De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 21 februari pagina 3

21 februari 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

21 Febr. '20. No. 2226 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND lestaurant De Oude Doelen' TOURNOOIVELD DEN HAAG PLATS DU JOUR - vin 12.30 tot 2 uur en van 7 uur tot 8.30 Restaurant-Caf La Réserve" Rembrandtplefn 44 bij de Utrechtschestraat AMSTERDAM Lunch-Diner-Souper. Vaste prijzen. Afternoon-, tea Diner- en Avond-Concert FI. mm B. UU HEMDEN f3 van dezo BONS onverschillig uit welk blad ge knipt; geven recht op gratis toezending van een bus E m IPm cacao Zendt 1O van deze bons met naam en adres als brief aan de E. P. Amsterdam Naam Woonplaats .. De Amsterdammer WITTE GEBREIDE JONGENS PAKJES UITSTEKEND WASCHBA VRAAGT UW WINKELIER.' Dames-en Heerenkleeding ?IVs-Gravenbage IIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII BST "EENIGE SPECIALITEIT OSf :_ KI KRiMpvRijE 18 || GEZONÜHEIDS- n II ONDERGOEDEREN | | Nederlandsch Fabrikaat HET _.. aaB"5\ TRICOTHUIS AMSTERDAM HAARLEM Reg. Breestraat 35 Gr. Houtstraat 143 £83 Ka tëa *s ^ tfl FJORD-LEVERT R A AH Prima Medicinale Noorsche Levertraan zonder vlschsmaak is ver krijgbaar bQ H. H. Apothekers en Drogisten tot den prijs van / 2.75 per halve Ltterflesch. Deze traan voldoet aan de elschen der Nederlandsche Pharmacopee en wordt gegarandeerd door Dr. J. BLOMBERG, Apotheker en scheikundige, Den Haag, Holland Import: Handelsvereeniging FJORD", Den Haag. llllllll!lllllllllllll!lill!lll!IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII!llllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllll IIIIIMlIIlllllllMlllllllllllttltiritlHIMIIIIIilllllllllllllllllHIIMIMIIIIIIHilMlllllllllllllllllIllllllllllllHIMIlHIIIIIIIII = STARK'S OXYDOL" !f (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) sS \ i Naaml. Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-HAGE", 's-Oravenhagt 11 j =ltlHHHH<lltllllllllllll||||imilll|||||||| IIIHIMIIM(lltHII1IMIIMIflMIIIIIIIIIIIIIIIII1llllllMHIUIIHIIIIIIIIHIIIIIII|llII1= ^ «imiiiiiiiimi^ JAC. URLUS HAVANA SIGAAR PI ANOHANDEL G. M. AARNTS 3e He/mer&sfraat 59, Amsterdam Lage prijzen, Ie klas fabrikaten Ook In huurkoop, billijke Condities Vraagt inlichtingen J. S. MEUWSEH HOFLEVERANCIER Ammtordmm - Rotterdam Leldtohtitr. 4, Damrak 73 - Moualtrap l 0. Doaltittr. 20, Djmitr. 2 - Boymaaitraat l BROEKMANS MODERNE KUNSTHANDEL >2 Amsterdam Baerlestraat Februari Expositie A N Plano's, Vleugel» in eigendom verkrijgbaar, rolt* in m drie jaar afbetaald. ^ :, Brievan No. 1431, Bureau van dit Blad% MICHELIN RUWIELBIIIDEII KWALITEIT BETER DAN OOIT TE VOREN PRIJZEN NAGENOEG ALS VOOR l DEN OORLOG Buitenband f 7.50 Binnenband 3.50 SPEL DOOR W. ZIMMERMAN Ik had mQn vriend Edo afgehaald. Na eenige jaren van scheiding zag ik hem weer. Het leek zoo lang geleden, dat we elkaar onze intieme gedachten toever trouwden. Vorschend zagen we in eikaars gezicht bl de begroeting, speurend naar wat het leven had geboetseerd en geëtst in den langen lijd dat we ver van elkaar leefden. We wisten wat we zochten en veinsden, toen we stroef glimlachend een handdruk uitwisselden en vol belangstelling vroegen naar de welvarendheid. Allengs, onder het spreken, voelden we, dat wel ons innerlijk zich verbreed en ver diept had, maar dat we daardoor verder van elkaar waren gekomen. Dit is tragisch in het leven, dat de ziel, zich verfijnend en verbizonderend, tegeljk stQgend in schoonheid, ook vereenzaamt en de gemeenverstaanbaarheid verliest. En toch, de verdieping en verfflning is een lot, waar aan geen ziel ontkomt en dat zij zalig aan vaardt ; vol verrukking volgt zQ de ster die haar wenkt, de lokkende, de stralende ster. Opgewekt wandelden we voort, eerst door het dorp met zQn suf-verveeld Zondagsulterlfjk, waarvan we de tintelend-geestige tegenstelling met onze groeiend-vertrouwel|ke sfeer voelden. Stil lachte dit in ons; het maakte ons blij, vervulde met een vast, teeder geluk. We gingen op het Hotel-terras wat drin ken, staken onze sigaren aan en zetten ons genoeglijk in de rieten fauteuils over elkaar. Hadden we niet lang geleden, op volko men dezelfde wQze gezeten? De kleur van dezen middag, die zonkruinen van de oude linden en de diepe schaduwen er onder, waren zfl niet in ons leven als op dit oogenbllk en onder dezelfde omstandig heden? Ik proefde den geur van dezen dag als een herinnering van lang terug. We spraken en glimlachten soms om den klank der stem, even verradend zacht ont roeren door gewekte herinneringen. Toen was het oogenblik gekomen, dat Edo vertelde van zijn wedervaren. We waren geestelijk gemeenzaam, als ouds. Ik zag hem rustig afwachtend aan voor het verhaal, dat hij doen zou. Ik hoef jou er nauwelijks aan te herin neren, dat se me vroeger altijd voor een stillen vent versleten. Dit was ook wel juist, tot op zekere hoogte. Je weet, dat ik liefst gezelschap meed en op wandeltochten dikwijls urenlang alleen dwaalde. Met vrouwen kwam Ik weinig in aanra king. Zfl gingen meestal aan me voorbij. Men verweet mi] wel eens een vrouwenpsyche te hebben; toch geloof ik dit niet bijster scherp gezien, vind je wel? Wat beoordeelen we elkaar toch gemak kelijk l HQ zweeg en tikte de asch van zijn sigaar. Voor misschien een jaar terug, maakte ik kennis met den Heer v. O., een zakenman. Hij had van mijn werk gehoord, vertelde hij luid lachend en wou nu ook wel eens graag zien, of de roep erover gerechtvaar digd was. Zijn vrouw. Een schat van een vrouw" dit waren zfln woorden-, was dol op kunst, en, wie weet, als de beurs het toeliet . . . hij knipoogde guitig. Een eenigszins nerveus lachen besloot z|n eer ste onderhoud, hij schudde mij krachtig den hand, waarbij de gouden ketting op zijn vest meeschudde; z'n luidruchtige stem galmde nog in de gang en de voordeur was al lang in 't slot geketst, voordat zijn wezen uit de atmosfeer verdwenen was. Na deze, hem niet erg flatteerende in leiding, had ik het bezoek bijna weer ver geten. Ik dacht wel aan andere dingen dan aan den eersten den besten koopman. Eenigen tfld later evenwel, werden, on verwacht, aangediend: Mijnheer en mevrouw v. O., U weet wel, die mijnheer die al eens hier is geweest." Iets minder luidruchtig dan bij de eerste kennismaking, kwam v. O. mij tegemoet en stelde mij lachend zijn vrouw voor. Het was een mooie vrouw. Toen v. O. me aankeek, terwijl z|n vrouw mfl een hand gaf, werd zijn lach protsig. Zfln oogen lachten mee: Nu vriend, wat zeg je van mfln vrouwtje, mooi hé; een buiten kansje voor me geweest of niet? Van dat oogenbllk af rees een koele weer zin in me voor dien man, die z'n vrouw gekocht had als elke andere handelswaar en dat, met zijn cynisme niet verborg. We zetten ons in gemakkelijke stoelen in een hoekje van het atelier en terwfll we thee dronken, kon ik mevr. v. O. af en toe eens observeeren. Ze was wel van andere geestelijke ge steldheid dan haar man. Kwam het door zijn luiden lach, door alles wat hij rumoe ren deed, dat de tegenstelling tot haar rus tig zitten me zoo opviel? Ik vond haar een beetje schuw zelfs. Dien eersten middag heb ik zoo dikwijls trachten na te voelen, maar tot mQn spijt, herinner ik me alleen, dat me bijzonder troffen haar oogen, overbouwd met teere en diepe schaduwen. Ze keken me aan, die gr3ze of blauwe oogen (welke kleur was het eigenlijk?) en ik voelde een kinderlijke, vragende ziel; Ik ontroerde als ik er in keek. BQ het afscheid vroeg Ik hen- of moet ik zeggen haar?- nog eens spoedig terug te komen, om het werk te zien, dat mfl bezig hield, en dat nog maar in voorbereiding was. Er verliepen eenige weken. Op een stillen morgen, roerloos-stil, (je weet ik houd zoo van windstille dagen) was ik verheugd aan het werk gegaan. De ramen stonden open en de zomer weel de stroomde naar binnen. Verrast keek ik op, toen ik plotseling een ruischen hoorde van vrouwenkleeren. Zonder aandienen was mevr. v. O. binnen gekomen. Ze stond voor me voor ik me bezinnen kon; met schuchter uitgestoken hand zei ze: Ik mag toch wel?": Ik knikte, meer verwonderd over haar onverwachte vrijmoedigheid dan over de komst zelve. In haar oogen las Ik, dat ze mijn verwon dering gemerkt had. Ze speelde met een taschje en sprak van in de buurt zijn; heer lijke morgen en dat ze zoodol-nieuwsgicrig was geweest naar mQn laatste werk. Ik haaste mfj, haar hoffelijk een zetel aan te bieden, maar eenigszins nerveus gaf ze te kennen liever eens wat van mQn werk te willen zien. Ik haalde wat studies en teekeningen bij een en eenige voltooide werken aan den wand bekeken we samen. Op het oogenblik nog voel ik de vertrou welijke sfeer die om ons rees. Ik wees haar op mQn beste werk, op gedeelten die mij het best geslaagd leken en we spraken ook meer in het algemeen over kunst. Haar oordeel was opmerkelijk en bflzonder. Ze vertelde me, dat ze zooveel hield van de etsen van Bauer, den verrukkelijken droomer en verbeeldingvollen verhaler van Oostersch mystiek leven. Of ik ook zoo genoot van Oostersche oude kunst, was die niet subliem en van verheven rust ?... Was die niet voornaam en rijk, viel mij ook niet altijd op die diepte van kleur van de bronzen ?... En dan de stille, naar binnen gekeerde vroom heid van de keramische kunst en de klein plastiek met de teedere glanzen. Waar vond men ooit zulk een verfijnde techniek en ultgesprokenheid van scheppend vermo gen als bQ die kunstenaars..., en toch, hier hield ze even ademloos op... en toch teer gesluierd als een bloesemboom in iele uchtendnevel Haar oogen die In vervoering gestraald hadden, herkregen een peinzende uitdrukking. Ik was verbluft en wist niet te antwoorden. Ze zat op den divan, het hoofd rustend tegen den wand. In donkere golven ruiden heur haren tegen uitbloeiend rood van een sjaal. Er om schemerden groen en bleek plekkend turkoois, waar goudbruin aderend doorheen warmde. Haar ivoren gezichtje was ovaal; de neus fijn, recht als een gespannen lijn van een vederpennetrek. Maar om en tusschen de oogen daar zat het wonder; daar wisselden schaduwen, daar trilde de emotie. Een verlangen, een verlangen plots on stuimig groeiend in me, deed me vragen, of ik haar portret mocht schilderen. Ik voelde me zwellen van geluk en werkdrift, van scheppen-willen. Het zal gaan, juichte het in me, ik zal het kunnen dat schilderen, die vrouwenpsyche. Ze lachte even Rustig. Ze bleef me aanzien met een glimlach, een lieven vrouwelQken lach die ons mannen week maakt. Wel zeker, ik heb er niets tegen, en wat mQn man betreft... hier tinkelde even een spotlachje in haar oog. Ze was vertrokken.... Nog altijd zat ik te werken, in gedachten, IIIÏIIIIMIllIllmilllMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI aan haar mooi profiel. Onze afspraak hield ze. Ik had streng keurend het linnen uitge zocht om op te werken. Den dag, waarop ik den aanzet deed, vergeet ik nooit. Vóór dien, had ik nimmer zóó sterk den stroom van het scheppen-moeten door de vingers voelen gaan. Het geluk steeg in me, naar mate ik vor derde; in een wijde extase werkte ik voort. ZQzelve was steeds opgewekt onder het poseeren en sprak over dingen, waarvan de beteekenis niet tot me doordrong. Maareen streeling was het, naar die lieve stem te luisteren; de stembuiging na te voelen en haar helder opklinkenden lach te hooren, die zoo lang naklonk. Het was, alsof die de kamer deed opkleuren In het brooze licht van den herfstdag. Eens, we hadden een langen middag ge werkt, bleven we napraten. Ze stond bij me, voor den ezel en vond dat het werk zeer mooi werd. Het wordt beslist het beste wat u tot dusver maakte, zei ze en keek mij aan. Ik knikte zonder te spreken. We stonden naast elkaar. Ik keek naar het doek met strakken blik. Om mij bleven hangen haar woorden, haar streelend-bewonderende woorden. Ze neeg zacht het hoofd naar me bQ het spreken en ik zag de kruivendehaartjes in den hals verschuiven, voelde het rondend bewegen van haar schouder en het heffen van den arm. Een zachte geur wolkte loom om m'n hoofd. Ik nam haar hand en drukte ze, sprake loos?We stonden stil, in schroom volle onderwerping aan wat komen moest. Om de kamerdingen beefde het zachte middaglicht; het trilde in een bleek-groenen roemer, het sidderde over den bruin-glan zenden bulk van een kan. Alles leefde in spannend verwachten Ze knikte me glimlachend toe, daarna, langzaam, trok zij haar hand terug. Mijn vriend zweeg. Van het terras vlijmde muziek van een strijkje. Sleepend, zwoelzlnnelflk krulden toonfiguren, nu eens bedolven onder ver-af menschengeroes en gepraat, dan weer uitdeinend boven de .conversatie". Vanaf dat oogenblik was mQn liefde ge boren. Met nerveus verlangen zag ik eiken nieuwen dag komen, om eenige uren met haar te zQn. Gejaagd, in werkdrift, voelde ik echter haar aanwezigeid meer als visioen dan als een tastbaar reëel zijn. Er was een heime lijke spanning om ons gekomen. ZQ scheen den druk hiervan te gevoelen, want ze werd merkbaar stiller, praatte niet meer zoo opgewekt. Ze zat soms peinzend voor zich te staren en leefde op als uit een andere wereld, wanneer ik haar vroeg de pose iets te willen wijzigen. Het portret naderde zQn voltooiing. Het werd goed, het werd boven verwach ting en toch, als ik alleen was en haar beeltenis aanzag, miste ik iets, een onzeg baar iets, als een aroom, dat aan een bloem ontbreekt en daardoor harmonie verstoort. De laatste dagen, die ik nog noodig had moest ik zonder haar hulp door komen. Ze liet zich vriendelflk verontschuldigen we gens een lichte ongesteldheidheid." Ik voelde even een vreemde, pijnlijke, teleurstelling, alsof een vriend de bloemen die we als een uitgezocht geschenk aan bieden met koele gedachteloosheid in een onaanzienlQk hoekje laat vergrauwen. Ik pijnde mQn hoofd om een reden te zoeken voor de uitvlucht, want dat het een uitvlucht was voor een andere beweegreden docht mQ zeker. Waarom toch, peinsde ik, zoekt ze een (nogal doorzichtig) bedenksel om weg te blQven? Is ze niet meer gelukkig, evenals ik, in het vooruitzicht van uren van samen zijn ? ... of,.. .zou haar man misschien ? Ik bezag haar portret dan weer. Ze begon voor me te leven. Haar oogen zagen me aan met een tinteling van lieve toeneiging. ZQ was het en zfl was het niet. Altjjd weer die onvoldaanheid, dat onbevredigdzQn. Ook zonder haar bQzQn werkte Ik voort, in koortsige haast, als een vrucht moet hebben, die voelt dat zfl gedoemd is, vroeg tijdig te moeten sterven en in krampende leefdrift het edelste doet rQpen, vóór den bestemden tijd. Ik kreeg verder geen bericht van haar. Haar lichte ongesteldheid moest toch al lang geweken zijn. Van de bloemen, die ik haar zond vernam ik niets. Ik vond het vreemd, het maakte me nerveus. MQn vreugde van eiken dag werken ver minderde. Wat leken de dagen lang, eindeloos. Elk oogenblik dacht ik haar bekende stap te hooren op het grind; haar stem te ver nemen. Kwam ze daar werkelijk niet met haar veerkrachtige passen? Ik zag ze ge kleed in het neteldoeksche kleed, dat haar vormen verborg en omhulde, zag golving en plooienval van den rok, hoe ze haar voet zette, die lieve fijne voet, die altfld meesprak als ze in bewondering geraakte; haar bruine lage schoentjes, waarvan een knoopje even bungelde. Wat waren die mij lief.... Ik leefde droomend, probeerde met fel inspannen de oude concentratie te herkrQgen, doch geen enkele streek werd meer goed en ontmoedigd wierp ik palet en borstels neer. In de schemering kwam zacht-aan een heerlijke rust over me en ik greep naar pa pier om haar te schrijven, haar, Mia,. .vrouw .. liefste.... Ik vertelde haar, hoe ze mQn leven met schoonheid vevuld had: mQ, kluizenaar, die voorheen in zelfzuchtige eenzaamheid alleen gelukkig was en werken kon, geluk had gebracht. (Slot op pag. 11). SPAANSGH, ENGELSOH, FRAMSCH, DUITSCH etc, Borlitz-School Heerengpacht 4-51 M» 3286 Pract. Onderwijs door bultenl. leeraren

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl