De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 14 februari pagina 3

14 februari 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

14 Febr. '20. No. 2225 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Restaurant, Je Oude Doelen" TOURNOOIVELD DEN HAAG PLATS DU JOUR fan 12.30 tot 2 uur ?? van 7 uur tot 8.30 Amsterdam P. H. Kade 68 N. V. ALG. NED. ELECTR. MU. V/M GROENEVELD, RUEMPOL & Co. Briefadres A.N.E.M. - Tel. H. 4826, 4827, 7004 Eleotromotoren. Generatoren. Sohakellessenaars. Hoogspannlngslnrlohtlnflen. Schakelkasten. Eleotr. Sirenes. ELECTRICITEIT OP ELK GEBIED. Tot het bouwen van Villa's en Landhuizen zQn prachtige heuvel achtige BOSCHTERRE1NEN te koop In HET OOSTERPARK te Lage prijzen, mooie wegen, gas, _ electr. licht, water. IV. Maatschappij tot Exploit. vin Het Doste ark Dir. 1.). STOKMANS & M SCHÜLZ Tel. Int. 38 & 48 IS van dozo BONS onverschillig uit welk blad ge knipt; geven recht op gratis toezending van een bus E? r m cacao Zendt 1B van deie bons met naam en adres als brief aan de E. P. Amsterdam Naam Woonplaats De Amsterdammer Spoors Mosterd WA spoorjr. culemborg Dames-en Heer enkleeding w. Hoopall3-l4,'s-GravenliaQe JS( HOOFDVmTEGEnWOOBüKJEDSvooaNEDERLAMD VA&HETODFÈVOEPIE ChDISTOFLE SPECIALITEIT IN CGHTE BQOMZET1 K K 3 -illlllll MIMIMIMMMHIIIIMIMll IIIIHlHItllUMtll l IIIII11HHH] l M N l tlllllllllMIIIIIHtttllllllllllHIMIIIIII- i STARK'S OXYDOL" II (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) l jlNaaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-HABE", 's-Gravenhage || l =HlimMM<MIIIIHIHII|IIIIIIIHIIMMIIII IlllMMIIlH lltlintllH1IIMIIHIMIHIMMIIIIIIIIItllMUIIIIH1llHllimilllHIIIIIIII= = ~ inniB^^ FJORD-LEVERT R AAN Prima Medicinale Noorsche Levertraan zonder vlscfismaak is ver krijgbaar bij H.H. Apothekers en Drogisten tot den prijs van / 2.75 per halve Llterflesch. Deze traan voldoet aan de eisenen der Nederlandsche Pharmacopee en wordt gegarandeerd door Dr. J. BLOMBERG, Apotheker en scheikundige, Den Haag, Holland Import: Handelsrereeniging FJOKD", Den Haag. VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE BERGPLAATS VOOR INBOEDELS Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Telefoon Zuid 822 DEM HAAG ARNHEM Wemtelnüe 4-8 Parkstraat 52 P. M. BROEKMANS MODERNE KUNSTHANDEL Van Baerlestraat 92 Amsterdam Piano's, Vleugels on tCunstepo/piano'süoortiauT in eigendom verkrijgbaar, mits in drie jaar afbetaald. Brieven Ho. 1431, Bureau van dit Blad TELEFOON Z. 8 O 8 4 Februari Expositie van ERICH WICHMAN JAC. (IRLUS HAVANA SIGAAR . 9oct. In den Boekhandel en na post wissel bQ R l NTS BALT, Den Haag, bfl wien ook mond. en schr. ond. .Ik heb vijf Gld. opslag gehad voor mijn Diploma." (w.g.) Mej. F. W. te R. iriinnMiiiiiiiimiiiiiiiiimiiimiiriiimiiiiiiiiiiMi llllllllHIIIIUIIIIllltllllllllllllllltllMllllllllirilllllllllllllllllllllllllIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllllllllll iiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiMiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiintfiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii MEEREN MODE-ARTIKELEN - HMREN8TRA.AT U, GRONING» TELEFOON 1083 RIJWIELBANDEN KWALITEIT BETER DAN OOIT TE VOREN PRIJZEN NAGENOEG ALS VOOR i DEN OORLOG Buitenband f7.50 Binnenband 3.50 iitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiii mm Hiimiimiiiiiii OE DROOGTE door A. VAN SLOOTEN Er ging een angste komen over de menschen van 't land. Zoo schoone, zoo vol beloften was 't voorjaar geweest; goede dagen in LentetQ hadden 't uitzicht gebracht op overvloedigen oogst, de zonne was er op haren tffd, 't doode land was ontwaakt, er gingen ge lulden van nieuw leven over de velden, door de dorre takken der hoornen, langs 't wankele riet aan den slootkant. 't Zaad was uitgestrooid; als dappere kerels, met nieuwen moed in't lijf en de hope in 't harte, waren ze gegaan, de werkers, omploegend de aarde, uitstrooiend het zaad. En stille hadden ze gewacht. Steeds bleef 't goede getQ, en zoo welig tierde 't gewas en de tijd van oogsten stond te komen. Hendrik-Jan kon er nu met den jongen avond aan avond zoo met leute gaan langs zfln akkers; daar binnen in de hoeve ging 't vrouwvolk nog voort met haar werk; hij herdacht haar arbeid, gansch haar bedrijf en kende hij: de goede zorgen van zfjn vrouw en 't levenslustige van die anderea, die maar zongen en lachten, of er nooit iets ernstigs eens zou komen kunnen. Maar dat was haar goede gezondheid en de levenslust, die uitbarsten moesten, daar over kon hij zich niet boos maken. Wat daar nu komen zou: de goede oogst, 't maaien en verzamelen, daarover hadden ze op hun avondtochten te handelen, en stille luisterde hij naar dien jongen, die dat alles maar zoo licht achtte, alsof 't van zelf wel gaan zou. Waaraan ze niet dachten, de menschen van 't land, dat zou worden als een boos ding, was dat de zon aan den effen hemel bleef, ongerept. Fier klom ze des morgens boven het dorp op, en even fier dook ze in haar goudbed achter den heuvelrand en gansch den dag was haar loop ongestoord langs den blanken hemel. 't Werk gaat goed voort, de zon doet er 't hare m n jong, nog 'n paar weken en we gaan de rogge maaien". En met genot bezag Hendrik-Jan zQn velden, zoo schoon bedekt met aldoor gol vend graan: des avonds ging er door de halmen 't geheime gefluister van stilte, onhoorbaar als 'n zachte tred van lichte gestalte. Of 'n witte vrouwe dan haar kleed spreidde over de landen en de halmen 't hoofd deed buigen.... Maar, aan den effen hemel bleef de zonne voortgaan dag aan dag. Langzaam aan kwam nu de onruste over de velden, en eerst en had de een den ander 't zachtjes gezegd, welk een wonderschoone Zomer 't nu toch was, en dat 't gewas er 't voordeel van had, maar toch 'n regenbui en zou er zijn goed alwel kunnen doen". 'n Enkele boer alreeds klopte aan om hulp, 't water op zijn hoeve en was er niet meer te drinken en dorstig liep zijn vee door de wei, waar 't gras verdorde. Maar ah! dat was de groote nood nog niet, op de andere hoeven was voorraad en zonder hulpe bleef hij niet. De groote boer had er z'n weg op 'n morgen naar Hendrik-Jan genomen. In puren zonnebrand lag de hoeve te midden der dorre velden nu. Hoe gaat het hier Hendrik-Jan ?" en 't kwam er aarzelend, maar Hendrik-Jan toonde hem zijn akkers. .Zie, 't is nog niet verloren, mijn landen liggen laag, de wortel gaat diep, ze halen nog vocht genoeg uit den grond, maar als 't lang duurt nog, als 't lang nog zoo is, dan, dan... 'k Mag niet klagen, hooger op is 't veel erger, daar is geen water meer, ik, ik heb nog, kan nog meedeelen als 't moet." Meer nog voor al die anderen, kleinere boeren dan hij, had hij zorgen nu dan voor 't eigen bedrflf: ah, die op eigen gedoe woonden, ze moesten 'n duw verdragen kunnen, maar er waren er zoovelen, voor wie allen hun geheele bestaan afhangen ging van 'n goeden oogst. Maar 't kon nog keeren, niet altijd gaat 't even welgevallig, er k^men vaak oogenbllkken, waarin alles van je geelscht wordt, alles, de gansche bezit somtijds, en wel dan, wanneer 't hoofd helder blijft, de moed niet verloren gaat. 'k Zal morgen gaan naar Landhoeve," en eens zien, want de akkers liggen er hoog, er moet wel hulp noodig zQn, en die vra gen niet." Ten einde zijnen tocht bijna zag hij, half verborgen in de droge sloot een zwerver, vuiler en ellendiger dan ooit. Ze verrekken allemaal en verbranden, ik mot water." De groote boer begreep, nu was er geen medelijden met dien vent, nu 't op eigen hoeven niet zoo wel ging, nu liet men den hond op hem los en joeg hem weg. Kom der uit en mee, 'k zal je geven, en zeg niet meer zulke woorden." Maar geduldig droeg hij den tegenslag, overlegde met zijn wijze vrouwe, hoe te han delen, als 't al verkeerd glug en wachtte stil. Vage geluiden van verre dorpsklokken kwamen op 'n avond over de velden. In feilen zonnebrand hadden de landen gelegen gansch dien dag; over de stegen trokken nu de boeren en vrouwen en knechten en deerns naar 't dorp, stille gingen ze voort, als menschen, waarover groot de rouw ge komen was. Er was bidstond. Hendrik?Jan doolde door de grauwe vlakte; bange vogels, opgejaagd van hun nesten, schreeuwden door de stilte, over verre spoorbrug rommelde zwaar 'n trein, de zwarte heuvelrand met boomgroepen hier en daar, donkerde tegen den bloedrooden horizon. Lange, zoo lange al was nu de droogte geweest, en nog geen uitkomst. En over al 't verloren gaan van zooveel goeds en kende hQ nu zfjn smarte. Stil is ze gekomen uit de wijde vlakte, de groote vrouwe, ze heeft hem haar eigene leven verhaald, vol moeiten en zorgen, maar waarin 't toch nooit verloren ging, hoe bang 't ook van alle kanten was. Toen vader «tierf en haar stem werd tot 'n zacht ge fluister was er geen ultkomste. Verlies er den moed niet, 't hoofd op, dan kom je er. In de wijde vlakte donkerde om hem heen de avond, en als hg keerde naar z'n hoeve, herhaalde hQ 't bfl zich zelven: den moed niet verliezen, 't hoofd op". Op 'n avond heeft hfl stille langs de velden gedoold en 't al overdacht, hoe te helpen, als straks de ellende komen zou, en dit werd er zijn eenigste wensen, bij al 't verlies, dat hij ging lijden, nog te kunnen geven, veel, ja indien geëischt, al 't zijne. Voor Hendrik-Jan werd de tegenspoed van deze dagen eene openbaring van 't lijden van zoovelen om hem, gelijken van hem, met evenveel rechten als mensch. ,,'k Moet er nog tevreden zijn, 't is me niet aan den lijve", en al zag hQ dag aan dag verlangend uit naar de uitkomste, hQ hield 't hoofd recht en de hoop in 't harte. En of 't al was gelijk zoovele jaren ging zfln vrouw haar werk voort, en met zeurig geklaag over beroerde dagen en verontrustte ze Hendrik-Jan niet. Er gingen in den vallenden avond boeren over de steeg, veel in getal, arme looners, die niet meer voort wisten, den moed ver loren hadden en 't verstand en 't overleg. De groote boer moest hen raden. In de deuropening wachtte h( ze op, hi] begreep hun angste, hun vertwijfeling. Als hQ de breede kring rondzag, ah l niets dan wanboopsgezlchten, ruwe trekken om strakken mond. We hebben armen aan ons lijf, we willen wel werken, maar we kunnen niet, wat motten we dan", en een stem uit de achterste rij, ruw op: vervloekt als je ons niet helpt". Hij stond er groot en vastberaden, zonder angste of vertwijfeling, en als hQ gezegd had te begrepen hun nood en ellende en smart en honger, bood hij al 't zijne, vrij willig. Maar door hun rQen ging een gemompel van afkeer. Daar zQn we ook niet mee geholpen". Maar wat dan ?" En forsch klonk nu zijn stem door de stilte, en hQ maande ze verstandig te zfln en naar huis te keeren, niet te wanhopen, er zou ultkomste komen, doen moesten ze als hQ, die niet meer zijn wilde dan zij. Ze trokken af, de een na den ander, lang heeft hQ ze nog nagezien, gehoord op de steeg hun gemompel, angstig en dreigend; in 't groote vertrek; in avondduisterte ge huld, daarna om uitkomste gevraagd. Toen allange de angste van dien bangen iiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiii tQd vergeten was, is er nog gesproken pver dien boer, die al 't zQne had willen geven dien avond, waarop de uitkomste gekomen was. Want eer op de hoeve teruggekeerd was de ruste, lichtte 't daar plots op tegen den donkeren hemel. En wanneer dan in later tijden 't uitzicht is of 't weer zal gaan als dat jaar van de droogte, leeft er groot de gedachte aan 't gebeurde dien avond, hoe daar in enkele oogenblikken een der grootste boeren alles verloor, gansch zijn hofstede, zfln schuren en bergen. En men vraagt zich stille af, wie nu 't offer zal brengen. Maar ook was er de redding, want eer 't smeulende vuur geheel gebluscht was, trokken de grauwe wolken samen, en in den zoelen nacht ging over de moede aarde 't zachte ruischen van regen. En in de groote kamer van de hoeve van den grooten boer ging een van de vernielde hoeve zQn leven geven. Al 't gebeurde dien avond voor de uit komste kwam is er voor Hendrik-Jan ge weest als groot-wonderlijk en niet te omvatten. HQ heeft den grooten boer ont moet, nadat In 't verre dorp de klokken geklonken hadden, over de velden tot aan hun hoeven, in zware geluiden. Die bange dagen hadden den ouden boer ouder gemaakt. 'k Heb angste gehad voor allen, voor al de anderen, 't Heeft er donker in me uit gezien somwijlen, maar mQn hoop is niet beschaamd, mQn jongen". En die ander dan ?" 'k Wensch er niet over te spreken, wat gebeuren zou, moest immers gebeuren, wie kan verhinderen wat eens is bepaald, niets bQ toeval, m'n jongen, 't had een ander kunnen zijn, jij, ik, wat hebben we dan nog te vragen? Hendrik-Jan, eens werd grooter offer ge bracht, of ben je 't vergeten". iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiMittiMMiiiiiiiiiiiiimiiitiiimmiiiiiiiMiiiiiii 9PAAHSOH, EMQEL3OH, FRAN9OH, DUIT9OH eto. Borlltz-School Ho0rong*moM 4BI H. 3289 Prtct, Ootftrvls door bultiül, licriru

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl