De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 28 februari pagina 9

28 februari 1920 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

28 Febr. '20. No. 2227 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND r~* . ^-%^*~ _£^2i A?*1 -*"?-S S-s-S-* ^Xrfïa^r-cS».--*-^ --i" >j'-3*~~^ ^*-*>*x~f * /' ^ &^ t^t- -^ *? ~Sl~y4' &t,.s£é, ~£ r*.'*^ *<. ?4?' -, -- ^___^-~4,Z~-S<-5^- XJ--«J-V- .-<?-??'??,X« .-.,*.,--*<'_ .-i-^'Xz^-.^*-^^'^?-?: ,;?'?' .^eJ s£*-J^^ 4~t-~?ÏZ~-^>l?-. ^3-~r *>«y - ., *w ^ *-?~ *?.*,-,» rL^-./ Si Gedeelte van het handschrift van de eerste pagina van Max Havelaar. Multatuli Museum. (Voorkomende in de nieuwe uitgave van Max Havelaar verschenen in de Meulenhoff editie, geïll. met oorspronkelijke gegevens en met een inleiding voorzien van Pr;f. dr. J. Prinsen J.Lzn.) SCHETS VAN MULTATULI'S BETEEKENIS VOOR ONZE LETTERKUNDIGE KUNST door prof. dr. J. PRINSEN JLZN. Oorspronkelijkheid en persoonlijkheid zijn de gaven, waarnaar we terstond onzen blik richten, wanneer we ons de vraag stellen: welke is de beteekenis geweest van een kunstenaar voor zijn publiek, in het bijzon der voor de kunst van zijn tijdgenooten en van hen, die na hem kwamen. Oorspronkelijkheid openbaart zich in ideeën, dat zQn zoowel persoonlijke inzich ten, resultaat van nadenken, gaven van in tuïtie, over al het menschelijke zijn, als de manier van werken, de motieven, de intriges voor epiek. Multatuli nu was een kunstenaar die zich geroepen achtte vóór alles ideeën, in den zin van persoonlijke inzichten over het zijnde, te verkondigen. Na al wat er reeds over geschreven is en nog te schrijven zou zijn, zal men het er wel over eens zijn, dat Multatuli als ideeën-verkondiger al zeer weinig oorspronkelijkheid bezit. Al de ontstellende uitingen, die zijn tijd genooten gloednieuw leken, verrassende perspectieven openden, hen pakten door geweldige tegenstelling met wat voor de gewone gangbare opvatting doorging, heb ben soms een stamboom van meer dan 20 eeuwen, zijn stellig terug te brengen tot wat sedert het begin der 18de eeuw door Engelsche, Fransche of Duitsche wfjsgeeren en litteratoren is beweerd, maar voor den Nederlander van omstreeks 1850 in zijn zelfgenoegzame geestelijke afzondering was dit een onbekende geheimzinnige wereld. Doch niet de kunstenaar, maar de wijs geer is geroepen nieuwe ideeën aan de menschheid te brengen. De kunstenaar is ' vóór alles de zoeker van schoonheid en we l mogen hem dankbaar als kunstenaar huldi gen, wanneer hij de wijsheid der eeuwen steeds nieuw heeft weten te combineeren MULTATULI EN HET TOONEEL Over Multatuli en het tooneel In directen zin zijn we gauw uitgepraat; de Bruid daarboven", Vorstenschool" en hit kosteIQk Aleid'Mragment. Doch behoort niet zijn geheele wezen aan de dramatische lit teratuur, uitte hij zich niet in al zijn werken in monoloog en dialoog, en verzuimde hij ooit een gedachte en scène" te zetten. Wij kunnen in onze letterkunde geen boek aan wijzen zoo dramatisch" als de Max Have laar", hetgeen nog niet zeggen wil slat dit, uit looveel bestanddeelen samengesteld, werk zich voor een tooneelbewerklng, die aan praktische eischen moet volaoen, zou leenen, en er bestaat m.i. in onze taal geen .drama", zóó aangrijpend ais de aan dit hartstochtelijk temperament ontsprongen Kruissprook". De oorzaak, dat Muliaiu'.i met zijn, zoo nauw op een publiek aange wezen, driften en gaven, van den tooneelvorm zulk een schaarsch gebruik heeft ge maakt, zal wel zijn, dat hij jong was in een tijd van hopeloos starre tooneelconventies en de, uit Frankrijk geïmpor teerde vormen hem, den in het kleine nimmer geheel vrijgevochten, grooten her vormer, aanvankelijk te zeer hebben geïm poneerd om ook op dit gebied de kluisters geheel te kunnen afwerpen, en zijn frissche gevoelens te steken in een eigen nieuw kleed. Het voorbeeld van een Strindberg, die zonder aarzelen den ballast van het plèce bien faite" over boord gooide, is voor den eenzamen Hollander, die in een bedompt land voor een bovenmenschelfjketask alleen stond, te laat gekomen; had Multatuli in onzen tijd geleefd, h| zou ongetwijfeld naast de grootsten het wereldrepertoirc hebben beheerscht. Een merkwaardiger staaltje van zijn dra matische doclliteit als de Bruid daarboven" laat zich niet droomen. Multatuli zc!f heeft [ aan de gedweëe adopta'ie, waarin wc Le ' Oendre de M. Poiiiez", Figaro", de schim j van Kotzebue en Amalia-bemint-gij-den- | graaf vermengd vinden, geerr letter gespaard, i Niettemin moest hij, al! ij d Ietwat c; quet- i teerend, zoowel met zijn deugden als m< t zijn . gebreken, als de proef op deze afrekens m zichzelf bekennen: trots ai hst kwaad dat ik en in levende schoonheid heeft weten te belichten. Ook in de ideeën voor den bouw van zijn werk is Multatuli niet oorspronkelijk; hij staat naast tal van verwante geesten, Swift, Heine, Carlyle, om er slechts enkele te noemen. In zijn soms overdreven humorcuitus volgt hij ten mode, die een eeuw voor hem begon. In den bouw van zijn Havelaar werkte hij bewust naar Walter Scott. Zijn Bruid is navolging van het bur gerlijk drama, dat in de laatste helft der 18de eeuw in de kunst van West-Europa zijn intrede deed. De groote gang van zijn Woutertje moet wel onbewust zijn bepaald door herinneringen aan het geestige boekje van Friedrich von Sallet, Contraste und Paradoxen. Wat hij in den Wouter wilde geven, zweefde Lamartine voor den geest; motieven uit Heine's werk duiken er in op. De Vorstenschool gaat terug op een Fransch novelletje van omstreeks 1830, en zoo konden we doorgaan. Maar ook dit alles mag geenszins aan gevoerd worden om de verdiensten van Multatuli te verkleinen. Heeft Snakespeare iets anders gedaan? Bijna van al zijn stuk ken, die tot de kostbaarste schatten der wereldkunst blijven behooren, kunnen we aantoonen, waar hij het schema, den inhoud bij anderen heeft gevonden. En ook bij hem, welk een zelfstandig en oorspronkelijk souvertin-kunstenaar hij ook was, kunnen we bewijzen, dat de mode van zijn tijd sterk invloed op zijn werk heeft gehad. Bevat onze Spaansche Brabander, dat kos telijk stuk zuiver Amsterdamsen volksleven, aileroorspronkelijkst en persoonlijkst ge schilderd, niet eenige brokken, die niet veel meer dan een vertaling zijn uit een Spaan sche novelle? Multatuli had tijdens het eerste gedeelte van zijn Indische carrière veel gelezen, wat het ontwikkelde publiek en de leidende lit teraire geesten van zijn tijd ten onzent niet lazen. Dat alles heeft zich in zijn werk naar voren gedrongen, vrij en onbevangen, onder den drang van zijn persoonlijkheid en zijn itiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiimi iiiiiiimiiimii ervan gezegd heb, zou ik er tóch... niets aan veranderen." En dit is nu het opmerkelijke ook voor ons, wanneer wfj ons de moeite geven het stuk nogeens over te lezen, dat het, in den stijl waarin het geschreven is, zulk een volmaaktheid bezit, dat het, in de eerste plaats als curiositeit, doch bovendien als een voorbeeld van correctheid-naar-den vorm, die aan elke uiting op den langen duur een aftcndeiltjke waarde verleent, als reprise op ons toonee! nog geen slecht figuur zou maken. Te minder, waar we in het genre nauwelijks een ander stuk van deze gaafheid bezitten, en een strenge stijl ?ver tooning niet tot de alledaagsche genietingen op onze planken behoort. Wat Rdnhardt met Kotzebue's .Die deutschen Kleinstadtcr" (Notabelen) heeft ondernomen: in de op voering dezen stijl gepersifleerd door gro teske regie-aanwijzingen, was een meester lijke oplossing, MuItatuH zelf zou er zfln ongelukkige Bruid" vermoedelijk met liefde aan hebben onderworpen; ons publiek echter is voor zooiets te deftig en zit tegenover de carricatuur, waarvan het de hoogere waarde niet beseft, altijd ietwat gechoqueerd. Zulk een vervaarlijk spel zou ik met de Bruid daarboven" dan ook niet wenschen te spelen, maar voor een keurig-gestyleerde, en daarin dan vanzelf al llchtelfjke piquante, want met onze losbollige zeden hevig contrasteerende wederopvoering, zou ik bij deze feestelijke gele genheid nog wel durven pleiten. Het ongeveer achtentwintig jaar later geschreven Vorstenschool", een we«k van veel rijper menschelijkneid, is uit een oog punt van stijl minder gaaf. De verouderde plekken en bombastische ontboezemingen doen zich hier ook sterker gevoelen door dat er gedeelten van meer moderne allure onmiddellijk op volgen en de geheele Inhoud ons nader aan het hart ligt. Werkelijk te genieten blijft het alleen fragmentarisch, en werk van een meester slechts daar, waar de schrijver in wreed-toegespitste satire zijn meest eigen uitingsvorm vond. (2e bedsijf: in het bijzonder het tooneel met de schoudarweren I) De belijdenissen der koningin, hoe liefmMschelijk deze ook in onze ooren nog mogen klinken, zijn van lager orde, en het intrigue spel doet in verwarde onnoozelheid levensomstandigheden. Hij heeft er zijn tijd genooten mee geslagen tot verbazing, ont zetting of verrukking. Nieuw was het niet. Bewust plagiaat pleegde hij allerminst. Dat alles kwam onbewust naar boven, naar hij meende als resultaat van eigen nadenken, eigen scherp waarnemen. Hij hield zich voor zeer oorspronkelijk, ook in zijn ideeën en hij was hierin volkomen te goeder trouw. De eigenlijke oorspronkelijkheid van een kunstenaar ligt echter in zijn persoonlijk heid, in den eigen kijk dien hij heeft op alles wat indringt in zijn gemoed en geest en vooral In den eigen aparten vorm, dien hij aan zijn werk geeft. En in dien zin is Multatuli een machtige, hoogst oorspronkelijke persoonlijkheid. Zijn woord is van hem alleen. Hem hier ook slechts in de meest sumierlijke lijnen te schetsen in die oorspronkelijkheid, dien genlalen zwaai van zijn woord, die verras sende en verbluffende wendingen van zijn vernuft en zijn geest, dat rake, scherp om lijnen van wat hij te zeggen heeft, dat geestig liefdevol teekenen naar de werkelijkheid, die zuiver Holiandsche genialiteit van het echte ras, gepaard aan een wQ de, speelsche vlucht van verbeelding, als geen Hollander kent, gaat bulten het bestek van dit korte opstel. Multatuli heeft ons Holland weer in ver band gebracht met de menschheid. Een van zQn vele verdiensten is, dat h0 ia Holland al wat daar kookte en bruiste in Europa, al dat nieuwe en krachtige leven der nieuwe Renaissance van de 18de eeuw, heeft weten te xeggen in een vorm, die treft, uitge roepen heeft op een toon, die wakker maakt en dwingt tot eigen zelfstandig werken, tot neerhalen om logischer en schooner op te bouwen. Hij alleen heeft hier gebracht en bereikt, wat een gansene schare van geniale mannen in Engeland, Frankrijk en Duitschland sedert meer dan een eeuw vóór hem op maat schappelijk en artistiek gebied met de meest verschillende middelen hadden bereikt of nagestreefd. Met hem komt hier eerst de late, rtjke fantastische bloei onzer Romantiek. En nu: welke is de invloed van MuItatuH geweest op de letterkunde van zijn tjd? Hij heeft rechtstreeksche navolgers gehad, luid, lawaaierig schreeuwend. Het onuit staanbare ras van zoogenaamde Multatuli anen is ook thans nog wel niet geheel uit gestorven. De meesten zijn lang vergeten. Wij:noemen hunne namen niet; immers: Wie Dekker napraat beleedigt zijn nage dachtenis. Voor hen geldt, wat de jager den wachtmeester toevoegt in Wallenstein: Wie ei raüspert und wie er spuckt Das habt ihr ihm glücklich abgeguckt, Aber sein Genie, ich meine, sein Qeist ; Slch nicht auf der Wachtparade weist. Buiten deze rechtstreeksche naapers is echter Multatull's invloed op onze letter kundige kunst groot en weldadig geweest. We weten nu wel allen, hoe de toestand van onze litteratuur tusschen '60 en '80 was. Natuurlijk niet zóoafgrijselijkalsderevolutiemannen van '80 hem zagen en het ultgilden. Zij zelf z?n tot kalme, rustige waardeering van het meest gevloekte teruggekeerd. Zagen we nog onlangs niet a Van Eeden n Kloos een hoffelijk gebs.av mgken naar de schim van Ten Kate J. J. L.? Maar te ontkennen valt het niet, het was over het algemeen een slap en duf geleuter, een benepen onder-onsje van dilettanten. De bolle, speelsche rukwinden der Roman tiek waren gierend hoog over het suf Hol landsen winkeltje heen gevaren en de goore, bedorven lucht was er jaren lang blijven hangen, toen er elders frisch leven was. Multatuli was de man, die heel het Europeesche geestelijk leven van de 18de eeuw en de eerste helft der 19de had verwerkt, die zich door zijn natuur tot al het luid ruchtig revolutionnaire en hemelbestormende, dat er de hoofdtoon van was, voelde aan getrokken, die, geleid door karakter en aan leg, door zQn zooveel vrijer en ongedwongen leven in Indië, dat alles onbevangen en zonder aarzelen in zich had opgenomen. Heel de bruisende, kokende massa stortte hij uit over zijn land. Dat men hem aan vankelijk hoofdschuddend aanhoorde, heeft hem slechts geprikkeld tot steeds feller uit vallen en verbllndender paradoxen. Einvoor?de Bruid daarboven" niet onder. Wat ook hier verzoent, het werk ophoudt hoog boven de tooneelstukken van den dag, is de toon, de voornaamheid, die samenhangt met den gebonden stijl. In de wijze waarop Multatuli ons deze heterogene tafereelen voorstelt als nochtans een eenheid voor hém, voor zijn hart en geweien, is de ernst.van esn man, en de waardigheid van den kunstenaar, voor wien het schrijven van een tooneelstuk een daad van overtuiging was. Het compromis tusschen de ingeroeste regelen der tooneelschrQfkunst, zooals hij die, met den eer bied van den kunstenaar voor zijn vak niet prfls kon geven, en de vlucht van zijn on stuimige en vaak baldadige geest over de dijken en dammen van OHS burgerlijk bestaan, heeft hij nooit geheel kunnen vinden, en het is wel een bewijshoesteikhij.metzijnafkeervan het alledaagsche, heeft getracht naar de mid delen om zich daarboven te verheffen, dat hij, na de, in haar keurs bezweken Bruid, zich zoowel voor Aleld"als voor Vorstenschool" de bezwaren van den versvorm getroostte, om met zfln democratische gevoelens omtrent geboorte-beschaving en vorsteHJkheid, toch vooral niet te stranden In te simpele ge meenzaamheid. Om deze houding van den kunstenaar zal Vorstenschool" zich hand haven ook wanneer alle majesteit uit onze samenleving verdwenen zal zijn. Doch bovenal geldt voor dit werk, als voor eiken regel schrift, dien Multatuli naliet, het rhythme, de gestage, heftige klop van dit zóó lichtbewogen menschenhart, waardoor we, vaak zonder den zin te peilen of te verstaan, in elk geval zonder de geestdrift die Multatuli voor alles en nog wat be zielde, moeten luisteren naar het léven-zelf, dat zich tusschen deze regels manifesteert. In de weinige oogenblikken dat de kunstenaar in Multatuli wellicht niet geïnspireerd was, leefde toch de geheele mensch onder den hoogdruk der volstrekt bewuste aandoeningen, en elk gebaar was nervositeit. Het ziels- en zenuwleven van dezen nen, niet flegmatischen Nederlander grijpt ons aan als de natuur zelve, het houdt ons vast, om het even of zijn pen over Javanen, koninginnen, buffels of koffie-speculaties uitpakt. De twee fragmenten uit den Havelaar", gelijk ze door Royaards' voordrachten op ons tooneel zijn gebracht, zocdat ze ons x^^^ Bladzijde uit de Ideeën (Multatuli Museum; in bruikleen van Universiteitsbibliotheek) (Voorkomende in de nieuwe uitgave van Max Havelaar verschenen indeMeul nhoffeditie, gcïll. met oorspronkelijke gegevens en met een inleiding voorzien van Prof. dr. J. Prinsen J.Lzn.) delQk zijn er ernige wakker geschrikt; de joneeren heeft hij stormenderhand veroverd. Hij eischte waarheid, vrijheid, licht en lucht, eieen nadenken, zuiverheid van ge voel, zelfstandigheid, persoonUkheld. Zijn dit niet de zuivere beginselen geweest van onre litteraire revolutie van '80? Wat hij voor de litteratuur geweest is, daar heeft hij zelf in later jaren vooral nauwelijks eenlg bewustzijn van gehad. H1] voelde voor zijn ideeën, zijn vage hervor mingsplannen, zijn Javanen, zijn wereldrijk van Insulinde en schold op al wat dichter en schrijver was. Maar ondertusschen was hij de stoomploeg, die door den muffen verzuurden akker onzer litteratuur de diepe voren haalde, den boel ten onderst boven keerde en er de versche lucht toe liet doordringen. Ieder die de elementen naspoort, waaruit onze letterkundige herleving is ge groeid, zal daarbij aan Multatuli een voor name plaats moeten aanwijzen. Oize mannen van '80 zijn de ware volgers van Multatuli door nimmer bfj den meester te Averen, door nimmer op hem te gelijken, door hem In geen enkele uiterlijkheid na te volgen, door hun liefde voor waarheid, echtheid, zuiverheid, door hun heilige over tuiging, dat alleen oorspronkelijkheid en per soonlijkheid den waren kunstenaar maken. De kleine Johannes is een nieuwe Wouter, maar h? lijkt in niets op den Wouter, het is de eigen persoonlijkheid van Van Eeden. Als Multatuli zond Van Dryssel zijn vloek en haatgolven over het matte Holland, maar hij schold met eigen genialiteit. Als Mul tatuli heeft Kloos beredeneerd en neerge haald, opgebouwd en den weg gewezen, maar met eigen kritisch besef, met eigen klaarheid en onweerlegbaarheid van toon en betoog. Hoor de getuigenis bij de mannen van '80 zelf. Bij Van Eeden: Er is een groote stroom frissche, vrije imiiiitiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiniiiiiiiiiiimnii tot in fijnste schakeering dramatlschlevend voor oogen staan, zijn met de Krulssprook" en, als Comédie de moeurs", ook Woutertje" van het sterkste tooneelwerk dat onze litteratuur bezit. De aanhef van de Toespraak tot de hoofden van Lebak", ze zou ons een opeenvolging van vreemde klanken zijn, wanneer we daar niet meteen Havelaar-Multatull zagen staan, een ten voeten uitgebeeld mensch. Al de geraffineerde wendingen in dezen zeldzamen monoloog, half belijdenis, half pleidooi, waarvan we ons naar den inhoud, met die voor ons-zelf maar zoowat geradbraakte namen en titels, nauwelijks meer re kenschap geven, leggen de hulpelooze goedheid, de verlegen schranderheid, de Ijdelheid en de naïevetelt van een menschenziel bloot, en wij aanschouwen een tooneelheld" in de mise en scène van het Indisch landschap, de open vóórgalerfl van een gouvernementswoning met de blinkende boogwaardigheidsbekleeders als figuranten, en ons hart lijdt mee met dien edelen mensch en verheugt zich om den Indruk die z(n woorden, het komt er niet op aan welke woorden, zichtbaar op zijn auditorium maken. Men noemt de geschiedenis van Saidja en Adinda" een Idylle, en een zeer aan doenlijke, maar niet minder is ze een drama gelflk .Romeo en Julla" van vollevende liefde-tragiek. Een drama in drie bedrijven, het frühlingserwachen van het afscheid, de terugkeer, met dat onvergetelijk decor van den Kataoan" en den langen, leegen weg, die van Badoer leidt naar dien boom, en de sterf-scèn?, de bajonet tot aan het gevest" in Saidja's weeke bruine borst, waarover in machtelooze verbittering snel het doek valt. De figuur van Jezus op het tooneel te brengen is niet mogelijk, de passiespelen bleven, ondanks allen ernst en toewfldlng, een bespotting van dr overlevering. Doch zelfs voor onze dramatische verbeelding roept men deze gestalte zelden ongestraft op, en er zfln maar weinige groote geesten in geslaagd ook zijdelings een Christus te scheppen, die niet beneden ons eigen voor stellingsvermogen bleef. MuItatuH heeft, zflns ondanks, hij beoogde met zijn Kruissprook niet zoo hoog en hachelijk te reiken, een Kruisgang in scène gezet, op zichzelf van gedachten over ons land gekomen na Dek kers eerste woorden. Duizenden, die vol strekt geen volgers van hem zijn, denken nu anders door zijn toedoen. Hij is niet de bron van dien nieuwen stroom. Hij is de moedige beginner. Wij zfln geen volgers van Douwes Dekker. Een Multatullaan is een onmogelijkheid, een onbestaanbare grootheid. Hoe kan men iemand volgen, wiens leer was, dat men niemand volgen moet ? Maar wfj zullen graag erkennen, dat wij weinig dingen zeggen of denken, waarop zijn zeggen en denken geen invloed heeft gehad." En bij Kloos: Wij, van dit Tfldschrift, zijn geen Multatulianen, in denken noch voelen, in het Leven, noch in de Kunst. Wij zijn anders als degenen die bfj den grooten Meester zweren en zijn woorden tot de hunne maken, als het Evangelie van dezen tijd. Wfj zien hem achter en boven ons, een omgooi in 't verleden, een opstoot voor wat komen zou, als de ontkennende en daarom vrijmakende, als de verdelgende en daarom grondleggende Figuur. Daar is Hij de Man, die door stuk te slaan meedoogenloos, den grond blootlegde voor nieuwen bouw. Daar hebben wij door Hem, van onze jonge jaren de vrijheid en den moed van eigen meening gele-rd." Laten we zoo bfj zijn herdenkingsfeest Multatuli met groote dankbaarheid eeren en huldigen in zijn beteekenls voor onze let terkundige kunst. iiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiiii iilliliiiiiiniiilii wordt door 21.00O artsen erkend als het beste verstarkingsmiddel voor Zenuwen en Lichaam. IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllltllllllllllllllllllllll zóó sterk dramatische werking dat wij er den Man met het Kruis in kunnen aanvaar den, en de smakeloos persoonlijke pathetlek rondom deze diep schokkende gebeurtenis wegvalt. Als bij het aanhooren van Bach's Mattheus-passion Eli, Eli Sabactani", wen den we de oogen af en wenschen huiverend dat het volbracht zal zijn. Met zoo groote dramatische kracht heeft Multatuli den Christus, wiens smartelijke ervaringen hij tot de zijnen maakte, op zijn lijdensweg geheeld, dat ook de afstand, die bij een tooneelvoorstelllng vanzelf tusschen de zaal en het tooneel wordt bewaard, hier ontstaat tusschen het hitsend gepeupel, waaronder wij, toeschouwers, ons bevinden en den tragischen stoet. Als op de golven van haat en hoon, zien we den Mensch, ver en klein, een wrak gelijk, als geëtst tegen den oostelij ken hemel: «zie, zie, daar valt hfj weer!" en het brute geweld, door Multatuli met ontstellende passie gewild, verliest, op een hooger plan, zijn weerzinwekkend reëele kanten. Eduard Douwes Dekker heeft, monumentaal, in maar weinige regels, en misschien zonder zichielf daar volledig rekenschap van te geven, een krulsdrama geschreven, zooals de Nederlandsche letteren en vermoedelijk geen tweede ooit zullen opleveren. En het was een zoo geniale greep, een zoo grootsch moment van visioenalre verrukking, dat onze bedenkingen tegen strekking, rhetoriek en brutaliteit het afleggen tegenover de bewondering voor den brandenden kunste naar, die, doordat zijn hart bloedde voor al wat mensch was, dit, als het ware achte loos, op het papier wierp. Maar twee-en-een-half tooneelstuk bij zooveel dramatische begaafdheid l Rekenen wij boven omschreven fragmenten, en nog tal van andere, in zijn omvangrijk oeuvre verspreide prozastukken, niet mee (waarom ontdekten in deze herinneringsdagen onze jongere tooneelspelers, die zoo In de weer zfln voor de gemeenschap", ook niet eens hiin Multatull-avond?) dan moeten we besluiten dat in Douwes Dekker onze groot ste dramaturg verloren is gegaan. TOP N A E F F

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl