtrent
waarnemingen in den Balkan en Oost Siberië,
Zwitserland en Duitschland. Ook wordt in dit
verband melding gemaakt van de zeer merk
waardige onzelievenhf ersbeestjesindustrie in
Californië. Ik wou toch heusch dat het beest
een korter naam had ; ladybird" is heel wat
handiger.
Het torretje dankt zijn goedertierenden en
liefderijken naam waarschijnlijk aan zijn
zeven stipjes en misschien ook wel aan de
rust en onbekommerdheid, waarmee het rond
wandelt over de zonnige aarde. De Duitschers
noemen ze ook nog Marienkiifer,
Herrgottsschafchen, Sonnenkalbchen, Himmelskühc,
de eene naam al liever en zoeter dan de
Een uur later nam iemand me mee naar
een der vele restaurants waar men thee
drinkt, en waar wordt gedanst door beroeps
dansers. Een jaar of wat terug noemde men
dat tango tea. Maar de tango heeft reeds
langafgedaan en de diep-weemoedige Maxixe
Bresilienne heeft plaats gemaakt voor
«the highest novelties" op 't gebied van
American Steps.
Vreemd werd 't me te moede, dat ik ook
hier dezelfde sensatie kreeg, als op de ten
toonstelling tusschen de kunstnaaldwerken.
Het is alles uitbundig en fel en rusteloos,
beeld van onzen tQd. Denk eens aan de statige
menuette en de gavotte uit de tijden van
onze overgrootmoeders! We hebben nu geen
tijd voor zulke langzame dansen, ze duren
te lang, en wat tegenwoordig een wals heet,
IQkt heelemaai niet meer op de alles
betooverende medeslepende dans die de gelieven
tot elkaar bracht. Menig paartje heeft elkander
gevonden onder de wals. Maar een jazz, of
een foxtrott? De dansen zijn technisch heel
wat moeilijker, vragen de gansche aandacht
van de dansers; de techniek van de wals was
zoo eenvoudig. Wie de pas kende en ge
voel voor rhythme had, was er.
't Lijkt me bijna ondoenlijk om te jazzen"
(mooi woord l?) met een heer, met wien
men die dans nimmer deed, of te trotten"
met een dame, die niet een first rate sports
woman" is, want er is heel wat spieroefe
ning en vlugheid noodig voor deze dansen.
Er ligt niets innigs in verborgen, zooals in
de wals, waarbQ men totaal los was van de
techniek, en danste, danste, als gedragen
door een macht van bulten af.
In onzen onrustigen, haastigen tQd, zonder
innigheid, zonder harmonie, zonder rhythme,
In onzen .jachtlgen schreeuwerigen tQd van
weinig voornaamheid en van gebrek aan
InnerlQke beschaving, Is er alleen uitbundig
heid, een te veel aan techniek, een te kort
aan gevoel, een te veel aan nerveusheid,
een te kort aan rust, een te veel aan passie,
een te kort aan liefde, een te veel aan In
tellect, een te kort aan ziel, en dat alles
manifesteert zich in vele dingen, ook in
onze moderne kunstuitingen, of wat men
daarvoor wil laten doorgaan.
Het felle, het overdadige trekt, en het
stille, het innige, het in zich zelf gekeerde
wordt voorbij gegaan, wordt niet opge
merkt, IQkt te hebben afgedaan, want we
hollen voorbij en gunnen ons nauwelijks
den tQd om ons heen te zien. 't Lijkt me
zoo verbijsterend en vermoeiend en verlan
gend zie Ik uit naar den terugkeer tot den
stillen gemoedsvrede, die den mensen zal
brengen op hooger plan, omdat hij dan
begrijpen zal, dat eerst de rust hem kan
brengen waar hij zfjn moet.
E. C. v. D. M.
, Van Kinderen
Hij HEEFT WAT BELEEFD l
O, ze moesten het zien, echt zien dat
vliegen op Ockenburg, niet van een hooge
duin, waar zQ Zaterdagmiddag naar toe
gewandeld waren en waar je opeens boven
je hoofd 't gonzen hoorden van al die groote
vliegvogels. Nee, dat was niet echt. 't Echte
was, dat je 'n kaartje nam en 't vllegterrein
kon binnenstappen. Dan kon je alles zien,
van 't heele begin af. Ach, je moest er nu
maar overheen komen dat de minste plaats
75 ets. was. Ze zouden het immers zelf wel
betalen. En ze gingen. Heel vroeg waren ze
dien Zondagochtend en wat brachten ze
veel onrust op den anders zóó stillen och
tend ! 't Was 'n heen en weer loopen, boter
hammen moesten gemaakt en ingepakt.
Een ware opluchting toen ze wegreden. De
twee grootsten op de fiets, de twee jongsten
er achterop, 't Werd een lange stille Zon
dag. Tot ze terug kwamen; moe met ver
warde verhalen door elkaar van heel vol"
van niet door kunnen komen" en ergen
wind".
Ik mag 't vertellen 't erge", zegt de
jongste. Moe en verwaaid zit hQ aan tafel
en we krQgen het verhaal, zooals 'n kind
vertelt, ongelijkmatig en telkens door de
anderen aangevuld en verbeterd. Stroomen
menschen waren er geweest; stampvol de
weg, je kon niet eens fietsen. Toch waren
ze nog vroeg op 't terrein aangekomen, ze
moesten nog een paar uur wachten voor dat
het groote" begon.
Hoe den tQd door te komen? Het beste
was maar vroeg koffie drinken. Honger
hadden ze wel. Heel genoegelQk zaten ze
in 't cafétje en bestelden chocolade. Helaas
we beleven dure tijden. Een simpele kop
chocolade bracht ze in hevige benauwdheid;
beursjes werden leeggeschud, uitgeteld, nog
eens over. Ze konden er wel komen, maar
ze kwamen nog te kort voor de fietsen, die
ze bij 'n boer hadden gestald. VQfentwintig
cent, nou ja, die boer moest hen maar ver
trouwen, morgen zouden ze hem 't te kort
andere. Het dikke trage diertje ziet er dan
ook uit als een paofiek vegetariër, maar
inderdaad is het een brleschende leeuw, een
vleeschvreter van de hevigste soort, als de
nood aan den man komt zelfs een kannibaal
en dat nog al van jongs af. Tuinlui, die op
de hoogte zijn, rekenen
deonzelievenheersbeesijes tot de allernuttigste Insecten, vooral
omdat ze zooveel bladluizen verdelgen en
ook de vleze larven van het leliehaantje en
den aspergehaan. De Amerikaansche sooit
Hippodamia convergens, die ook verwanten
in ons land heeft, vreet niet alleen bladluizen,
maar ook de nog veel schadelijker
schildluizen, waaronder de San Joséschildluis het
meest berucht is en nu hebben de knappe
Callfornische tuinbouwers een heele Industrie
in het leven geroepen, om zich de hulp van
die nuttige dierljes te verzekeren. Het begint
er mee, dat de speurders de
overwlntetingsoorden van de kevers opzoeken. Begin No
vember gaan de Hfppodamia's
samenrotten, eerst in kleine zwervende
troepjes, maar die vcreenlgen zich lang
zamerhand en ai spoedigkruipteen heele bende
weg in mos en bladeren aan een hooge, droge
berghelling. Gaandeweg, naar men meent
aangelokt door den geur der reeds aanwe
zigen, komen meer troepen opdagen, zoodat
in korten tijd de myriaden" behoorlijk bij
elkaar zijn. De zoekers laten ze vporloopig
ongemoeid, noteeren de
overwinteringsplaatsen op een kaart en eerst in Januari of
Februari worden de kevers van onder de
sneeuw opgegraven en bij zakken vol ver
voerd naar centrale pakhuizen, waar ze In
koelkamcrs in den dut gehouden worden tot
tijd en wijle dat ze noodig zijn om in de
wel brengen. Zoo ging de morgen toch nog
gauw voorbQ en altQd kwamen er nog maar
meer menschen, zoo had je wel wat te
kijken. Nu zouden de vliegmachines begin
nen, nu moest je goed kQken hoe xoo'n ding
van den grond omhoog gaat. Maar je
kon niets zien, het was veel te ver weg;
nee, dat was geen plaats, je zag niets van
dat wat je juist wilde zien, van het naar
omhoog gaan. Zoo had Je wel thuis kunnen
blQven, zoo zag je 't Immers dikwQIs uit je
raam 't vliegende stipje, dat steeds verder
gaat. En toen gebeurde het héle erge, wat
zoo'n indruk maakte dat hQ 't nog zag, de
jongste, onder het vertellen. Daar drong een
man naar voren, heel kalm, met n stap
stond hQ boven op een tafeltje. HQ zwaaide
met z'n armen en z'n stem klonk ver, zoo
dat hQ overal te verstaan was.
Proletariërsl is dat een manier; ze laten
ons betalen en wat zien we, wat we even
goed thuis bQ moeder uit het dakraampje
konden zien." Weer dat woord: proletarlers,
volg mij, dat laten we niet toe, volg mQ."
De man stortte naar beneden en wenkte,
wenkte l
Meegaan," riep de jongste, hQ zag iets
van strQd, dat was heerlQk. O, dadelijk
wilde hQ volgen met al die anderen mee,
achter die man, die maar doorliep.
Was je niet bang?" _
Bang? z'n oogen gloeien nog. Ze liepen
maar mee en er kwamen politie-mannen te
paard die riepen: terug, maar dat deed
niemand, ze liepen mee, altijd achter den
man aan.
Toen kwamen er mannen aan met linten
op, die deden de armen wQd in de lucht,
't gaf niets. Ze liepen mee achter den man
aan, altQd achter den man aan. Ze kwamen
op 't tweede terrein en de hekjes trapten ze
zoo maar in, die knapten geweldig. Nu kon
den ze zien, nu konden ze zien het opgaan
van de vliegmachines.
't Is zonde" had een juffrouw gezegd, ik
heb voor de tweede rang betaald en di
komen er maar goedkoop in l" Wat kon ze
dat schelen ? Ze waren nu dicht bij de
vliegvogels. 't Was prachtig geweest l
Nog een heel griezelig oogenblik heeft hQ
beleefd. Ze waren steeds verder geloopen, te
dicht veel te dicht bQ de machines. Want op
eens was daar zoo'n woest snorrend gevaarte
vlak boven z'n hoofd geweest, dat geluid.dat
zwarte trillende ding zoo dicht bQ je. Getrild
had hQ en heel angstig zich gevoeld. Maar
nu is dat ook 'n schoone herinnering; groot
voelt hQ zich, dat hQ dit alles heeft meege
maakt. Na 't eten is hQ moe en koud. HQ
laat zich vertroetelen als 'n klein kindje en
liefst wil hij zoo in bed kruipen. O, nu niet
eens wasschen als dit toch moet, dan maar
zoo'n beetje."
In bed begint hQ nog eens de man op
het tafeltje" gelukkig hQ heeft weer iets
beleefd.
TlERIE?HOGERZEIL
Cabaret-liedje
Klein vrouwtje
Klein vrouwtje ligt ziek, 't blond hoofd op
het kussea
En zucht er zoo droef: wie moet baby nu
sussen ?
MQn kereltje Hef en zoo zacht en zoo teer,
En tranen, zQ druppelen langzaam aan neer
ZQ vouwt s: am de handen, bidt Innig en stil
Of God haar toch beterschap geven wil.
Klein vrouwtje ligt ziek, 't blond hoofd op
het kussen
En mokt voor zich heen: nu
gaatondertusschen"
Het huishouden scheef en zoo schots door
elkaar"
Ik vind 't voor manllef zoo vreeselQk naar"
Ach, ais er een vreemde het werk doen
moet"
Dan gaat 't zoo zelden geregeld en goed"!
Klein vrouwtje ligt ziek en zoo droevig te
staren
Het denken, 't kan er slechts zorgen haar
baren
ZQ weet 't, zQ kan er niet worden gemist
En waar gaat 't henen, als zij niet beslist?
Klein vrouwtje heeft gelfjk, is zQ van den
vloer
Dan wordt er haar huis, een schip zonder
roer.
W. L I E R N U R
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimmiii
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWflREN
E. J. VAN 5CHAICK
BOOTHSTRBAT UTRECHT
Hiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiliiiiimiiiiiiiiiii
meloenenkweekerijen de bladluizen of elders
de schildlulzen te bestrQden. Hun winter
slaap wordt zoodoende gerekt tot ver over
het half jaar. Het is nog niet bekend welke
gevolgen dit ingrijpen heeft op de voort
planting van de soort. In den regel hebben
de onslievenheersbeestjes twee generaties per
jaar en het ligt voor de hand dat de
langslapers het nu slechts tot n zullen kunnen
brengen. Daar staat echter weer tegenover
dat ze trjdens hun langen slaap zorgvuldig
beschermd zijn en bQ het ontwaken gebracht
worden naar streken met overvloedig voedsel.
Met verlangen zie ik naar een nieuw
Californisch Bulletin uit, om weer wat nieuws
over Hippodamia te weten te komen.
Ik weet niet of onze tuinbouwers en met
name de rozenkweekers opzettelQk iets doen
om de aanwezigheid van Cocclnelliden, dat
zQn de onslievenheersbeestjes en hun ver
wanten, in hun tuinen te bevorderen. Af en
toe breng ik er eens een paar mee voor
de kamerplanten, maar ze loopen altQd
weg. Met de larven gaat het beter en 't
is ook wel aan te raden, om er een
onsllevenheersbeestjesfokkerij op na te
houden. Het leven der kevertjes zelf heeft
nog veel belangrijks en bijzonder interes
sant zijn de kleur-variaties in verband met
voeding en temperatuur. Soms ontbreken
er een of meer van de zeven stippen, de
witte plekken op het borstschlld kunnen
varieeren en, ook kan het zwart het rood
heelemaai verdringen. Ouder de kleinere
verwanten is de variabiliteit nog veel
grooter, de meest beroemde daarvan zQn die
met de twee stippen en met de tien stippen.
JAC. P. THIJSSE