Historisch Archief 1877-1940
'Zaterdag 21 Februari
A 1920
DE
AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN K A M P
Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per No. f 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar
Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.60 per regel plus 10 cent dispositiekosten
I K H O U D: Bladi. 1: De Geheime Bolsjewistische
Conferentie, door prof. dr. G. W. Kernkamp. De
Loonraad ia de Vervoerbedrijven en de Staking in de
Haïen. door dr. J. L. v. Anrooy. Buitenl. Overzicht
Wilhelm en anderen, I, door dr. W. G C. Byvanck.
2: De Volkenbond-entbousiasme, teekening v. Jordaan.
Boekbespreking, door dr. Huübers.?Krekelzang, door
J. H. Speenhof. Een Bezoek aan Multatuli, door dr,
Fred. van Eeden. 3: FeuiUeton: Spel, door N.
Zimmerman. 5: Voor vrouwen (red. Elis. M Rogge) De
Kinderrechter, door H. G. Veth. Een goed voorbeeld,
door S. C. Groot. Over Boeken en Tijdschriften, door
E. M. R. Het bereiden van Appelstroep, door Martine
Wittop Koning. Uit de Natuur: Mimosa, door Jac.
P. Tbijsse. 7: 1789?1918, V, door dr. H. A. Enuo
van Gelder. Een Rembrandt in het Haagsche Ge
meentemuseum, door mr. H. F. W. Jeltes. De
OverstTOormi'geu, II, door dr. A. A. Beekman. De Dadaïst
aan het werk, teekening van George van Raemdonck.
t: Tentoonstellingen, door A. Piasschaert. Lyrisch
Proza. De verhouding van het papier-geld en de
gouddekking tijdens en na den oorlog, door J. D.
Santilhano. Dramatisch Kroniek, door Top Naef.
10: Charivaria, door Charivarius. Onze Puzzle.
Ken Vleugje Haagsche Wind, door Ari. Uit het
Kladschrift van Jantje. Boekbespreking, door prof. dr. J.
Prinsen l Lzn. 11: Het opgeven van den eisch tot
«itlevering, teekening van Job. Braakensiek. De wed
strijden van Nederlandsche en Belgische boksers in het
Concertgebouw, teekeuingen van B. van Vlijmen Jr.
Bijvoegsel: De Staking in het Havenbedrijf, teekening
van Joh. Braakensiek.
iiiniiiMiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
DE GEHEIME BOLSJEWIS
TISCHE CONFERENTIE
Amersfoort, reeds vermaard door zijn
kei en zijne Internationale Hoogeschool
voor wijsbegeerte, heeft er nog een be
roemdheid bij gekregen :als residentie van
den Nederlandschen vertegenwoordiger
der Russische sovjets en verzamelplaats
der buitenlandsche communisten, die de
geheime bolsjewistische conferentie te
Amsterdam kwamen bijwonen.
Ook deze vreemdelingen kunnen een
lofzang aanheffen op de traditioneele
Nederlandsche gastvrijheid. Wel is waar,
eenigen hunner zijn door de politie ge
fouilleerd en een paar dagen gevangen
gehouden, en enkele dames moesten,
omdat hare paspoorten niet in orde
waren, van Amersfoort naar Amsterdam
overgebracht en aldaar overgegeven
worden aan de afdeeling vreemdelingen
dienst"?een ietwat eupbemistische naam
voor een afdeeling, die vreemdelingen
over de grenzen zet maar erger dingen
zijn hun niet overkomen.
Toch liep hun hart niet over van
vriendelijke bedoelingen jegens den Staat
der Nederlanden. Zij waren hierheen
reisd om het Uitvoerend Bureau van
Derde Internationale op te richten,
welk bureau zich o.a. zal bezig houden
met het ter beschikking stellen van
fondsen ter ondersteuning van alle be
wegingen en stakingen, die een revolu
tionair karakter dragen".
Als stamkapitaal voor dit
bolsjewiswistisch bedrijf zou de Russische
Sovjetregeering een aantal diamanten, paarlen
en edelgesteenten inbrengen, ten bedrage
van 20 millioen roebel, oude waarde.
Lenin had Nederland tot zetel van deze
nieuwe onderneming uitverkoren, niet
alleen vanwege zijne riante ligging en
de ruime gelegenheid, die het biedt, om
gegapte kostbaarheden aan den man te
brengen, maar ook omdat voor de
iiHiiHiiiiiimiiiiuNMtHiitiMiiiiiniiiiiutiiiiiiiiiiHiimiiiiiMiiiiiiminiii
WILHELM EN ANDEREN
i
Onze gedachte wordt geen rust gelaten,
zrj moet tegelQk zijn, bijna, op alle plaatsen
der aarde, en met de meest verschillende
zaken wordt zrj bezig gehouden. Op straffe
van buiten de beweging van het leven te
blijven, moet zij nu in Polen, dan in Afgha
nistan, Egypte, Mexico wezen en vooral niet
vergeten dat haar Australiëniet mag ont
gaan...
Wanneer ik nu, na de vlucht dezer pom
peuze inleiding, tot een onderwerp als dat
van den onttroonden en ontmaskerden keizer
neerdaal, dan is het niet om in een gemak
kelijk vaarwater voorttegaan, maar om te vol
doen aan nfn eigen behoefte vaa opheldering
en voorstelling der omstandigheden, der
feiten en der personen die ons hebben ge
bracht in de zee van moell|kheden waartegen
wij hebben te kampen. Gewoonlijk wordt aan
n de schuld gegeven, n wordt als slacht
offer uitgekozen, toch is het de werking van
menschen op menschen en van den eenen
toestand op den anderen welke het net
knoopte, waarin het lot zijn spartelenden
buit meevoert naar het onbekende doel.
Dit samen- en tegengaan dient bestudeerd.
Twee boeken met authentiek sprekende
gegevens, ongeveer gelijktijdig verschenen,
geven mij aanleiding om de Dultsche
dip'omatieke kringen in hun verhouding tot den
keizer te besiudeeren'en vooral den Keizer
te leeren kennen in zijn doorgaande ver
houding tot een broeder potentaat. Het eene
boek Is het tweede deel der H e r i n n
eri n gen" van von Eckardstein, waar van, voor
zoo ver het enkele trekken aangaat, het eerste
lezers van de Tribune, die aan andere
uitingen omtrent de Nederlandsche regee
ring gewoon zijn, moet dit eenigszins
vreemd hebben geklonken de reactie
daar het slapst is".
In Sovjet-Rusland zou vermoedelijk
mirtUer slap worden gereageerd tegen
buitenlanders, die daar een samenzwe
ring kwamen smeden tegen het
heerschende régime. Bij zulke kleinigheden
als fouilleeren, een paar dagen opsluiten
en vervolgens over de grens brengen
zou men het daar wel niet gelaten hebben;
in Petrograd of Moskou zou men hun
het samenzweren wel zoo grondig heb
ben afgeleerd, dat de afdeeling vreem
delingendienst" hun geen geleide naar
de grens meer had behoeven te geven
en hare vriendelijke zorgen had kunnen
beperken tot het uitzoeken van een
geschikten muur, waartegen zij gefusilleerd
konden worden.
Maar vooral Russische burgers zouden
daar van een koude kermis zijn thuis
gekomen, wanneer zij en flagrant délit
van samenspanning tegen het wettige
ezag waren betrapt. Men zou hun
aar een ander liedje hebben leeren
zingen dan wat nu, na afloop van de
geheime conferentie, wordt geneuried
door de deelnemers aan die bijeenkomst
uit Nederland, waar sans frayeur, on
peut se dire conspirateur".
Zoo mag men veronderstellen, dat de
buitenlandsche en Nederlandsche
bolsjewieken, die in de eerste helft dezer
maand in Amsterdam en Amersfoort
vergaderden, zich gelukkig hebben ge
prezen, dat zij zich in het land der
aloude vrijheid" en der slappe reactie"
bevonden. Waren hunne bijeenkomsten
niet ontijdig afgebroken, de voorzitter
zou zeer zeker, aan het slot der laatste
vergadering, na den toast op de wereld
revolutie, een heildronk hebben uitge
bracht op het gastvrije Nederland en
den wensch hebben uitgesproken dat
dit land voorloopig, althans zoolang het
Uitvoerend Bureau van de Derde Inter
nationale nog niet volkomen gereed is
met de voorbereiding der revolutie, zich
moge blijven verheugen in het bezit
eener regeering, die met samenzweerders
op vriendelijker wijze omspringt dan in
Sovjet-Rusland gebruikelijk is te doen.
Droomt de heer Wijnkoop hardop en
is er een telephonische verbinding tus
schen zijne slaapkamer en het redactie
bureau van het Handelsblad?
Is professor Mannoury zoo verstrooid,
dat hij de notulen van de geheime con
ferentie in de enveloppe heeft gestoken,
die aan het Handelsblad was geadres
seerd, en het briefje, waarbij hij yoor
zijn abonnement op deze courant bedankte
in de enveloppe, waarop de naam van
een der bezoekers van de conferentie
was geschreven?
Of lijkt een der verslaggevers van het
Handelsblad zoo sprekend op den
bolsjewiekschen stenograaf, aan wien het
Uitvoerend Bureau de taak had opge
dragen notulen van de bijeenkomst te
houden, dat hij, na voornoernden steno
graaf tijdelijk uit den weg te hebben
geruimd, zijne plaats aan de
conferentietafel kon innemen?
Bij tijd en wijle, bv. na het mislukken
iiiiiiiiiiiiiiimitiiiiHiiiiii
deel misschien nog is gebleven in het ge
heugen der lezers; het tweede is de in
Duitschland verschenen uitgaaf der brieven
van Wilhelm II aan Tsaar Nicolaas II uit de
jaren 1894 tot 1914, naar de origineelendoor
de bolsjeviki gevonden en in het buitenland
verkocht; een gewenschte aanvulling der
verzameling van Willy-Nicky telegrammen.
Die twee schenken licht.
De reeks van Wllly's brieven opent bij
gelegenheid van de troonopvolging van
Nicky (November 1894).
Dadelijk staat de Keizer gereed om den
nieuwen Tsaar als boezemvriend in zijn hart
op te nemen; hij deelt zijn leed om den
verloren vader, en des te meer omdat de
heengegane Alexander III hem zoo zeer her
innert aan zijn eigen vader Frederik III,
(Ik geloof dat Wilhelm II de eerste en de
laatste is geweest die voor deze of een an
dere gelegenheid de vergelijking heeft ge
maakt); hij hoopt dat zfl belden nu de
traditie van een voorgaand geslacht zullen
hernieuwen en over en weer elkanders ge
dachten £n bedoelingen zullen begrijpen.
Is er dan wel iemand die zoo zeer kan
gevoelen voor Ruslands zending om op
wachi te staan tegen den aandrang van
OostAz'.ë? Duitschland immers is bestemd om
er voor te xorgen dat het Tsaren r ij k niet in
den rug wordt aangevallen als het in het
Oosten tot heil der menschheid zijn post
inneemt.
Weldra, bij de verwikkelingen tusschen
Japan en China in 1895, is het hem mogelijk
geworden Rusland bij te staan, en hl} kon
aan Nicolaas toonen hoezeer zijn gedachten
bezig waren met den toestand in het verre
Oosten.
Zr] hebben zich nl. verdicht", die ge
dachten; in een bepaalden vorm, en deze
staat thans op het papier. De schets is met
hulp van een eerstenrangs teekenaar uitge
werkt en voor deopenbaarmaktng gegraveerd.
Men ziet er aartsengel Michael da Euro
peesche mogendheden oproepen tegen het
Boeddhisme; hij had ook de vereeniging
tmnner krachten kunnen vragen tegen dea
van de eerste bolsjewieksche revolutie
in Nederland, zal het Handelsblad dit
geheim misschien verklappen. Het be
leeft er nu nog teveel plezier van.
Plezierig was overigens de openbaar
making van de notulen niet.
Niet omdat wij nu eerst den schrik
voor het bolsjewisme te pakken hebben
gekregen: iedereen kon weten, dat het
erop uit is, overal de revolutie aan te
stoken.
Ook de diamanten en paarlen, die uit
Rusland onderweg zijn, waren geen ver
rassing. Mevrouw Rutgers?Mees schijnt
nog al mededeelzaam te zijn geweest,
niet met de kostbaarheden, maar met
het verhaal van de kostbaarheden, die
zij reeds vroeger uit Rusland heeft over
gebracht; heel Nederland wist daar al
van, lang voordat de geheime confe
rentie werd gehouden. En er was geen
reden te vermoeden, dat het bij deze
zending zou blijven. In het veen ziet
men op geen turfje; op een diamanten
kruis of een paarlensnoer meer of minder
komt het bij Lenin en Trotzky niet aan;
en er zijn wel landen, waaraan het geld
voor bolsjewieksche propaganda minder
goed besteed is dan aan Nederland.
Maar nu voor het eerst hebben wij
vernomen, dat ons land uitverkoren is
tot zetel van het
centraal-revolutiebureau voor West-Europa en dat de
dames en heeren, die te Amersfoort en
te Amsterdam bijeenkwamen, het niet
bij deze eene vergadering zullen laten.
Dit vooruitzicht zal menigeen veront
rusten ; maar hij trooste zich er mee,
dat wij nu althans het gevaar vooruit
zien.
Een aanmaning mochten wij ook wel
hebben. Velen hadden zich al gevleid
met de hoop, dat de brand in Rusland
zelf zou uitwoeden en niet naar andere
landen zou overslaan. Maar de gebeur
tenissen van het laatste halfjaar geven
daar weinig reden toe. Wij hebben voor
loopig rekening te houden met de heer
schappij van het bolsjewisme in Rusland.
En van het bolsjewisme geldt nog
veel meer dan van de Fransche revolutie
dat er een geweldige expansieve kracht
in leeft. Krachtens zijn aard streeft het
naar uitbreiding; het ,-ncet propaganda
maken naar buiten; het is gedoemd te
vergaan als het zich niet vermenigvuldigt.
Wie, zooals wij, het bolsjewisme voor
een remedie houden, erger dan de kwaal,
die het wil bestrijden, moeten ook in
Nederland de gelederen sluiten en hunne
voorzorgsmaatregelen beramen. Wij zijn
nu gewaarschuwd.
Ook de sociaaldemocratie ten onzent
is gewaarschuwd. Maar hare wijze van
reageeren op de onthullingen van het
Handelsblad wekt weinig vertrouwen. Zij
denkt weer allereerst aan het partijbelang,
Uit die onthullingen is gebleken, dat
het bolsjewisme zijn koekoeksei in het
stakingsnest heeft gelegd. De Bond zet
nu een grooten bek op tegen de Federatie
en vertikt het om dat ei uit te broeien.
Ook al bestaat er geen rechtstreeksch
verband tusschen de geheime conferentie
en de staking in het havenbedrijf, de
heeren Bouwman en Sneevliet, de leiders
der Federatie, hebben de conferentie
bijgewoond. De bolsjewieksche idealen
iiiiiimiiiiini
iiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
inwendigen vijand: nihilisme, republikanisme.
Maar dit alles is er bij ingesloten.
Ik ben zoo vrfl u een exemplaar van dit
blad te zenden met het verzoek het als een
teeken van mijn warme oprechte vriendschap
voor U en Rusland aan te nemen".
Zoo tegelijk grootsch en vulgair, met de
reclame van een handelsreiziger en de ideeën
van een wereldvredebondbezorger, zet de
Keizer zijn correspondentie met den Tsaar
in, teeder ingaand op de ideeën van zijn
vriend om hem voor eigen gedachten te
winnen: lief en hypocriet, zonder toch mis
schien zoo geheel onoprecht te zijn.
Want zij beiden, hij de Keizer en hij deTsaar,
stellen Iets voor in Europa. Laat Nlcolaas,
uit naam van Rusland, de vriend en bond
genoot wezen van Frankrijk, wat kan wel
eigenlijk zijn betrekking wezen tot een in
dividu als Faure, den president der Fransche
Republiek?
Natuurlijk, hfl, de Keizer, verlangt geen
oogenblik inbreuk te maken op de Russi
sche politiek, laat al wat Rusland kan doen
gedijen daarvoor bewaard blijven; maar er
moet een zekere maat in 't oog worden ge
houden bij de rapports" over en weer met
Frankrijk. Het gaat toch waarlijk niet aan
dat groote vorsten en hoogste Russische
waardigheids bekleeders, in vollen uniform"
op Franschen grond, in Champagne-dron
ken zich gaan verbroederen met
republiekeinen, die bij ons in onze verschillende
landen worden aangezien voor
revolutionnairen en behandeld worden met recht
als menschen geschikt voor de galg of
het peloton."
,Nicky, luister naar me en neem mijn
woord aan," zoo dringt Willy vaderlijk aan,
Gods vloek is op de Franschen neerge
daald."
Hij kan het denkbeeld niet uitstaan van
het heilige Rusland in de omarming van
Frankrijk.
Op zijn reis naar Jeruzalem in 1898 laat
hem die zorg niet los; ja misschien om zijn
pogen een geleidelijker toegang te verschaf
zijn ook de hunne. Het is ook hun wensch,
dat de communistische partij leiding geeft
aan de staking, en aan de vakbeweging
in het algemeen.
Alleen maar voor den Bond en
voor de sociaaldemocratie kan dit geen
openbaring zijn geweest. Reeds vóór de
onthullingen konden zij weten, wat zij
aan de heeren Bouwman en Sneevliet
hadden. Deze hebben het nooit onder
stoelen of banken geschoven, dat voor
hen het einddoel van de staking niet
een verhooging van den levensstandaard
der arbeiders is, maar dat zij ae staking
ook als een middel willen gebruiken tot
voorbereiding van de revolutie. Toch
hebben Bond en Sociaaldemocratie er
geen been in gezien, met de Federatie
samen te werken.
Wat hen in de onthullingen van het
Handelsblad het meest schijnt te hebben
getroffen, is die passage uit de notulen,
waaruit blijkt dat de communisten de
leiding van de vakbeweging voor zich
opeischen. Tegen de revolutie als eind
doel heeft ook de Bond geen bezwaar;
maar de leiding moet blijven bij
Troelstra, en niet overgaan in handen
van Wijnkoop.
Daarom heeft de Bond de
samen' werking aan de Federatie opgezegd;
daarom beschuldigde Het Volk Bouwman
en Sneevliet van verraad.
En misschien zijn de onthullingen van
het Handelsblad voor Bond en Sociaal
democratie nog een fortuintje: als de
staking mislukt, kan de schuld daarvan
worden geweten aan de Federatie, die
ging heulen met communisten en
bolsjewieken!
KERN KAMP
iiiiiiiiiiimiiiini
DE LOONRAAD IN DE VERVOER
BEDRIJVEN EN DE STAKING
IN DE HAVENS
door dr. JOSEPHINE N VAN ANROOY
Chef van de afd. Arbeidszaken der
Stoomvaart My. Nedetland"
(W| verzochten eveneens een der
Bestuursleden van de b| de staking van
Haven- enTransportarbeiders geïnteresseerde
organisatie een artikel over genoemde
staking te willen schrijven, en wij hopen
deze bijdrage In het volgende nummer te
kunnen opnemen. Red.)
Door de vertegenwoordigers en de organen
der sedert Maandag strijdende haven
arbeidersbevolking in Rotterdam en Am
sterdam en door de den beiden hoofdorga
nisaties nastaande partien is over den
Loonraad een vlammend oordeel gesproken.
De in November 1918 door zijn spiritus rector,
icsp. de beide Scheepvaartvereenigingen,
gewekte verwachtingen zouden niet alleen
niet vervuld zijn, maar de reactie zou in den
loop van het jaar 1919 bovendien tot hoe
langer hoe grooter teleurstellingen geleid
hebben. En nu b| de proclamatie der
staking velt .Het Volk" het vonnis:
Wij staan hier voor een conflict, dat is
uitgelokt door de werkgevers in koel overleg
en in maandenlang volgehouden opzet. Een
conflict, door hen in het leven geroepen uit
louter machtswellust enz."
Deze felle woorden van het orgaan der
S. D. A. P. z|n in mijn oogen kenteekenend
voor de onmacht, waarmede de klassen, die
de directe dragers zijn van onze economische
samenleving, ook in ons voor de oorlogs
verschrikkingen op onbegrijpelijke
wQzegefen introduceert h| rijn bedoeling met een
uitvoerige beschrijving zijner ervaringen en
aandoedingen op de heilige plaatsen.
De gedachten dat Zijn oogen gerust heb
ben op dezelfde heuvels," schrijft de Keizer,
dat Zijn voeten denzelfden grond hebben
beroerd, treft diep In 't hart en laat het met
sterker wijding kloppen .... toch naar de
wijs waarop in Jeruzalem godsdienst wordt
begrepen, zal zij geen enkele Moslem tot
bekeering brengen ... Ik kom naar huis
terug met een groote teleurstelling en ont
goocheling . . .
Hier, in Damascus, ben ik ontvangen, zoo
als nooit een Giaur-Monarch is ingehaald.
Onbegrensde geestdrift voor den vriend van
den Sultan en Kalif. De haat tegen den
Engelschman is sterk, maar de verachting
voor Frankrijk, open en bloot, neemt dage
lijks nog toe (een paar maanden geleden
had het in Fachodo voor de Engelschen
moeten wijken). Het prestige van Uw ami
est allié" ligt hier voor den grond en kan
er nooit meer van op komen. De Moslemln
hier spreken er van als Frankrijk's Twee
den Sedan! . . ."
Nog eens luister naar mij, Nicky. En
verneem wat ik met eigen oogen heb gezien
en met eigen ooren heb gehoord: Frankrijk
is dood, maar Turkije is op-en-op-levend.
De Tsaar en rijn raadgevers hebben voor
het vogelaarsgefluit van den Duitscher geen
gevoel gehad; de correspondentie rchijnt
anderhalfjaar te zijn afgebroken. Ve ? wat
Keixer Wilhelm in 1890 heeft ul< -icht,
moeten w| onze toevlucht nemen» t het
tweede doel van Eckardsttin's herinnt»«vjgen.
Sinds 1895, toen hi] wel moet rïebben
begrepen dat hij zich bij de wedstr|den in
Cuwes niet al te gelukkig la de oogen van
de Engelschen en van zijn oom Eduard had
gedragen de feiten staan ons i>isschien
nog voor den geest was de Keizer niet
meer in Engeland geweest. Nu, 1899, kwam
ineens, zor<der dat hij het nog officieel uit
sprak, het verlangen bij hem op zijn groot
moeder Victoria te zien, en Engeland dat
den last van den Boerenoorlog op zijn armen
spaarde land tegenover elkander staan, op
het tijdstip waarop de vredesellende ook ons
dreigt noodlottig te worden.
Heeft Paul Nijgh in November 1918 b|
bapaalde groepen te groote verwachtingen
gewekt" ?
MQn inziens, ja. Maar het is al te goed
koop, dit aan revolutievrees" toe te schrij
ven.
Talloos velen deelden zijn hoop, dat de
wapenstilstand tot een spoedigen vrede zou
leiden en dat de vrede de langzame herleving
van het economisch leven van Europa zou
mogeljk maken, Nijgh wilde daarom een poging
doen, de hoognoodige samen werking der klas
sen langs den weg van gemeenschappelijk
overleg, in casu In den Loonraad, te bereiken.
Het is mijn eigen stellige overtuiging, dat
de specialisatie en de differentiatie in onze
productie, zonder welke het onmogelijk zou
z(n geweest het dichtbevolkte Midden- en
West-Europa althans redelijk te voeden en
te kleeden, doodloopt, wanneer het niet ge
lukt, een uitweg uit deze impasse, waarin
wij dreigen vast te raken, te vinden. Echter
zfjn mijn verwachtingen aangaande het in den
Loonraad van de Vervoerbedrijven bereikbare
niet overmatig hoog gespannen geweest.
Men misversta mfl niet: niets ligt verder
van m| dan de neiging, het voor het jaar
1919 in onderhandeling met de zoo hete
rogene personeelgroepen der
watertransportbed rijven bereikte, te onderschatten. Dat wat
de Loonraad gebracht heeft, zou in een
rustiger tfldsgewticht onder de zeer
bQzondere sociaal-economische
Erzungenschaften" hebben behoord.
Maar den nieuwen tijd heeft hij niet
ingeluid, een hoogeren, beteren vorm van
overleg heeft hij niet althans nog niet
gebracht.
En kon het ook anders?
Waren de geesten, waren de omstandig
heden voor een naar-elkaar-toe-argumen
teeren" voor een elkander-overtuigen" rflp?
Wel hebben de beide partfen naar elkan
der leeren luisteren. En ik heb den sterken
indruk, dat daarbij eenige der ondernemers
het meeste hebben geleerd.
Zj zgn in den Loonraad voor een reeks
van problemen gesteld, waarvoor en waarop
zij niet geprepareerd waren.
Eenigen hunner hebben in den trjd, toen
hun zaken, die aan de totaal omgewentelde
wereldverhoudingen moesten aangepast
worden, enorme elschen aan hun werkkracht
stelden, groote offers aan tijd gebracht,
omdat het inzicht in hen veld won, dat de
sociale zijde van hun bedrijf even belangrijk,
even- moellf k was geworden als de
commercieele zijde ervan, die hun vak was. En b|
enkelen versterkte, wat in den oorlog
gewekt was en wat van den koopman over
het algemeen verre is: een xoeken naar het
begrip van den samenhang der dingen, een
Ahnen" van historische
ontwikkelingsmogel|kheden en vergankelflkheden.
Tegenover hen, die van een wijken van
hun klassestandpunt" niet dan noode wilden
weten, die in de georganiseerde arbeiders
niet anders dan belagers hunner rechten
bleven zien, betreurden anderen, dat de
beletselen, die het komen tot een zakeljke
toenadering bemoeilijkten, zoo veelvuldig
waren. En zij deelden het standpunt, door
E. Heidring in z|n, o. a. door R. Stenhuis
op een allerwonderlljkste wijze misbruikte
artikel (Econ. St. Ber. 31 Dec. 1919) inge
nomen :
Evenmin als de ontwikkelde klassen in
de oorlogvoerende landen ingezien hebben,
dat het uitvechten van den oorlog tot een
algemeene ruïne moest leiden, evenmin kan
men van de arbeidende klasse verwachten,
dat zfj de noodlottige gevolgen van haar
obstrueerende houding overziet."
Het is geen schuld, maar tragedie, dat de ver
tegenwoordigers der arbeidersorganisaties,
die in menig opzicht beter toegerust dan de
droeg, had er in zijn hart ook niets tegen
den man bij zich te ontvangen die de macht
van het Europeesche vastland vertegen
woordigde.
Er bestonden moeilijkheden over 's Keizers
gevolg, zij werden geschikt; er was
oneenigheid over gebledsverdeeling der
Samoaeilanden, daarin werd te gemoet gekomen;
het bezoek, na veel wederwaardigheden,
had plaats tegen het eind van het jaar, en
liep goed af. Dat was veel gewonnen.
Maar nauwelijks was de Keizer in zijn
land terug, of nieuwe bezwaren deden zich
op naar aanleiding van het arrest van schepen,
door de Engelschen aangehouden onder het
vermoeden munitie aan de Boeren in Afrika
te leveren, dreigden de goede betrekkingen
geheel te verbreken. De toon der nota's,
uit Berljn afgezonden, was zoo lomp kortaf
dat Lord Salisbury, de eerste minister, zich
gekrenkt achtte. Hij wilde niets te doen
hebben, zooals hij zich uitdrukte, met een
politiek die het horloge in de hand hield en
op de m ir uut af dreigde.
Eckardb in dif tengevolge der slechte
gezondhel van/rien gezant de leiding had
der Duitr ;, <* 'lomatie te Londen, stond
geheel v «-V/*'hoe zich te redden, toen
daar ploi /«<»/?'u'et Berlijn de tijding kwam
dat binr,'c" 5 uren een ultimatum van
Duitscht, *$n zou worden gesteld, wanneer
Engelant, *ï*n voldoende verklaring wilde
geven.
Men moet Eckardstein dan hooren vertellen
hoe het toeval hem de hand toostak om hem
te verlossen uit den klem tusschen het slechte
humeur van Salisbusy en de grof heid van
BerlQn.
De Zwitschersche gezant sprak hem n.l.
over 1000 pocd kaas voor de Boeren be
stemd, die tegen waren gehouden. Die kaas
maakte hij nu eerst tot het voorwerp van
zijn benepen onderhoud met den Engelschen
premier. Het klonk als een grap dat
zwitsersche kaas-ultlmatum. De een lachte en de
ander lachte, zfj beiden lachten hartelijk. De
ernstige zaak werd daarop ras beklonk en.
W. G. C. B Y v A N C K