De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1920 13 maart pagina 3

13 maart 1920 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

13 Maart''20. No. 2229 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND TOURNOOIVELD PLATS DU JOUR - vin 12.30 tot 2 uur en van 7 uur tot 8.30 VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE BERGPLAATS VOOR INBOEDELS Amsterdam, Frans van Mierisstraat 90. Telefoon Zuid 822 DEN HAAG ARNHEM Wostolndo 48 Parkstraat 52 Gefrankeerd als brief te verzenden BON voor gratis Monster E. P. in te zenden aan de E. PAMSTERDAM Naam Woonplaats De Amsterdammer ROTTERDAM AMSTERDAM EERHOFFtC CHQISTOFLE SPËCIALrJEIT IM ^CHTE BPOMZen EM «aa FJORD-LEVERT R A AH Prima Medicinale Noorsche Levertraan zonder vlschsmaak is ver(krflgbaar bij H. H. Apothekers en Drogisten tot den prijs van / 2.75 per halve Ltterflesch. Deze traan voldoet aan de eischen "J der Nederlandsche Pharmacopee en wordt gegarandeerd door Dn J. BLOMBERG, Apotheker en scheikundige, Den Haag, Holland Import: Handelsvereeniging F J O R D", Den Haag. -tllllHIIIIMIMMIIHI HIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIMIIIIIIMIIIMIIIIMMMIH 1IIMIIIMtlllMIMMHllMtlllllllllllHIMIIHIIIIIIMI- ^ t STARK'S OXYDOL" \i = (CHLORAS KALICUS TANDPASTA) £p | Naam). Venn. STARK & Co. Chemische Fabriek ,,'s-HAGE", 's-Qravenhage | g iHiiiiHiiiiiiiuiHnitfiiMi»iiiiiMiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiMiiiiiiiiiMiiiiiMiiiiiiiiitMiiiMiiMiiniiiiniiiHiiiuif 111111= ^ Spoor s Mosterd WA Spoorjr_ Culemborg L BROEKMANS MODERNE KUNSTHANDEL 92 Van Baerlestraat Amsterdam TELEFOON Z. 8 O 8 4 Zoo juist verschenen: Erich Wichman tot 1920 Afbeeldingen en Geschriften met een inleiding van Prof. Dr. W. VOGEL ZANG PRIJS f 9.5O Verkrijgbaar in ieder e a Boek- en Kunsthandel en bij den Uitgever Snelschriil NTS BALIILex->~Sk/^-'^Ww- bil RIËNTS Zelfond. 93 Cent fr. tnr* ^^ ? ^^*^ BALT, Haag. Mond. In den Boekh. en na «* -^^.L***%éjsaf en schrift, ond. Burgemeester en Secretaris zijn bij het dicteeren van Notulen en Brieven zeer tevreden." (w.g.) G. D. te V. MEEREN MODE-ARTIKELEN - HKKRENSTRAAT 12, GRONINGEN TELEFOON 1083 Plano's, Vleugels en Kunstspolpiano'sAoortiuur In eigendom verkrijgbaar, mits In drie Jaar afbetaald. Brieven No. 1431, Bureau van dit Blad DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 6.25 per half jaar MICHELIN IUKIELBIIIDEM KWALITEIT BETER DAN OOIT TE VOREN PRIJZEN NAGENOEG ALS VOOR DEN OORLOG Buitenband f 7,50 Binnenband 3.50 iiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiinii IIIIIIIUIIIIIIIIlllllll iiiiiiiiiiiniiiiiiiiii HET DRAMA VAN DE OVER WINNING, NA DE OVERWINNING DE VROUWEN VAN TROJE" Er is een noodlot in de overwinning. Op het oogenblik zelf, waarop zij behaald wordt, Is er niets dan apotheose, glorie, verlichting tn vreugde. Maar wanneer de ontspanning voorbij is, staat de overwinnaar voor het noodlottige probleem van den verslagene. Hij heeft hem verslagen om hem te verslaan. Omdat hij hem duchtte. Hij moet nu verder gaan, en de overwinning bezegelen. Zoo niet uit wraak of vergelding, dan uit koel verstand. De overwinning, die den vroegeren vijand niet treft, zou den strijd en al diens offers noodeloos maken. Maar ook de overwinning, die wel ingrijpt en nawerkt, schept verbittering en ellende. Deze nawer king, onverbiddelflke, straffe nawerking moge door de staatkunde, ja, door de menschelijke natuur en de zeden tevens geboden zQn zQ brengt een zuren, glorieloozen jammer te weeg. Z( sleept voor den verslagene het rampzalige lijden van onschuldigen mede. Zij dwingt den overwinnaar tot een tragisch handwerk, te tragischer wijl het in zijn koelbloedigheid elke bezielende geestdrift missen moet. /s er een juiste middenmaat, een gulden weg om niet te lacht, en n/el te hard te xi]n? Zeker, op papier laten die zich wel beschrij ven. Maar leent de lastige werkelijkheid van het leven er zich toe ? Of plaatst het den overwinnaar voor de onontkomelijke en on beminnelijke tragiek van te moeten kiezen of deelen: wreed, of zoetsappig te zijn? Dan is dat het onafwendbare noodlot van de overwinning. Het heeft zich door alle eeuwen herhaald. De wereld schijnt het heden ten dage weder, trillend van spanning, te beleven. Doch daarvan spreken w| nu niet. Het is een oude waarheid waarop wij wijzen. Een die nimmer aangrijpender is in beeld ge bracht dan in een kunstwerk, dat voor meer dan tweemaal duizend jaren is gewrocht. Er ligt een geweldige actualiteit in De Trojaansche Vrouwen" van Euripides. Degeiiifiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim IIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Vrachtaatomobielen Wilt ge de transportkosten in Uw bedrijf tot een minimum reduceeren, koopt dan een 2 tons WHITE Vrachtauto het meest economische vervoermiddel. n 2 tons WHITE" doet hetzelfde werk als 2 menschen m*t 4 paarden tn 2 wagens, hetwelk wij met bewijzen en attesten kunnen staven. Maakt Uwe berekening. FirmaGebr.NEFKENS, Filiaal Amsterdam 26 Jac. Obrechtstraat Tel. Z. 2507 nen, die er heden ten dage de voorstellingen weer van hebben doen herleven, zagen goed. Zfl brengen, met wat de Grleksche tragedieschrflver daar in het jaar 416 voor Christus heeft gewrocht, voor den hedendaagschen toeschouwer het zelfde machtige probleem van vandaag ten tooneele. Zfl doen het verschrikkelijke, het noodlottige zien van den dag nd de overwinning. Het is alsof men de tragiek van 1920 doorleeft. De gangbare kritiek op Euripides' drama is deze, dat het te ellendig, te hopeloos is. Bedrijf na bedrfjf brengt het niets dan aanzwellende troosteloosheid. De verdediging daartegenover kan zeker beter thans dan in rustige tijden worden gevoeld: het stuk bergt slechts de levende onverbiddelijke waarheid. Van dezen sterken indruk gevoelden wij ons vervuld b| het bijwonen eener in intiemen kring gegeven model voorstelling van de Grieksche tragedie. Men oordeele.... * . * Troje is veroverd. De Grieken hebbende volle overwinning behaald. De aloude stad is ingestort. De mannen zijn gevallen. De muren staan leeg en verbrokkeld. De eerste nacht is over het slagveld heengestreken. De overwinnaars maken zich op to: den huistocht. De buit is ingeladen. De schepen worden van het strand gesleept, te lang reeds zijn de helden van den vaderlandschen bodem verwijderd geweest. De zege spoedt hen huiswaarts. Dit is het werk van den volgenden dag. Maar eerst nog moet de streep onder de rekening getet. Daar onder de wallen van het gevallen Troje huizen zij, die zijn overgebleven. ZQ, die den weedom van het heden dragen, hoe wel ook een hoop voor de toekomst. Zij zitten er in hutten bijeen: de vrouwen. Vertegenwoordigsters van het volk, dat draagt en ondergaat. Huis, geluk, gezin, vooruitzicht, levens vreugde, hier is alles ontsnapt. Ziet, vooraan onder hen is Hecub-i, de oude vorstin, de grijze moeder der stad. Koning Priamus is niet meer, en geen der mannen leeft nog. Alleen om haar heen zijn achterblijvende, treurende en angstige vrouwen. Prinsessen, hare dochters. Burge ressen, slavinnen. Wat zal over haar worden beschikt ? Waar zullen zij heen worden gevoerd ? Zij, die machtig en rijk en gerust zijn geweest. De oude, magere Hecuba beleeft het alles. Koningin van Troje is rij geweest. In trotsche lijdzaamheid zal zij de Koningin van de Vernedering zijn. Niet zóó erg evenwel kunnen de vrouwen het onder elkander bedenken, of nóg tragischer zijn de beschikkingen die de overwinnaar treft. Daar nadert de heraut Talthyblus. Van hem zullen zij het lot vernemen ... Waar voert gij ons heen ? Is het naar Ithaca of Thebe, of 't door de zeebeknaagde Thessalië?.." Maar, hadden zQ dat gedacht?: niet naar n plek worden zij gebracht. Geen groep, geen kudde laat de overwinnaar haar bijeen. Elk krijgt haar eigen plaats; den eigen vorst, aan wien zij als slavin zal toegewezen zijn. Daar staat dan vooreerst Cassandra, de half onnoozele, half gewijde prinses, de on aantastbare, die door geen andere handen ooit is aangeraakt dan eens door die van een God. Wat is haar deel? Zfj is aan Agamemnon toegewezen. Hoe, zij, Cassandra, voortaan dienstmaagd van de Spartaansche Koningin? Neen, anders nog: de bijzit van den Koning zelf l Hij heeft haar graag, juist om haar wonderlijke heiligheid.. Zoo treft elke slag harder dan het werd verwacht. Dit is dus 't lot, voor Hecuba's eerste dochter weggelegd. Wat voor haar tweede kind, de vroolQke Polyxena ? Zfj is reeds afgezonderd, bezig mVt Achllles tombe te bewaken.. Een onbegrijpelijke uitspraak, die de oude moeder aanvankelijk in te schoonen waan laat. Polyxena Immers is gedood, en 't jonge iqk ligt bij Achilles graf. De ellende groeit en groeit. Daar komt, aangevoerd op een wagen met bult, Andromache, de mannenstrljdbare, de blonde weduwe van Hector. Onrustig als de blik van een paard, wiens kameraad uit 't tweespan weggenomen wordt, zoo waart haar weduw-oog. Aan de hand houdt zij 't jongske Astyanax, voortaan Troje's hoop en eenige toekomst, den klein zoon uit het vorstenhuis. Belden klampen zich aan elkander vast, en de angstige blik aller vrouwen vraagt het nieuws van haar. Ik ga naar Pyrrhus, den zoon van Achilles, als een beest gedreven," meldt zij haar. Maar Andromache is de moeder vol karakter en vol waardigheid. Zfj toornt niet en verzet zich niet. Z| meent, om nog het beste voor haar kind te bereiken, in vrede naar haar nieuwe woonst te gaan, en de toekomst te aanvaarden, zonder klagen, gelijk die valt. De jobsbode evenwel wondt andermaal: gij en uw kind gaan niet te zamen." Dus, ook al uiteen l Ook al niet te zamen. Niet naar denzelfden meester. Doch zag de moeder dan wat de bestem ming van haar zoontje is! Hem wacht geen meester in heel Grie kenland. . Hoe, blfift hq dan in Troje achter? Hij blijft, maar... 't Is zoo moeilijk het te zeggen. Hij blijft. Maar: dood. Het vorstenklnd moet sterven. Zoo heeft Odysseus, de berekenende, in den vorstenraad der Grieken voorgesteld. En zijn stem heeft het pleit gewonnen. Het ware te gevaarlijk, een jongen spruit van 't oude Troje tot nieuwe mannelijkheid te doen opgroeien. Hij zal van den hoogen muur van Troje afgesmeten en verpletterd worden Dus moet Andromache het knaapje, dat zich in haar armen knuffelt, vaarwel kussen. Zijn vader was te moedig; daarvoor moet hQ sterven! Maar nog behoudt zij, wijze moeder, xelfbeheersching, en vervloekt den vijand niet. Want daardoor verkrijgt zf, schoon zij zelve al wordt weggevoerd, dat het kinderlijk een ridderlijke begrafenis deelachtig worden mag. Deze moeder kent enkel vrouwelijke wijsheid. En wanneer later een bundeltje gebracht wordt dat het Ifjkje van den knaap bevat, kan Hecuba, de oude, verweerde groot moeder, het veilig en plechtig ter ruste leggen op Rectors beroemde bronzen schild. Hij, die haar eens gezegd had als ge gestorven xult zijn, grootmoeder, zal ik mijn haren afknippen en al mijn manschappen langs uw grafheuvel laten trekken", heeft hij haar nu bedrogen, is hij haar voorgeweest ? Zoo blijft er niets over. Zelfs niet het genoegen van de vergelding. Wanneer Menelaus, de Griekenkoning, komt om zijn gevluchte bruid Helena terug te halen, Helena wier schoonheid de oorzaak van den geheelen Trojaanschen oorlog en van den val der stad geworden is, meent Hecuba dat tenminste al 't overkomen leed aan deze Helena gewroken worden zal. Menelaus wacht, aan met elkander strij dende hartstochten ten prooi, op het weder zien met de ontloopen vrouw. En de oude Hecuba tracht middelerwijl hem te beves tigen in het plan om allen wrok en allen vloek op 't schuldige hoofd te laten nederdalen. Doch ziet, daar komt de lichtzinnige schoone zelve den Koning tegemoet. Nog heeft Hecuba hem voor hare kunsten ge waarschuwd. Hfl staat vast in zijn voor nemen, de ontrouwe, de onboetvaardige, de ongeluksbrengster te dooden. Maar is h|j tegen de zilveren stem, tegen de onbevreesde lieflijkheid van Helena bestand ? Neen, ondanks alle aansporingen van 't gansene Trojaansche koor neemt hij haar weldra in genade aan, en voert haar naar Sparta mede. Troje wordt niet eens gewroken. De krijgslieden steken nu de stad in brand, voor hun vertrek. Hecuba, de grijze Koningin, wil zich in de vlammen storten, maar de mannen houden haar vast. Haar moeten zij brengen in de macht van Odys seus, den slimme; en op Ithaca zal zij de dienares van Penelope zijn. De torens storten ineen. De geteisterde slaat de aarde met haar handen. Maar wat geeft 't ? Ik heb Gods hand geopend gezien. Doch daar in niets, niets dan de straf van mijn verdriet en de eeuwige haat voor Troje"... Zoo gaan de rijen vrouwen op de langsnavellge schepen der Grieken scheep, de vreugdelooze toekomst tegemoet, in niets dan nederlaag. Dit is het sombere treurspel van de Trojaansche vrouwen, waarin inderdaad geen straaltje licht naar binnen schiet. Het is de klimax van onherstelbare ellende. Het is inderdaad ook het Noodlot van de Overwinning en de Nederlaag. Men zegt, dat Euripides het stuk geschre ven heeft om z|n vaderstad Athene te gispen over hare onverzoenlijke houding onder Alcibiades, in den strijd tegen het Dorische Melos. Waarschijnlijk ook heeft de Oxforder clas sicus Gllbert Murray, die thans een prachtige vertaling van de Troades het licht heeft doen zien en de voorstellingen georganiseerd, ook staatkundige gedachten van actueelen aard kunnen oproepen. De kring, waarin h( zich beweegt, versterkt dit vermoeden. Doch hoe het zij, men gevoelt in Euripides' tragedie niet zoozeer de kritiek op een der belde partyen, of op 't overwinnaarsbeleid, als wel de sombere teboekstelling van het onverbiddelijke noodlot, dat overwinnaar en vernederde tegenover elkander stelt. Er spreekt niet de staatkundige kritiek, maar zuivere en dwingende tragiek uit. ZQ treft ons als de tragiek van heden, iiiiiitiiiiiiiiiiiiimniiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiii.jmii mmiidiiiiiini " SPAAHSOH, EHGELSGH, FRAMSOfl, DUITSGH etc. BorlSIz-School Heerengracht 451 M. 3286 Pract. Onderwijs door buitenl. leeraren IJlIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllllllllMMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllIllllllllIlllllItlllllllIllll gelijk zij de tragiek der grijze oudheid is geweest. En wfl weten niet, welk gevoelen ons overheerschen blijft: de verschrikking over de werkelijkheid die zich zoo geweldig doorzet, of de bewondering voor den ouden dichter, die haar zóó in 't hart gegrepen heeft. J. A. VAN HAMEL iiiiniiii umin iiiiiiiliiiiiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiii PLAATSELIJKE KEUZE De beschouwingen van den heer Mr. Ant. Van Gijn, in dit blad van 6 Maart nopen mij tot een paar opmerkingen. De heer Van Gijn, die mij ten onrechte voorzitter noemt van den Volksbond tegen Drankmisbruik, acht zich, met de verstan digste geheel-onthouders", teleurgesteld, nu ik btn opgekomen tegen het stelsel van plaatselijke keuze, terwijl dit toch door een commissie, waarvan mr. Van Gijn deel heeft uitgemaakt, is aanbevolen. Ja, zelfs beschul digt hij mij, het op te nemen voor de dr&akverleidlng". In de eerste plaats vraag ik, met welk recht men mij, zelfs al was ik voorzitter of lid van het Hoofdbestuur van den Volks bond, zal verbieden, een meening uit te spreken, die met een uitspraak van een Volksbondcommissie in strijd is. Terstond na de verschijning van het verslag der com missie ik was toen wél lid van het Hoofdbestuur, ofschoon evenmin als nu voorzitter heb ik, ook in het openbaar, in de algemeene vergadering, mijn bezwaren tegen de conclusie der commissie uiteen gezet, terwijl, voor zoover ik weet, niemand, in of bulten de vergadering, mijn recht daartoe in twijfel trok. Daarom behoefde het bij iemand die den loop der zaak heeft gevolgd, ook geen teleurstelling te wekken, dat ik ook nu nog het stelsel van plaatselijke keuze in Nederland niet gaarne ingevoerd zou zien. Veel erger is het, dat de heer Van Gijn mij beschuldigt, het op te nemen voor de verleiding om te drinken. Ik heb dikwijls genoeg over de gevolgen van het gebruik en van het misbruik van alcohol geschreven en gesproken, om mij op mijn eigen woorden te mogen beroepen: de heer Van Gijn zal daarin geen bevestiging vinden voor zijn aanklacht tenzij h i] de, nu overigens wel versleten leuze van Bunge, de matigen zijn de verleiders", tot de zijne maakt. C. A. PEKELHARINO Illllllllllllllllllilllllllllllllllllllll» UTENBUIG i FOLMEI | Den Haag -:? Huijgenspark 22. SPECIALITEIT: VERHUIZINGEN ONDER GARANTIE-:- ?:? ?:? -:-:- ?:- -:- -:? BERGPLAATSEN VOOR INBOEDELS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl