Historisch Archief 1877-1940
14 Febr. '20. No. 2225
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Adrie Schipper
1895-18 Febr.?1920
Op 18 Febr. is het vijf en twintig jaar
geleden, dat zuster Adriana Elisabeth Schip
per als leerling-verpleegster werd opgenomen
in het Ziekenhuis aan den Coolslngel te
Rotterdam. In dien tijd was het aantal ver
pleegsters nog zeer klein. Het Roode Kruis
had besloten een opleidingscursus in het
Ziekenhuis te vestigen om een aantal voor
oorlogslijd bekwame verpleegsters te ver
krijgen. Zr. Schipper werd l Oct. 1895 bfl
dezen cursus geplaatst. Nog tfldens haar
leerlingschap werd zrj op de operatiezaal de
operatiezuster. Na het behalen van haar
diploma in Oct. 1897 besloot echter het
Roode Kruis alle zusters te plaatsen in haar
Inrichting in de Jan v. Nassnulaan te 's
Gravenhage en haar te gebruiken als uitgaat.de
verpleegsters. Toen zr. S. den contractueelen
tijd had doorgemaakt, vertrok zij als direc
trice naar de particuliere kliniek van dr.
Gtyll te Dordrecht, wijdde zich vervolgens
eenigen tijd aan krankzinnlgenverpleging en
werd vervolgens wijkverpleegster te Rotter
dam. Bij het uitbreken van den
Transvaaloorlog, vertrok zij met de eerste ambulance
naar het oorlogsveld. Zrj was de laatste, die
terugkeerde. Met een over de Ponugeesche
grens naar Lourengo Marquez gevlucht
boerencommando, maakte zij een
verschrikkeIfjken malariatijd door, begeleidde de vluch
telingen naar Lissabon en keerde in April
1901 naar Holland terug. Na eenlge maanden
rust tot herstel van gezondheid, werd zQ
15 Nov. 1901 wijkverpleegster te Amsterdam.
Maar zij verlangde naar ander werk en ver
trok als operatiezuster naar de kliniek van
dr. Dauriac te Parijs. Het gevolg is geweest,
dat zij sinds een vijftiental jaren in het
buitenland heeft vertoefd en een groot deel
van Europa afgezworven. Nadat zij eenigen
tjjd bij dr. Dauriac directrice was geweest,
besloot zfl, omdat in Parijs het aantal be
kwame verpleegsters zeer gering was, zich
aldaar als particulier verpleegster te vestigen.
Vloeiend Fransch sprekend is het haar
in tegenstelling met verschillende anderen
goed gelukt. Bfj het uitbreken van den
Balkanoorlog was zij terstond bereid weder
deel uit te maken van de Nederlandsche
ambulance en werkte zij te Salonikl. Zoo is
zij draagster van de Gritksche
oorlogsmedallle, van de Ned. Roode Kruis medaille
en van de zilveren medaille der Oranje
Nassau-orde.
In den oorlog van 1914?18 weigerde de
Fransche regeering aanvankelijk de mede
werking van zusters uit neutrale landen.
Maar al spoedig arriveerde de Amerikaan
sche ambulance te Neullly sur Seine, alwaar
zij ten derde male aan het werk toog om
de gewonden te verplegen. Na eenige maan
den verleende de Fransche minister van
Oorlog op verzoek der betrokken directrice
aan twee Nederlandsche verpleegsters het
speciale verlof om te mogen arbeiden in een
ambulance aan het front. Zoo is dus zuster
Schipper n der twee Hollandsche zusters
geweest, die inderdaad werkzaam geweest
zijn bQ de gevechtslinie, en wel te Longueull
Annel bij Compiègne. Toen zij in 1916 na
ingespannen arbeid verlof vroeg een t ij a in
Nederland te mogen uitrusten, verkreeg zij
BEGIN MET DE VOGELS
't Kan wezen, dat Ik m| vergis, maar ik
vrees van niet. Een jaar of zes geleden zag
je in bijna alle tuinen voederplankjes voor
vogels, soms zelfs elegante en listig inge
richte voederhulsjcs of op zijn minst altijd
nog een snoer van pinda's of het traditloneele
stukje spekzwoerd. Toen is de oorlog ge
komen, al heel spoedig hadden we zelf geen
spe ; meer; kokosnoten, pinda's, hennepzaad,
daar was heelemaal geen aankomen aan en
zoo werden de vogels dan ook spoedig aan
hun lot overgelaten. Ook vond men het
nauwelijks voegzaam, om het wild gedierte
te verzorgen, terwijl zoo vele menschen in
ellende verkeerden. Bovendien spookte er
een meening rond, dat die vogelvoederQ een
leelijke keerzijde had; de dieren werden er
maar luie klaploopers door, ze verzuimden
hun nuttigen arbeid in bosch en boomgaard
en het eenzijdig voedsel deed schade aan
hun gezondheid. Een dergelijk zeer plausiebel
argument was juist voldoende om hen, die
bij 't voeren van hun vrindjes moeite onder
vonden of gewetenswroeging, tot het besluit
te brenger», om op te houden met dat
vogelgedoe. En thans, nn we weer spek, kokos
noten, pinda's en alles en nog wat in
ovcrdat, maar ... de Engelschen zetten op haar
pas: no return l Derhalve was het haar on
mogelijk gemaakt weder naar de ambulance
terug te keeren. Echter zoodra de wapen
stilstand gesloten was, vertrok zij over
Zeeuwsch Vlaanderen per auto naar Calais,
vanwaar zrj de Nederlandsche ambulance te
Parijs bereikte. Enkele weken later kozen de
pleegzusters haar met algemeene stemmen
tot directrice. Kort daarna werd besloten al
het materiaal ten geschenke te geven aan
het door de Duitschers verwoeste
Valenciennes. Het aldaar ingerichte ziekenhuis,
waar Fransche krijgsgevangenen hadden ge
legen, bleek in een toestand van
onbeschrfjfelijke vervuiling. Zelfs de waterleiding
was bedorven, doordat in den watermeter
faecaliën waren gebracht l Eenige weken
van zwaar zwoegen kregen de zusters,
waarna de terugtocht naar Holland kon
worden aanvaard. Ternauwernood terug
gekeerd, vertrok z| weer naar Frankrijk. Z|
had in Aug. 1914 den uittocht van de Fran
sche troepen uit Parijs gezien, nu wenschte
zij ook den trlomfantelijken intocht onder
de Are de Triomphe te zien. Wederom heeft
zij maanden lang hier de particuliere ver
pleging uitgeoefend. Maar thans staat zfl op
het punt naar de Vereenlgde Staten van
Amerika te vertrekken tot het maken van
een studiereis. Zrj is voornemens aldaar de
samenkomst van den Internationalen
Verpleegstersbond bij te wonen en zal misschien
verslaggeefster zijn voor de vereeniging
Nosokomos. Zr. Schipper heef t trouwens ge
toond uitstekend de pen te kunnen voeren
door het schrijven van een reeks Par 5 se h
brieven in het Tfldschrlft van den Ned. Bond
voor Ziekenverpleging,
M. v.
iiiiini ..... mum
min ..... uu ............ ,?...... iiiiiiiini,
Losse Gedachten over Huisindustrie
III
Hoe de regeling van de huisindustrie dan
moet wezen? Daarbij moeten we denken
aan de werkster, laat ik het woord maar
vrouwelijk nemen (want zoo is toch de
practflk) aan haar omgeving en aan de
maatschappij.
Om nu eens met de laatste te beginnen.
Dan eischt een eerste zorg voor de volks
gezondheid, dat consumptieartikelen zinde
lijk worden behandeld. En aangezien men
de zindelijkheid in de verschillende huizen
niet kan controleeren en hiervoor ook moei
lijk wettelijke regelen te maken zouden zfjn,
zal deze tak van huisindustrie moeten ver
vallen. Dit zal moeten worden industrie
voor fabrieken en werkplaatsen, waar men
kan doen controleeren door arbeidscontrole
en controle volksgezondheid. Dit nu is in
de huizen niet mogelQk, omdat we ook nog
zoo iets als huisrecht bezitten (gelukkig!)
Dus consumptieartikelen, welke door de
hulsindustrie kant en klaar worden afgele
verd moeten wegvallen uit die huisindustrie.
(Niet te vervallen behoeven die artikelen
welke daarna nog grondig gereinigd of ge
kookt worden. Het erwtenlezen, tegen de
tqd dat we weer behoorlijk uitgezochte
erwten krfgen, kan gerust huisindustrie blijven).
Ulevellen en bonbons pakken, garnalen pel
len zal dus uit de hulsindustrie moeten ver
dwijnen. Dit nu kunnen we wel aanvaarden.
Het Is uitsluitend routinewerk; de werkster,
die dit werk deed, zal ander routinewerk
kunnen nemen. Het werk, dat ze verliest
was geen werk waarvoor ze speciaal was
opgeleid.
Verder zal men een wettelijke
loonregeling moeten maken, dat wil zeggen de
mlnimumloonen zal men voor elk vak van
huisindustrie wettelijk moeten vastleggen.
ledere werkgever moet het recht houden
boven die minimumloonen te gaan, iedere
werknemer het recht meer loon te eisenen.
Het vastleggen van die miniumloonen is
niet zoo gemakkelijk. Voor ieder vak moet
het apart bepaald worden. Men kan hier
niet van uurloon spreken, aangezien men
niet kan controleeren hoeveel uur er gewerkt
wordt. En de maatschappij is nu eenmaal
niet van dien aard, dat men van een werk
gever kan eisenen dat hij op een bloote
verklaring afgaat. We kragen dus hier stuk
loon, maar een stukloon, dat wel te bere
kenen valt. En aangezien we een departe
ment van arbeid hebben, dat heel wat werk
kan verzetten en dat weet waar het voor
lichting moet vragen is deze zaak wel
moeilijk, maar lang niet onoplosbaar.
wordt door 21.000 artsen erkend
als het beste versterkingsmiddel
voor Zenuwen en Lichaam.
vloed hebben mogen de vogels toekijken.
Wij hebben afgeleerd, ze tot ons te lokken.
Wat nu dat spek betreft, daar heb ik nooit
veel voor gevoeld, maar het voederen en
verplegen van de wilde vogels wil ik toch niet
nalaten. Slimme voederinrichtingen houd ik
er niet op na, dat is in onze buurt niet
noodig. Een halve kokosnoot, zoo opgehan
gen, dat er geen regenwater in blfjft staan,
een door een kind geknoopt neije met
gekraakte okkernoten en hazelnoten, een
snoer pinda's, geraspte kokosnoot en allerlei
dergelijk gekrumel uitgestrooid over dichte
sparretjes en dicht bfl een groepje hulsten en
buksboompjes , een vrije plek voor allerlei
afval van tafel en keuken, ziedaar voldoende
maatregelen om in de omgeving van uw
huls een aantal aangename wintergasten te
boeien. Natuurlijk wordt er veel gestolen"
door musschen en muizen, doch als ge die
met een gevoel van welwillendheid kunt
leeren beschouwen en ze verdienen het
dan is dat kwaad ook alweer in goed
verkeerd, 't Is werkelijk heel prettig om
plmpelmeezen en koolmeezen, boomklevers,
roodborst, heggemusch, winterkoning,
schildvink, groeovink en merel dagelijks te
gast te hebben. En heusch, ge demoraliseert
ze niet spoedig, bij gunstig weer en goede
gelegenheid gaan ze hun eigen gang en
dan behoeft ge in dagen de voedselvoorraad
niet aan te vullen. Mocht ge meenen, dat
ge de vogels weglokt uit de bosschen of
duinen waar ze zoo noodig zijn, ga dan
daarheen en maak daar een voederplaats
en ik getf dadelijk toe, dat zoo iets nog
veel onderhoudender en leerzamer is, dan
Teekening voor de Amsterdammer
van Nettl Heyllgers
Februari
Februari is de maand van voorjaarsver
langen, al is ze misschien de koudste van
allen, de eenige, die ijs brengt.
Iedereen voelt dit op een dag, dat de
hemel blauw is, al is dat blauw nog wat
melkig flets, en de zon een heel klein beetje
warmte en veel helderheid geeft.
Een vrouw demonstreert het.
Op straat worden takken witte seringen
en groote bossen mimosa en tuilrjes naar
vooijaar riekende paarse viooltjes gevent.
De straatverkoopers hebben in hun manden
een overvloed van te vroeg ontloken lente
en voorjaarsweelde
Het modieuse vrouwtje loopt in een bont
mantel en met een dikke mof om zich te
beschermen tegen de kou, maar met een
bloote hals en met doorzichtige kousen van
zijdeachtig gaas en een bosje paarsche
viooltjes op haar mof gespeld of met een
paar takken seringen of een tros hel gele
mimosa, die goud poeiert op de ruige dikke
haren van haar warme bonte omhulsel.
En ze draagt uitdagend een klein zwart
strooien voorjaarshoedje.
Ze draagt die eerste bloemen en dat
strooien hoedje, als om haar verlangen naar
het voorjaar te toonen, als blij contrast met
het bont of de zware pluche, dat haar nog
beschermen moet tegen winterkou, die toch
spoedig zal moeten wijken.
Ze loopt en kijkt voor winkels, waar fiêle
gazlge voorjaarskleedlng is uitgestald en
vertroetelt haar voorjaarsverlangen, dat een
totale vernieuwing van garderobe voor haar
belooft, met nieuwe kleuren en nieuwe vor
men en nieuwe charmes.
Ze trotseert de koude aan haar hals en
haar begaasde beenen, als een pijniging,
die ze voor de mode over heeft, en haar
kleine hoedje en de, op straat gekochte
bloemen zijn haar eerste overwinningen op
het koude seizoen.
ARI ETT E
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIBIIIIIllllllll Illlllllllllllllll
Er zal te lang gewerkt worden." En leve
de achturendag, nietwaar, al weten we geen
van allen waar Nederland met zijn acht
urendag zal belanden. Want het is geen
internationale regeling, alleen maar een
internationale wrnsch.
Er zal In huis langer gewerkt worden.
Waarsch^nlljk wel. Men werkt in zijn huls
geen acht uur per dag en geen vijf en
veertig uur in de week. Vraag maar eens
aan een huls vrouw met een flink gezin en
niet veel hulp wat zij voor zichzelf zou
denken van een achturlge werkdag. Ze zou
u tegemoet voeren, dat de kinderen heele
kleeren aan moeten, dat het huisgezin vol
doende gevoed moet en dat het huis schoon
moet worden gehouden.
Acht uren werk in een fabriek, acht uren
gebonden werk, acht uren verplicht werk is
misschien voldoende. En daarna is men vrij
om op zijn rug te gaan liggen, maar toch ook
vrij om iets anders uit te voeren. Niet iedereen
kan zestien uur per etmaal horizontaal zijn.
Acht uur gebonden werk als schakel van
de machine, maar daarna vrijheid. Vrijheid
om te luieren, vrijheid voor ontspanning.
maar vrijheid ook om te werken. (Heusch
we hebben nog niet zoo'n overvloed, dat
we bang moeten zijn voor overproductie!)
Koolmeezen op wintervoer
Foto van A. Burdet
de voederplaats bij huis.
Nog belangrgker is de gelegenheid tot
drinken en baden. Ik heb daarvoor in mijn
tuin een hardsteenen bak vflf bij drie
decimeter en driekwart decimeter diep, die
ik maar een paar keer in het jaar met water
behoef te vullen; regen en dauw zorgen
voor de rest. Als het hard gevroren heeft,
haal ik even het ijs er uit en vervang het door
water. Deze drinkbak draagt er nog veel
meer toe bij, dat er vogels ia den tuin
komen, dan al die kokosnoten en ander lek
kers. Menig bosch, waar het tegenwoordig
doodsch en stil is. sou krioelen van de vogels,
wanneer er slechts goede drickbakken werden
aangelegd. De Veluwczoom tusschen Arnhem
en Dieren lijdt aan dat euvel, maar op
Hagenau is de toestand al veel beter geworden,
Als men zulke loonen betaald, dat iemand
van acht uur werk kan leven, als men het
bepaalde werk in bepaalde toestand in vast
gestelde omgeving acht uur Iaat duren, och
mogen we dan verder niet wat vrijheid heb
ben en is het dan zoo erg als vader en
moeder en misschien een van de groote
kinderen des avonds bij een kopje thee of
koffie nog wat doet?
Ja maar de kinderen. Laten we nu hier
ook niet al te sentimenteel zfjn. Als een
kind geen huiswerk van school heeft dan
kan het 's avonds best eens een uurtje
een of ander werk doen. Dit gebeurt in eik
goed ingericht huishouden.
Ja maar als dat uurtje wordt tot uren, als
de halve nacht er mee heengaat. Als de
ouders uit winstbejag enz.
Laten we eerlijk erkennen we zijn zoo
vaak sentimenteel met woorden en hebben
zoo vaak zoo weinig echtjsentlment. Goede
ouders kan men hun kinderen overlaten en
van slechte ouders moet men ze afnemen.
Als een kind een halve nacht erwten uit
zoekt, omdat de ouders arm zijn of omdat
de ouders graag veel geld verdienen (bijv.
om naar de bioscoop te gaan) dan deugt
in het eerste geval de maatschappelijke toe
stand niet en in het tweede de ouders niet.
In de richting van punt l wordt voldoende
gewerkt, in de richting van punt 2 zeer
onvoldoende. Hier zitten we vast aan onze
zeer onvoldoende kinderwetten. Er moet
veel te veel gebeuren, voordat men ouders
hun kinderen afneemt. Zoo iets: dan moeten
de kinderwetten grondig herzien worden
(laat men hier behalve aan hulsindustrie ook
eens denken aan de alom bekende
bedelklnderen.)
En dan de krotten waarin de menschen
werken. Toegegeven de menschen moeten
niet werken in krotten, maar moeten ze
daarin wonen, leven, slapen? Dit is een
vraagstuk van volkshuisvesting. En laten
we daarbij goed onder het oog zien: in
elk huis wordt gewerkt, elk huis is (buiten
huisindustrie om) werkomgeving. Het naaien
en breien voor het gezin is evengoed werk
als het naaien en breien voor de fabriek.
Elk huis moet een goede ruime zitkamer
hebben, zoo ruim, dat daarin minstens twee
tafels kunnen staan, zoodat men krijgt een
eetruimte en een werkruimte; heeft men
een zoo flinke keuken dat men daarin kan
eten, dan kan de zitkamer iets kleiner z|n.
Want dit moge ook wel in het oog
gehouden worden. Er moet in een huis vol
doende ruimte zijn om te slapen (minimum
eisch een kamer voor de ouders en als het
gezin jongens en meisjes heeft een slaap
kamer voor de jongens en een voor de
meisjes. Maar er moet ook woon- en werk
ruimte wezen, omdat gezelligheid een groote
beschavingsfactor is.
Dus geen afschaffing der huisindustrie.
Wel afschaffi g van dat deel der huls
industrie, dat de laatste hand legt aan con
sumptieartikelen. Verder regeling van de
loonen, verbetering kinderwetten, verbetering
volkshuisvesting. Het lijkt een allegaartje
maar is toch een geheel. Och het leven is
nog wel eens wat gecompliceerder dan de
wettenmakers denken.
En als dan de menschen in een gezellige
kamer voor een goed loon te lang werken ?
(Dit is weer de oude vrees voor overpro
ductie, die er zelfs met hongersnood niet
uit te kloppen schijnt). Och een mensch is
maar een mensch. En zoo vlijtig is de mensch
niet dat hij zich zoo gauw overwerkt, ten
minste niet met erwtenlezen en wat dies
meer zQ.
Een goede regeling 1) en dan dan kun
nen we het best nog eens probeeren met
de huisindustrie. En misschien zal menig
getrouwde vrouw dankbaar zijn, omdat ze
niet door de zweep van arbeidswetgeving
gedreven wordt naar de fabriek, maar kan
blijven in haar huis bij haar kinderen. Want
dit is haar re c h evengoed als een andere
het recht heeft om er desgewenscht niet bQ
te blijven.
N l N E M I N N F M A
1) Ook wat betreft moederschapszorg.
Maar het wordt te uitvoerig om daarop
hier nu nader In te gaan.
Vastenavond-zotjes
Zouden ze dit jaar op hun tijd boven
den grond komen kijken, de aardige, witte
bloempjes, anders gezegd: sneeuwklokjes?
Al naardat sneeuw en vastenavond in
Februari samenvallen, vertoonen zij zich
wat vroeger of wat later, en al of niet op
dien avond der zotheid."
Tweeërlei sneeuwklokjes zfln welkome
voorjaarsgasten in onze tuinen. De ne,
Galanthus nlvalis.dle deeenvoudlgsteschijnt,
omdat van haar zes bloemblaadjes de drie
binnenste zooveel korter zijn dan de andere,
is een inheemsehe plant, vaak in 't wild
te vinden tusschen kreupelhout.
De andere, Leucojum verum, waarvan
u iiiiiiiimiiiMiitiiiniiiiiimiiiii UMI ui IIIIHIU
sinds de Vereeniging tot Behoud van Natuur
monumenten er drinkplaatsen heef taangelegd.
Voorts moet er dekking zijn; d- vogels
moeten slaapplaatsen hebben en ook plekken
waar ze zich overdag rustig kunnen zonnen
na het bad of waar ze een toevlucht
kunnen vinden, wanneer de slechtvalk of ?4e
sperwer wordt gesignaleerd. In 't eerst snapte
de sperwer bij mij nog wel een enkel vogeltje
maar sinds ik die hulsten en buksboompjes
heb laten uitgroeien komt dat niet meer
voor. Ook moet ik hier de klimop prijzen
en een heel groote hondsroos, die met zijn
lange twijgen iedereen tot last is, maarden
heelen winter voedsel verschaft aan de
groenvlnken en een zonnige, lichte schuilplaats
aan al de kleine vogels; kattenproef en
sperwerproef.
Vergeet ook vooral niet, dat de nestkastjes
uitmuntende slaapplaatsen opleveren. Menig
een, die er nestkastjes op na houdt begint
pas in Maart of zoo er aan te denken om
ze na te zien en te reinigen maar 't is veel
beter, dat reeds in het najaar te doen, dan
kunt ge u het genoegen verzekeren van tegen
zonsondergang een half dozijn of zoo van
vogels van. allerlei slag naar bed ts zien gaan,
meestal wel soort bij soort: een kastje vol
plmpelmeezen, e-n kast je vol boomkruiper! jes
of een stuk of wat spreeuwen. En de onder
vinding heeft geleerd, dat menige slaapgast
van den winter broedgast voor den zomer
wordt. Voor hen, die niet in holen broeden
planten we vlieren, evergreens en meidoorns
en ook zorgen we er voor, dat einde Maart
al de groote en storende werkzaamheden in
den tuin zijn afgeloopen.
de zes blaadjes evengroot zQn, en ieder een
groen vlekje op het wit hebben, maakt veel
glansrflker indruk, en is als cultuurplant
uit bergachtige streken herwaarts ingevoerd.
Beider sierlijk-hangende klokjes hebben
tot een vergelijking met de belletjes van
zotskappen uitgelokt. Misschien ook hun
verschijning in een seiioen, dat ons, wat
het weer betreft, zoo potsierlijk voor den
gek pleegt te houden?
Om al die redenen zijn deze bloempjes
een heel aardig sieraad voor deze of gene,
die zelve op den bedoelden feestavond als
vastenavond-zotje wenscht te fungeeren.
Maar van aardig gesproken, hoofdzaak is
het besef: dat wie bij zoo'n gelegenheid
een vreemd costuum aantrekt, ook op
eenigszins vermakelflke wijze de daarbij behoorende
rol dient te aanvaarden.
Anders gaat het, zooals ik het eens te
Berlijn op een kunstenaarsfeest heb beleefd.
In een ruime zaal, goed verlicht en onder
goede muziek, bewogen zich daar eenige
honderden menschen: volgens
invitatieeisch allen in het wit. Mijn gastheer had
een spierwit werkmanspak; zijn dochters
waren bloemenmeisjes; en ik had een wit
nonnekleed met dito groote stqfgesteven
kap gehuurd. Een der schilders verklaarde
dat ik daarmee uitzag als de moeder van
Albrecht DUrer, door hem met een dergelijk
hoofddeksel geportretteerd. In dat soort van
beschouwingen, complimenten en kritieken
verdiepten zich de aanwezigen. Nu, daar
waren ze schilders en schilderessen voor.
Maar alle conversatie bleef aan de costuums
hangen; overigens was er heel weinig actie in.
Toen begon men te dansen. Na daaraan
een paar maal met vrienden meegedaan te
hebben, kreeg ik twee dames van mijn leef
tijd in het oog, ook als nonnen gekleed. De
ne zag er mrj te bits uit om graag mee
in aanraking te komen; maar de andere
leek mij een goedmoedige matrone. Dat bleek
zij ook wel te zfjn, toen ik haar naderde.
Maar voor mijn geïmproviseerd verhaal om
trent een Hollandse li klooster luisterde zQ in
vollen ernst; en toen ik haar voorstelde, met
haar te walsen, omdat de omstanders die
combinatie wel grappig zouden vinden, trok
zij een ontsteld gezicht, en antwoordde ver
schrikt, stamelend:
Neen, maar Ik ben geen non... Ik ben
al sinds elf jaar getrouwd. Ik wil ook niet
meer dansen... Och" voegde zij er na een
paar seconden nadenkens bij: Als u
partout (Berlijnsche beleefdheidsterm voor met
alle geweld") dansen wilt, doe het dan met
mijn nicht; die zit daar, in llaiiaansche klee
ding, den heelen avond tegen den muur..."
Ik deed geen moeite om haar nader uit
te leggen, waarom dit nu heelemaal niet de
bedoeling was.
GEERTRUIDA CARELSEN
liiiiiliiiiiliiiii
Beloften
O, 'k hoor een suizen door den nacht
Dat aanzwelt en verruischt heel zacht,
Een vleugelwiekend zuchten.
O, 'k speur een geuren op den wind
Als er kt l ik ten avond vind
In 't lenteluw geluchte.
Hoe zal de merel juichend slaan
Als hij den zuidenwind voelt gaan
Bij 't eerste morgenkeeren.
Hoe zal de wereld naar de zon,
Dien godd'lijk gouden stralenbron,
Zich wenden-in fel begeeren.
O, 't zal n drang tot geven zijn,
Een vreugdendronken groeifestijn,
Een weeldcbevend streven.
En, kleine dochter, dan, wij-bei,
Hoe dansen we-in die lentewei
Van puur jolijt in 't leven l
ANNA H o N Diu s
i:i:H! iiiiiiriniu II13IIUII9IIH umtiüiiuiiilimiiiiiu
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
MIIH II flllllllll tl IIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllll,
I MOERHEW" !
(B. RUYS - Dedemsvaart)
126 Hectaren met vaste planten, Rozen, |
l Rhododendrons, Coniferen, Heesters I
Catalogus 1920 is zoo juist verschenen \
i en op aanvrage verkrygbaar
Al deze dingen kunnen we tot stand bren
gen zonder noemenswaarde onkosten en het
genot, dat wij er van hebben is onwaar
deerbaar, indien wij hst maar eenmaal be
seften. Mooie meubeltjesen Perzische kleedjes
en allerlei genietingen, ook die van minder
allooi worden al duurder en duurder en
haast niet meer te verkrijgen en, tusschen
twee haakjes, dat laat me volkomen koud.
Daar staat tegenover, dat de sterren en de
morgenstond, de wind en de wolken even
goed binnen ons bereik blflven en ons zelf s
nog nader komen. Zoo behoort het ook te
zijn met wat van ouds des wandelaars lust
is: de zee en de stroomen, bosch en heide,
valkenvlucht en vinkeslag, de waterlelies op
de stille plas en al de bonte bloemen. Be
schouwen wc dit lijstje, dan kunnen we niet
vrfl blQven van ongerustheid. Hoe zal het
gaan met bosch en plas en heide. Zullen
over vijfentwintig jaar alle bloemen die ons
thans bekoren, er nog wel zijn ? Waar vlie
gen die valken ? Zijn de lentedagen al niet
stiller dan voorheen ? Werkelijk, wij mogen
niet verslappen. Laat ons, als voorheen liefst
met de kinderen, weer opnieuw de vogels
om ons huis beschermen en verwennen, al
was het maar alleen als vooroefening voor
de zoo tragisch noodzakelijke bescherming
van de wilde natuur zelve.
JAC. P. TuiJSSE