Historisch Archief 1877-1940
28 Febr. '20. No. 2227
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Nieuwe
Engelsche Boeken
DOROTHY RICHARDSON
Pointed Roof s; Duckworth. 1915.
6/Backwater; id. 1916
6/Honeycomb; ld. 1917.
6/The Tunnel; ld. 1918.
71Kinderen vragen wel 'ns om 'n verhaal
waar nooit 'n end aan komt. Dat verhaal
heb Ik nu gevonden. Eenmaal moet er wel
is waar 'n eind aan komen, maar dat zal
afhangen van Magere Hein. Zo lang die,
onnaspeurllk als z'n wegen zin, Dorothy
Richardson in leven laat, zo lang zal deze
schrijfster blijven voortspinnen aan de .ge
schiedenis" van Mirlam Henderson. In 1919
is 'n nieuwe, laat ons zeggen aflevering,
verschenen, genaamd Interim, welk boek ik
nog niet heb gelezen, en als 't aan mij ligt
nooit lezen zal. En nummer zes van de
reeks wordt aangekondigd... Gelukkig kan
geen lezer van de Groene van mij vergen,
dat ik ten opzichte van alle litteraire baksels,
brouwsels, kooksels en stoofsels in het
Engels voor praegustator speel...
En echter heeft Dorothy Richardson zeer
veel talent. Drakerigheid is haar vreemd. Ze
heeft 'n eigen stQl, met ritme en kleur. Ze
is eerlik; geeft wat ze heeft; is dus waard
dat ze leeft. Doe 'r vooreerst nog maar geen
kwaad, Magere Hein I Ze is er nu eenmaal :
laat 'r leven, en blQven wie ze is, en geven
wat ze heeft. Maar, op z'n Hamlets moeten
we er op aandringen, dat er geen navolgers
komen. Ruk die in den dop hier vandaan,
en gij zult wel doen. Want van alle navol
gers op letterkundig gebied en hun
onatetfelike naam is Legio zullen, of zouden,
de navolgers van Dorothy Richardson het
verschrikkelikste zijn. Ik mag er niet aan
denken...
't Recept is zo eenvoudig. Je neemt 'n
jonge dame dat doet Dorothy Richardson
ten minste, maar je zou voor de verandering
'n jeugdig manspersoon kunnen nemen, tot
dat als climax de een of andere vernufteling
het in achtereenvolgende hoofdstukken om
en om doet 'n jonge dame uit beschaafde
en ontwikkelde, maar enigszins aan lager wal
geraakte familie. Uit het laatste volgt, dat
ze d'r eigen brood moet gaan verdienen;
uit h?t eerste 'n grote mate van verfijning
en 'n kritiese neus voor al wat zweemt
naar ordinairheid; uit beide dat ze in aan
raking komt met hoog en laag, patriciër,
bourgeois en plebejer, snob en proleet.
Je begiftigt 'r met 'n uiterst gevoelig,
alles registrerend netvlies, en dan stuur je
d'r de wereld in, zooals Dorothy haar Mirlam
naar Duitsland stuurt. Dan vertel je de
reis, de aankomst, de ontvangst, de eerste
nacht in 'n vreemd huis, de eerste dag, de
eerste kuier in gezelschap, de eerste kuier
alleen, het eerste winkelen enz. enz. en daar
tussendoor, in 'n lijstwerk van stll-leven,
met zonnevlekken en klodders licht, behang
sels en plafonds in soorten, tagères en
penantspiegels, vitrages en meubelgordQnen,
struiken en tulnbanken, vazen met en zonder
bloemen, koperwerk, aardewerk, zilverwerk,
daar tussendoor dringen zich mensereu
zen, -ogen, -koppen, soms 'n enkel been,
al of niet in 'n kous of schoen. Het geheel
maakt op mQ de indruk van 'n oneindige
reeks Mancinl's, zoals men er n vindt
in 't Amsterdams stedelik museum, maar
MÜLTATULI EN DE ARBEIDERS
door A. H. QERHARD
Lid van de Tweede Kamer
In haar boek .Kapitaal en Arbeid in Neder
land" geeft mevrouw Roland Holst o. a. de
volgende teekenende karakteristieken van
Multatuli:
Multatult was de eerste, die de diepte
der lichamelijke en geestelijke ellende der
Nederlandsche arbeiders erkende, omdat hij
menschel(/k voelde en dacht. Hierom is hQ,
zoodra zQ zelven tot bewustzijn kwamen,
hun held geworden en gebleven. Het pro
letariaat vergeet nooit, wie het in zijn zwak
heid en vernedering de eerste hulp bood;
al de ijdelheid, al d: pose van Multatuli
vergaten zij en gedenken hem in aandoen
lijke, soms dweepende dankbaarheid, omdat
hij, toen ze te ellendig en te beroerd waren
zelfs deze woorden gebrekkig te stamelen,
namens hen hield deze eerste .onparlemen
taire redevoering", kern van alle latere par
lementaire: W| willen eten, leven, waarlijk
genieten. W| willen gelukkig zijn", (bl. 114).
En dan nog deze:
.Multatuli was de bevrijder uit de tyrannie
van klein-burgerlijk fatsoen, dat zoo lang
denken en zeden beheerscht had. Indlëwas
de band van Klein-Nederland met het inter
nationaal kapitalisme en dank zij de inwer
king van het Indisch milieu, van het daar
vrijer natuurlijker leven, werd het eenlge
geniale boek geschreven, dat Nederland vóór
1880 voortbracht. Multatuli overwon de
beide vormen der burgerlijke wereld, het
dogmatisch-protestantsch klein-burgerdom
en de liberale handelsbourgeoisie die, voor
zoover zQ den godsdienst fatsoenshalve niet
over boord gooide, in de halfslachtige ver
zoening van wetenschap en geloof, beproefd
door de moderne theologie *> voldoening
vond voor haar geestelijke nooden. Hij
overwon de burgerlijke wereld ia gedachte
en in stijl, in vorm en in wezen, geheel en
al, en zijn matelooze ijdelheid was
verschoonbaar, want de overwinning was geen kleine
en hi] plantte naar eigen woord een nieuwe
banier in Nederland.
Maar uit de Indische samenleving bracht
hij mee de idee van het despotisme,
democratlschen zin daar opdoen was wel niet
mogelijk, en in Nederland vond hij niet de
arbeidersbeweging die hem zou hebben op
gevoed en een steunpunt verschaft. HQ
vond geen ander steunpunt dan in zich
zelven: zoo was hij veroordeeld, tusschen
de idee van despotisme en die van uiterst
individualisme te dobberen. De sociale
mi*) Noot van de schrijf ster: Die intusschen
toch dit goede het f t gehad, dat zij de .< eest
scherpzinnlgen onder hare beoefenaars tot
de wetenschappelijke bijbelkritiek en vooral
tot studie van de geschiedenis der gods
diensten voerde, en in de laatste jaren door
denstQgenden Invloed der arbeidersbeweging*
in het openbare leven, de konsekwent den
kende en oprechte karakters onder de mo
derne predikanten bracht tot de
sociaaldemokratle.
minstens 'n dozijn in 't museum-Mesdag,
in den Haag. Als ik zo 'n dozijn had,
verkocht ik er elf... Elk van die elf zou,
afzonderlik, 'n goeie plaats waard wezen
aan welke wand dan ook. Maar't zfjn alleen
de grootsten, wier verschillende werken het
naast elkaar uithouden, en in combinatie
geen verveling wekken. En, 't zi| in't voor
bijgaan opgemerkt, op grond van deze over
weging reken ik b.v. Dlckens, met al z'n
niet weg te redeneren fouten, tot de groten,
al is 't niet tot de allergrootsten, en plaats
Dorotby Richardson aanmerkelik lager.
Werp naar vier boeken in de schaal tegen
Piekwick het aantal bladzijden ontloopt
mekaar wederzf ds niet veel en de meer
derheid van de oude en ouderwetse
schrQver wordt duidelijk. Dorothy Rlctiardson's
subjectieve koppen (voor zover 't geen
neuzen zijn) halen niet bij de levensgrote
konterfeitsels van Sam Weller en de rest.
Dit heeft trouwens z'n reden. In andere
romans, behalve dan de autoblografiese
(Jane Eyre, en de rest), is de auteur alwetend.
HQ kent alle gedachten, alle geheimen,
alle harte-roerselen van z'n creaties. Deze
schrijfster echter gaat anders te werk;
zij vertelt ons alleen wat Mirlam, de scherpe
opmerkster,/ran geweten en begrepen hebben.
Vandaar de portretten, die soms alleen kop
pen of neuzen zijn. Vandaar veel
verbQsterends voor de lezer. Dan maar drie keer
lezen, zegt 'n Engels criticus. Hoe dlkw|ls
leest men niet 'n moelllke passage in Brow
ning of Meredith! Alles goed en wel,
maar in zo'n geval koestert men toch de
meestal gegronde hoop, dat het loon tot
verzoeting zal strekken van de arbeid; dat
wij voor ons werken 'n oogst van wijsheid
zullen deelachtig worden. Die oogst van wijs
heid is schraal, zowel in Pointed Roof s als In
Backwater, In Honeycomb als In The Tunnel
Men begrijpt mQ goed: de lezer krijgt wél
de indruk dat Dorothy Richardson idees
heeft, maar de door haar gekozen vorm
is oorzaak, dat ze die idees niet aan de man
kan brengen zonder de grootste
psychologiese zonden te begaan. Als achttienjarig
meisje verlaat Miriam het ouderlik huis.
Maar 'n achttienjarig meisje heeft geen
levenswijsheid. Ze doet indrukken op en
verwerkt ze. Dat hebben we allemaal
gedaan en doen we zolang onze geest
door de woestijnwind van de sleur
niet is vermummied. Maar in hoe grote
mate is Miriam Hendetson regel, in welke
mate uitzondering? Hoeveel percent in haar
is type, hoeveel behoort uitsluitend tot het
individu? Voor zover we onszelf in hair
herkennen, wat schieten wfj er mee op? En
waar ons haar reageren op de buitenwereld
vreemd voorkomt, brengt het ons
intellektueel gewin? Miriam heeft drie zusters;
't kan aan mQ liggen, maar ze zfjn voor mij
schaduwen gebleven, 'n Evenwichtig tegen
over elkaar plaatsen van vier karakters, die
onder overigens gelijke omstandigheden, ver
schillend reageren, was 'a moelliker taak
geweest, maar had, bij slagen, duurzamer
resultaat opgeleverd dan dit werk, dat toch
in zekere zin geslaagd mag heten. Misschien
is het zelfs tézeer geslaagd. Als men de
maatstaf van beoordeling aanlegt, die hier
aangelegd dient te worden; als men zich
afvraagt, wat heeft de schrijfster ons pogen
te geven, en wat geeft ze Inderdaad, dan
heeft men hoegenaamd niets aan te merken,
't zQ op nummer een, twee, drie of vier. Er
is geen struktuur, als b| Thomas Hardy, geen
overpeinzingen en discussies over vragen
des tijds, als bfj Wells, geen diep zieledrama
sère wreekte zich nog anders op hem, dan
dat zij hem maakte tot een wortelloozen
zwerver. Zijn welgeslaagde poging de bour
geoisie en de kleine burgerQ te overwinnen,
voerde regelrecht, artistiek in den stQl, in
tellectueel in de politiek, tot de theorie en
de praktijk van het anarchisme: Multatuli
is zijn geestelijke vader in Nederland." (bl.
144 en 145).
Hoewel dit geschreven is een kleine twintig
jaar geleden en 't niet onwaarschijnlijk is,
dat de schrijfster nu hier en daar wat andere
termen zou hebben gebruikt, schijnt mij de
teekening treffend juist. Wel, vrees Ik, dat
de herinnering aan hem bfj het proletariaat
ietwat aan 't verbleeken is; met name de
tienduizenden sociaal-democraten voelen zich
een beetje aan hem .ontgroeid", 't is te ver
klaren. In de eerste plaats kent de massa
zQn eigenlijke werken niet. Ik druk op 't
woord eigenlijke", want de Havelaar en de
bloemlezingen kunnen denkelijk nog steeds
bogen op de grootste oplagen. Maar daaruit
leert men den Multatuli, zooals hij in boven
staande aanhalingen is geteekend, niet ken
nen. Slechts een geregelde studie zijner Ideën,
Minnebrieven en Millioenenstudiën doet zijn
echt beeld verkrijgen. Voorts houde men in
't oog, dat Multatuli volkomen vreemd stond
tegenover de groote, bewegende denkbeelden
van onzen tQd, die der huidige arbeiders
beweging bovenal lief zijn, de socialistische
en de organisatie-idee. Daarvoor boezemde
hem eenerzijds het vraagstuk der economische
grondslagen onzer maatschappelijke samen
leving absoluut geen belang in en was hi]
anderzijds te veel individualist.
Noch in zijn werken, noch zelfs in zijn
uitgegeven brieven, niet eens in die aan
Roorda van Eysinga, geeft hij ook maar een
enkelen keer blijk, dat hQ iets kent van de
werken der groote socialisten. Van Karl Marx
weet hQ op zfjn ouden dag niets anders te
zeggen dan dat hij phrasen schrijft. In de
Opr. Haarl. Courant van 5 Febr. '67 schreef
bij in een Correspondentie over de
La»salianen" met hun aangenomen Erfurter Pro
gram, dat de beste politiek van den werkman
werken is en dat hij voor alles een bekwaam
arbeider moet zQn. Dat is de eenige
deugdeUke arbeiderspolitiek. En overigens zegt
hQ op enkele plaatsen een paaronnoozelheden
over het socialisme, terwijl hij zich in idee
916 heftig verweert tegen de veronderstelling,
dat hij iets met socialistische en communis
tische beroeringen te maken zou hebben.
Wel leidt hij dat verweer in met de voor
zijn tfjd geweldige stelling: .Ik predik on
tevredenheid! Ik beweer dat het de plicht
is geen genoegen te nemen met 'n stand
van zaken die... den allerkwaadaardigsten
God zou onteeren."
Moeilijk ware het verder iemand aan te
wijzen, die meer Individualist was dan de
man, die herhaaldelijk verklaarde: .Je lè/e
bannière, n'en suivre ne peux." Voorgan
ger wou hfj wezen, volgeling kon hQ niet
zQn. Meermalen wekt hij den indruk zelfs,
dat hQ niets zoozeer duchtte als volge
lingen, al was het hem leeds genoeg, dat
hQ naar 't scheen in zQn beteekenis niet werd
erkend.
dat zich voltrekt bQ 'n accompagnement van
golfgeklots of palmerulsen, als bQ Joseph
Conrad. Er Is, wat ik heb aangeduid, 'n
aaneenschakeling van Mancinl's. En ik zeg,
met wQlen m'n eerste hospita, die niet hield
van 'n aantal zeer populaire gerechten: .'t
Is goed eten voor wie d'r van houdt."
NOG TWEE
GILBERT CANNAN. Pink Roses. Fisher
Unwin. 1919. 7/6
STEWART CAVEN, A Pair of Idols.
Chapman & Hall. 1919.
7/Gllbert Cannan heeft al meer boeken ver
vaardigd dan Stewart Caven, en geniet 'n
grotere reputatie dan deze. Gilbart Cannan
heeft zich in z'n laatste boek 'n reuzetaak
gesteld, en is in 't volvoeren niet geslaagd;
Stewart Caven heeft 'n leutlg boek willen
schrQven, en 't is 'm gelukt. Heeft men
Pink Roses achter de rug, dan voelt men
zich besluipen door hetgeen meester
Pennewip moet hebben beslopen, toen z'n
pruik omhoog ging ten teken van twijfel.
Na lezing van A Pair of Idols twijfelt nie
mand er 'n ogenblik aan of ie heeft zich
perfekt geamuseerd.
.Pink Roses" is 'n bedelaarsdeken,
aaneengeiapt uit het eerste beste materiaal dat de
schrijver kon vinden. Nu kan heel
verdienstelik letterkundig werk op zo'n bedelaars
deken lijken, en dat zonder de minste schade:
'n schelmeroman b.v. Maar in 'n werk, dat
in romanvorm het eeuwige kon flikt wil
.geven tussen jong en oud, en in dit geval
speciaal de wijze, waarop crabbedageand
youth" respektievelik stonden tegenover de
wereldoorlog, in zo'n werk komt ml
zo'n .struktuur" bedenkelik voor. Evenzo
de manier waarop de schrQver herhaaldelik,
na in 'n doodlopende straat te zijn terecht
gekomen, kalmpjes door de muur tegenover
hem heenstapt, alsof zoiets de meest gewone
zaak van de wereld was. M. a. w. Gilbert
Cannan toont zich bQ herhaling huiverig
van 'n dramatles toneel dat, naar ieder zou
denken, onvermijdelijk uit de omstandig
heden zou moeten voortkomen. En dan
slaat Ie dat toneel over trekt kiezen door
dezelve te nee eren.
En dat kor flikt tussen jong en oud l Wat
zijn nu eigenlik de denkbeelden van Trevor
over de oorlog, en over z'n plicht in ver
band daarmee?
Ik heb er niet achter kunnen komen. Aan
Mrs. Rickard's Fire of Green Boughs"
indertijd door mQ besproken heeft men
meer houvast. Eigenlik geloof Ik, dat het
Gilbert Cannan mangelt aan fantazie. De
beste gedeelten van z'n boek vindt men
waar ie z'n herinneringen raadpleegt. Het
geeft bijv. typen uit de letterkundige en
artistieke wereld Hardman, Finberg en
dergelQke die men meent te herkennen.
De eerste staat vrij zeker voor Rupert Brooke.
En de mystieke Slavlese ziel laat hier ook
al weer enige veren, tot verheugenis van de
Engelse lezer, die op fatsoenlike wijze af is
van 'n trusted ally, waar ie min of meer
mee verlegen was. Of nee, 't is niet het
ondoorgrondelike Russies gemoed waarom
de schrQver ons doet lachen, maar de zotheid
van 'n zeker deel van het Britse publiek,
dat het schwarmen heus niet hoeft te leren
van d« Duitsers.
A Pair of Idols geeft den brul van de
hele oorlog, negeert 'm straal; negeert ook
Sinn Fein en de Gaelic League en trakteert
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
De idee eindelijk der moderne organisatie
kon weinig aanlokkelQks hebben voor den
man, volgens wien de minderheid altQd ge
lijk heeft.
Met deze feiten voor oogen schijnt het
op zijn minst zonderling, dat voor allen,
die radicaal waren, uit de jeugd der Neder
landsche arbeidersbeweging, Multatuli de
meest geliefde schrQver was. De mannen,
die in de 70er jaren de Internationale ves
tigden en vormden, die later in de geheime
vereeniglng Vox Popull, schakel tusschen
de In 1872 stervende Internationale en de
in '78 geboren socialistische vereeniglng,
hun "toevluchtsoord vonden en vooral de
honderden uit de eerste socialistische be
weging, zQ allen dweepten met Multatuli
en voelden hem als een der hunnen, onver
schillig wat hQ er zelf van dacht of zei.
Men voelt wel, dat dit niet aan den Have
laar kon te danken zijn, hoe geweldig de
opgang van dit werk ook was; daarvoor
lag Indlëte ver buiten den gezichtskring
van den Nederlandschen arbeider, zQ 't dan
ook dat de in koffie stikkende en verdwij
nende makelaar met de felle aanklacht tegen
den roofstaat tusschen Dollard en Schelde
zfln ontkiemende, revolutionaire instincten
deden spreken.
Dat raadsel lost zich evenwel op, als men
zich den tijd indenkt, waarin Multatuli met
zQn Ideeën optrad.
Teekening voor ,de Amsterdammer" van Qeorge van Raemdonck
-l -'i
WEENEN 19J20
ons op 'n aantal avonturen in Ierland, 'n
bekoorlike hoewel zeer ondeugende heldin,
en 'n aantal rQke typen", alles in 'n ver
telling, die goed in mekaar zit, en
smakelik wordt opgediend. Ik ben van plan het
boek nog 'ns te lezen, deze zomer, bulten.
Pink Roses draag ik nu aan anderen op.
Want er zijn er die Gilbert Cannan zeer
ernstig nemen.
WILLEM VAN DOORN
Ed. Douwes Dekker
Wat is dat nog kort geleden, een zestig
jaren ongeveer.
Toch kenmerkte Nederland zich vooreerst
door den bijzonder achterlQken staat, achter
lijk zelfs vergeleken bQ andere landen, waarin
zijn arbeidende klasse verkeerde en voorts
door de sterk vertheologisterde, uiterst be
krompen geestesgesteldheid van fltt volk,
welke twee kenmerken natuurlijk in onder
ling causaal verband staan.
Blgotte vroomheid en kerkgeloovigheid,
een daarmee gepaard gaande geest van
onderworpenheid aan de eenmaal naar Gods
ordonnantie bestaande klasseindeeling, een
tot in het bespottelijke doorgevoerd
standenverschil en de overheerschende macht van
de meest benepen fatsoensbegrlppen, wat
ruwheid en gemis aan wezenlijke beschaving
geensilns uitsloot, typeerden ons volk.
De stoffelijke toestand der arbeidende en
der klein-burgerlijke middenklasse was daar
mede in overeenstemming, terwQl onsheele
politieke leven nog in het teeken stond
van den naar wettelijke fictie overwonnen
regententQd. Van eenig zelfstandig econo
misch streven onder de arbeiders was nog
geen sprake. Nederland had het nog niet
verder gebracht dan tot een liberale bour
geoisie, die op weg was de heerschende
economische macht te worden, nadat zQ
zich politiek de baan had vrijgemaakt.
Trouwens de liberale idee van het laissez
faire, met volstrekte onthouding der over
heid op het terrein der economische klassen
verhouding vierde nog hoogtij, wat als
overal elders de toenemende economische
neerdrukking der arbeidende klasse met een
groeiend pauperisme tengevolge had, terwijl
het tegenwicht slechts geboden werd in
i overal beoefende, maar in wezen diep
ver1 nederende, lamlendige filantropie.
De tijden zijn goed geteekend, als we er
aan herinneren, dat de alleroudste, schuch
tere poging tot iets zelfstandlgs in 1861 in
Amsterdam plaats vond, toen Hartman
een werkliedenvereeniging stichtte met het
doel om tot coöperatie te komen. Die
poging werd allerwege afgekeurd; zelfs werd
die vereenlging gevaarlijk geacht. Twee jaar
daarna waagde zQ het aan den Koning te
adresseeren om een arbeidscontract, wat de
allereerste publieke actie was van werklie
den. Er was toch wel iets. In verschillende
plaatsen hadden vakgenooten onder elkaar
ziekenpotjes" gesticht, broederschappen,
die elkaar steunden in geval van ziekte.
Het was in 1866, dus nog vier jaar na de
eerste Ideën", dat er uit die ziekenpotjes
iets ontstond wat op een landelijke bewe
ging leek. In Arnhem kwamen toen n. 1.
typografen, afgevaardigden uit zeven plaat
sen bijeen, om met elkaar te praten. De
typografen behoorden toen ook tot de best
betaalde vakken: het gemiddelde loon bleek
toen ?6.?per week te bedragen.
Een paar jaar later kwam de
Timmerliedenbond, doch ook oog zeer, zeer beschei
den. In 1870 en 1871 de eerste wat groote en
rumoerige arbeiders-vergaderingen en in
1872 werd het Comitétot bestudeering der
Sociale Kwestie" gevormd, uit jonge voor
uitstrevend denkende leden der
bourgeoisieWie ten overvloede het meergenoemde
werk van mevr. R. Holst bestudeert begint
eerst goed de ellenden uit die dagen te
peilen, ellenden, die men voor geen hon
derdste, geen duizendste deel leert kennen,
indien men slechts bestudeert de parlemen
taire geschiedenis, de tallooze levens van
beroemde mannen" doorbladert of de ar
chieven en notulen der kerken en
vereenigingen van algemeen nut" doorsnuffelt.
Officieel was Nederland steeds een welva
rend, gelukkig, gezegend land!
Goed, lezer, ge hebt u zelf eindelQk een
klaar beeld geconstrueerd van het Nederland
uit die dagen en nu neemt ge nog eens
Idee 451, gedateerd 19 Januari 1864, ter hand
en dan eerst zult gij u een flauw denk
beeld er van kunnen vormen, hoe de lezing
daarvan moet gewerkt hebben.
Als een ontzettend hevig onweer, met felle
bliksems, die alles in een verblindend licht
deden verschijnen, met zware, knetterende
donderslagen, zooals vlak na hel inslaan,
die allen deden schrikken en opspringen.
B| alles wat men van M. leest, denke men
zich dien tQd in!
HQ mocht in Idee 403 zeggen: .Ik trek te
velde tegen al wat op zedelijk, maatschap
pelijk en staatkundig gebied, klein, gemeen,
bekrompen of benauwd is." Sla nog even
op idee 400 en 178 en ge zult die weer
meevoelen, zooals het Multatuli te moede
moet geweest zQn na de bittere ervaringen,
met het, let wel staatkundig gesproken,
volkomen gemis aan gunstig effect vanden
Havelaar.
Het zou een boekdeel vorderen om elk
Idee te plaatsen in den Iflst van den tijd,
waarin het verscheen en daaruit bQ bena
dering af te leiden welke revoluties het
brengen moest in de ziel der {eenmalige
lezers en lezeressen. We kunnen het ons
echter toch wel indenken, hoe alles wat
verscheen over de zeden, over de positie
der vrouw, over de harteloosheid der lief
dadigheid, over nationale eer, over de
vrijheid" van den arbeider-slaaf, over de
prostitutie, over het Gezag enz. een omme
keer moest brengen in de hoofden van hon
derden en duizenden, hoe die allen vatbaar
werden om de dingen uit eigen oogen te
bekijken, hoe die, los geworden van den
geloofsdwang, nu ook oog kregen voor de
rechten van den arbeider en hoe zoo, gaande
weg, duizenden in hun verwonnen geestelijke
vrijheid, n het inzicht n den moed erlang
den om den strijd aan te binden tegen
maatschappelijke euvelen.
Multatuli heeft der arbeiders-beweging,
als zoodanig weinig geboden en haar weg
heeft zij niet van hem geleerd.
Doch dat er eene koven kon, dat de
mannen er kwamen, die haar tot stand
zouden brengen, dat er een geest ontstond
van wQ willen en vooral wQ durven onder
zoeken, dat de heilige ontevredenheid ge
kweekt werd, zonder welke geen hervormin
gsbeweging ooit geboren werd, aan dat alles
heeft Multatuli zoo niet het eenige, dan toch
het grootste aandeel. De moderne arbeiders
beweging heeft zeer veel aan Multatull te
donken.