De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 6 maart pagina 1

6 maart 1920 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°, 2828 Zaterdag 6 Maart A°1920 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van Prof. Dr. G. W. KERN KAMP Redacteuren: Prof. Dr. H. BRUGMANS, Mr. E. S. OROBIO DE CASTRO Jr., Dr. FREDERIK VAN EEDEN, Mr. J. A. VAN HAMEL en H. SALOMONSON UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per No. 0.25. Per half jaar f 6.25. Abonn. loopen per jaar INHOUD: Bladz. 1: Reactie in Duitsch land, door prof. dr. O. W. Kernkamp. Buitenl. Overzicht: Wilhelm en anderen.lll, door dr. W. G. C. By vanck. Het Mid delbaar Onderwijs en de Doctorstitel, door dr. J. Enklaar. 2: David Friedrich Straufsz conservatisme.door A. Priester. Plaatselijke Keuze, door prof. mr. Ant. van Gijn.?Krekelzang.doorJ H.Speenhoff. Ethische Woordkunst, door dr. Fred. van Eeden. 3: Père Anselme, door J. J. A. ?Hanhart. 5: Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge) Van Vrouwelijk Doen en Denken, door E. C. v. d. M. Bab beltjes, door Yvonne de Tessan. Biscoop-ervaringen, door A. Kleyn-v. d. Leij. Mededeeling, door H. Ons Kookboek, door E. H.-v. B. Uit het Leven, door E. W. Asscher. Uit de Natuur: Huismerel, door Jac. P. Thijsse. 7: Lesjes van Kerschensteiner, door dr. E. Bonebakker. Het vreemde-talen vraagstuk, door R. P. J. Tutein Nolthenius. De Ex-Keizer, teekening van George van Raemdonck. 1789-1918, door dr. H. A. Enno van Gelder. 9: De vierde Nederlandsche Jaarbeurs, door dr. J. A. Schröeder, met teekeningen van B. Van Vlijmen Jr. Boekbespreking, door dr. Speekman.. SchilderkunstKroniek, door Alb. Plasschaert. 10: Verzen van mr. Jacob Israël de Haan. Financiën en Economie, door J. D. Santilhano. Multatuli-penning. De Golem", door Wouter Hulsteijn. 12: Charivaria. Hofstad en Hofstedelingen. door Nuchterling. Leekenspiegel. Uit het Kladschrift van Jantje. Royal Auction Bridge, door Bridger. 13: De Toekomst van onze Tooneelspelers, door Joh. Braakensiek. Narrendans, door Charles van lersel. Uit den Napoleontischen Tijd, door C. F. Gijsberti Hodenpijl. Onze Puzzle. Bijvoegsel: Het Proces ErzbergerHelfferich, teekening v. Joh. Braakensiek. HMIHIIHIIHItlll REACTIE IN DUITSCHLAND De uitspraak in het proces Erzberger contra Helfferich zal zich nog even laten wachten; maar zelfs in het onwaar schijnlijke geval dat Helfferich tot een boete zou worden veroordeeld omdat hij niet al zijne beschuldigingen waar heeft kunnen maken, zal Erzberger toch het loodje er bij leggen. Aanvankelijk scheen het nog, alsof hij er met een blauw oog en een paar builen zou afkomen; maar in de zes of zeven weken van den tweekamp heeft zijn tegenstander hem zulke geduchte opstoppers gegeven, dat hij nu voor mirakel ligt. Bij het geval-Thijssen is het niet ge bleven; nog een reeks van andere firma's is er bij gekomen, die zich in de voor spraak of de bescherming van Erzberger hebben mogen verheugen, sinds deze er WILHELM EN ANDEREN Hl Van Eckardstein's Herinneringen" is nu genoeg meegedeeld, wij willen den K-her wederom zelf hooren in zQn episto'alre ont boezemingen aan Tsaar Nicolaas. Daar zijn ons nog verrassingen bereid. De Keizer, de schrijver, voelt zich op het wereldtooneel geplaatst onder een schij' sel van boven, dat zijn gangen en zijn hande lingen verlicht. Hfl speelt er zijn eigen rol te midden van de gewone wereld, en die wereld gaat ook haar eigen weg. Soms is het echter als had hQ het voorgevoel dat die twee vertooningen met elkaar in botsing kunnen komen. Maar hfj hou at zich aan zfjn rol. Toch is lang niet alles theatraal en is er ook iets recht menschelijks in den ouderen Willy, wanneer hrj zich verplicht meent raad te geven aan zijn neef Nicky. Voor wie op de toekomst van den Keizer uitziet, hebben zijn brieven dan hier en daar een tragischen weerschijn. Ds woorden geven vaa zich hun aandoening, niet door wat zQ zeggen, neen, door wat zrj dragen, boven zich uit, aan menschelrjke or macht in den strijd met het Lot. Ondanks alle acteursgebaren. Als inleiding moge nog een enkele notitie dienen uit Eckardstein's Mémoires. Toen zijn werk van bemiddeling tusschen Engeland en Duitschland hem uit de han den was genomen door den onwil en de onkunde der raadslieden van den Keizer te Berlijn, heeft hrj den Japanschen afgezant te Londen, als deze aarzelde tusschen een Russisch of een Engelsch bondgenootschap voor zijn land, er toe gedrongen zich bij financieel bij geïnteresseerd was en daar door aanleiding had gekregen zijne bizondere belangstelling op haar bedrijf te richten. Hij had klaarblijkelijk altijd goede tips voor het beleggen van zijn geld; of het de bereiding van een spe ciaal geneesmiddel tegen kinkhoest dan wel een textielfabriek was, waarin hij zijne spaarduitjes stak, steeds bleken deze ondernemingen, hetzij om humani taire redenen, hetzij ter wille van de bevordering van het nationaal fabricaat", zoozeer den steun der regeering te verdienen, dat Erzberger vrijheid vond ze aan te bevelen voor de klandizie van den Staat of voor speciale in- en uitvoer-vergunningen. Hij zorgde niet alleen voor den uit voer van Duitsche fabricaten, maar wist ook gelegenheid te vinden voor het over brengen van Duitsch kapitaal naar het buitenland; toen ten slotte ook recht matige twijfel werd gewekt aan de be trouwbaarheid van zijne aangifte voor de belasting, vonden zelfs zijne politieke vrienden, dat hij een te ruim gebruik maakte van de vrijheid om niet in elk opzicht een toonbeeld van ongereptheid te zijn. Men kan iemand veel vergeven; maar er zijn zekere grenzen; sommige dingen doet men nu eenmaal niet; wan neer van onzen boezemvriend uitkomt dat hij zich te laag heeft aangegeven voor de inkomstenbelasting, snijden wij het tafellaken tusschen hem en ons door. Dit hebben dan ook de politieke vrien den van Erzberger in Duitschland gedaan Het eerst de democraten, die de deugd in erfpacht hebben. Met een Gott sei Dank! ich bin nicht so!'1 keerden zij den zondaar den rug toe. De sociaaldemocraten, hoe strenge be oordeelaars zij overigens van de afdwa lingen van anderen mogen zijn, hebben zich ditmaal lankmoedig betoond. Het heeft lang geduurd voordat de Vorwarls te kennen gaf, dat Erzberger het bij haar verkorven had. De meerderheidssociaaldemocraten moesten een weinig conside ratie gebruiken met den man, die de leider was van de democratische fractie van het Centrum; voor wat hoort wat. Maar der verfluchte Kerl" - Helfferich noodzaakte hen wel de hand van Erzberger af te trekken. Voor het Centrum was het geval na tuurlijk zér onplezierig. Niet voor de aristocratische leden ervan, die altijd den neus voor den parvenu hadden op trokken en het hem nooit hadden ver geven, dat hij hen in eenzelfde schuitje met de sociaaldemocraten had doen zitten; maar voor de partij in haar ge heel. Het is niet prettig iemand te moeten laten duikelen, als men hem zelf omhoog heeft gebeurd; maar de partij begon ge bukt te gaan onder den last van den man, die op hare schouders zat; zij moest hem naar beneden laten glijden, wilde zij den blik omhoog kunnen blij ven houden. Zoo worden er reeds aller lei namen genoemd voor den opvolger van den rijksminister van financiën. En men schijnt van de gelegenheid gebruik te zullen maken om nog een paar andere zwakke broeders te loozen. Een versterEngeland aan te sluiten. Neem toch niet aan wat Rusland u biedt, maar maak een verhoed met Engeland, grj zult er nooit berouw van htbben," zei hij hem. En hfj was overtuigd van het gewicht van zijn woorden. Bij bet neerleggen van zfjn ambt en het alscheidnemen van Eduard Vil kreeg Eckardstein van den Koning een orde en daarbij een gouden sigaretten etui als persoonlijk geschei k. Eduards woorden waren: wij zullen niet vergeten, dat gij voor ons het verbond met Japan hebt bewerkt." Hier krijgen wtj het hoogste getuigenis. Inderdaad had hfj daarmede verraad ge pleegd, ik zeg niet aan de Duitsche politiek, maar aan de ideeën van den Keizer. Want voor dezen was het gele gevaar" van Azi nog steeds het groote schrikbeeld. Zoo is het begrijpelijk dat de Duitsche heerscher, na het spa^kloopen der onder handelingen over een Engelsch verbond, zich met des te meer animo naar Rusland wendde, als het resultaat van de Japansche be> piekingen bekend werd. Algemeen werd het verdrag van den Britsche mogendheid met den Aziatischen potentaat voor een bedreiging der Russische macht aangezien, en men voorspelde een aanstaanden krijg. Hoe weet Willy dan zijn vriend en neef aan te sporen om zijn scheepsmacht te ver sterken, evenals hfj zelf aldoor becig is aan de ontwikkeling van de eigen vloot. HQ geeft zich den titel van Admiraal van den Atlantischen Oceaan om zfjn collega souverein Admiraal van den Stillen Oceaan te kunnen noemen. En wat zal dan in de toekomst de beteekenis blijven van Engelands regeeren der golven'', wanneer Rusland zijn marine verrenigt met die van Duitschland l Men heeft over mijn vrees voor het gele gevaar gelacren toen ik er een teekening van heb gemaakt, erkent de Keizer aan zijn net f, maar thans kan de wereld den schrik zien naderen en leert, hoe er voor te waken. Hfj ziet zich, de Keizer, als den trouwen hoeder van Europa naast den Tsaar, leder van hun beiden aan het hoofd vaneen bond, den tweebond met Frankrijk voor Rusland, king heeft het ministerie ook wel noodig. Voor de conservatieven van alle gading is Helfferich nu de Sint Joris, die den draak heeft geveld. Maar den draak waarvan? Van de corruptie? In schijn ging de strijd daartegen: tegen het bederf, dat in de politieke zeden is ingeslopen. Maar in werkelijkheid was de stoot gericht tegen den nieuwen tijd en de nieuwe regeering: zulke mannen, zoo moest aan het volk worden beduid, zijn het, die tegenwoordig de macht in handen hebben; zooiets zou vroeger onmogelijk zijn geweest. Vroeger dat moet dan beteekenen: vóór de revolutie. Maar Erzberger moge dan eerst na en door de revolutie minister zijn ge worden, was hij niet reeds een invloedrijk lid van den Rijksdag onder het keizerrijk? Is hij niet juist omhoog geklommen in den goeden, ouden tijd"? Heeft hij niet tijdens den oorlog verschillende hande lingen gepleegd, die hem thans worden verweten ? Datee.ren zijne connecties met de firma Thijssen niet uit de jaren vóór de revolutie? Heeft hij niet juist tijdens den oorlog gebruik gemaakt van het witte voetje, dat hij bij de toenmalige regeering had? En wist die regeering heelemaal niet welk vleesch zij in de kuip had? Dit alles zal echter niets afdoen aan de politieke winst, die de conservatieven hebben behaald door het proces Erzberger-Helfferich Vooral in tijden als deze maar geldt het ook niet van rustiger dagen? heerscht in de politiek niet de rede, maar de hartstocht. Die vraagt niet, of het billijk is het nieuwe régime te beoordeelen naar dien eenen vertegenwoordiger, die bovendien veel meer een man van het verleden is dan van het heden; die bekommert zich er ook niet om, dat Helfferich zoowel een politieken als een persoonlijken wrok heeft gekoeld; die juicht alleen over den val van een der rneest op den voor grond tredende figuren van de tegen woordige regeering en over de afbreuk, die Helfferich aan de zaak van de revo lutie heeft gedaan. Maar de conservatieven in Berlijn zijn ten minste zoo verstandig geweest, niet al te hard te juichen, toen de vorige week het jonge mensch, dat den aanslag op Erzberger had gepleegd, voor de rechtbank moest verschijnen en tot een betrekkelijk lichte straf werd veroordeeld. Zij hebben hem niet zulk een ovatie gebracht als in München ten deel viel aan den jongen graaf Arco, den moor denaar van Kurt Eisner, toen hem genade werd verleend van de doodstraf, waartoe hij veroordeeld was. Het waren met name de studenten, die daar luidruchtige demonstraties voor Arco hielden en tegelijkertijd hun feilen haat tegen de Joden luchtten. De conservatieven stellen hunne hoop op het opkomende geslacht; zij voeren vooral propaganda onder de studenten iiiniiiiimiimiii den driebond voor Duitschland. De macht van hun tweeën kan op tegen de rest van de wereld. Men weet dat reeds in 1904 de oorlog uitbrak die zou beslissen of Rusland onge stoord de havens aan den Sullen Oceaan zou bezetten en zich over Korea en Mantsjoerrje zou uitbreiden, dan wel het aan Japan zou moeten overlaten om de leidende partij in Oost-Aziëte worden. De flinke ge organiseerde macht overwon, de Onhandel bare en onhandige kolos werd bloedig ge klopt te land en tsr zre. ik weet niet of de Keizer er in zijn hart wel zeer rouwig over was, dat de overmachtige Moscoviter onder de omstandig heden moest leeren bukken en duchtig murw werd geslagen* Uiterlijk toont hfj zich het l sympathiek, hij is dag en nacht in gedachte bij zfjn vriend en neef, wanneer hem tegen spoed treft; maar hij vervolgt onophoudelijk zrjn doel om Rusland aan Duittchland te binden en daardoor tegelijkertijd Frankrijk, den bondgenoot en vriend van Rusland, uit de goede verstandhouding met Engeland los te wikkelen. Frankrijk moet worden opgenomen als een subaltern lid van die opperste macht, met die twee spitsen, Tsaar en Keizer, welke geroepen is om het con tinent van Europa te beheerschen. Hoe geduldig is de Keizer wanneer Nicky niet dadelijk toegeeft en niet van plan is Frankrijk te dwingen; hoe weet hfj zfjn teleurstelling te verbergen onder een com pliment aan het politieke instinct" van den Tsaar, wanneer deze zich niet verder laat leiden dan strikt noodig is, maar ook hoe gelukkig gevoelt hij zich dan, wanneer hij er eindelQk in slaagt, midden 1905, in een geheim per soonlijk onderhoud zfjn liefsten vriend tot een bindend verdrag over te halen! Nu zal Frankr^k ook kleur moeten be kennen, nu zuilen de schoon e havens van Frankrijk onder het bereik van Rusland en Duitschland komen, ja, zfjn schtepgn acht zal een deel worden van hun vloten l En Marianne, die zoo beloftevol Engeland heeft toegelonkr, zal het zich moeten getroosten, al wil zQ vooreerst nog niet met Dultschen wakkeren bij hen het anti-semietisme aan een onkruid, dat altijd welig heeft getierd op conservatieven bodem. Een Berlijnsch geleerde heeft onlangs voor een benoeming te Karlsruhe moeten bedanken, omdat de studenten geen Joodschen hoogleeraar verkozen te hebben. En toen vlak daarna een Joodsch ingenieur tot professor aan de Technische Hoogeschool te Karlsruhe werd benoemd, verzochten de studenten hem deze be noeming niet aan te nemen, daar anders de gevolgen niet zouden zijn te overzien. Dit zijn geen op zich zelf staande gevallen. Een dag of tien geleden hield de Centrale Vereeniging van Joodsche Staatsburgers een druk bezochte bijeen komst te Berlijn om over het dreigend gevaar van het toenemend antisenrietisme te spreken. Het conservatisme begint zich in Duitschland weer te roeren. Is de reactie reeds op komende wegen? Spiegelt men zich aan het voorbeeld van Hongarije, waar slechts ruim een half jaar verliep tusschen de heerschappij der bolsjewieken en de verkiezing van een volksvertegen woordiging, waarvan de meerderheid monarchaal gezind is? Laat ons in elk geval dat vooruitzicht niet ontnemen aan de Nederlanders die geen oog meer toedoen, sinds zij hebben gelezen dat in de Russische fabrieken van oorlogstuig dag en nacht wordt gewerkt, dat de Sovjet-regeering een leger van een millioen man gereed heeft voor het voorjaarsoffensief en dat, volgens de Nieuwe Rotterd. Courant, dit offensief op zijn weg naar de Nederlandsche grens geen noemenswaardigen tegenstand zal ontmoeten. KERNRAMP Illllllllllllllllllltllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll HET MIDDELBAAR ONDERWIJS EN DE DOCTORSTITEL Het middelbaar onderwijs Is gedurende een halve eeuw nagenoeg geheel aan zich zelf overgelaten. Het had zich aan te passen aan een in meerdere opzichten verouderde wet. Het wist zich echter binnen de gestelde grenzen uit te zetten en krachtig te ontwik kelen. In onze dagen verheugt het zich In een ongekende belangstelling van regeering en wetgevende macht. De tijksregeling der salarissen van de leeraren heeft in een lang gevoelde behoefte voorzien; de wet-Limburg en de premie in den vorm van een verhoo ging van salaris, op het verwerven van den titel van doctor gesteld, hebben het in nau were betrekking gebracht met het universi tair onderwijs. De salaris-actie heeft heel wat pennen in beweging gebracht; meerendeela het gevolg van een benepen en bekrompen opvatting van het leeraarsambt, zooals zij nog bij vele leeken op het gebied van hèt onder wijs wordt aargetriffcn. De leeraar, zoo heet het, eenmaal afgestudeerd en bevoegd, weet ge noeg. HU heeft voortaan in de school slechts land in n bed liggen, zooals zij het met Rusland doet, en zal geen kus of lief kozing aan haar naasten nabuur meer kunnen weigeren! Hfl wordt idyllisch, de Keizer. Zoo ziet Willy in den zomermaand van 1905 de aanstaande oogst opschieten van zijn bemoeiingen. Vertrouwen tusschen vorsten, zoo is zijn wachtwoord. Zij beiden, de monarchen, zijn de vertegenwoordigers der monarchie in Europa. Bondgenooten moge men hebben onder andersdenkenden, hoe kan er ver trouwen anders bestaan dan onder gelijken, door God tot regeeren geroepen en aan Hem verantwoordelijk voor hun handelingen?De Keizer is getrouw geweest aan r B n .leus. Toen den aanval van Japan op Rusland plaats greep, stond hij klaar om den rug van den oostelQken buurman te dekken, hij wilde en hQ zou zorgen dat de strijd gelocaliseerd" bleef. (Dit woord, in den oorlog dien Oostenrijk aan Serviëver klaarde, zto berucht geworden, gebruikte de Keizer toen als term voor zijn politiek jegens Rusland, zooals hij het later deed voor zijn houding jegens Oosten rijk tegen Rusland). Hij stond naast Rusland, toen zijn heerscher, vernederd door de slagen aan rijn trorpen toegebracht, zich bedreigd vond door een geweldige revolutie in het eigen land. Hij liet zfln stem hooren en hielp met zijn bemiddeling, als het gold het rijic van zijn vriend, bij al de ra n pen, toch nog een eenigszirs eervollen vrede te verschaffen... Vertrouwen! En hij deed meer. Hier wacht ons de verrassing. Hrj, de oudere van de twee, toonde aan den broeder monarch de waarheid over zijn regeeringswijs. De tijd was voorbij om Nicky te paaien met zQn .politiek instinct." Hfj g.tf een uitvoerig verslag van de meening in Europa omtrent Rusland, zijn oorlog voering en zrjn bestuur. Hrj verscheurde deillusie waarmê? de Tsaar was geollnddoekt dat fle oorlog tegen Japan ooit populair was geweest in Rusland; hij van zijn voorraad mede te deelen wat hem daarvoor geschikt voorkomt en wat de exa mens vereischen, die zQn leerlingen zullen moeten afleggen. Na eenige jaren van oefe ning is al het volgende slechts herhaling. Niets is minder waar. Een goed gegeven les gelijkt niets op mededeelingen, zooals z| in vergaderingen gedaan plegen te worden. Zulk een les Is een geestelijke inspanning zelfs voor een geoefend docent. De spreker op een vergadering beschikt over de wer kelijke of schijnbare belangstelling van zijn gehoor, althans vóór de pauze. De docent moet de belangstelling zijner leerlingen win nen. Al Is hfl ontstemd door omstandigheden, uit zijn voordracht moet opgewektheid spre ken ; al is voor hem zelf van veel wat h| mededeelt de frischheid van het nieuwe reeds lang verdwenen, voor zfjn leerlingen moet hS het in dat aantrekkel|ke licht laten verschijnen; zij moeten den indruk verkrijgen, dat het hem evenzeer interesseert als hen. Het kapitaal aan kennis, dat h| bezit, is als zoodanig voor mededeellng in de school ongeschikt. HU'moet er klein geld van maken, waarmede de leerlingen weten te rekenen. En dan moet h|, terwfll zrjn gedachten bfl de leerstof zijn, alles zien wat er in de klasse gebeurt. Snel moet h| weten te beslis sen, wat hij als gezien, wat als niet ge zien moet aanmerken en welke maat regelen er 100 noodlg genomen moeten worden. Dat is een zoo veelzijdige activiteit, / waarb| het zoo op het zenuwstelsel aan komt, dat de docent na het geven van eenige lesuren naar rust verlangt. Zeker, er zijn docenten, die zich weten te sparen, die door strengheid voorkomen, dat de leerlingen hemzelf den last er van laten dragen, maar z| zijn in de minderheid. En dat alles kan weder niet eens voor altijd naar een bepaald model klaar gemaakt worden. De eene klasse is de andere niet. Met een goede klasse moet de leerstof weer eenlgszins anders behandeld worden dan met een slechte. Een goed gegeven lesuur is niet te vergelijken met een uur door een ambtenaar of zakenman op zijn kantoorstoel doorgebracht met het opmaken van staten, het voeien van correspondentie, het geven van orders, het te woord staan van bezoekers enz. Wie beide uren op n lijn stelt met het oog op den geestesarbeid, dien zfj vertegenwoordigen, doet den leeraar grootelijks onrecht aan. Het gaat niet aan de lesuren van den eersten te tellen en ze, b.v. als een 20 tal zelfs tegenover een 50 tal te stellen, die de tweede doorbrengt in zijn kantoor of werkplaats. Daarbij is niet eens in rekening gebracht, dat de leeraar ook buiten de lesuren aan de school behoort, dat hij vrij wat tijd moet besteden aan het nazien en corrigeeren van schriftelijk werk en aan de voorbereiding voor de lessen van den volgenden dag; voor natuur-, vooral voor scheikunde komen daar b .j nog de tijdroovende werkzaamheden van bet gereed maken der proeven voor de volgende lessen. De verhooging der salarissen, door den minister de Visser beoogd, was inderdaad volkomen gemotiveerd. Te lang had de vorige minister niettegenstaande de voort durende rijzing van den standaard van het leven deze zaak onafgedaan gelaten. Van bijzondere beteekenls is het feit, dat de minister aan het bezit van den doctorstitel voorrechten heeft toegekend en dit niet zoozeer uit een stoffelijk als wel uit een geestelijk oogpunt. Bij de gymnasia bezit het maerendeel der docenten een academischen graad, bij de H. Burgerscholen is dit slechts met een minderheid het geval. Toen de wet op het middelbaar onderw|s in het Staatsblad verschenen was, verrezen weldra de gebouwen der rtjkshoogere burgerscholen en de groote gemeenten volgden; maar niet zoo spoedig lud men een corps docenten. laakte het dat de Tsaar zich terug had ge houden van zijn volk; hij noopte hem om deel te temen in de ontberingen van zijn armee door het opperbevel te aanvaarden in Siberië; hij joeg hem op uit de rust van zrjn paleis om hem te drirgen in het hart van z|n land, te Moskou, den eerbied terug te winnen, die in den geest van zijn onder danen dreigde te loor te gaan ... Hij verlangde van den persoon van den Tsaar een grooten persoonlijken daad. Er mogen hier en daar in het schrijven nog iets theatraals zijn overgebleven, toch is er ook veel bitter menschelps. Ik haal een paar zinnen uit het zeer uit voerig schrijven aan. Op n punt is men het in Europa geheel eens: de Tsaar is persoonlijk alleen ver antwoordelijk voor den oorlog, hrj is schuld aan het blijkbare gemis van voorbereiding voor de opgenomen taak... Nu is de ver antwoordelijkheid van een oorlog iets zeer ernstigs voor een heerscher; dat weet ik uit ervaring door wat mijn grootvader mij heeft verteld. Hfj, een man van den vredellevendsten aard werd in hoogen ouderdom geroepen, gedurende zijn regeering drie oorlogen te voeren. En voor ieder van deze nam hrj de volle verantwoordelijkheid op zich. Hrj had een rein geweten en lijn volk ondersteunde hem vol geestdrift. Zulke oor logen vallen licht te dragen voor den heer scher omdat zrjn geheele volk met hem den last deelt. Maar de verantwpordelfkheid voor een impopulairen oorlog is geheel iets anders.." Ach Willy, hoe staat gfj er nu eigenlijk voor? Gij, wiens streven om bonden te bouwen op persoonlijk vertrouwen tusschen vorsten van wankelende persoonlijkheid al dadelijk door de werkelijkheid werd wegge blazen; gij, die door persoonlijke stemming gedreven, een oorlog populair hebt willen maken met verdeelde inzichten aangebroken; gij die op het slot als de persoonlijke daad van Uwen persoon werd gevraagd, op beklagenswaarde wijs zijt te kort geschoten! Maar Nicky heeft dit niet meer ge-zien. W. G. C. BY VANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl