Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
13 Maart '20. No. 2229
POSTHUMA'S NALATENSCHAP
Teekening voor de Amsterdammer" van Jordaan
De Mortuls...
inttiiiiiimtmiiiiifiiiiMiiiiiMiiiiiMiii
TH.FBMtHvti.VMHOEO
Hofleverancier - Amsterdam
IJlLVUSTRAJkT 21fi -:- DLLEISPUIIEE 9
TEL NOS. 2040-1881 TEL Ho. 1793 Zuid
KOUDE EN WARME SCHOTEL
iiiiiimiiiimilimiliiirii
onaanzienlijkste werk verricht, beter gesa
larieerd is dan de door den staat aangestelde
wachters der wetenschap en kunst.
Nog kort geleden heeft de Berlijnsche
correspondent van de Neue Zürcher Ztg."
geschreven: Juist de dragers van de nieuwe
beschaving, de academisch gevormden, zijn
er het ergst aan toe. Hoogere ambtenaren
leven als vroeger een eenvoudig werkman:
een soep voor middageten, wat worst en
brood of groente en aardappelen als avond
maal. Het komt voor, dat de rector van een
gymnasium een deel van zfjnkarlgen inboedel
verkoopt om zfln bestaan te rekken." On
langs kreeg ik een brief van een Weensch
beeldhouwer, die met dete woorden eindigt:
Hier zit ik nu, hongerig en koud in mijn
onverwarmd en niet verlicht atelier en de
grootste ramp is nog, dat ik niet den moed
heb aan dit treurig bestaan een einde te
maken." Dergelijke brieven krijgen alle in
Zwitserland wonende bekende personen. Zoo
publiceerde kort geleden professor Forel in
de kranten een brief uit Weenen, waarin
een geleerde meedeelde, dat de gevallen
van zelfmoord onder intellectueelen schrik
barend toenemen.
Bij die persoonlijke ellende, die op de
werkzaamheid van den geest een belem
mer en den invloed heeft, komt nog de
algemeene ontbering, waardoor het beoefenen
van wetenschap en het voorzien in de
materieele behoeften van de intellectueelen
door staat en maatschappij, onmogelijk wordt
gemaakt. De groote schulden, die de staat
te dekken heeft, verhinderen hem geld voor
het beschavingswerk beschikbaar te stellen
en ook de zware belastingen, niet het minst
die op het vermogen, welke in de over won
nen landen op de burgers drukken, beletten
hen, die uitgaven te doen, die vroeger een
steun voor het materieele bestaan der intel
lectueelen waren.
De uitgeperste belastingplichtigen kunnen
zich niet meer in dezelfde mate als vroeger
de luxe van boeken, schilderijen, beeld
houwwerken, bezoeken aan schouwburg en
concert veroorloven en ifl zullen hun kin
deren niet die hoogere beschaving kunnen
meegeven, die zij zelven door hunne opvoe
ding hadden gekregen. Duizenden werkers
uit de wereld van kunst en Intellect zullen
daardoor broodeloos worden.
Zeer terecht zei de vroegere Dultsche
Staatssecretaris von Dernburg, toen hij de
nieuwe belastingplannen in het Berliner
Tageblatt" besprak: Het is duidelijk, dat de
bevordering van kunst, litteratuur en we
tenschap door den zwaren druk der belas
tingen wordt belemmerd. Natuurlek geldt
dit niet voor de zeer vermogenden, maar
voor de gemiddelde inkomens, die van
menschen, die zelf intellectueele beroepen uit
oefenen. Door de hooge belastingen zal het
koopen van kranten en boeken beperkt
worden, zullen kunstenaars hun werken niet
meer aan den man kunnen brengen, zullen
portretten en bustes niet meer besteld wor
den en jonge veel belovende krachten geen
beurzen meer krijgen, zoodat studiereizen
N.V. PAERELS
Meubileering Mu.
COMPLETE MEÜBILEERING
-: BETIMMERINGEN
:
Rokin 128 Telef. 4541 N
Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltll
naar het buitenland geheel achterwege zullen
blijven".
Dat Is maar al te waar. Vroeger konden
ook de onberriiddelden zich voor weinig
geld een kleine bibliotheek aanschaffen.
Tegenwoordig is dat niet meer mogelijk.
De beroemde Unfversalblbliotheek van
Reklam, waarvan vroeger elk deeltje 20
Pfennig kostte, kost nu 2 mark 40 pf. per deel;
de door Teubner uitgegeven serie Aus Natur
und Geisteswelt", is van l mark op 6 mark
per deel gestegen, de Inselboeken van 50
pfennig op 2 mark, enz.
In Weenen kost elk dagblad in plaats van
acht of twaalf heller thans 80 heller of een
kroon. Buitenlandsche kranten zijn alleen
voor fabelachtige prijzen te koop. Onlangs
stond in een Weensche courant een adver
tentie met het opschrift Buitenlandsche
couranten nu goedfcooper", waarin werd
meegedeeld, dat de Matln" (een blad dat
10 centimes kost) voor Kr. 2 40, de Temps"
voor Kr. 6.40 en een bekend Par(sch
humoristisch blad voor Kr. 23.60 (I) het
nummer te koop waren.
Aan een studiereis naar 't buitenland valt
niet te denken. Vroeger was het een ideaal
van lederen gegoeden Dultscher zoolang te
sparen, tot hij de voor zijn opvoeding vol
strekt noodzakelijk geachte reis naar Itali
kon doen. Vereenigingen en Maatschappijen
troffen maatregelen om van Weenen en
Berlijn uit heel goedkoope vacantlereizen naar
het buitenland mogelijk te maken, waardoor
zoowel arbeiders als studenten de gelegenheid
kregen, landen en volken te leeren kennen.
Van dit alles is voortaan geen sprake meer.
Ook de internationale vak- en
wetenschappelflke Congressen werden door talrijke
deelnemers bezocht. Dit alles kwam de
geestelijke ontwikkeling, de beschaving en
den vreedzamen vooruitgang ten goede. Voor
tientallen jaren, voor een eeuw misschien,
is dat nu onmogelijk geworden, want tegen
woordig kost elke buiienlandsche reis dui
zenden kronen of marken. En deze
vreeseIfjke terugslag op elk gebied moet wel tot
den ondergang der beschaving en de ver
wildering der zeden voeren.
Als een voorbeeld dier geestelijke ver
arming moge dienen de volgende bekend
makingvan professor Harnack, in zfjn qualitelt
van directeur van de Berlijnsche Staats
bibliotheek. 1. Buitenlandsche boeken en
tijdschriften kunnen niet meer gekocht
worden; de Staatsbibllotheek in Berlijn b.v.
kan met hare tegen woordtge inkomsten slechts
170 buitenlandene tijdschriften bekostigen
tegen vroeger 2300; meer dan een milüorn
mark zou zij noodig hebben om de tijdens
den oorlog verschenen nieuwe werken in
het buitenland te koopen, terwijl slechts een
tiende dezer som ter harer beschikking is;
2. de Dultsche wetenschappelijke tijdschriften
staan op 't punt van uit te sterven, daar de
uitgevers het risico niet meer kunnen dragen.
3. de universiteiten kunnen geen onder
steuning meer geven voor de uitgave van
afzonderlijke publicaties, en 4 de boeken,
met name de groote verzamelwerken, voor
namelijk op medisch- en natuurwetenschap
pen k gebied worden door het buitenland
opgekocht."
Iets dergelijks krijgt men uit Weenen te
hooren.In het .Zeitschrift derBücherfreunde".
schrijft de bekende beoefenaar der litteratuur
geschiedenis professor Castle: Opvallend
is de vermindering van het aantal
Oostenrijksche publicaties. De algemeene uitputting
en onverschilligheid, die ons er langzamer
hand toe gebracht heeft, dat wij met sto
jfjnsche berusting alles over ons heen laten
gaan, begint nu ook op de boekenmarkt
OELOF AITROE
Kalverstraat 1
- Opgericht 1850
TELEFOON 658 N
Paarlen, Brillanten
Goud, Zilver en Horloges
Uitsluitend eerste kwaliteit
TALENT EN VERWILDERING
Er is iets leerzaams te zien, in het Stedelijk
Museurn te Amsterdam. Een tentoonstelling
van schilderwerk van jonge schilders die
zich vereenigden tot een Hollandsche
Kunstkring."
Het is interessant en leerzaam, niet zoozeer
voor het groote publiek dat er maar van
de wijs wordt gebracht als wel voor
filosofen, psychologen, wyzen en psychiaters.
Men ziet de verwildering waarvan
wfj in de literatuur van Kloos en van
Deyssel de droevige uitingen hebben gezien,
nu hier In verf op doek.
Dit soort schilderwerk is reeds meer
malen te zien geweest. Ik zag het al
in 1913 in Berlfjn. Maar zelden was
het zoo schaamteloos, zoo typisch, zoo
ontzettend als b( deeze collectie in't Stedelijk
Museum. En dat is des te leerzamer en
merkwaardiger omdat er onder die verschrik
kelijke rommel, en die walgelijke kladderrj
enkele voortreffelijke stukken voorkoomen
van een jong, hoogst talentvol schilder.
De groote meerderheid der schilderijen
die de wanden van drie zalen vullen, zfjn
producten van zieke geesten, ruwe,
machtelooze, grof-sensueele uitspattingen van
wordt door 21.00O artsen erkend
als het beste versterkingsmiddel
voor Zenuwen en Lichaam.
liniiiimiiiMi
tijdelijk of blijvend verwilderden. Nog een
stapje verder en we hebben de vuilste
gemeenheid in vollen bloei. Dan moet
de politie er bij te pas koomen. Nu lijkt
het nog maar op een tentoonstelling van
aan schilder-manie lijdende
gestichtsbewooners. Ik heb eens een expositie gezien van
werk door erkend krankzinnigen. En dat was
volstrekt niet slechter dan dit werk van
Hollardsche zich voor gezond houdende schil
ders.
Het is noodig dit luiden stellig te zeggen.
Het is zeeker dat de meerderheid der be
zoekers die grove, kinderachtige kladwerken
heel leelrjk vind. Maar ze durven het niet
zeggen. Ze loopen er langs min of meer
verbouwereerd door deeze schreeuwende
rauwe kleuren en onzinnige of heelemaal
niets zeggende vormen vreezend voor
achterlijk en ouderwets aangezien te worden,
als re eerlijk zouden zeggen wat ze meenen.
Sommigen doen hun best hun natuurlijk
gevoel te onderdrukken en de dwaze theoriën
deezer verdoolde jonge menschen te volgen.
Zeer enkelen laten zich imponeeren door
de brutaliteit van dit leelfjke, en gaan mee
praten. Daarom moet ieder die eerlijk voor
zichzelvenerkentdathijdlesmeerselsafschuuwelfjk vind, het toch vooral onbeschroomd
zeggen. Er valt werkelijk geen moment aan
te twijfelen het isheusch wat het schijnt:
ontuchtig kladwerk, zonder eenige ver
dienste. Het is echt demonisch.
Er zQn naaktstudiën van een neegerin,
satanische oogen en hard-kleurige sieraden
op het totaal mlsteekende, ruw gesmeerde
naakt. Een nachtmerrie. Werk dat in de
termen valt om verbooden te worden. Kan
er werkelijk een fijngevoelig, beschaafd
mensen in Nederland zfjn die dit eerlfjk
mooi vind?
Nu leg ik allen leezers van dit weekblad
de vraag voor: wat zou het effect zijn geweest
in de periode van veertiende tot de twintigste
eeuw, als men een deezer wanproducten
had durven vertoonen aan de beste schilders
van ons zoo picturaal begaafd volk aan
Memlinc en van Eyck, aan Hals en
Rembrandt tot Tfls Maris toe?
Twijfelt iemand er aan of de maker zou
voor krankzinnig zijn gehouden?
En stel u voor, n zoo'n stuk op een
tentoonstelling, voor vijfentwintig jaar
zou niet elk bezoeker er alleen een spotlach
en een woord van ergernis voor oover hebben
gehad?
En nu?... nu loopen ze er allen omzichtig
langs, met een pfjnlijke trek tusschen de
wenkbrauwen en ze durven niet uitspreeken
wat ze denken. Men moest eens zeggen dat
ze niet met hun tijd meegaan.
Ik heb in deze expositie geruimen tijd op
een bank gezeeten en de gezichten be
studeerd der bezoekers, En ik kan het niet
helpen... maar het woord van verachting
aan het publiek door Multatuli werd mij
vergeefelfjker. Het is niet goed de men
schen te verachten... zeeker niet. Maar
acht wat zijn ze toch eigenlijk allen
onzelfstandig, en oneerlijk. Ik wist wat
er in die menschen omging ik zag het
op hun gezichten. Ze vonden het ontzettend,
maar ze durfden er niet voor uitkoomen.
Ze vreesden den schimp der brutale nieuw
lichters. Ze durven niet oprecht te zijn, ze
willen niet teegen den stroom opgaan. Ze
vertrouwen hun eigen oordeel, hu a eigen
ziel niet. Hebben ze wel een eigen ziel ?
Alles wat ze hebben Is geleend, zelfs hun
gevoel voor mooi en leelfjk.
Niet verachten! goed, niet verachten.
Eerder Hebend betrachten". Maar teevens
merkbaar te worden. Ons uitgeversbedrQf
is niet meer opgewassen tegen het voort
durend omhoog gaan van de papierprfjzen
en drukkersloonen. Het voortbestaan van
onze tijdschriften wordt bedreigd, daar de
kosten van uitgave niet meer gedekt
kunnen worden... Maar ook oaze groote
bibliotheken zullen spoedig niets meer aan
kunnen schaffen, daar de onveranderd ge
bleven geringe toelagen van voor den oorlog
bijna geheel gebruikt moeten worden voor
de kosten van het inbinden der
vervolgwerken. Reeds ziet zich de universiteits
bibliotheek genoodzaakt, sommige zelden
opgevraagde boeken ongebonden in de
kasten te plaatsen. Binnen korten tijd zal,
wat den ouden Polizeistaat" en w At wijlen
den Censor niet gelukt Is, bereikt woiden,
n 1. dat Oostenrijk door den muur van z|n
papieren geld geestelijk geheel van de buiten
wereld zal zijn afgesloten".
Wat voor de bibliotheken geldt, geldt opk
in nog grootere mate voor de instituten
voor wetenschappelijk onderzoek. In de
begrootingscommlssle van de Oostenrfjksche
Nationale Vergadering heeft de afgevaar
digde Leuthnez, als verslaggever voor de
afdeeling onderwijs, de aandacht gevestigd
op de vernietigende uitwerking van den
oorlog op de beoefening der wetenschap.
Zoo zeide hfj: .Bij het einde van den oorlog
hadden de chemische laboratoria geen glas,
geen gummi, geen kolven, geen metaal meer.
Met de aanschaffing van wetenschappelijke
buitenlandsche literatuur waren wj reeds
vflf jaren ten achter; de instrumenten waren
5 jaar verouderd en in slechten toestand,
eveneens de machines in de instituten der
technische Hoogeschool, enz.
Daarbij kwam nu nog de prfjsverhooglng.
Glaswaren zQn twintig maal zoo duur ge
worden, kolven, reageerglazen, buizen kosten
onbereikbare prijzen. Chemicaliën en daar
onder lijden niet alleen de laboratoria, maar
ook de ziekenhuizen zijn alleen voor
phantastische bedragen te koop,.. Hetzelfde
geldt voor de vakbibliotheken. Zoo bedraagt
de toelage voor den aankoop van boeken
voor het Centraal Meterologisch instituut
1800 Kronen, terwijl de aanschaffing van n
onontbeerlijk Engelsen, tijdschrift 1200 Kro
nen kost. Het Physiologlsch instituut krijgt
in 't geheel 1000 Kronen; wanneer het een
nieuwen microscoop zou willen aanschaffen,
dan zou die meer kosten dan de geheele
jaar lij kache toelage bedraagt. De onkosten
van het experimenteel onderzoek op dieren
kunnen Biet bestreden worden ; een kikvorsch
die vroeger 10 heller kostte, kost tegen
woordig een of twee Kronen.
Mlcrophotographie komt niet meer voor, omdat het
Instituut de gevoelige platen niet meer be
talen kan.
Wij staan hier dus voor den ondergang van
zulke wetenschappen, zonder welke het
economisch leven van onzen tijd en de
moderne hygiëne niet leven kunnen.
Wetenschappelijke arbeid is bij de tegen
woordige toelagen een onmogelijkheid. Na
den oorlog waren de voorraden opgebruikt
en aan den anderen kant was het aantal
studenten vervijfvoudigd. Van eigenlijke
studie zal in- de eerstkomende jaren nauwe
lijks meer gesproken kunnen worden."
Tot zoover het verslag van den
Oostenrfjkschen afgevaardigde. De daarin geschil
derde omstandigheden zijn kenmerkend voor
den nood der intellectueelen in
MiddcnEuropa.
Waar moet dat heen ? Moeten wij dien
stroom van ellende den vrijen loop laten,
totdat alle geestelijke denk- en werkkracht
verdord en vernield is?
Gaan hier niet waarden verloren, die in
ternationaal zfjn in den besten zin van het
woord? Wordt hier niet een verlies geleden,
dat ver bulten de grenzen van de in het
ongeluk gestorte landen zal gevoeld wordec?
Weienschap en kunst brengen internationale
waarden voort. Wanneer in vroeger tijden
dergelijke ellendige omstandigheden een
Behring verhinderd hadden, zijn
antl-dlphterieserum uit te vinden, zouden alle Fran
sche, Engelsche, Amerlkaansche en
Brazillaansche moeders hunne kinderen, die door
deze ziekte getroffen worden, moeten missen.
Dit slechts als een drastisch voorbeeld.
Maar niet alleen de medische wetenschap
werkt voor de menschheld in 't algemeen.
Wat physicl, chemici, physlologen,
mathematici, dichters, beeldhouwers, schilders,
sociologen en staathuishoudkundigen voort
brengen, is van waarde voor ons allen; zij
leveren bijdragen voor het welzijn van de
menschheid in haar geheel. En die
menschheil lijdt, ontbeert, sterft vóór den tijd,
wanneer erger s ter wereld de intellectu
eele arbeid onmogelijk is geworden omdat
de werkers met het hoofd riet meer zonder
zorg kunnen leven, verstoken zijn van alle
materieele middelen.die zij noodighebben voor
er bij zeggen dat ze onoprechte, onzelf
standige, oneerlijke menschen zijn. Want
het kwaad dat ze doen is enoim
door hun slaafsheid speciën ze in Satan's
kant. De schilder, slachtoffer van ijdele
theorieën, gelooft op het rechte pad te zija
de minnaar van goede, zuivere kunst
begint te weifelen en te wanhoopen. Ea de
rest gaat maar met de sleur mee.
Het zal er nog op neer koomen dat onze
vroom-christelijke regeering dit Satans-werk
gaat bekroonen. We hebben reeds
verrassirgen van dien aard gezien.
En is deeze slaafsheid, deeze onzelfstan
digheid, dit gemis aan oorspronkelijk gevoel
van goed en kwaad, mooi en leelfjk eigenlijk
niet het meest treffende verschijnsel ia den
grooten oorlog ja, eigenlijk de oorsprong
er van ? Hoe hebben de massa's zich bij de
neus laten nee men! Nu is eerst recht aan
't licht gekoomen hoe zeer onopgevoed
en onmondig de menschheid is.
Ontiaglijk vaardig zijn ze in industrlëele
techniek, de wetten der materie doorgronden
ze als nooit te vooren. Maar van wal goed
en kwaad, mooi en leelfjk is toch wel
het allergewigtlgste vraagstuk daarom
trent hebben ze geen vastheid, en zwalken
ze onbestemd heen en weer.
Maar nu is er, zooals ik zeide, op die
monsterachtige tentoonstelling van ver
wilderden, werk van een jong, mij onbekend
schilder, dat midden in den kleuren-chaos
terstond opvalt door licht en zuiverheid.
Twee groote zonnige stadsgezichten, f enige
landschappen, een Zeeuwsch meisjesportrtt
en een oude Veluwsche boer. Alles dóór
en dóór gezond, verkwikkend werk. Tus
schen het akelig gebrul en gekrijsch van
kleuren, de vleze machtelooze schilderijen,
met groene en zwarte naakte vrouwen
E IN D E L IJ K
Ga maar zitten Willem Royaards
Plaats u op den Leidschen troon
Druk op uwe rimpelslapen
De geverwde doornenkroon.
Want van doornen zal zij blijken
Als ge aan den arbeid gaat.
Hebt ge niet uw felsten vijand
In den Am&terdamschen Raad?
Gij zijt welkom groote dokter,
Welkom op het Leidsche Plein;
Laat ons wenschen dat ge jaren
Daar den voorgrondman zult zijn.
Na een langen tijd van wroeten,
Van gekonkel en gezeur,
Ondanks hoofdman Kleerekooper
Maakte men u directeur.
Blijft 't, hoog geachte Willem,
Vecht geducht om uw bestaan
Van den dag van uw benoeming
Vangt de knoeierij weer aan.
Want na drie doorsarde jaren
Krijgt ge weer die ergernis
Als uw vijand dan tenminste
Niet weer kleerenkoopman is.
J. H. SPEEN HO F F
DEVO
Geurige Sigaar
FABRIKANTE
N.V. DIEVENBACH's
Holl. Sigarenfabriek UTRECHT
iiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
hun werk, honger en kou lijden, wegkwijnen
en niet meer instaat zijn, d< nf-kkel der weten
schap brandend over te dragen aan het
volend geslacht.
Tua res agltur, zou men den anderea
volken kunnen toeroepen, wanneer men ze
smeekt hier hulp te verschaffen, opdat de
geestelijke nood in de overwonnen landen
gelenigd wordt.
Tua res agltur: want ook de toekomst
der andere volken wordt door deze ramp
bedreigd.
A. H. F R i E D
unmtfiimumm
Boekverkooplng te Leiden
Van 15?25 Maajt a.s. zal bfl de firma
BurgersdBk & Niermans (Templum
Salomonis) te Leiden eene boekverkooplng plaats
hebben welke zeer belangrijk is, en
bevat o.a. eene zeldzame verzameling
oude atlassen en kaarten waaronder tot
heden onbekende uitgaven; onder de kunst
en geïllustreerde werken komen voor
fraaie achttiende eeuwsche geïllustreerde
uitgaven van fransche schrijvers, een kost
baar getijdeboek, enz. enz.; ook de overige
afdeelingen als geschiedenis, rechts geleerd
heid, staathuishoudkunde, godgeleerdheid,
klassieke en moderne talen, genees- en
heelkunde, benevens de wis- en natuurkunde
zijn zeer belangrijk. De verzameling is te
bezichtigen 12 en 13 Maart.
tiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiimiutmiiimiiuiimiiiiiiiuiiuimiiiiiitiiiM
iiiiiiiiliililliillliliiiillllllilllliillllllllililMlllililillllllllililluiiiiiiiiiiiiii
l B. RUYS - Dedemsvaartl
i 26 Hectaren met vaste planten, Rozen, |
i Rhododendrons, Coniferen, Heesters!
! Catalogus 1920 Is zoo juist verschenen \
i en op aanvrage verkrijgbaar l
uiiiiiiiiiiinltiHi nu
blinkt die hoek waar de schilder Wolter
exposeerde als een kalm en rustig lichtpunt.
Er is harmonie, fijn kleurgevoel, technisch
meesterschap.
Het mooiste van alles is de oude Veluwsche
boer. 1) Dat kleine schilderijtje is niet alleen
het beste wat op de expositie hangt, maar
het is als kunst weer van meer beteekenis
dan al de andere schilderijen te samen.
Het is een oud boertje, met rood-gerande
oogjes onder valen, verweerden pet, waar
onder wat grauw wilte lokken uitkoomen.
Zijn buis is paarsch-blauw, achter hem Is
de wand meer helder blauw en het
relief van de kop is verbazend en alle kleu
ren zfjn in harmonisch gamma gehouden.
Het schilderwerk is technisch verwonderlijk
knap, geheel uit de verf" zooals de term
luidt, en de schilder toont zich in de be
handeling der verf een waardig kind van
het volk dat zooveel groote schilders voort
bracht.
De afstand tusschen dit werk, vol goede
traditie, en het gesmeer der nieuw-lichters
is enorm. Men zou niet gelooven dat ze tot
a volk en n tijd behoorden.
Maar het gaf ten minste deezen troost, dat
waarachtig talent niet ligt door woeste
dwaasheeden wordt onder den voet geloopen.
Ook hier observeerde ik de bezoekers.
Geen enkele zag ik die toonde blzonder ge
boeid te worden door die prachtige uit
zondering onder al het geknoei. Vermoeid,
verward en verstompt door de wilde excessen,
waren ze geheel den koers kwijt en duifden
evenmin eerlijk bewonderen als zich eerlijk
ergeren.
FREDERIK VAN EEDEN
1) No. 152.