De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 7 februari pagina 5

7 februari 1920 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

7 Febr. '20. No. 2224 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Losse Gedachten over Huisindustrie n. We hebben op dit oogenbllk twee gezinsvormen: we hebben het gezin waarin de vrouw en moeder haar hoofdwerk vindt in dat gezin, en we hebben het gezin, waarbij man en vrouw belden een beroep uitoefenen en de zorg voor het gezin (eenigszins vaak onder toezicht en hoofdleiding nog van de buitenshuls werkende moeder) is opgedragen aan een derde. Ik wil er niet over uitweiden welke vorm beter Is. Dit is trouwens een vraag, die niet ineens zal kunnen worden beantwoord. En eigenlijk nooit in zijn geheel zal kunnen worden beantwoord. Veel hangt hier af van de persoonlijkheid van de vrouw en moeder. Maar we hebben de twee vormen; vroeger hadden we alleen de vorm, waarbij de vrouw en moeder tevens was gezinsleidster, nu nebben we de andere vorm er naast. Toe komstvoorspellers zeggen dat de nieuwe vorm zich meer baan nog zal breken, ten koste van de oude; andere toekomstvoor spellers voorspellen een teruggaan, waarbij de oude gezinsvorm weer de eenige wordt. Maar in elk geval we hebben ze nu allebei, wat m.i. niet tegen onze tQd pleit. En m.i. is het ook absoluut niet on mogelijk dat we beide vormen nevens elkaar behouden. Laten we hierbij eens denken aan Rome, dat heel lang twee vormen van huwelijk naast elkaar gekend heeft. En het was de slechtste lijd van Rome niet. We aanvaarden de twee vormen van ge zinsleven met instemming of tegenzin, maar ze zijn er. En nu ze er zijn, moeten we trachten rechtvaardig te wezen in ons oor deel en aan te diingen op rechtvaardige wetgeving ook in dezen. Een gezin, waarin de vrouw en moeder onderwijzeres is, is een vorm van het gezin, waarin man en vrouw beiden buitenshuis werken. Welnu we vragen voor hen vrijheid voor deze gezinsvorming, we dringen erop aan de gehuwde onderwijzeres, die in haar betrekking wil blijven, te handhaven. Maar dan ook rechtvaardigheid naar de andere kant. Dan ook rechtvaardigheid voor de vrouw die in haar huis wenscht te blij ven. Rechtvaardigheid ook voor de vrouw die naast haar huishoudelijk werk nog eenig ander werk wenscht te doen en dit bij voor keur in haar huis doet. Laat ik een voorbeeld noemen. Een vrouw is moeder van een jong kind, dat ze niet graag alleen laat. Ze is een gezonde flinke vrouw, het inkomen van het gezin is niet groot, ze heeft nog wel tQd om wat b? te verdienen en gaat dus aan een atelier van linnen goederen vragen of ze thuis voor dat atelier mag naaien. Men kent haar als een goed werkster voor haar huwelijk werkte ze op hetzelfde atelier men geeft haar dus gaarne werk in huls. Wat is nu voor haar het voordeel van dit werk? Ze kan het doen en bij haar kind big ven. Ze kan dit weik doen in de uren waarin ze het wenscht te dom. Wil ze 's middags met haar kind een paar uur de buitenlucht ingaan, ze kan dat doen, want ze regelt zelf haar arbeidsdag. Ze heeft waarschQnlQk geen tQd om acht uur per dag te naaien, maar wel kan ze naast de zorg voor haar gezin een uur of twee, drie per dag naaien. Welnu ze neemt werk aan dat gemiddeld twee, drie uur per dag vraagt. Ze kan dus een paar uren, die anders niet productief zouden zijn, productief maken (wat ook voor de maatschappij weer productief Is). Schaft men de huisindustrie af, dan zijn er voor deze vrouw drie wegen. Of zelf werken voor eigen risico, wat in haar vak niet meevalt (want de meeste menschen, die niet zelf naaien, koopen linnengoed gemaakt). Of de uren die ze over heeft niet productief te maken. Of naar de fabriek. Werken voor eigen risico valt vaak niet mee, dus moet deze vrouw een paar uur per dag luieren of acht uur naar de fabriek gaan en zich overspannen. Terwijl ze naar die fabriek gaande haar kind aan een ander moet over laten, wat ze bij-voorkeur niet doet. Men voelt het: dit is een inbreuk maken op vrijheid, dit is een dwingen tegen de eene en vóór de andere vorm van gezins leven. Dit is een dwang, die evenmin ge oorloofd is als de dwang welke de gehuwde onderwijzeres wil weren uit de schaol. Wat dan? Dan weer kinderen garnalen laten pellen de halve nacht door, weer t.b c. patiënten ulevellen in laten pakken, weer QNSLIEVENHEERSBEESTJE Reeds heeft de Februarizon de elzekatjes los gemaakt en sneeuwklokjes bloeien in de hagen. Nu loont het, om In 't heuvel land beschutte zuidhellingen te zoeken, want daar komt de lente weken eerder dan in de vlakte, 't Is daar al groen van allerlei kiemend goed en als de zonnewarmte wat dieper in de aarde dringt, dan komt daar ook van allerlei gedierte te voorschijn, blinkende spinnetjes, vliegen en muggen van allerlei soort en de eerste vlinder", dat nu eens een vos, een andermaal een citroentje of een parelmoertje kan zijn. Toen ik van morgen een van die warme plekken bezocht werd ik er onthaald op den aanblik van zeven onslievenheersbeestjes die naast elkaar zaten op een bloot gewaaiden denne wortel. Bi] nader toezien zaten er op die helling nog meer van die kevertjes, hier drie, daar vijf, ginds een apart en zoo voort; met elkaar wel een goede zestig. Blijkbaar hebben die diertjes daar hun winterkwartier gehad, onder mos en bladeren. Als het morgen guurder wordt, dan kruipen ze weer weg, totdat hun levensjaar in allen ernst begint. Verscheidene insecten, in het bijzonder de vrouw borduurwerk laten maken voor een paar cent per uur enz. enz. Nee dat stellig niet. We hebben geen ver bod van huisindustrie, maar een regeling der huisindustrie noodig. En deze regeling is niet alleen arbeidswetgeving, deze rege ling omvat ook volksgezondheid, volkshuis vesting, kinderwetten. Laat ik dit de volgende keer even voor u uit mogen werken. NlNE MlNNEMA De Algemeene Nederlandsche Vrouwenorganisatie Het artikel van mevrouw Van Balen-Klaar Nu wij het Kiesrecht hebben", (24 Jan. 1920 van dit blad) vraagt om een wederwoord. Het is noodig, nogmaals uiteen te zetten, dat een groote vrouwenorganisatie, die eigen kandidaten voor de vertegenwoor digende lichamen stelt, niet slechts recht van bestaan heeft, maar zelfs dringend noodzakelijk is, zal het vrouwenkiesrecht de vruchten brengen, die de voorvechtsters van de politieke ontvoogding der vrouw ons hebben beloofd. Wanneer de vrouwen zich over de poli tieke partijen der mannen gaan verdeelen, dan komt er misschien een kleine verschuiving in de partjiverhoudlng, doch daarmee is de maatschappij niet gebaat. Wat wQ noodig hebben is een vernieuwing van het staat kundig leven. Die vernieuwing kunnen de vrouwen ons niet brengen, die in de poli tieke mannenpartijen zijn opgegaan. In een lezing van het Bestaansrecht der Algemeene Nederlandsche Vrouwenorgani satie heb ik indertijd gezegd, dat de mannenpolitiek slecht is, en dat zQ ons tot den wereldoorlog heeft gevoerd. Ten onrechte hebben sommigen daaruit een aanklacht gelezen tegen den man, en een matelooze verheffing van de vrouw. Dat is allerminst mQn bedoeling geweest. WQ vrouwen staan nog voor het abc van het staatkundig leven: wQ zullen nog hebben te bewijzen, dat wij iets beters kunnen bereiken dan het mislukte werk, dat de mannen hebben gewrocht. Maar de mannenpolitiek moest reeds daarom onver biddelijk fiasco maken, omdat zij, met verwaarlooilng van demedewerkingder vrouwe lijke menschheid, nzijdig uit mannelQk denken en streven is opgebouwd. Van nzfjdig vrouwelijk denken en streven ver wachten wQ niets beiers. Samenwerking van mannelijk en vrouwelijk inzicht moet dus ten slotte voeren tot een rechtvaardiger maat schappij. Maar zulk een samenwerking is allén mogelijk tusschen gelijkwaardige helften: zQ kan niet tot stand komen zoolang er nog overheersching bestaat van de ne over de andere partij. De meeste menschen hebben zelf s geen fl auw vermoeden, hoe groot de. achterstand is, die nog door de Neder landsche vrouw moet worden ingehaald. De vrouwen, die meenen, dat zij dien achterstand in kunnen halen door met de politieke partijen mee te loopen, zullen zich in hun verwachtingen deerlijk bedrogen zien. Hoe is de gang van zaken, als de vrouw zich in den kring der mannenpolitiek laat trekken? ZQ begint, met zich daar als vreemdeling te voelen. ZQ moet er door mannen worden ontvangen en door mannen wegwijs gemaakt. De politieke atmospheer, die haar omgeeft, kan niet nalaten op haar persoonlijkheid in te werken. Zij wordt geestelijk op sleeptouw genomen, en in de eenmaal vastgelegde richting van de partQ voortgestuwd. Een eigen politieke ontwikkeling van de vrouw blQft daarbij ontbreken: een eigen, vrouwelijk staatkundig Inzicht kan niet worden opgebouwd. Dat eigen vrouwenlQk staatkundig inzicht is nu juist waar het op aan komt. Dat moet ontwikkeld worden In eigen sfeer, om straks met het mannelflk staatkundig inzicht even wicht te maken. Daartoe is onze mooie, jonge, krachtig groeiende Algemeene Neder landsche Vrouwenorganisatie opgericht, die de kern wil zijn waarom het staatkundig leven der vrouwen in Nederland In eigen vorm kan ultkristalliseeren, en die zich tot eerste taak heeft gesteld, gelijkmaking van de wettelijke en economische levens voorwaarden voor man en vrouw. Een gelQkmaking, die zich beperkt tot de kunstmatige, door wetten en zeden geschapen en vastgestampte ongelijkheid van man en vrouw. Niet tot de natuurlijke, door den aard van den man en de vrouw bepaalde vei schillen. Geen physioiogische gelijkheid, die ondenk baar is waar tweeërlei Sfxen bestaan. WQ willen de lusten en de lasten van het moe derschap niet missen. Maar wij willen de lusten niet gedempt en de lasten niet ver zwaard hebben door staatsinstellingen en wetten, die door de ene helft van de menschheid aan de andere zijn opgelegd. Daarom willen wij onze politieke rechten zien vastgelegd in de grondwet, opdat zij ons niet meer kunnen worden ontnomen. WQ weniiiiiiiiiiiliiiiimiii kevers, overwinteren gezellig en wel heel graag aan den voet van boomen of in den molm van holle stammen. In mijn eersten natuursporttijd, zooals jongen van een jaar of vijftien heb ik wat zitten delven op plekken waar ik wel zou hebben willen overwinteren, als ik een kever geweest was. En menige aardige vondst heb ik zoo gedaan, soms wel een halven liter van kevers van verschillende, doch verwante soorten bij elkaar. Maar tot honderden laat staan duizenden of millioenen individu's heb ik het nooit kunnen brengen. Toch kunt ge zoo Iets verwachten van de onzelievenheersbeestjes, zoowel van het grootste, dat met de zeven zwarte stippen als van zijn verwanten. Over de heele wereld is het een familietrek van deze diertjes dat zij zich in den nazomer vereenigen tot on telbare troepen om dan gemeenschappelijk te overwinteren. Bij voorkeur zoeken ze dan berghellingen of bergtoppen die trouwens ook in menig ander opzicht een groote be korting op allerlei Insecten uitoefenen. De groote Fabre zag eens in October de kapel op den top van den Mont Ventoux geheel en 'al bedekt met onzellevenheersbeestjes (bêtes h bon Dleu). Het was de soort met de zeven stippen. Het heele gebouw was er mee bedekt, zoodat het opgetrokken scheen uit bloedkoraal. Hij schatte het aan tal diertjes op .myriaden" of liever hfl zegt: je n'oserais /aluer les myriades de Coccinelles qui se trouvalent la en assemblee générale. Een andermaal vond hij een dergelqke opeenhooplng op het hoogste punt van het plateau van Saint Amans vlak naast den Ventoux. Kleeding van de Maand Teekenlng van Roosje Bakhuys Voor koude voorjaarsdagen zQn maar weinig mantels zoo practisch als dit ruime model van donker groene wollen stof, met kraag en ceintuur in een forsche grijs en groene ruit. iiiuiiiiiiiiiimtiiiiiiiiuiiiitiiiiiiii schen een huwelijkswetgeving, die de vrouw als gelijke erkent van den man, een burgerlijk recht, dat aan de moeder haar ouderrechten verzekert. WQ willen gelijk loon voor gelijk of gelijkwaardig werk. WQ willen in de ar beidswet geen afzonderlijke vrouwenbescher ming, die steeds tot verdrukking of uitstooting leidt. Kortom, wij willen, zooals in de zes punten van ons programma staat uitgedrukt, de moeder van het gezin in eere en het ge zin zelf in betere conditie brengen. En arbeidende op dit beperkt gebied zullen wQ tevens werken aan onze eigen staatkun dige opvoeding, en ons een eigen vrouwelijk inzicht opbouwen in de staatkundige vraag stukken van den dag. CATHARINE VAN TUSSENBROEK Van Vrouwelijk Doen en Denken Vanmiddag bezocht ik een kleine tentoon stelling van kunstnaaldwerk van mej. Testas in het gezellige zaaltje bij Cornelis van der Sluys, de bekende binnenhuis-architect. 't Was alles zér modern werk. Wat wij tegenwoordig modern noemen, zQn vooral de felle contrasteerende kleuren, die wQ in schilderkunst en ook in kunstnfjverheid aantrcffen, de grillige lijnen en figuren, waar achter wij. vergeef s een beteekenis zoeken, of die wij trachten terug te brengen tot bloem- of diervormen, waaraan ze misschien zouden kunnen zijn ontleend. Maar meeren deels zijn 't wilde fantasiën, ontstaan In den geest van een, die zijn weg zoekt door de warrelende tijden. Want wel hevig herschept 't werk der jongeren vooral de drang van onzen tijd, die zoekt voor de troostelooze grijsheid van deze geestelijk zonloozen dagen zich te verzadigen aan helle felle kleuren, aan diepe tinten, en er is een hunkering vooral naar warmte, die wij in deze jaren van alles overheerschend egoïsme zoo vaak misten. Zonder dat ze 't van elkaar weten, geloof ik, hunkeren onze jongere, zoekende artiesten in hun werk naar de zon, omdat zQ die in 't leven van dezen ontzaglQken tQd zoo zeer ontberen, zij zoeken de warme straling uit te beelden van een hevige kleuren-symphonle en pogen daarmee een harmonische eenheid te verkrijgen, ondanks de grillige vormen, ondanks de uitbuigende, bochtige lijnen, waarin wQ tevergeefs een strakke compositie zoeken. Het is alles nog tasten en streven als de symboliseering van 't nieuwe dat komen gaat, maar dat nog geen vasten vorm heeft aan genomen, dat nog in wording is. Zoo leek me ook dit werk, iets groots...in wording, een machtig zoeken, een nobel streven naar warmte en zoonegloed. Er is felheid van passie, maar er is nog niet de diepe innigheid. Onslievenhfersbeestje Coccinella Septempunctata Latere waarnemingen hebben Fabre's mededeellngen bevestigd. Het vorig najaar nog hebben wij in onze duinen hier en daar ook opzienbarende menigten van coccinellen ge zien en zeer belan gr ij ke gegevens zrj n in de Natuurwissenschaftliche Wochenschrift bijeen gebracht door Nachtshelm en Arndt omtrent waarnemingen in den Balkan en Oost Siberië, Zwitserland en Duitschland. Ook wordt in dit verband melding gemaakt van de zeer merk waardige onzelievenhf ersbeestjesindustrie in Californië. Ik wou toch heusch dat het beest een korter naam had ; ladybird" is heel wat handiger. Het torretje dankt zijn goedertierenden en liefderijken naam waarschijnlijk aan zijn zeven stipjes en misschien ook wel aan de rust en onbekommerdheid, waarmee het rond wandelt over de zonnige aarde. De Duitschers noemen ze ook nog Marienkiifer, Herrgottsschafchen, Sonnenkalbchen, Himmelskühc, de eene naam al liever en zoeter dan de Een uur later nam iemand me mee naar een der vele restaurants waar men thee drinkt, en waar wordt gedanst door beroeps dansers. Een jaar of wat terug noemde men dat tango tea. Maar de tango heeft reeds langafgedaan en de diep-weemoedige Maxixe Bresilienne heeft plaats gemaakt voor «the highest novelties" op 't gebied van American Steps. Vreemd werd 't me te moede, dat ik ook hier dezelfde sensatie kreeg, als op de ten toonstelling tusschen de kunstnaaldwerken. Het is alles uitbundig en fel en rusteloos, beeld van onzen tQd. Denk eens aan de statige menuette en de gavotte uit de tijden van onze overgrootmoeders! We hebben nu geen tijd voor zulke langzame dansen, ze duren te lang, en wat tegenwoordig een wals heet, IQkt heelemaai niet meer op de alles betooverende medeslepende dans die de gelieven tot elkaar bracht. Menig paartje heeft elkander gevonden onder de wals. Maar een jazz, of een foxtrott? De dansen zijn technisch heel wat moeilijker, vragen de gansche aandacht van de dansers; de techniek van de wals was zoo eenvoudig. Wie de pas kende en ge voel voor rhythme had, was er. 't Lijkt me bijna ondoenlijk om te jazzen" (mooi woord l?) met een heer, met wien men die dans nimmer deed, of te trotten" met een dame, die niet een first rate sports woman" is, want er is heel wat spieroefe ning en vlugheid noodig voor deze dansen. Er ligt niets innigs in verborgen, zooals in de wals, waarbQ men totaal los was van de techniek, en danste, danste, als gedragen door een macht van bulten af. In onzen onrustigen, haastigen tQd, zonder innigheid, zonder harmonie, zonder rhythme, In onzen .jachtlgen schreeuwerigen tQd van weinig voornaamheid en van gebrek aan InnerlQke beschaving, Is er alleen uitbundig heid, een te veel aan techniek, een te kort aan gevoel, een te veel aan nerveusheid, een te kort aan rust, een te veel aan passie, een te kort aan liefde, een te veel aan In tellect, een te kort aan ziel, en dat alles manifesteert zich in vele dingen, ook in onze moderne kunstuitingen, of wat men daarvoor wil laten doorgaan. Het felle, het overdadige trekt, en het stille, het innige, het in zich zelf gekeerde wordt voorbij gegaan, wordt niet opge merkt, IQkt te hebben afgedaan, want we hollen voorbij en gunnen ons nauwelijks den tQd om ons heen te zien. 't Lijkt me zoo verbijsterend en vermoeiend en verlan gend zie Ik uit naar den terugkeer tot den stillen gemoedsvrede, die den mensen zal brengen op hooger plan, omdat hij dan begrijpen zal, dat eerst de rust hem kan brengen waar hij zfjn moet. E. C. v. D. M. , Van Kinderen Hij HEEFT WAT BELEEFD l O, ze moesten het zien, echt zien dat vliegen op Ockenburg, niet van een hooge duin, waar zQ Zaterdagmiddag naar toe gewandeld waren en waar je opeens boven je hoofd 't gonzen hoorden van al die groote vliegvogels. Nee, dat was niet echt. 't Echte was, dat je 'n kaartje nam en 't vllegterrein kon binnenstappen. Dan kon je alles zien, van 't heele begin af. Ach, je moest er nu maar overheen komen dat de minste plaats 75 ets. was. Ze zouden het immers zelf wel betalen. En ze gingen. Heel vroeg waren ze dien Zondagochtend en wat brachten ze veel onrust op den anders zóó stillen och tend ! 't Was 'n heen en weer loopen, boter hammen moesten gemaakt en ingepakt. Een ware opluchting toen ze wegreden. De twee grootsten op de fiets, de twee jongsten er achterop, 't Werd een lange stille Zon dag. Tot ze terug kwamen; moe met ver warde verhalen door elkaar van heel vol" van niet door kunnen komen" en ergen wind". Ik mag 't vertellen 't erge", zegt de jongste. Moe en verwaaid zit hQ aan tafel en we krQgen het verhaal, zooals 'n kind vertelt, ongelijkmatig en telkens door de anderen aangevuld en verbeterd. Stroomen menschen waren er geweest; stampvol de weg, je kon niet eens fietsen. Toch waren ze nog vroeg op 't terrein aangekomen, ze moesten nog een paar uur wachten voor dat het groote" begon. Hoe den tQd door te komen? Het beste was maar vroeg koffie drinken. Honger hadden ze wel. Heel genoegelQk zaten ze in 't cafétje en bestelden chocolade. Helaas we beleven dure tijden. Een simpele kop chocolade bracht ze in hevige benauwdheid; beursjes werden leeggeschud, uitgeteld, nog eens over. Ze konden er wel komen, maar ze kwamen nog te kort voor de fietsen, die ze bij 'n boer hadden gestald. VQfentwintig cent, nou ja, die boer moest hen maar ver trouwen, morgen zouden ze hem 't te kort andere. Het dikke trage diertje ziet er dan ook uit als een paofiek vegetariër, maar inderdaad is het een brleschende leeuw, een vleeschvreter van de hevigste soort, als de nood aan den man komt zelfs een kannibaal en dat nog al van jongs af. Tuinlui, die op de hoogte zijn, rekenen deonzelievenheersbeesijes tot de allernuttigste Insecten, vooral omdat ze zooveel bladluizen verdelgen en ook de vleze larven van het leliehaantje en den aspergehaan. De Amerikaansche sooit Hippodamia convergens, die ook verwanten in ons land heeft, vreet niet alleen bladluizen, maar ook de nog veel schadelijker schildluizen, waaronder de San Joséschildluis het meest berucht is en nu hebben de knappe Callfornische tuinbouwers een heele Industrie in het leven geroepen, om zich de hulp van die nuttige dierljes te verzekeren. Het begint er mee, dat de speurders de overwlntetingsoorden van de kevers opzoeken. Begin No vember gaan de Hfppodamia's samenrotten, eerst in kleine zwervende troepjes, maar die vcreenlgen zich lang zamerhand en ai spoedigkruipteen heele bende weg in mos en bladeren aan een hooge, droge berghelling. Gaandeweg, naar men meent aangelokt door den geur der reeds aanwe zigen, komen meer troepen opdagen, zoodat in korten tijd de myriaden" behoorlijk bij elkaar zijn. De zoekers laten ze vporloopig ongemoeid, noteeren de overwinteringsplaatsen op een kaart en eerst in Januari of Februari worden de kevers van onder de sneeuw opgegraven en bij zakken vol ver voerd naar centrale pakhuizen, waar ze In koelkamcrs in den dut gehouden worden tot tijd en wijle dat ze noodig zijn om in de wel brengen. Zoo ging de morgen toch nog gauw voorbQ en altQd kwamen er nog maar meer menschen, zoo had je wel wat te kijken. Nu zouden de vliegmachines begin nen, nu moest je goed kQken hoe xoo'n ding van den grond omhoog gaat. Maar je kon niets zien, het was veel te ver weg; nee, dat was geen plaats, je zag niets van dat wat je juist wilde zien, van het naar omhoog gaan. Zoo had Je wel thuis kunnen blQven, zoo zag je 't Immers dikwQIs uit je raam 't vliegende stipje, dat steeds verder gaat. En toen gebeurde het héle erge, wat zoo'n indruk maakte dat hQ 't nog zag, de jongste, onder het vertellen. Daar drong een man naar voren, heel kalm, met n stap stond hQ boven op een tafeltje. HQ zwaaide met z'n armen en z'n stem klonk ver, zoo dat hQ overal te verstaan was. Proletariërsl is dat een manier; ze laten ons betalen en wat zien we, wat we even goed thuis bQ moeder uit het dakraampje konden zien." Weer dat woord: proletarlers, volg mij, dat laten we niet toe, volg mQ." De man stortte naar beneden en wenkte, wenkte l Meegaan," riep de jongste, hQ zag iets van strQd, dat was heerlQk. O, dadelijk wilde hQ volgen met al die anderen mee, achter die man, die maar doorliep. Was je niet bang?" _ Bang? z'n oogen gloeien nog. Ze liepen maar mee en er kwamen politie-mannen te paard die riepen: terug, maar dat deed niemand, ze liepen mee, altijd achter den man aan. Toen kwamen er mannen aan met linten op, die deden de armen wQd in de lucht, 't gaf niets. Ze liepen mee achter den man aan, altQd achter den man aan. Ze kwamen op 't tweede terrein en de hekjes trapten ze zoo maar in, die knapten geweldig. Nu kon den ze zien, nu konden ze zien het opgaan van de vliegmachines. 't Is zonde" had een juffrouw gezegd, ik heb voor de tweede rang betaald en di komen er maar goedkoop in l" Wat kon ze dat schelen ? Ze waren nu dicht bij de vliegvogels. 't Was prachtig geweest l Nog een heel griezelig oogenblik heeft hQ beleefd. Ze waren steeds verder geloopen, te dicht veel te dicht bQ de machines. Want op eens was daar zoo'n woest snorrend gevaarte vlak boven z'n hoofd geweest, dat geluid.dat zwarte trillende ding zoo dicht bQ je. Getrild had hQ en heel angstig zich gevoeld. Maar nu is dat ook 'n schoone herinnering; groot voelt hQ zich, dat hQ dit alles heeft meege maakt. Na 't eten is hQ moe en koud. HQ laat zich vertroetelen als 'n klein kindje en liefst wil hij zoo in bed kruipen. O, nu niet eens wasschen als dit toch moet, dan maar zoo'n beetje." In bed begint hQ nog eens de man op het tafeltje" gelukkig hQ heeft weer iets beleefd. TlERIE?HOGERZEIL Cabaret-liedje Klein vrouwtje Klein vrouwtje ligt ziek, 't blond hoofd op het kussea En zucht er zoo droef: wie moet baby nu sussen ? MQn kereltje Hef en zoo zacht en zoo teer, En tranen, zQ druppelen langzaam aan neer ZQ vouwt s: am de handen, bidt Innig en stil Of God haar toch beterschap geven wil. Klein vrouwtje ligt ziek, 't blond hoofd op het kussen En mokt voor zich heen: nu gaatondertusschen" Het huishouden scheef en zoo schots door elkaar" Ik vind 't voor manllef zoo vreeselQk naar" Ach, ais er een vreemde het werk doen moet" Dan gaat 't zoo zelden geregeld en goed"! Klein vrouwtje ligt ziek en zoo droevig te staren Het denken, 't kan er slechts zorgen haar baren ZQ weet 't, zQ kan er niet worden gemist En waar gaat 't henen, als zij niet beslist? Klein vrouwtje heeft gelfjk, is zQ van den vloer Dan wordt er haar huis, een schip zonder roer. W. L I E R N U R liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimmiii :: VERHUIZEN :: MEUBELS BEWflREN E. J. VAN 5CHAICK BOOTHSTRBAT UTRECHT Hiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiliiiiimiiiiiiiiiii meloenenkweekerijen de bladluizen of elders de schildlulzen te bestrQden. Hun winter slaap wordt zoodoende gerekt tot ver over het half jaar. Het is nog niet bekend welke gevolgen dit ingrijpen heeft op de voort planting van de soort. In den regel hebben de onslievenheersbeestjes twee generaties per jaar en het ligt voor de hand dat de langslapers het nu slechts tot n zullen kunnen brengen. Daar staat echter weer tegenover dat ze trjdens hun langen slaap zorgvuldig beschermd zijn en bQ het ontwaken gebracht worden naar streken met overvloedig voedsel. Met verlangen zie ik naar een nieuw Californisch Bulletin uit, om weer wat nieuws over Hippodamia te weten te komen. Ik weet niet of onze tuinbouwers en met name de rozenkweekers opzettelQk iets doen om de aanwezigheid van Cocclnelliden, dat zQn de onslievenheersbeestjes en hun ver wanten, in hun tuinen te bevorderen. Af en toe breng ik er eens een paar mee voor de kamerplanten, maar ze loopen altQd weg. Met de larven gaat het beter en 't is ook wel aan te raden, om er een onsllevenheersbeestjesfokkerij op na te houden. Het leven der kevertjes zelf heeft nog veel belangrijks en bijzonder interes sant zijn de kleur-variaties in verband met voeding en temperatuur. Soms ontbreken er een of meer van de zeven stippen, de witte plekken op het borstschlld kunnen varieeren en, ook kan het zwart het rood heelemaai verdringen. Ouder de kleinere verwanten is de variabiliteit nog veel grooter, de meest beroemde daarvan zQn die met de twee stippen en met de tien stippen. JAC. P. THIJSSE

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl