De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 6 maart pagina 7

6 maart 1920 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

6 Maart '20. No. 2228 i i i i DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND LESJES VAN KERSCHENSTEINER De Hollanders komen nogal eens aan 't nieuwe toe nadat 't elders al oud Is gewor den. Zo hebben ze dan nu, 23 jaar nadat hq zijn her vormingswerk begon, Dr. Kerschenstelner ontdekt; onlangs is hq bq ons als schrqver aan 't woord gekomen, in een degelike vertaling, en nu gaat de spreker rond, om te vertellen van zQn Arbeltsschule. Na zqn eerste lezing, te Utrecht, was 't oordeel vrfl algemeen: 't is toch niet zo heel veel bijzonders, we wisten 't toch eigenUk al, 't is ook heel eenvoudig". Zo praatte men ook na de eerste lezing van Dr. Montessori. 't Gaat met de denkbeelden van deze mensen, bgzonder omdat zQ eenvou dig zijn, als met de melodieën van Schubert. Hoort men ze voor de eerste keer, o zeker, men heeft ren heel gelukkige gewaarwor ding, maar de melodie moest zo zij n, natuurlik is ze zo, en ze was er al sinds lang, we kenden 'm zelfs, en we zouden 'm morgen bedacht hebben als we haar niet Juist van daag hadden gehoord. Wat is de houding van Rembrandt met de baret van-zelf spre kend, de schikking en 't koloriet van Rafaëls Sposalizio. Het belangrijkste is eenvoudig, en daardoor heeft 't zoveel in, om het te vinden. Ia de wetenschap gaat 't ook zo. .Na een ontdekking xal menigeen merken dat hq zelf de zelfde waarheid tn zich had, maar om de waarheid te zien moeten wij er In geloren; en door 't geloofsgemis heb ben allen behalve de ontdekker de waarheld niet erkend" (Montessori). En zoo zien we nu in, dat we 't eigenlik ? allang wisten" van Kerschensteiner, In zover dus alweer een niet meer nodig les j*. Maar onze onder wij s mensen hebben toch n zinnetje wel goed gehoord? 't Zinnetje dat 't niet aankomt op 't van een ander verno men weten, n\aar op 't innerlike proces waarmee aibcid gepaard gaat, op het er arbeiten, het al arbeidende zich tot innerlik bezit maken. .wq wisten 't al," goed, zoals wij zoveel weten, terwijl wfl zo weinig in nerlik bezitten; ook Kerschensteiners leer .nog niet, die we dan ook niet in praktijk brengen. Dit lesje kunnen we toch nog gebruiken. Kerscher.stelners komst is dus niet helemaal overbodig geweest. ?«* In zqn eerste voordracht vertelde hQ niet hoe 't mogelijk was geweest dat hq in een grote gemeenschap als destadMUacheneen onderwqshervormlng in praktijk bracht. Wij zijn hier te lande al zo lang aan 't hervor men met de mond en met de pen, maar niet met de daad, en 't onderwijs komt er maar weinig mee vooruit. Bq ons kan dat ook niet, want er is geen eenheid noch in de administratie noch in de leiding. Is er zelfs wel leiding? Maar er is verschei denheid van organen die er wat over te beweren hebben. En dat is ongeveer zo ingericht als in oud-Japan. Doeff, kommandant van de enige Nederlandse vlag die van 1810 tot '13 op de wereld wapperde, beschrijft 't zo aardig. In oud-Japan deed nooit een amtenaar iets. Want deed iemand iets dan was, bq 't geldend systeem van achterdocht, altqd een ander orgaan present om 't doen, vóór dat 't gedaan werd, onge daan te doen blijven. De actie verstijfde voordat zij begonnen was, door de stille kracht der altqd wakende achterdocht. In onderwijs-Nederland nu wordt elk doen on gedaan gemaakt doordat, bq 't geldend systeem van verdeeling der macht onder altqd wakende medemachthebbers, een ander orgaan present is om 't doen ongedaan te doen blijven. In 't oud-hollands zou men gezegd hebben dat er altqd een klaar staat om in andermans bordje te spugen. In Nederland zouden ook wel onderwflshervormingen mogelik geweest zijn en er zouden ook wel personen bekwaam voor gebleken zijn, maar dan hadden ze als Kerschensteiner, behalve zijn vastheid van inzicht en zijn helderheid van oordeel, de bevoegdheid moeten bezitten om hun hervorming op te zetten, in alle instanties te verdedigen, de tiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiii lllllllMIIiIIIIH'l 1789-1918 VI DE POPULAIRE HELD In den eersten tijd der Russische Revolutie verscheen in dit blad een plaat van Braakensiek, waarop Kerensky afgebeeld stond als de moderne Napoleon. Die vergelijking is in die dagen meer gebruikt. Mq lijkt zij onjuist. De held toch, die een oogenblik in Rusland het dictatorschap scheen te zul len bekleeden, speelt meer de rol van Mira beau. In hun beider optreden treft dezelfde tragiek van kortstondige glorie en lang ver guisd worden. Beide zqn velen eerst onver schillig of vijandig geweest, tegen Kerensky omdat hq niet tot de leidende partijen be hoorde, tegen Mirabeau om zqn particuliere leven. Maar zq hebben zich ondanks alles gemaakt tot de heerschers van een kort oogenblik, van beiden zullen wq blijven spieken als van mannen, die hun naam in veelbewogen tijden aan een tijdperk hebben gegeven. Voor kort, want rij waagden het 't onmogelijke op zich te nemen. Het on mogelijke, omdat het juist het eenlg mogeiqke was. Voor Mirabeau heeft de geschie denis reeds bewezen, dat wat hq wilde, het voorloopig biqvende resultaat van de geheele ontwikkeling zou zqn; ik sprak hier zl eens het vermoeden uit, dat dit ook, na Lenln, met Kerensky het geval zal zqn. Maar de mensen is zoo, dat hem eerst met geweld den stokslagen moet zijn elngeprügelt", dat wat hq wenscht onverwezenlijkbaar is, om dat hQ met andere menschen moet samen werken en in elk ideaal nu eenmaal altqd veel illusie steekt. Kerensky en Mirabeau, zq hebben hei ge probeerd om uit alles wat gistte en kookte in hun land dat te grijpen, wat zq met vervoorultziende blik als het blijvende hadden ge zien. Van den eerste kan ik helaas niet bepalen of het kracht of zwakheid was. Immers zoo'n houding kan steunen op vree s voor het radiultvoering te leiden, en hun eigen toezicht te zqn. Hq was wethouder n rqksschoolopziener. Ziedaar .'t geheim, en voor ons het tweede lesje. * . * Dr. Kerschensteiner deelde in antwoord op een vraag mede dat de Münchense on der wQzers hebben medegewerkt, maar dat hq hun ook de gelegenheid gegeven heeft zich voor de nieuwe opvatting der onder wijstaak te bekwamen. Er wordt van de onderwqzers in Nederland veel nieuws ver langd. Maar deze groep intellektuelen is van het 14e jaar af uit de kring der gewone mensen afgekloosterd, en, door een stelsel dat vernuftig zou moeten heten als 't niet door onverstand en achteloosheid was ont staan, zo veel mogelik ongeschikt gemaakt om zich zelf verder met eerste-hands-kennls te ontwikkelen en in aanraking te komen met hen die zulk een ontwikkeling kunnen bevorderen; desondanks wordt voor onze onderwqzers niets gedaan om hun eminente latente krachten tot ontluiking te brengen. Dat heeft Kerschensteiner wel gedaan. Er Is onderwqsgelegenheid nodig voor volwas senen. In 't belang van de hele volksont wikkeling in de eerste plaats voor die vol wassenen aan wie de hoogste eisen gesteld, onze tederste belangen toevertrouwd worden en voor wie 't minst gedaan wordt om 't hun mogelik te maken dat zq aan hun roe ping beantwoorden: tegenover de onderwq zers hebben wq de grootste schuld. Wq moeten dankbaar zqn dankbaar in de zin der Arbeitsschule, dankbaar dus met de daad voor dit derde lesje. ? .' Binnen een maand is twee maal geschied wat in meer dan een eeuw niet nmaal gebeurde- Groote virtuozen hebben op ons verlangen het land af gereisd, jaar op jaar, van het wonderkind Mozart tot 't wonder kind Partos. Grote opvoeders hadden wq hier niet nodig. Muziek kun je niet uit ren boekje lenen. Maar de opvoeding wel. Nu hebben de jongste en de oudste der ver enigingen die de volksopvoeding behartigen, de Montessori/erenlglng en 't .Nut", met elkaar verdlenstelik gewedijverd. Wat Pestalozzi voor de school gedaan heeft: dingen uit 't volle leven in de school brengen, dat deden die organisaties voor de opvoedkun digen: zq vertoonden ons 2 paedagogen uit de verre, rijke wereld, die bewezen dat men over onderwijs kan spreken zonder vervelend te zqn, zelfs meeslepend erover spreken kan. Wie volgt nu enkele leerlingen van Pestalozzi na, die de school uit haar huisje haalden en in 't voll* leven, in tuin en veld en bos brachten ? Wie brengt ons, Neder landse onderwijsprovincialen, in die rijke verre wereld daarbuiten, wie doet ons in de leer bq Stanlry Hall in Amerika, bij de Werkers Educational Assoclation in Enge land, bq Montessori, bq Kerschensteiner, in de Deense volkshogeschool? Dat zouden nog eens aanschouwlngs-lesjes zqn waar we wat aan hadden. Wie stuurt ons uit op zulke lesjes? Dr. E. BONEBAKKER lllllllllllllliliiii HET VREEMDE-TALEN VRAAGSTUK Werd reeds van vele kanten bekeken het vraagstuk: Fransch al dan niet op de lagere school? Toch naar het wil voorkomen geschiedde zulks te weinig uit een praktisch oogpunt. Ongetwijfeld, wie Fransch moet leeren, doet verstandig er vroeg mede te beginnen. Maar voor hoevele Nederlanders is kennis van die taal van belang ? Ziedaar, m.l. de eigenlijke vraag; en wel een vraag, welke schrqver dezes meent te kunnen be antwoorden wegens zijn lang leven, veel vuldig omgaan met vreemden en voort durend verblijf in het buitenland. Dat lange leven stelde in staat mede te maken en te overzien wat men kan noemen: de evolutie van het Fransch in Nederland. Met fransch komt men de wereld door" zong men uit volte borst tegen het midden der negentiende eeuw. Het teeken van een fat soenlijk Nederlander was toen dat h( Fransch kon spreken. Men nam Fransche of Z wit sersche bonnes om de kinderen reeds vroegtijdig aan die godentaai te gewennen; sprak daarom ook Fransch in den hulseiqken kring. En geen kind kon ouders, ooms of tantes grooter genoegen doen dan hun Fransche brieven te schrijven! Haast geen andere taai werd gelezen;lndetoonkasten der boekverkoopers zag men enkel miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiniii cale en kan ook getuigen van enorme moed. Want het is ontzaglijk veel moeilijker om te blijven staan In een voortbruischende golf, omdat men even verder het strand ziet, waar zq zal breken en terugrollen, veel moeilijker dan zich m-t die golf mee te laten voeren. Dat ontneemt zoo heel veel radi cale politici de schoonheid van hun ultravrijzinnigheld: het is een wedloop om de voorste te blijven in d- oogen der menigte l Mtrabeau heeft dit echter nooit getoond. Met zijn zware gestalte en zijn groot hoof J, zijn wanstaltige kop, grooter nog door zijn haardos, stond hq eerst in de voorste rijen, toen het oude moest vallen en meedoogenloos trof hq al wat vergaan was. Maar hij zag ook de niet vermolmde balken, waarmee het gebouw z >olang moest blijven ge schoord totdat met behulp van dat goede ttmmerhout het nieuwe kon worden opgetrokken. Niet hq zou de schuld dragen als alles werd neergehaald en het dak op desloopers zelf zou neerstorten l Hij heeft daardoor de spot en hoon van s ij n vroegere radicale medestrijders gedragen, en alleen de dood heeft verhinderd, dat hij ook zijn populariteit bq de menigte had verloren. Maar het wantrouwen en de laster hebben doorgewerkt en al wat er vuil in hem was, is opgehaald en aan gedikt, toen hq reeds als eerste onder de?beroemde Zonen van het vaderland" in het Pantheon der re volutie was begraven. ZQn lijk is zelfs niet met rust gelaten en uit dit heilsgrond weggehaald. Helaas er was zooveel vuil dat opgehaald kon worden. Geen zonderlinger jeugd dan van dezen edelman-burgerafgevaardige. Ge boren in het gepassioneerde Zuiden van Frank rijk heeft hq zqn eerste indrukken van huise lijk leven gekregen van een geleerden en strengen, maar echt 18e eeuwsch rationalistischen vader, die met zijn moeder een echtscheidingsprocrs voerde, dat met de vermogensbelasting 15 jaar duurde. Het kind werd natuurlek heelemaal verwaarloosd: hij kende niet anders dan schandaleuze liefdes geschiedenissen. Totdat hq het, na ontzaglijke de welbekende gele kaften van Fransche romans. Het was daarentegen volstrekt geen schande, geen Engelsch of Duitsch te kennen. Zelfs was behalve in koopmanskringen Engelsch een geheel onbekende taal. Trouwens Frankrijk beheerschte de wereld. Napoleon de derde was het orakel van Europa, onze koningin Sophla eene Wurtemburgsche trok telkens naar St. Cloud of Compiegne; koning Willem III beschermde de Fransche kunst, vooral de artiesten; en het is geen geheim dat in 1870 de sympathie voor Frankrqk ten onzent lögroot was, dat het weinig scheelde of... Toen kwam de ontnuchtering; de terug slag voor Fransche bevlieging, kwam afkeer in de plaats van het Fransche gedoe. Daaren boven daalde bedenkelijk het peil der Fran sche letterkunde. Zelfs de Revae des deux mondes, kon men niet langer open op tafel laten liggen in huisgezinnen met aan komende dochters l Fransche brieven schrij ven geraakte in onbruik, even als Fransch spreken, behalve wellicht in Haagsche kringen. Zelfs de woorden papa en mama werden Taboe. Voorloopig alleen bq de .deftigheid". Schrqver dezes herinnert zich nog levendig hoe op een spoor' egperron een juffrouw luide haar ongenoegen te kennen gaf, toen zq kin deren1 van beteren stand hunne ouders als vader" en moeder" hoorde aanspreken. Wat aanstellerige menschen!" zelde zq tot hare dochter. Bij burgerluld jes heerschte dus blijkbaar nog het geloof aan de almacht van het Fransch. Het is dit geloof aan de almacht van het Fransch, dat aan die taal zooieer bet over wicht heeft gegeven bq onzeschoolopvoedlng. Indert|d was zulks gerechtvaardigd. Maar nu? Is Frankrqk nog wel een mogendheid van den allereersten rang? (Want van eene Fransche overheersching is heelemaal niet meer te sprekenl) Werd het Versailler ver drag niet behalve in het Fransch, óók in Engelsch opgesteld, en daardoor duidelijk te kennen gegeven dat het Fransch niet neer is de diplomatieke taal b| uitnemend heid ? Beraadslaagden niet de raad van vier in het Engelsen? Dat Tittoni wél Fransch, doch geen Engelsch kon spreken, is Itali leelqk opgebroken. Had de man direct, zonder tolk, met Wilson kunnen onderhandelen, het Adriatische vraagstuk ware anders opgelost! Trouwens zelfs in vroeger eeuwen is het Fransch geenszins zoozeer de taal der diplo matie of der hoogere kringen geweest, als men ons wel wil doen gelooven. De werke lijk internationale taal was het Latijn; aan het Fransche hof sprak men al naar mate de tijden Spaansch of Itallaansch. De Engelschman trouwens geneerde zich nooit: Naar mq van welingelichte, z(de verzekerd wordt, schrijven de Engelsche autoriteiten aan Nederlandsche dito's in elgi-n taal. Alleen het opschrift luidt in het Fransch Monsieur Ie ministre, wat ook het voordeel heeft alle titulatuur-twisten te voorkomen. Want Engelsch! Dat is de taal waarmede men heden ten dage de wereld rond kan komen. Geen overtuigender bewijs van de niet noodzakelijkheid Fransch te kennen, dan Engelschman en Amerikaan! Men vindt deze in alle werelddeelen, op de hoogste bergen, en in de diepste dalen, en overal wisten zij de inboorlingen hun taal op te dringen l Niet de minste moeite geven zq zich dan ook meer eenige taal, zelfs niet het Fransch, aan te leeren. Zoo ontmoette schrqver dezes onlangs een vele jaren in Fransch Zwitser land gevestigden Brit, die zelfs niet het Fransche woord voor Salad wist! En... ik benfjdde den kerel! Niet, omdat hq geen Fransch kende want dagelijks geniet ik van die taal, de mooiste, helderste van alle moderne talen maar omdat deze Engelschman de snelvoorbijgaande jaren der jeugd zoodoende op zooveel prettiger- (en nuttiger) wqze had mogen doorbrengen. Ieder weet hoe groot gewicht bij de Engelsche opvoeding gelegd wordt op lichaamsspelen.En men moet kiezen: óf de jeugd vol pompen, zoodat de jongeling wordt een wande lende encyclopedie, of lichaam en geest harmonisch ontwikkelen. En aangezien nu eenmaal ons lichaam zeer behoorlijke afmetingen heeft, vele gewrichten en spieren, eischt die lichamelijke ontwik keling veel tijd. Wat was het lichaam van dien Engelschman veel beter getraind dan het mijne, en hoe kan men zulks nog op dien hoogen leeftijdduideUkbespeuren! Engelschman en Amerikaan, in het alge meen gesproken, hebbtn geen Fransch van noode. Een, die met Frankrqk handel drqft, iniiiiiiiiiiiiiimii verkwistingen, naar zqn vaders zin te bont maakte en deze de beruchte lettres de cachets" (vaak blanco uitgegeven, door den koning bezegelde bevelschriften tot gevan genneming) te hulp riep, om zijn eigen zoon te Vincennes op te sluiten. Alles van adelsheerschappq en 't ancien régime heeft hq dus wel ondergaan! Zonderling was het ook hoe hq populair werd vóór de revolutie: door zijn zelfverdediging in zqn eigen echt scheidingsproces! Daarop heeft hq lange jaren in het buitenland rondgezworven en Indrukken verzameld, die zijn ijzersterk ge heugen altqd in herinnering hield. Daar, bulten zqn eigen vaderland, leerde hq den derden stand kennen in wat zq wezen kon: Engeland en Holland waren daar groot door geworden, in Piulsen vormde hq de steun van de grootsche plannen van koning F re der i k IL Toen kwam de Revolutie. Zqn geschriften van vroeger en van het voorjaar van 1789 hadden hem een grooten naam verworven, maar hem bq de adel onmogelijk gemaakt. Zoo vaardigde de burgerij van Alx enMarsellle deze Comte de Mirabeau" af, die in zijn grillig particulier leven meer dan iemand een edeltian van het 18e eeuwsche Frank rqk was. En dat was men in het schandalenbeluste Parqs niet vergeten: toen h| voor het eerst in de Staten Generaal het spreek gestoelte beklom, heeft men tot driemaal toe hem belet te spreken. Dat was geen representant der deugdzame burgerij! Een maand later nog is het alleen de uitdruk kelijke eisch van de tribune (het volk genoot reeds van dezen krachtmensch, die zoo raak kon zijn), waarom men hem het woord gaf. Hq ziet dan echter reeds zfln weg: Zfl maken mq niet bang", getuigt hij van die medeafge vaardigden, in acht dagen zult gfj mq sterker dan ooit zien. Zij zullen wel bij mq moeten komen, wanneer zq dreigen omver geworpen te worden door den storm, dien zq hebben ontketend... Maar die imbecillen, die ik te veel veracht om ze te haten, ik zal ze redden, ondanks hen zelf." Dat was DE EX-KEIZER Teekentog voor ,de Amsterdammer" van Qeorge van Raemdonck De wereld is zoo groot .'en nog "vinden zq geen plaatsje voor hem IIHIIIIIIIIIIllllllllMlIlllllllllllllllllltlllllllllllllllllIlllllllltll natuurlijk wél; een die zich op de hoogte wil houden van de wetenschappen, eveneens. Maar welk een klein percentage maken dezen uit l En hetzelfde geldt voor andere vreemde talen. Bijv. voor het Duitsch. leder moet voor zich zelf beslissen hoevele en welke vreemde talen hq noodig heeft. Voor sommigen is zulks vél noodig. Toen men Bismark een jongmensch aanbeval voor eene diplomatische betrekking van wege diens groote talenkennis, antwoordde die staats man unverfroren: Laat het jochie portier worden in een hotel! Voor zoover de Nederlander portiersof commissionair diensten vervult, is zeker voor hem veler talen kennis dienstig. Maar de zulken vormen slechts een klein percentage van onze geheele bevolking. Daarvoor late men ten onzent ieder vrijl Hoogstens worde een Nederlander verplicht n vreemde taal te leeren. Al naarmate woonplaats nabij oostelijke of zuidelijke grens, zal zulks dan Duitsch of Fransch wezen. Zeer weinige zullen dan Fransch kiezen. Onze verbintenissen met het Zuiden krimpen steeds in. Ook die Zuidelijken ze l ven zien meer en meer naar elders. Hoe weinig niet voelde Frankrijk na den oorlog behoefte aan onzen steun ? welk een gering gebruik werd gemaakt van het millloenen-credlet, dat de Nederlandsche regeering ter beschik king stelde; hoe aarzelend werd aangenomen de hulp onzer technici! Openen wq de oogen voor de werkelijk heid. Het centrum der wereld heeft zich de taak, die hq op zich zou nemen, een jaar later: de burgerstand, en daarmee de revolutie zelf, te redden ondanks de revo lutionairen zelf! Eerst heeft hq ijverig meegeholpen de absolute monarchie alle gezag te ontnemen. In de Kaatsbaan was hq een der woord voerders en in de Koninklijke zitting is Mirabeau opgestaan tegen den Ceremonie meester en daarmee tegen den vorst zelf. j Dan vooral komt zijn taak bq het ontwer- j pen van de grondwet. In vele opzichten week deze af van wat de uiterste linkerzijde hoopte en verwachtte: Mirabeau wilde de juiste maat houden en predikte steeds niet alles in eens te willen. BIJ geen partij sloot hq zich aan, hq stond op zich zelf. Onder hen die de adel op sllnksche wq ze toch nog de oppermacht wilden doen behouden, vond men hem niet: hq doorcag hun streven en was tegen het twee kamer-stelsel. Maar de extreme gauche", die op een verkapte re publiek wilde afsturen, speelde hq niet in de kaart. De Koning moest het absolute veto hebben, niet het suspensievë6f hq moest met dit laatste het recht van kamerontbinding bezitten. Wanneer men het Koning schap handhaafde, behoorde Het ook eenlge beteekenis te hebben. Evenmin werd hq ? gedreven door klaasegeest, gelflk zoovelen der bourgeoisie, die opnieuw n stand be voorrechten wilden, maar hq begreep ook, dat een republiek met volstrekte volkssouvereiniteit nog niet kon worden ingevoerd, n omdat breede lagen van het volk daar voor niet rijp waren, n omdat te velen van de omstandigheden zouden gebruik ma ken om hun Invloed ten koste van ande ren te vergrooten: in de wet vastgelegd zou zq toch een doode letter blijven. Zoo werd Mlrebeau, die eens door de absolute monarch in zfln willekeur zijn vrflheld had verloren tusschen de muren van Vincennes, de kampioen voor het koningschap. Maar een koningschap, dat zijn onbeperktheid door eene uitvoerbare grondwet had ver loren. Een goede staatsman houdt rekening verplaatst. Onze verbindingswegen loopen van het westen naarihet oosten; Duitsch en Engelsch zQn thans voor ons, wat vroeger het Fransch was. En Duitsch kunnen wq vrq wel verstaan zonder het te leeren, terwqi zuiver schrijven en'spreken in den regel overbodig is. Het meest is dus aandacht te wijden aan het Engelsch. Ook wegens een bflzondere reden. Bij het voordurend groeien onzer bevolking zal het meer en meer noodig worden voor hoog n voor laag om een werkkring te zoeken in het buitenland. Dit kan slechts in ne richting: de overzeesche. En in alle landen door de zee bespoeld, wordt Engelsch gespreken, althans verstaan. De conclusie luidt dus: 1. Als verplicht leervak moet het Ftansch op de lagere school geschrapt worden. De kennis van. het Fransen mag niet langer gevorderd wórden als toegangsvoorwaarde voor H. B. S. of Gymnasium. 2. Op H. B. S. en Gymnasium worde de leerling vrigelaten in de keuze der vreemde talen, en slechts n vreemde taal verplicht gesteld. Alleen op deze wijze kunnen de overbelaste programma's verlicht worden, en komt er ruimte voor hetgeen broodnoodig is; lichamelijke en ethische ontwikkeling. Geenszins behoeft men daarom te vreezen dat het Fransch uit Nederland zal verdwijnen. Maar grootendeels xal dan die taal - even als weldra het Grleksch en het Latqn alleen meer om haar zelfs wille geleerd worden. En zoodoende ongetwijfeld grooter voldoe ning geven. Want enkel wat men doet uit vrqe keuze, uit eigen beweging, gedijt en draagt vrucht. R. P. J. TUTEIN NOLTHENIUS La Tour de Peilz (Vaud). iiiimiiiiimiiiimii IIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIII Nederl. Munt Holland» meest gewilde sigaar iiiiuiiimimmmiiiiiiii iiiiiiiiiiimiiiuiuMi met het idealisme aan de eene zQde, met de onvolmaaktheid en de gebreken van het menschdom anderzijds. Mirabeau is nog verder gegaan: hq heeft zich als dienaar verbonden aan den koning en het hof, en het geld, dat hq van zqn geheime diensten aanvaardde, is voor zqn tegenstanders een wapen geworden geiqk de Spaansche plstoletten van Oldenbarneveld. Openlijk minister zqn kon hq niet, of hq had de Constituante moeten verlaten; alleen door zqn woord in het parlement te strqden, begreep hq zelf, dat niet voldoende was tegen de hoflntriges rondom Lodewijk. En hoe verleldeiqk was het aan den vorst oprecht gemeenden raad te geven, voor het geld, dat zijn uitspattingen nog steeds zoo noodig hadden! Gemankelijk echter voor zqn vqanden om die raad niet betaald", maar gekocht" te noemen. Mirabeau voor wie niets onmogeiqk was (?impossible? ne me dites jamais cc béte de mot", antwoordde hq eens), die een bovenmenschelqke werk kracht bezat, was in staat in deze dubbele positie oprecht te biqven, zqn vqanden niet om, ondanks zqn lichtzinnigheid, dit te gelooven. Alleen de massa heeft hem ver troeteld tot het einde toe en geen indruk wekkender tooneel als de straat vóór zqn huls in de laatste dagen, toen z|n enorm lichaam kampte met den dood (April 1790). Een geweldige menschenmassa van de minst ontwikkelden, die zwqgend de berichten afwachtte van de ziekte van dezen graaf, de eenige die zijn titel behouden had ondanks alle afschaifing van standsvoorrechten. En meer beteekenend nog voor zqn kracht: de geheele hofkliek is er niet in geslaagd Lo dewijk tot emigreeren te bewegen zoolang MiraOeau leefde. Onmiddellijk na zijn dood is de koning voor dien aandrang gezwicht. Eén nieuwkomer machtiger dan honderden, die op de traditie steunen! Dr. H. A. ENNO VAN GELPER

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl