Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
28 Febr. '20. - No. 2227
Toespraak van Multatuli tot de hoofden van Lebak
Teelening van C. ]. Addicks
Op den Economlschen UitkQk
Het memorandum van
15 januari
De bespreking die eenlgszins uitvoerig
moest zijn van het ontwerp-Duurtewet
en van de taak der overheid Inzake de duurte
heeft mQ In de voorafgaande nummers zoo
zeer in beslag genomen, dat ik eerst thans
gelegenheid vind iets te zeggen over het
zooveel belangr|ker, op hooger plan staand
onderwerp, dat aan de orde is gesteld door
het .memorandum van 15 Januari", hetwelk
zijn oorsprong vond in de te Amsterdam
(najaar van '19) gehouden internationale be
sprekingen over de dringende vraagstukken
van fiaancieelen en economischen aard. Men
weet dat aan die besprekingen hebben deel
genomen groot gezaghebbende mannen uit
de Vereenlgde Staten van Noord-Amerika,
uit Engeland en Frankrijk, de Scandinavische
landen, Zwitserland en Nederland. Het uit
de toen gevoerde overwegingen ontstaan
memorandum is aan de Regeeringen van die
landen aangeboden... ter overdenking.
Den Inhoud mag ik natuurlijk bQ mijn
leiers" bekend veronderstellen; over de strek
king is in de pers al veel geschreven. Wan
neer ik thans nog, zoo laat eerst, daarover
in deze rubriek enkele opmerkingen wil maken,
dan doe ik dat omdat dit kloeke, bondige
stuk m.l. buitengewoon belangwekkend en
merkwaardig is en omdat er niet genoeg op
kan worden aangedrongen dat de stem, die
uit dit stuk spreekt, gehoord worde en naar
de waarschuwing woide geluisterd.
Want een ernstige waarschuwing is dit
inderdaad. Zeker, het was reeds meer gezegd,
imiiillilllllllilllliHiimim
EERSTE INDRUKKEN VAN EEN
LANDSTORMER
(Herinneringen uit het eerste mobilisatiejaar)
DOOR
LEONARD
.1 October, 10 uur, te 's Hertogenbosch
In de St. Jacobskazerne".
Zoo luidde de oproep; 't was nog pas half
tien, maar daar kwamen ze al aan in groepjes
van drie of meer, dorpsgewQze bijeen, achter
elkaar aan in de richting van de kazerne.
Daar waren de boeren van het platte
land van Brabant, terstond te herkennen aan
kleeding, uiterlijk, en gang; het
hoogstnoodige in roodgeblokte zakdoeken geknoopt,
de pet links op 't achterhoofd, de pruim rechts
onder, zwaaiend met de beenen in
wQd-gepQpte lange broeken, kwamen ze daar
aangeslungeld, de gewone berustende trek op
't gelaat, zooals de natuur hun dat geleerd
heeft. Daar waren ook de wat meer stadsche
luidjes, zeker Tilburgsche fabrieksarbeiders,
meer naar de mode in hun kleeding, som
migen zelfs met een dopje en een valiesje
uit de bazaar. Ze zien er minder goedig uit
en sommige gezichten voorspellen al niet
veel goeds voor den dienst.
Even een briefkaartje naar buis,
zoo een, waarop een hemelsche juffrouw
met veel goud in 't haar, en de kudde wordt
naar 't station geleid; daar nog een knikje,
zelfs een enkele traan van een bezorgd ouder
of teerbeminde en dan brengt de trein ons
van de Brabantsche heide naar Den Haag.
TQdens de reis is de opgewektheid er niet
uit en het is een gestadige afwisseling van
Tlpperary en Zantvoort (o, tergende gelijke
nis met de Un vollende te"). Maar tegen 't
eind wordt het kalmer; de emoties van den
dag en het urenlange sporen, wat voor de
meesten iets ongekends is, mat se af en de
magen laten zich hooren. Eerst de aankomst
met alle nieuwe emoties die een groote stad
al dadelQk bQ 't binnenkomen in 't station
meebrengt, kan « uit de versuff log op wekken.
En dan die electrische tram: 't is krek een
miroakel, 't ding rijdt zonder peerderveur" l
Nog drie kwartier loopen door telkens
andere straten, voortdurend hooge hulzen,
veel licht' en lawaai en we zQn er. En
waarachtig, warm eten staat klaar; wat
?vallen ze er op aan) 't Duurt geen vijf
dat wQ een donkeren tijd doorleven en
getulgen zQn van een algemeene crisis, zoo
ruwe)Qk als vóór deze in de geschiedenis
er menschheld onbekend is. Doch het heeft
groote beteekenis dat mannen van verschil
lende politieke kleur uit verschillende landen
het over dit feit volkomen eens zijn en on
omwonden verklaren dat de huidige gang
van zaken, wanneer daarin niet zoo spoedig
mogelijk een keer komt, leiden zal en moet
niet alleen tot verdere depreciatie van het
geld en verdere vernietiging van het
overgespaarde, doch ook tot een geleidelijke
maar hardnekkige verspreiding van bankroet
enanarchie in Europa".
Dit is een alarmkreet, maar niet van
alarmlsten", toch van mannen, die de
draagwQdte der door hen gesproken woorden wel
overwegen en klaar beseffen dat zij, spreken
de tot de Regeeringen hunner landen, niet
door overdrijving de kracht van hun betoog
moeten ontzenuwen. Aan vele Nederlandsche
lezers van dit memorandum zullen vele na
men van buitenlandsche onderteekenaaro
onbekend zQn, maar die onzer landgenooten
zQn ons welbekend en wQ weten allen dat
hun inzicht in den tegenwoordigen toestand
en in de naaste toekomst berust op grondige
kennis en een juist oordeel.
Het kan heel wel zQn dat deze alarmkreet
menigeen heeft opgeschrikt, maar als dit
zoo is, dan is dat uiterst nuttig, omdat
tegenover de zeer wezenlijke en dringende
nooden van dezen tQd niets zoo verderfelijk
is als struisvogelpolitiek of de onberedeneer
de verwachting dat alles, hoe scheef het nu
ook moge gaan langzamerhand vanzelf wel
weer zal bijtrekken. Hun, die in deze zoete
waan mochten hebben verkeerd, wordt hier
door mannen, aan wier oordeel toch ook
zQ groote waarde moeten toekennen, zoo
nadrukkelijk mogelijk gezegd, dat alleen
spoedig en afdoend ingrijpen in dezen staat
van zaken een anders dreigende wereldramp
van ons zal kunnen afwenden. _
Hoe zal er dan moeten worden ingegrepen ?
Reeds elders is door mQ gezegd, dat voor
minuten of alles is op en iedereen bezig op
de aangewezen plaats de stroozak en dekens
in orde te maken. Nog vijf minuten en 't is
donker; een luid gesnork vult de ruimte,
uren lang, tot de koperen tonen der réveille
allen opschrikken uit hun weldadige rust.
In schoollokalen zijn we gelegerd en in
het mQne zijn het deels boeren, deels
sigarenmakers en aanverwanten uit groote
steden. Hoe iemand met zooveel spie"
(geld) erbQ komt en zich niet heeft kunnen
vrijmaken is hun niet duidelijk te maken;
dat dit iets is, waarbij geld niet baten kan,
dringt niet tot hun vage hersens door;
maar hatelijk of zoo zQn ze nooit, integen
deel, als het eerste vreemde er af is, het
wantrouwen wat zakt, leidt de nadere kennis
making tot steeds meer wederzQdsche waar
deering; de voornaamste goede eigenschap
die dan voor den dag komt, is wel dat ge
moedelijke dat onze zuidelQke bevolking
kenmerkt en ras-Hollanders vreemd aandoet
vaak. Ze kennen niet dat stugge op een afstand
blQven en op een afstand houden, dat ontoe
gankelijke en zelfgenoegzame van den Hol
lander; zij geven zich geheel en vloeien over
van mededeelzaamheid. Luidkeels luchten
ze hun bewondering voor mQn vaardigheid
in het schrijven en slechte schrijvers als de
meeste zijn, komen ze telkens bQ me om
briefkaarten te dlcteeren, altijd het stereo
tiepe: BQ deze laat ik u weten alsdat Ik
goed gezond ben en hoop van u hetzelfde."
Wat zal meester of meneer pastoor op 't
dorp het druk hebben met het voorlezen
van al mQn kaarten l Dankbaar zijn ze dan
voor die dienstjes en verrassen me met kleine
attenties door ongemerkt mQn
bulten-modelschoenen te poetsen of mijn welletje op te
maken, vóór ik 's avonds thuis kom ; of door
mQn post te ontvangen, als ik er niet ben
en zoolang achter slot te bewaren.
's Avonds na tienen onder de wol zijn ze
vol verhalen, de boer luistert vol eerbied
naar de opsnQderQ van de meer wereldwQze
stedelingen, vertelt op zijn beurt van de
kèrremis op 't dèrp", pocht, rdat hQ toen
ook 's zat" is geweest, en als dan de kor
poraal in de hoek zQn stem van het gezag
laat bulderen, waar ze cünog ontzag voor
hebben (en al heel gauw diep gesnork uit
de kelen opjaagt,) dan hebben ze al weer
genoeg verteld om de verschillende types
te leeren kennen.
Een forsche bonkige kerel is erbij, die
vroeger vrijwillig als matroos had gediend
en weggejaagd was; hQ had in volle zee
ruzie gekregen met den kok, toen hQ op de
Friesland vaarde, had hem een beetje te
hard geaaid, zooals hQ zei,*zoodat de kok
over de verschansing in zee buitelde en bijna
verdronken was. Nu was hQ maar weer
vrachtrijder geworden van Tilburg op Turn
hout en het ging hem nogal goed, als hQ
maar niet te veel Catzjes kon vatten"; z'n
neus is dan ook zoo'n soort kalender: re
gelmatig verbleekt ze van 's Maandags tot
's Zaterdags. Dan, na de soldij-uitbetaling
pronkt ze weer in paarse glorie, ab hQ
's avonds minder frisch thuiskomt; zoo'n
mij de groote waarde van het door deze
mannen geleverd betoog hierin is gelegen:
dat hier ook door Amerikaansche, Fransche
en Engelsche economisten met de grootste
stelligheid wordt gewezen op den eisch van
onderlinge hulp tusschen alle
lande n". Dit is de gezegend-ruime strek
king van dit betoog; het stapt als 't ware
over de loopgraven en over de grenzen heen;
het verklaart door heel zQn strekking dat
het thans uit moet zQn met de heerschappQ
der nog steeds bQ zoovelen nawerkende
oorlogs-psychose, die den vQanden-van-gister
het licht in de oogen niet gunt en onder de
barbaarsche leus: wee den overwonnenen"
de belangen van het eigen land meent te
dienen door het verslagen land stelselmatig
te verarmen en tot ondergang te
veroordeelen. Het is tegenover die op economisch
gebied nog steeds zoo sterk zich uitende
psychose, dat dit memorandum op de meest
besliste wQze front maakt. En wel teekenend
is het, dat de stellers van het memorandum
bQ dezen front-aanval op de tegenpartQ,
niet een beroep doen op gevoelens van
vergevensgezindheid of menschelQkheld of op
andere dergcIQke ideeële overwegingen, maar
op het belang der overwinnaars (en der
neutralen). Het is zoo zeggen zQ in
het belang hunner crediteuren en in het
belang van de geheele wereld, wier toe
komstige sociale en economische
ontwikkeHuls in d: Korsjespoortsteeg te
Amsterdam, waar Multatuli op 2 Maart 1820
werd geboren
(Foto voorkomends in de nieuwe uitgave van Max
Havelaar verschenen in de Menlenhoff editie, geïll.
naar oorspronkelijke gegevens en met een inleiding
voorzien van Prof. Dr. J. Prinsen J.Lzn.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiimniiiiiii
iiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiii
avond dreigt hij de heeie boel stuk te slaan,
dondert z'n gansche levensgeschiedenis,
door 't locaal met krachttermen gespekt
en eindigt altijd met ineens rustig te
worden en uit zichzelf naar de provoost
te wandelen, de wacht op 'n eerbiedige af
stand achter zich aan. 's Maandags weer in
orde is hij bQ den dienst een der beste en
ijverigste; merkwaardig al die
Fransch-verbasterde vloeken als non de ju en non de
tonnerre.
Een ander vertelde, hoe hl] n was uit
een gezin van 24 kinderen, waarvan nu nog
12 in leven; ze woonden met de moeder in
een achterbuurtje in den Bosch. Een dag na
de dood van het achtste kind was ook de
vader gestorven, de moeder met de oudste
zoons verdiende nu de kost voor 't gezin
en te vrete krijgen we genoeg me z'n
twaalve, want als 't er een teveel vreet,
krijgt ie van moeder me-te pook op z'n
gezicht". Hij zelf was nu een jaar getrouwd
en had al twee kinderen, 't oudste een maand
oud, toen hQ trouwde en in 't huwelijk was
er nog een bijgekomen; iedereen wist toch
dat 't van mQn waar en toen m&st ik ze
wel vatte", voegde hij er aan toe als een
soort excuus, dat hij de moeder nog ge
trouwd had. Nu ging alles goed en hij was
een uitstekend huisvader, zooals hQ zelf
beweerde. Het bedrijf van wijlen z'n vader
zette hQ voort en kocht oude en verminkte
paarden op, die hij tot rookvleesch of worst
verwerkte; hij bood me dadelijk een monster
van deze specie aan om te piuuve". Hij
houdt zich werkelijk nogal netjes, anders
dan veel collega's uit Tilburg, die hun
vrouwen vaarwel gezegd hadden met de
weinig troostrijke boodschap dat ze buiten
Tilburg vrijgezel waren en die dan ook
spoedig weieens mankeerden op 't avond
appèl's Zaterdags. Vol belangstelling vroegen
ze mij of ik geen vaste verkeering" had.
Met de ontwikkeling van sommigen is het
maar treurig; er is een boer uit Uden bQ,
die niet eens kan lezen of schreven; het is
ondoenlijk hem iets bQ te brengen, zelfs niet
door een korporaal, die apart aangewezen
is om hem af te richten". Bij de theorie over
rangen en graden moet ik altijd voorlezen, de
sergeant verklaart en dan moeten de recruten
een voor een nazeggen: een korporaal is
kenbaar aan een enkele chevron van geel
kemelsgaren op iedere beneden mouw" enz.
Hij was de veertiende, dte 't nazeggen moest,
maar hij kon het nog niet en glunder kijken
de naar de mouw van den sergeant zei hij
ten slotte: Ge kunt hem kennen oan dien
skoanen bies". Toch gaf hij even later voor
't eerst een goed antwoord toen een 2e lui
tenant binnen kwam en hem vroeg of hij
wel eens een 2e luitenant had gezien ? Vlug
schoof hij z'n pruim naar links en z'n mond
in dezelfde richting tot een grijns vertrek
kend, zei hij vol zelfvoldaanheid: ,da ben
de gij". Hij kan maar tellen tot 4 en nu
hebben z'n kornuiten hem dertien"
bQgeleerd, omdat hij altijd no. 13 in't gelid staat
en dat af moet roepen. Z'n wapennummer
5422, kan hij ook niet onthouden, dat moeten
Twee Briefschrijvers
Teekening van Joh, Braakenslek In de Amsterdammer" van 22 Juni 1890.
Bloe me n daal, Maandagmiddag na het eten.
Lieve Vrouw, /.oo goed mogelijk, dat is zeer gebrekkig,
heb ik uw zijden samaar ingepakt.
Aanvankelijk heeft Lotje uitmuntend voor mij gezorgd,
en indien zij zoo voortgaat, zal mijn maag geensdings
gebrek hebben. Wat evenwel mijn hart betreft, en de
wijze waarop het uwe afwezigheid verdraagt gij weet
dat ik mij daarover, uit vrees van te felle aandoeningen,
liever niet uitlaat.
Zeg s. v. p, aan Gideon, met een zoentje, dat Smous
springlevend is, en zeer blij was mij terug te zien. Ter
eere van het feest van den dag heeft hij een
kotelettenbeentje mogen kluiven. Cd. B. H.
llng op het spel staat, dat Duitschland en
OostenrQk niet tot een bankroet worden
gebracht...". Men ziet: hier wordt waarlijk
nuchter genoeg geredeneerd. Geen pathetisch
beroep op het recht van den overwonnene,
maar een zakelijk en zaken , een
portemonnale-argument: spaar uw debiteur,
anders zal hij u nooit kunnen betalen.
Maar den debiteur sparen, dat beteekent
onder de gegeven omstandigheden: hem
steunen, omdat hij, aan zichzelf overgelaten,
niet op de been zal kunnen komen. Hem
steunen door credletverleening, door de
inrichting van nationale credletverleening,
welke zoo wordt gezegd niet een
quaestle is voor een enkel land of voor een
enkele gedurende den oorlog verbonden
groep van landen. De belangen van geheel
Europa en, wat meer zegt, van de geheele
wereld staan op het spel". Daarom moet er
zijn Internationale samenwerking. Slechts
indien wij erkennen dat de tijd van nu ge
komen is voor onderlinge hulp tusschen alle
landen, mogen wij verwachten een atmosfeer
te kunnen scheppen, waarin wij een herstel
van normale omstandigheden en het einde
onzer rampspoeden mogen tegemoet zien".
En er mag geen tijd verloren gaan indien
men een catastrofe wenscht te vermijden".
Nog eens, men ziet het: hier wordt ge
redeneerd uit een oogpunt van belangen.
Maar dit neemt niet weg, dat de ondergrond
van dit betoog uitgaat van laat mQ liever
zeggen: terugwQst naar een Ideaal: de
volkerengemeenschap, het herstel der vóór den
oorlog bestaande, welgeordende ruil- en
handelsbetrekkingen. Trouwens, wel bezien
is er hier geen strQd tusschen belang en
ideaal. De voortschrijdende beschaving heeft
wij voor hem doen; zelfs het middeltje dat,
z'n vader 54 jaar is, en hQ 22 is niet vol
doende, want dan denkt hij altijd H eerst
aan zichzelf en zegt 2254. Nu is hQvoorde
keurings-commissie geweest en afgekeurd
wegens tekort aan hersenen, een judicium,
dat hem opperblij stemt. Zelf zei hij pok al
altijd, als verontschuldiging , 'k zij nie zoo
goed van onthouden, want 'k zij niet zoo
hel in m'n kop".
De meesten zijn wél snugger en schikken
zich ook goed in 't nieuwe leventje. Ook
verklaren zij openhartig, dat ze nog nooit
zoo'n goeie kost hebben gehad en stijven
dit zichtbaar door de afmetingen hunner
porties; 't is dan ook een gezondheidskuur
voor de meesten en ze zien er uit als kin
deren na een vacantiekolonle-kuur. Ze
krijgen ook eenig besef van hygiëne, want
vuil zijn ze onbeschrijfelijk en veel erger,
dan ik ooit had gedacht. De meesten hebben
nog nooit water aan 't lichaam gehad en
zeggen, dat je daardoor je kracht verliest;
of ik blij was, dat we den tweeden dag en
daarna iedere week onder het stortbad werden
gezet. Nog steeds worden er betrapt, die
's morgens volstaan met de vingertoppen in den
braodemmer te steken in plaats van naar be
neden naar 't waschlocaal te gaan. M'n tanden
borstel werd met aandacht en giebelend over
zooveel verwijfdheid bekeken; dat hadden
ze nu nog nooit gezien: ze verzinnen
tegeswoordig toch ook van alles, hè?" Het
uitkleeden 's avonds beperkt zich veelal tot het
uittrekken der schoenen, afzetten van de
kwartiermuts en wegleggen van de sigaar
boven hun hoofd tot de réveille! En dan
opletten, dat de buurman er zich niet al van
meester heeft gemaakt en glunderend met
't brandend stompje in 't hoofd je laat
zoeken l
Op een avond hadden ze 't ook over den
oorlog en hoe God zoo iets toch kon laten.
Een heftig debat ontspon zich tusschen twee
partijen vóór en tegen het bestaan van een
God. De eersten vatten den oorlog op als
een wraak of straf voor al het slechte, dat
er op de wereld was. De anderen meenden,
dat er geen God kon zijn, want dan =ou al
die ellende niet voortduren. Jawel", zei er
een van de mlddenpartQ, d'er is er wel een,
maar hij is met groot verlof".
Twee even ingekankerde als hinderlijke
gewoonten zQn het vloeken en spugen. Meen
niet, als ge de Nes leest, dat het Querido
erom te doen is U door z'n dialogen bekend
te maken met z'n heele vocabulair
vanjordaansche vloeken en scheldnamen; het is niet
overdreven en beantwoordt aan den toestand.
Ook hier wordt ledere zin en veel vaker te
onpas dan te pas met krachttermen gespekt,
zooals een Vlaming overal zulle" doorgooit,
een bakvisch overal zeg" Invoegt. Zoo
hoorde ik iemand z'n vrind om vuur vragen
op deze wijze: Verrek zeg, hè-de gij 'n
luciferke?" antwoord: Val död, dahebik
geen". Het is er niet uit te krijgen, evenmin
als het spugen; met moeite brengt men het
zoover, dat er in een halve nieter omtrek
om z'n stroozak niet op de vloer gespuugd
MULTATULI AAN TINE
Brussel, 28 Okt. 1859.
,.Gisteren heb ik 10 centimes moeten leenen van den
jongen voor een klein llesclvje inkt!"
,.Ik ben Idjna blind van het schrijven".
Ik moet absoluut nog eenige bladzijden schrijven
van avond. Ik ben aan 182. Het zal worden 230 of 240.
Er is ook een ruit stuk in mijn kamer, en dat waait
en togt, en ik wil er niet van spreken".
de banden tusschen de volkeren al nauwer
en nauwer samengevlochten: die belangen
werden zoozeer dooreengeweven, dat er niets
minder toe noodig was dan de gruwel van den
wereldoorlog om ze vaneen te scheuren. Er
waren er niet zoo weinigen aan beide zijden
der loopgraven, die zich over deze
uiteenrQting van tusschenstaatsche" banden ver
heugden: de chauvinisten en de
protectionlsten, lieden uit de oude mercantllistische
school, die meeaen dat voordeel voor 't eene
land nadeel voor 't andere beduidt, predikers
van den zichzelf genoegzamen staat"...
De door den oorlog gekweekte verbittering
versterkte hun gelederen en bracht menigeen
tot het voornemen nooit meer eenige gemeen
schap met den vijand" te zullen hebben.
Maar er komt toch een tijd, dat niet langer
de vijand" de vijand is, maar overwinnaar
of overwonnene. Dan luidt de eisch n van
beschaving n van belang, dat de banden
weer worden aangeknoopt. Want de volkeren
kunnen eikaars hulp niet missen zonder
weder zij dsch nadeel aan cultureele en stof
fel 9 ke goederen. Dat is de zin van de leus
der Cobden-Club: vrede, vrijhandel en een
goede verstandhouding tusschen de volkeren.
Men mag en moet die drie in n adem
noemen.
Het memorandum, wat nuchterder opge
steld als uiting van zeer onderscheiden
geesten in verschillende landen, wQst alleen
op het belang. Maar daardoor tevens moet
het de goede verstandhouding bevorderen.
Want de zakelijke elsch van onderlinge
hulpverleening en internationale samenwer
king tot credietverleening kan niet vervuld
worden door lieden, die elkaar als vijanden
blQven beschouwen. SMISSAERT
lltlUlllllllllllllll
wordt, een soort van neutrale zone dus.
Bijna niet af te leeren ook is de zucht hun
bewondering voor 't vrouwelijk geslacht te
luchten door gilletjes en minder fijne op
merkingen vaak. Het damespubliek ergert
zich dikwijls en terecht aan voorbij
marcheerende troepen, maar laten ze zich eens
trachten te verplaatsen in den toestand van
de soldaten, die met een twintig kilo op den
rug soms een heelen dag in de warmte rond
moeten sjouwen en dan een jong meisje in
zomertoilet luchtigjes voorbij zien komen,
kennelijk in de sommer-frissche om niets te
doen. 'k Vroeg eens aan een van dat soort,
waarom hQ toch altijd opzij keek, als hQ
een meisje zag; ja", zei hQ, ik zie ze lie
ver dan nen kwajen hond1'.
De Limburgers, die erbij loopen, zijn de
prettigste soldaten; altijd zQn ze goed ge
mutst en vol kwinkslagen; kankeren" of 't
hoofd laten hangen doen ze niet gauw en
hoe harder het regent, hoe losser de kelen
worden. Een echte Pallleter-geest! Dan gal
men ze van Limburg, mijn vaderland, waar
in 't bronsgroen eikenhout nachtegaaltje
zingt" of ook het droevige lied van den
mQnwerker. Ook zitten ze vol
metsentimenteele Dultsche liedjes met altijd dezelfde
vervelende dreun.
Nieuwe indrukken heb ik gekregen,
maar deze zijn télevendig om ooit
verdrongen te worded. Ook hier geldt
het en ziedaar mfln totaalindruk
a quelque chose malheur est bon" Er mo
gen nog zooveel particuliere belangen ge
schaad zQn, men zQ toch niet zoo zwart
gallig het goede niet te willen zien. Eerst
veel later misschien zal blijken, wat de ge
meenschap, het volk gewonnen heeft, een
kapitaal aan gezondheid, niet in cijfers uit
te drukken, een gevoel voor hygiëne en be
hoefte aan licht en lucht, kwalQk te bevre
digen in de sloppen en steegen onzer groote
steden. Verrcikender zal de nawerking daar
van zijn dan we nu misschien beseffen, er
zal medewerking komen bQ het verbete
ren van sociale wantoestanden. Een
beetje orde en regelmaat zal ons volk ook
misschien bijgebracht worden, ons Hollan
ders, die vrijheid nog altijd gelijkstellen
met bandeloosheid. Nuttig is ook het
dageIQksch contact tusschen de verschillende
standen, leidend allicht tct meerdere
wederzQdsche waardeering, het leeren kennen van
mannen uit heel andere streken van het
land, andere godsdienst, andere levens
beschouwing, andere soort werkkring. Een
beetje ruime blik is voldoende om boven
de particuliere nadeelen deze sociale
voordeelen te zien, die nog zullen nawerken als
alle individueele leed al lang vergeten
zal zQn.