De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 6 maart pagina 10

6 maart 1920 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 6 Maart '20. - No. 2228 MULTATULI- PENNING IIIIIMIIIIIIIIIIIII4I VoorzQde Achterzijde Deze penning wordt uitgegeven door het Comitévoor Multatuli Huldiging 1820 -l 920 en is geslagen bQ de Koninklijke Begeer te Utrecht. ZQ is in goud, zilver en brons verkrijgbaar bQ den secr. der penning-commissie, J J. Gremerplein 10, Amsterdam iiiiiiHiiiimiiimiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Op Zee naar Holland Ik dank U, God, die eiken nieuwen morgen Weer Uw schepping verricht, Dat ik, keerend van zooveel schoone zorgen Mijn Land blij vind en licht. Ik weet het nu: al wat mi] heeft gedreven, Het was tot beter keer. Wat ik beleed in mQn hartstochtlfjk leven, Weer bel|d ik Uw Leer. Maar zal ik, U belldend, ooit vergeten Elk Vriend van elke Tocht, En iedre Tafel, waar ik mee-gezeten Vreugde mee-deelen mocht? En U belijdend, zal ik ooit vergeten Nachten van weeldrlg feest, Als ik, waar blijde makkers hun lot sleten, De blQdste ben geweest? Laat m|, als een machtig vermaan, gedenken Onheiige en heiige lust. GelQk Vaders hun Zonen zegen schenken MQn God: geef mg Uw rust. CLUB FAUTEUIL BEKLEED MET LEERD OEK NAAR KEUZE 67i AFDEELING MEUBELEN VIERDE ETAGE ffj^ VIER LIFTEN - HJlf|?/ DE BIJENKORF - AMSTERDAM iiiiiiiiiiiiiiiittmiiiiiiiiiiHiiimiiiimniiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiiiiii DE GOLEM *) Als occulte studie door WOUTER HULSTJJN Is de G o l e m een werk van bezonken psychologische waarde of slechts het pro duct van een grandioze razernij? Hoort het thuis in onzen tQd van mode-mystiek, van philo- en theosophie, of is het een werk dat zfn harmonieëerende omgeving zou moeten zoeken in een tijdperk, dat-helaas-tot het grijze verleden behoort: dat der Duitsche romantikkers en waarvan E. Th. A. Hoffmann wel de beste representant is met z'n werken als: Elixiere des Teufels, Der golden Top f, e.a.? Reeds de eerste lezing zegt ons, dat dit zoo zondeillng verwarde verhaal meer moet behelzen; de fijne tastorganen van onze intuïtie bemerken het: There is method in this madness". Het woord G o l e m stamt af van het He breeuwsche woord Dl ;H (chalaum), dat droom of droomgezicht beteekent, waarmede dus dadelijk de studie over het begrips-onderwerp G o l e m naar het gebied der mrtaphyslca verplaatst wordt. De G o l e m is een fantastische spookfiguur, een gematerialiseerde gedachte-elementaal, die een voorname rol speelt In vele Ghetto sagen, zooals die in Oost-Pruisen, Polenen Rusland door de overlevering bewaard wor den, en die gevoed door den sterken tendenz naar mystiek, dien de jood, als oosterling, in zich draagt tot grondslag heeft het alles-eenige levensmysterie; het mirakel, dat al het zichtbaar levende van de zichtbaar d o o d e stof onderscheidt. De Duitsche romantieker, Ludwig, Achim von Arnlm behandelt in zijn I s a b e 11 a von Aegypten, eveneens een Golemfiguur, een wassen pop die, door het schrijven van een occulte spreuk uit de K a b a 11 a, op het voorhoofd, leven en intellrct krijgt. Een kleine nuanceering dus op het procédévan Meyrink, die zijn Golemfiguur door den Rabbi, die hem geconstru eerd heeft naar oude kaballstlsche voor schriften, een papiertje achter de tanden laat schuiven, voorzien van bedoelde machtspreuk. 't Is in belde gevallen dus een variant op dus essentieel identiek aan het schep pingsverhaal, neergelegd in Genesis 2-.7,2) en in Johances 1:1,1:143); n.l. de wondere Ik weet het nu: mij was het dwalen noodlg Voor de bezonnen keer. Maar thans is 't voor mijn hart al overbodig Buiten ban van Uw Leer. Wf, die dwalen, weten niet wat wij dwalen, G9, die ons dwalen ziet, Meet, wijzer dan wi] zijn, ons perk en palen, De ban van ons gebied. Over zooveel landen zag ik het dagen Van menig schoonen dag. Van zooveel stormen houdt mijn Lied het klagen, Van zooveel zon de lach. Boven de zeeën telde ik zooveel sterren. MIJ n Droom vergeet niet n. Door zooveel steden, zonnebonte en verre Togen mQn tochten heen. Nu keerend, tel ik van het zeegewemel De kleuren bont en fijn. Ligt daar Holland, waar water en waar hemel Eén schemer-streep maar zijn? Daarachter Holland: weide, woud en steden. Een leven vroom van lust. Overmoedig heb ik dit lot vermeden. Ik dank U, God, geef mijn hart rust. Eén oogenblik: mQn hart herdenkt lijn jaren, Nu Hollands hemel breekt. De Noordzee schuimt en over zijn baren Gods hemel Oostwaarts bleekt, Zaterdagavond De Vader schonk den Wijn en gaf het Licht Aan den lief sten, den j on gaten, van zijn Zonen. Ik dacht: vooral, waar wQ verdreven wonen Wordt nu deze heilige dienst verricht". Ik kwam, een vreemde, in hun vroom huis gezin, Moede en machteloos, maar wie uitgedreven Toch tusschen tal van volken zijn gebleven, Een Volk, deelen met elk vroomheid en min. En vragen niet, wat langs de verre wegen De dwaters tot hun vrome rust deed gaan. Deze Vader geeft zijn Zonen de Zegen, Dan ziet hl ook den Zwerver zeegnend aan. Ik sprak niet van de vreugd, die mi] deed dwalen, Niet van de wroeging, die mfj bracht tot keer. Zg vragen niet. ZIJ zorgen mild en teer Van 't ochtendgebed tot het avonddalen. En als ik luisterde naar de gebeden, Of met hen in onze moedertaal zong, Ik zweeg. Maar tranen hebben het beleden, Wat ik, diep in mijn hart, te zwijgen dwong. Dezen avond ... hoe schoon zfjn de Gezangen, Hoe hef t die Knaap het kaarslicht lachend hoog. Mijn lied kust verrukt zijne zachte wangen, En geen, die vraagt, wat mij snikkend bewoog. JACOB ISRAELDEHAAN ItllllllllllllllllltKllllllllttlllllllilltltttllllllHIIIIIIIlllIIlllllltllItlllllllllllI binding van het Goddelijke Aoyo$ (logos) dat zoowel, wil, gedachte alswoord uitdrukt1) aan de doode kosmische middenslof. Inderdaad, het boek heeft een dieperen achtergrond en is zeer klaar gekristalliseerd om een logische en consequente structuur die op een heftige en dadelf ke intuïtie zoo wel als op een diepgaande studie van het onderwerp wijst. Zeer sterk is reeds de aanvang, met zijn mooi- gevonden en juist- gemotiveerde droomsuggestie (de droomsuggestie, zoo als de lezer weet, een der methodes der Yogi-p hilpsophie), Waarom wendt Meyrink hier juist het gedachtenbeeld steen, kiezel als psychische stimulans voor den koma- toestand aan? Ter verklaring hiervan dienen we even op de opmerkelijke gelijkluidendheid te wij zen van de beide Hebreeuwsche woorden (chalaum) droombeeld en E' (chalomiesj) = kiezel, steen. Dit zegt den room-analitlcus reeds genoeg, bekend met het feit, dat phonetische, overeenkomst vol-' doende Is om een droom-suggestie te be werkstelligen. Deze droomsuggestie nu wordt zeer constquent volgehouden en tot het einde toe doorgevoerd. Het geheele eerste hoofdstuk is dan ook een meesterstuk van beheerschte s l a a p-m a n t r a m, die na uitspraak zelf wils-energie en -inertie krijgt. WIJ laten het dan hier gedeeltelijk volgen : SLAAP. Het maanlicht valt op het voeteneinde van mijn bed en ligt daar als een groote, lichte, platte steen5)". Als de volle maan in haar gedaante be gint te verschrompelen en haar rechterkant begint te vervallen, als een gezicht, dat oud wordt en eerst aan een wang rimpels vertoont en vermagert dan maakt zich in dien tijd 's nachts een triestige, kwellende onrust van mij meester". .Ik slaap niet en waak niet, en in den halven droom vermengt zich In mijn ziel datgene, wat ik beleefd heb met dingen, die ik gelezen en gehoord heb, zooals stroo men van verschillende kleur en helderheid samenvloeien". Ik had over het leven van Boeddha Gotama gelezen, voor ik naar bed was ge gaan, en in tallooze schakeeringen kwam Het Hypotheekbankbedrijf In Nederland Het HypotheekbankbedrQf in Nederland is in het algemeen op gezonde grondslagen georganiseerd en heeft zich in de ruim vijftig jaren van zQn werkzaamheid terecht het vertrouwen van het publiek kunnen verwerven. Zelfs in de enkele gevallen, waarin door betreurenswaardige handelingen van het beheer van een paar Instellingen dat vertrouwen tijdelijk dreigde verstoord te worden, heeft de spoedige recuperatie van de betrokken instellingen bewezen, dat ondanks betrekkelijk groote verliezen, de kern van het bedr(f niet aangetast kon worden. Hoe paradox het ook moge klinken, een feit is het, dat de bedoelde tegenslagen die ik niet nader behoef te preclseeren veeleer moeten strekken om het vertrouwen in het bedrijf te verhoogen. Een bezwaar is er echter tegen het hy potheekbankbedrijf in Nederland, nml. dat er te veel hypotheekbanken zijn. Volgens het Jaarboekje van de Vereeniging waren er 31 December 1918 vijftig in het binnenland werkende hypotheekbanken meteen uitstaand bedrag aan pandbrteven van f 558 miUloen. Hiervan waren 2 (de Nationale en Rotterdamsche) met een pandbrieven-omloop van meer dan 40 millioen elk, 2 met een omloop tusschen de f 30 en f 40 milioen en 4 met een omloop van f 20 a f 30 millioen, dus 8 banken met een gezamenlQken pand brieven-omloop van f 257 millioen, zijnde iets minder dan de helft van het totaal uit staande bedrag. Van de 42 overige hebben 11 een pandbrieven-omloop van meer dan 10 en minder dan 20 millioen gulden en te zamen ca. f 149 millioen. Blijft dus voor de resteerende 31 banken een omloop van ca. f 152 millioen of gemiddeld nog geen f 5 mil lioen per hoofd. Meerdere concentratie, die tot vereenvou diging en kosten-besparing leidt, schijnt bij dit bedrijf daarom gewenscht te zfjn. Trou wens in de laatste jaren is men in die rich ting reeds eenigszins werkzaam geweest en zfjn een paar kleinere hypotheekbanken met grootere zusterinstellingen geamalgameerd. Bovendien bestaat sedert 1906 eene Ver eeniging van Directeuren van Hypotheek banken," die, ten doel heeft, de gemeen schappelijke belangen der hypotheekbanken in Nederland te bevorderen. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door onderlinge bespreking en regeling van onderwerpen, betrekking hebbende op het hypothecair credietwezen. Sedert 1915 geeft deze Ver eeniging eenjaarboekje uit, waarin een aantal gegevens omtrent de hypotheekbanken in overzichtell]ken vorm ook voor niet onmlddellQk belanghebbenden worden gepubliceerd en onderwerpen, op het bypotheekbedr|f betrekking hebbende, behandeld worden. Daarnaast worden door de leden in de Ver gaderingen der Vereeniging herhaaldelijk onderwerpen besproken, die meer met de techniek van het bedrijf verband houden en waarvan uit den aard der zaak slechts zelden iets naar buiten uitlekt. Een enkele keer schQnt het bestuur der Vereeniging het wenschel|k te achten, het in hare vergaderingen behandelde ook ter kennisse te brengen van het groote publiek, met de kennelijke en alleszins te rechtvaar digen bedoeling om dat publiek in te lichten omtrent de bQ dat bedrijf gevolgde en te volgen algemeene gedragslijn. BlQkens een dezer dagen in het Weekblad In en Uitvoer" opgenomen Verslag werd den Sisten Januari eene zoodanige vergade ring van de Vereeniging gehouden, naar gemeld wordt, ter bespreking van de vraag of het thans gewenscht is tot de uitgifte van 5' 2 pCts. pandbrieven over te gaan, de zin, telkens weer van voren af aan be ginnende, voor min geest: Een kraai vloog naar een steen toe, die er als een stuk vet uitzag, en dacht: misschien is hier iets smakelijks. Daar nu de kraai niets smakelijks vond, vloog zij voort. Gelflk de kraai, die den steen naderde, zoo verlaten wij wfj, de verzoekers den asceet Gotama, daar wij het welbehagen in hem verloren hebben". En het bseld van den steen, die er uitzag als een stuk vet, groeit in mfjn hersenen in het ontzaglijke. Ik loop door een uitgedroogde rivierbed dingen raap gladde kiezelsteenen op. Grijsblauwe, doorspikkeld met schitterend stof, waar ik over nadenk en nadenk en waarmee ik toch niets weet te beginnen, dan zwarte met .zwavelgele plekken als de tot steen ge worden pogingen van een kind, om plompe, gespikkelde sala manders na te bootsen. En ik wil ze ver van m Q wer pen, die kiezelsteenen, maar telkens vallen ze uit mijn hand, en ik kan ze niet buiten het bereik van mijn oogen brengen. Alle steenen, die ooit in mijn leven een rol gespeeld hebben, duiken rondom mij op. Zoo gaat het voort in n schitterenden climax, tot die eigenaardige halfslaaptoe stand opgewekt is, die komatoestand ge naamd wordt en hier door auto-suggestieve post-hypnose verkregen wordt. En ik kan die stem maar niet kwijt raken. Al breng ik daar ook honderdmaal tegen in, dat alles immers van ondergeschikte beteekenis is; dan zwQgt zQ wel een klein poosje, maar ontwaakt daarna ongemerkt weer en begint hardnekkig opnieuw: goed, goed, het kan wel z|n, maar het is toch de steen niet, die er als een stuk vet uitziet. Langzaam begint zich een ondraaglijk gevoel van hulpeloosheid van mij meester te maken. Hoe het verder gegaan is, weet ik niet. Wie is nu ik", wil ik plotseling vragen, maar ik bezin mij, dat ik immers geen maar blijkbaar nog meer, om een program van actie op te maken voor de wfjze, waarop het bedrijf onder de tegenwoordige omstan digheden geleid behoort te worden. Evenals zoovele andere takken van bedrijf, hebben de hypotheekbanken den invloed van den oorlog ondervonden. Voor haar heeft de algemeene toestand sedert den oorlog en in het onmiddellijk daaropvolgende jaar gun stige, zoowel als ongunstige factoren opge leverd. De aanzienlijke stijging van de waarde van onroerend goed heeft uit den aard der zaak ook die der onderpanden, waarop de hypotheekbanken hypotheken verstrekt hebben, belangrijk verhoogd en daardoor de zekerheid voor de door haar uitgegeven pandbrieven versterkt. Voor een deel heeft de waardevermeerdering van onroerend goed ook geleid tot verkoop van bezwaarde eigendommen met den aankleeve van dien, dat millioenen aan hypotheken blnnenstQds afgelost zfjn, hetgeen wederom voor de hypotheekbanken extra-baten opleverde in boete voor vervroegde aflossing en afsluit-' provlsiën voor herbelegging der aldus vrij gekomen gelden in nieuwe hypotheken. Aan deze waardevermeerdering van on roerend goed is echter ook eene schaduw zijde verbonden, nl. dat het lang niet zeker en zelfs onwaarschijnlijk is, dat die hooge waarde op den duur gehandhaafd zal kunnen blijven en dat daardoor nieuwe hypotheken, afgesloten op de basis van de oogenblikkelflke hooge prijzen van onroerend goed, in de toekomst wel eens zouden kunnen blijken onvoldoende gedekt te zfjn. De Ver eeniging xiet dit blijkbaar ook in en daarom is het te waardeeren, dat zfj in haar com muniquévan de vergadering een note of warning laat klinken. Daarin wordt o.a. gezegd: De onroerende goederen hebben in den laatsten tijd een rfjzing ondergaan, die zeer abnormaal is. Wat de reden hiervan is, behoeft niet te worden onderzocht. Het geval bestaat en moet zeer ernstig door de directeuren van hypotheekbanken onder de oogen worden gezien. De gelden worden op langen termfn uitgezet en in aanmerking genomen die abnormale rfjzing, wordt de zekerheid geringer dat na verloop van den termijn, waarvoor de gelden zijn verleend, de vordering zonder angst te verhalen is. In de jaarvergadering der Vereeniging in 1912 gehouden werd de aandacht gevestigd op het groote gevaar, hetwelk toen dreigde uit de gestadig rijzende waarde der lande rijen, en in de laatste jaarvergadering werd er op gewezen, dat de koopprijzen van on roerende goederen in zeer belangrijke mate bleven stijgen en daardoor thans een hoogte hebben bereikt, welke voor de voorzichtige uitoefening van het bedrijf een zeer groot gevaar mag heeten. Scheen de toestand in 1912 precair en stemde hij niet alleen tot nadenken, doch maande hQ ook tot voorzichtigheid, thans is dit in veel hoogere mate het geval." De consequentie, die uit deze volkomen duidelijke omschrijving van den tegenwoordigen toestand moet getrokken worden, is, dat deze toestand moet leiden, zooal niet tot eene geheele stopzetting van het bedrijf, tot eene groote beperking bf het sluiten van nieuwe hypotheken, waarbij niet de momenteele abnormale prijzen, maar die van normale tijden tot grondslag moeten dienen. Blijkbaar is dit ook de meening van vele leden der vereeniging, die het op het oogenblik het meest geraden voorkomt, de zaken niet te veel uit te breiden". Tot zoover ga ik geheel accoord met het communiqué, maar daarnaast wordt daarin het oude stokpaardje weder bereden, waarbfl hoog wordt opgegeven van dem eerdere voor treffelijkheid van pandbrieven boven Staats-, Provinciale- en Gemeente-obllgatiën. Deze meerdere voortreffelijkheid wordt gebaseerd op de omstandigheid dat pandbrieven in de laatste jaren in lange na niet zoozeer in koers achteruit gegaan zijn als de andere genoemde fondsen. Voor een zeer klein ge deelte is deze voorsprong te danken aan meerder vertrouwen in pandbrieven boven Staats-, Provinciale- en Gemeentelijke obligatiën. Voor verreweg het grootste deel orgaan meer bezit, waarmee ik vragen zou kunnen stellen; dan ben ik bang, dat die dwaze stem weer ontwaken en opnieuw het eindelooze verhaal over den steen en het vet beginnen zal. En daarom wend ik mij af. Overwonnen is hQ dus nu, door zijn eigen geschapen woord-mantram, gedachteelementaal; hij laat zich beheerscht overwinnen in tegenstelling met Goethe's Zauberlehrling, die door onwetend heid, door het vrijgeworden machtswoord overweldigd wordt. Wanneer op blz. 10 (v. d. vertaling) bij den overgang uit een tweeden schakel-toe stand waarvan de bewustzQnsdremp e l s ) merkwaardig mooi zijn gemoti veerd de toestand van daghewustztjn weer dreigt in te treden, is weer dadelijk de droom-suggestie daar, om hem in koma toestand te houden. Evenzoo op blz 18 waar een logische gedachtegang hem tot het dagbewusUQn dreigt terug te voeren: Toen had ik een gevoel, alsof ik heelemaal niet aangevat had; ik greep de cas sette: hetzelfde gevoel. Alsof mQn tastzin een langen afstand vol diepe duisternis moest doorloopen, voor hQ in mijn be wustzijn uitmondde, alsof de dingen door een tijdsruimte van een jaar van mij ver wijderd waren en tot een verleden behoor den, dat mij al lang voorbij was gegaan l" De stem die naar mij zoekend in de duisternis dwaalt, om mij met den vetti ge n steen te kwellen, is mij voorbQ ge komen en heeft mij niet gezien. En ik weet, dat zij uit het rijk van den slaap afkomstig is. Het sleutelwoord van den gansenen droom is ook weer de verlosser, want zoodra het weer in z'n zelfde suggestieve verband wordt uitgesproken, wordt de oude lijn van waaktoestand weer opgevat en treedt het dagbewustzijn in. (blz. 249) Ik val. Mijn bewustzijn verdooft. Nog in den val grijp Ik naar het vensterkozQn, maar ik glijd af. Geen houvast. De steen is glad. Glad als een stuk vet. Besluit als een stuk vet! NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP MotordienstvanTetenbiirg DAGELIJKSCHE MOTORDIENST UTRECHT LEIDEN DEN HAAG DELFT Vleutenscbeweg. Utrechtsclieveer26. FynjrikadiG. DouttuininS VIGE-VERSA echter is de daling van laatstgenoemden het gevolg van het voortdurend enorm aan bod van nieuw fonds, dat de vraag verre overtrof, terwQl pandbrieven door min of meer belangrijke aflossingen en inkoopen ter beurze voortdurend gesteund werd en nieuwe uitgiften b-perkt bleven. Terwijl toch de Nederlandsche Staatsschuld sedert 1914 meer dan verdubbeld is, steeg het uit staande bedrag aan pandbrieven van de gezamentlQke hypotheekbanken van 1914 tot einde 1918 met nog niet ten volle 10 pCt. Blijft echter het rendement van eerste klasse ? beleggingswaarden stQgen en dientengevolge de koers dalen, dan zullen zich pandbrieven aan dien invloed evenmin kunnen onttrekken. Ook deze papieren worden beheerscht door de wet van vraag en aanbod. Ook al neemt men aan, dat beleggers om verschillende bijkomstige redenen zich met een ietwat lager rendement van pandbrieven dan van Staatspapieren willen tevreden stellen, wan neer dat verschil te groot wordt, zal van zelf aanbod van pandbrieven volgen en wel in grootere mate dan door de interventieaankoopen kan geabsorbeerd worden. Men make zich er tóch geene illusie van, dat tot eenigszins noemenswaardige bedragen pandbrieven zullen gekocht worden op een 5 pCts. basis, zoolang andere eerste klasse papieren op een 6 pCts. en zelfs hoogere basis kunnen verkregen worden. BQ detegenwoordlge constellatie van de belegglngsmarkt zullen ook pandbrieven op een niveau moeten komen, meer in overeen stemming met dat van andere eerste klasse waarden. De kwestie van meer of mindere soliditelt staat daar grootendeels bulten en daarom acht ik het onjuist, die bQ deprijsbeoordeeling zoozeer op den voorgrond te stellen. Intusschen is het m. 1. wel juist geilen van de Vereeniging, dat zQ de plaatsing van pandbrieven niet wenscht te forceeren door aanbieding van pandbrieven tot hoogeren rentevoet, ook omdat de plaatsing van noe menswaardige bedragen toch niet zoude slagen. De ondervinding, opgedaan bQ de jongste uitgiften van 6 pCts. provinciale en gemeentelijke leeningen, heeft zulks vol doende bewezen. Mede omdat, wegens de in het commu niquégeschetste redenen, aan r*e plaatsing van hypotheken bfj de tegenwoordige con stellatie van de markt voor onroerende goederen groote en eigenaardige gevaren verbonden zijn, dienen de hypotheekbanken daarom haar heil te' zoeken in beperking van het bedrijf. Ongetwijfeld zullen zij dan later bQ terugkeer van meer normale toe standen daarvan de vruchten plukken. J. D. SANTILHANO DEN MAAG WARMOND PADOX HOUTBOUW KANTOOR: FREDERIKHENDPIKLAAN SS BUREAU ARCHITECT: PARKSTRAAT 07 LEVERT DE/VERLANGD IN ZEERKORTEN TUD ALLE HOUTCONSTRUCTIE/ AL/ -" PADVINDER/HUIZEN "" KENNEL/ FABRIEK/BOUW KIO/KEN-WINKEL/ CATALOCU/OPAANVRAAC Dat is desteen, die eruit ziet als een stuk vet. De woorden gillen mij nog in de ooren. Dan richt ik mfl op, en moet mij bezin nen, waar ik ben. ik lig in bed en logeer in een hotel. Ik heet In 't geheel niet Pernath. Heb ik dit alles slechts gedroomd? Neen l Zoo droomt men niet. Ik kijk op de klok: Nauwelijks een uur heb ik geslapen. Het is half drie. Het geheel past nauwkeurig in de nieuwe relativiteitstheorieën van Einstein, zoo als de lezer zal opmerken. Het relative tijds begrip naar een hooger vlak van existentie verschoven; b.v. naar de vier-dimenslonale wereld-(ruimte ?) Verder wordt nu om den droom gaande te houden, de hoofdpersoon in het vreemde ambacht van camee-snijder geprojec teerd, dus in de voortdurende onmiddelljke omgeving van steensoorten. De G o l e m verdient zeer zeker gelezen te worden, door allen die zich interesseeren voor eenig metaphysisch vraagstuk. Hij laat ons de geïncarneerde massapsyche van het Joodsche volk zien, in n breed gebaar «n toont ons de meest subtiele ziels wendingen van dit nog steeds uitverkoren volk, dat in zich de meest mystieke elementen en zielsverdiepingen bergt. Ieder nieuw aspect laat hQ als een persoon optreden, die ieder in zich het completeerend Golem-deel" draagt, en waaruit, op zijn beurt, de G o l e m weer samengesteld is. Voor den occultist tangeert deze studie de gebieden van het theorema der hoogere entiteit. Amsterdam WOUTER HULSTIJN 1) De Golem" door G. Meyrink vert. door J. Lourens, uitgave W. de Haan, Utrecht. 2) Gen. 2:7. En de Heere God had den mensch geformeerd uit het stof der aarde, en in Qne neusgaten geblazen den adem des levens alzoo werd de mensch tot eene levende ziel. 3) Joh 1:1. In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. Joh. 1:14 En het Woord is Vleesch geworden. 4) Z'e: Goethe's Faust 1. 5) Spatiëering van mfl. 6) Het woord is van Cati Du Prel.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl