Historisch Archief 1877-1940
l
13 Maart '20, No. 2229
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Maartsche Balen
Het is, zonder twrjfel, heel onplezierig,
als men op het pu t staat, met een splin
ternieuw voorjaarshoedje visites te gaan
maken, en dan wordt overvallen door een
sneeu w jacht.
En het is voor een huismoeder nog on
plezieriger, als zoo'n sneeuwjacht invalt op
een dag, door haar vastgesteld voor den
schoonmaak van een kamer, waarvan het
heele meubilair moest .luchten" in een tuin
of op een paar balkons. ?
Maar nog veel onplezieriger is het, ais
een van je huisgenooten er Maartsche buien
op na houdt.
Allicht was het de samenval van den
Hollandschen schoonmaak met de
Hollandsche weersgesteldheid om dezen t(d van t
Jaar, die, lang geleden, een dame van mijn
kennissen persoonlijk daar aan deed Uden.
Bij zomer, herfst en winter was zij een
vrouw zonder sterksprekende eigenaardig
heden. In gewone conversatie kon men,
zonder speciale voorzorgsmaatregelen,
geeoeglijk met haar omgaan. Maar zoodra,
met Maart, de schoonmaak in het land kwam,
dan was het maar het wijst, haar een beetje
te ontwijken.
Na zelve, met goed succes, een kwarteeuw
lang jaarlijks schoongemaakt te hebben,
achtte zfl zich dan geroepen, aan alle jonge
vrouwtjes in de buurt adviezm uit te deelen.
Werden die niet aanstonds met luide dank
baarheid aanvaard, dan voegde zij daaraan,
als slotaccoord, de verzekering toe, dat «ieder
het zelf moet weten." Had iemand echter
ooit den overmoed dit laatste te beant
woorden met een lustig: Ja juist, mevrouw!"
dan kreeg je de poppen aan 't dansen...
in alles behalve bekoorlrjken rhythmus.
Den meesten last van die Maartsche
buien had natuurlijk mevrouw's eigen familie.
Gelukkig was haar echtgenoot een prak
tisch filosoof van zeer gemoedelijk allooi,
die de zaak sinds lang nam voor 't geen
zB was." De kinderen werden er wel eens
of bedroefd, of brutaalTdoor. Maar het ergst
reageerde dit humeur-spel gewoonlflk op de
dienstbodeoquaestie. Jaren achtereen ver
scheen er steeds met Mei een nieuwe meid,
tengevolge van Maartstandjes met de vorige.
Eindelijk werd er eene gevonden, die, waar
schijnlijk bevindend dat de dienst overigens
goed was, besloot zich, met het noodige
geduld, door de dagen van lagen
humeurbarometerstand heen te werken.
Och" - zei ze eens, over dit onderwerp
sprekende je hebt wei meer menschen,
die bij 't komen en 't vallen van de bladen
wat rarig xfln. Mij o madam lijkt alleen het
groen van de eerste in der humeur te
slaan; in 't najaar heb ik er nog nooit
wat van gemerkt, geen ns as de kachels
geiet wiere."
GEERTRUIDA CARELSEN
IJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMII
iiluiiililiiiiiiiiiiiiuiDiiiiiiiiiinm
Herinnering aan MultatuH
Quelle est cette terre, que nous vivons
encore, quand U n'est plus? Lt Soleilestli
et la terre en vit, s'en nourrlt, s'en réjouit... Ie
Soleil s'en va, et la terre n'est plus. Mais
l'homme ne meurt pas, en perdant son solell.
Of 't niet schoener ware niet zoozeer
in 't individueel karakter, maar in 't alge
meen menschelijk organismus dat wfl be
zweken na 't ontvangen van zoo'n slag, laat
ik daar. We zijn te zwak, te onvolkumen
georganiseerd, om zulk 'n ramp voortdurend
met dezelfde levendigheid te blijven voelen...
't Is 'n feit, niet dat we de smart overwin
nen, 't mocht wat l - maar dat de smart
ons ten laatste met rust laat Wie 't niet
gelooft, wachte maar! Men wachte een week,
'n maand, 'n jaar, 'n leven... alles gaat
voorbij."
Zoo schreef hij, de teergevoelige vriend
mfl, toen een groot verdriet ml trof. Nu
iiimiiimiimiiiiiiiiimiiiiiiiMiiiii miiimiiiiiiiiiiiiiii n
IN BORDERLAND
Nu het vrede Is, heb ik de aardappels en
de tuinboonen er aan gegeven en een bor
der aangelegd. Dit is de prettigste vorm
van bloemen te hebben en een natuurlijke
ook. Denk maar eens aan een woudrand,
een oeverzoom of de puinkegels en
pulnstrooken langs de bergen. Hoe ongelijk deze
drie dingen ook «chrjnen, toch bestaat er
groote overeenkomst. Ze hebben een natuur
lijken achtergrond, die het mogelijk maakt
dat er een opeenhooping ontstaat aan
voedselstoffen en van plantenzaden, zoodat er
zich vanzelf een vegetatie ontwikkelt van
groote levenskracht en bijzondere verschei
denheid, vooral wanneer de strook beschermd
is tegen den meest heerschenden hevigen
wind en goed gelegen is op het licht. Onze
Hoüandscne waterborders" z$n n pracht
en praal van Maart tot September. Reeds
nu bloeien er de forsche gele dotterbloemen,
dra vergezeld door het fijne veenreukgras
en dan gevolgd door zomerklokjes en
waterdrieblad, groote vergeetmflnieten, lisschen,
lischdodden en egelskoppen, zwanebloem,
smeerwortel, bitterzoet, hoog riet
doorstrengeld met groote witte windekelken, fijne
moerasvarens, trotsche waterzuringen de
elegante scheerling, wederik, wolfsmelk,
eppe, wilgenroosjes, kattensiaarten, zegge
de een al mooier dan de ander.
Sommige van deze planten sieren ook den
woudzoom, maar daar komen veel andere
bij: anemonen, klaverzuring, rapunze), gele
en gevlekte doovenetels, boschwalstroo,
reuzen-paardenstaart gierstgras kortsteel,
allerlei varens, eenbes, Chrlstoffelkruid, salie
en akelei, doliebes en vtngerhoedskrutd en
mooie hertshool-soorten.ookkruipendeklimop
en maagdepalm en de boschrank die neer
hangt over boomen en struiken. Het eene
boscb heeft dat mooier dan het andere, in
hijzelf is heengegaan, nu hrj ons, z|n vrien
den, zijn leerlingen, zijn patientjes", den
ersten Schmerz" heeft angethan", kunnen
w| nog niet denken, hoe het later zal gaan,
voelen wij niets dan groote, hevige droefheid.
Hij, die van kindsbeen af de smart kende,
niet genoeg voor anderen te kunnen doen",
(?met malle zelfverheffing wou ik me altjd
opdringen, dat op mij de verantwoordelijk
heid rustte van alles wat verkeerd of droe
vig was"), kon, kan ons niet meer troosten.
Nieuwe dagen zullen komen met nieuwe
indrukken en nieuwe gebeurtenissen, en hf
zal er niet meer in deelen; de zon zal schij
nen en overal nieuw jong leven wekken, en
hl zal 't niet meet genieten. En hoe rijk
was zijn leven! In zijn stille woning, op
het eenzame, afgelegen dorpje, had hij het
steeds overdruk: m'n schrijftafel m'n ge
moed (en eigenlijk m'n geheele leven) is
zoo vol, dat ik maar niet komen kan tot
afdoen, ook van 't noodige."
Hoe komt het, dat zijn levensbeschouwing.
zoo frisch en koel en ver jon gen d als het
groene woud, en de bezielende w|ze,
waarop hij ze uitte, in het algemeen
zoo weinig geestdrift opwekt ?
Daarbuiten komt door de lentezon, overal
nieuw leven: frissche viooltjes, en witte
sneeuwklokjes en teedere groene blaadjes,
maar de menschen worden nooit verjongd.
Zij zijn vastgeschroefd in hun
vooroordeelen, en wie het waagt het kunstmatig
opgetrokken gebouwtje van hun zeden en
ideeën aan te tasten wordt uitgestooten.
Hij, die met buitengewone krachtsinspanning,
z|n bootje uit den stroom van sleur en
gewoonte weet te houden, wordt uitge
lachen. En daarom: toen hij, na een leven
van zwaren arbeid de menschen het liefste
gaf, wat htj bezat, kreeg hrj koele minach
ting tot loon: het was hem, als iemand,
die als antwoord op de met warmte
toegestoken hand, een slag in 't aangezicht
krijgt.
Zoo schreven wrj, in Februari 1887, b|
Multatull's dood. Hij stierf 19 Februari 1887,
brjna 67 jaar oud. En nu ? Hoe had h|, de
groofe waarheldzoeker, kunnen vermoeden,
dat 27 jaar na zijn dood, zulk eene enorme
verwoesting van gevoel en begrip zou ont
staan, met al de ellende, waaronder wij nu
nog gebukt gaan, en hoe zou bet voor hem
zijn een geluk, nu, bij de viering der her
denking van zijn lOOsten geboortedag, samen
te weten: dichters, kunstenaars, beoefenaars
van wetenschap en wijsbegeerte, strijdend
onder zijn vaandel: de waarheid",.een
waarborg voor een betere toekomst!...
Hij leed zoo diep, door alles wat leed,
klein en .groot, dat hij niet rustte in zijne
pogingen, om de beletselen, die de ophef
fing van dat leed in den weg stonden, weg
te hameren.
Zoo heeft hij op ons kleine landje ge
beukt, en den weg voor ons allen vrij ge
maakt.
Hoe ontzaggeUk veel hebben ook wij,
vrouwen, aan MultatuH te danken!
Hij was onze helper, die uitsprak, wat
de inzet der gansche vrouwenbeweging zou
zijn: de vrouwen willen leven, genieten en
waarlijk mensch zijn.
MultatuH zag het meisje, de vrouw anders,
dan de dichters vóór hem haar zagen, die
haar bezongen meestal in ne periode van
het leven, als ze jong en mooi is. MultatuH
zag den mensch in haar, en hij had het
menschelQke in haar Hef, zooals hij de
natuur liefhad. En geheel zijne ziel kwam
in opstand, waar hij dit schoone zag ver
knoeien door de moraal en de zeden.
HQ geeselt de vrome wreedheid, die
duizende slachtoffers leverde aan dat mon
ster, met 'n mui] als 'n statenbJjbel, en een
reusachtige breikous tot achterlijf, dat uit
loopt in een borduurnaald. Het was het
monster der hysterie, der onbevredigdheid
in het leven der vrouwen, dat zoo vele
geestelijk vernietigde.
Men trachtte MultatuH door doodzwijgen
onschadelijk te maken, maar dat prikkelde
hem tot steeds sterker uitspraken. Hij wilde
gehoord worden door het jonge geslacht.
En, zooals Hemiëtte Roland Holst zegt: de
jeugd stroomde hem to , en zoog zijne ge
dachten in met onverzadeltjke gretigheid.
Zoo ging het ook met de jonge vrouwen
ons land vindt ge de rijkste woudzoomen
wel in Twente en den Achtehoek en het
allermooist in Limburg, maar daar spreekt
ook het bergkarakter een woordje mee.
De puinranden van de bergen leveren
dikwijls buitengewoon gunstige omstandig
heden voor de ontwikkeling van een rijken
plantengroei. Ze bestaan voor een groot
deel uit verweerend of pas verweerd ge
steente, dat van boven sf voortdurend wordt
aangevuld. Doorgaans hebben ze een
gestadigen watertoevoer en een even
voorttffeiqke drainage. En als dan de zon ge
legenheid vindt om mee te werken dan
ontstaan daar borders, waar ieder recht
geaard tuinman verrukt van zou staan. Haast
al de planten van die oorden hebben dan
ook hun weg gevonden naar onze tuinen.
Eigenlijke rotsplanten rijn het in het geheel
niet en daarom steekt er ook geen anomalie
In, om ze hier in het lage land in onze
borders te plaatsen zonder toegift van steenen
of rotsblokken. Natuurlijk staat het er op
de drooge plekken vol van gjpskruld en
sileentjes, steenbreken, astertjes en
leeuwenbek, maar op de milde plekken komen
Aronicum en Doronicum, Aruncus, die op
onze splraea's gelijkt en de grootbladlge
Adenostylls of deieerornamentitkeHazensla,
Prenanthes purpurea.
Een,oeverrand: zuring.en kattestaart
Kleeding van de Maand
TeekenlRg van Roosje Bakhuis
\
Zwart laken jacquet, wit zijden vest, gestreepte
rok... every inch a lady"
iiiiiiiiiHiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiii iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiii
en meisjes. MultatuH schonk haar de geeste
lijke vr|heid; h|J wekte ze op tot zelf willen,
tot zelf mensch z<n.
Ik heb het groote voorrecht gehad,
Multatuli in zijn laatste twee levensjaren per
soonlijk te mogen leeren kennen. En wat
bij den man van scherp sarcasme, van
bittere, vlijmende satire, het meest trof,
was de groote zachtheid, de groote goed
heid, die spraken uit zijn geheele weten,
uit zijne teedere zorg voor de zflnen, voor
ieder, die met hem in aanraking kwam, en
die haren stempel drukken op het stille
gezin in het verre Ingelheim.
Hij, die kinderlijk blijde was met het
kleinste bewijs van hartelijkheid, hem ge
geven, hoe zou hij gelukkig en trotsch zijn,
zijne vrienden nu zijn nagedachtenis te
zien eeren.
Vergeten wfl nooit, dat htj den weg voor
ons allen vrr] gemaakt heeft. Gedenken wij
hem in liefde en dankbaarheid l
Laat ik mogen eindigen met het laatste
zinnetje uit den laatsten brief, dien hij mij
schreef, ifl Dec. '86.
«Tracht vooral poëzie te vinden in de
werkelijkheid. Waar dit ons niet lukt,
ligt de schuld aan ons. De natuur is overal
even rjjk. De zucht, om ons b$ voorkeur te
vermeien in 't nevelachtige, in't
onbegr^peIflke, is 'n onechte zuster van ware poëzie-"
Trachten wij alle hem te volgen, door het
vaandel der waarheid hoog te houden!
MARIE BERDENIS VAN BERLEKOM
lllllflIIKlIIflfillllKllllIIlKIIIMIIHiriIIIIll
Aan onze Nederlandsche Weefsters.
In het Musei m van Kunstnijverheid te
Haarlem zal in as maanden Mei en Juni
1920 plaats hebben een tentoonstelling van
wcefkunst en ceramiek ten einde
een zoo volledig mogelijk overzicht te geven
van hetgeen op dit gebied in Europa in
den modernen tijd is en wordt vervaardigd.
Voor deze tentoonstelling zijn de drie
groote voorzalen van het Paviljoen beschik
baar alsmede de z. g Rotonde, waar demon
straties zullen worden gegeven van de
verschillende weeftechnieken.
De Toelatlngs- Commissie zal zich belasten
MiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiMiiuiiiimMiiiiiiliiimiiiiiiiiuiKiiiiiiiiiiiD
Ook meterhooge Veronica's en de prach
tige blauwe Poiemonium of de eveneens
blauwblormice Muleedium, die drie meter
hoog kan worden. Even reusachtig worden
hier de Riddersporen en Monnikskappen van
allerlei soort, de mooie gele niet te vergeten
en dan de groote gele Gentiaan, hier en daar
haast uitgeroeid om zfjn wortels, die de
enzlanschnaps" moeten leveren. De purpe
ren gentiaan Is kleiner, maar op eijn minst
even mooi en vooral mogen wij niet vergeten
de vergiftige Veratrums en de groote gele
Salie.
ik vergeet er natuurlijk nog een heele
massa, maar even moet ik toch nog geden
ken die alleraardigste lelieachtige plant met
den gekken draai in zijn bloemstelen en zijn
groote glanzende hangende bessen,
Streptopus is zijn naam en ik hoop hem weldra
te vinden in den een of anderen catalogus.
Mo^rhrim stuurt m? ieder jaar zijn
voortreffelrjken Gids voor den Tuin", een waren
huisvriend voor drn liefhebber van bloemen
en planten. Die kweekerrj maakt nog al
werk van noviteiten maar in de laatste jaren
vind ik in de catalogus meer nieuwe
kweekvarieteiten met aardige-meiajfs-namen (zie
Astilbe), dan nieuwe soorten. Ik hoop, dat
met de beoordeeling of de inzendingen
geschikt zQn om in deze tentoonstelling te
worden opgenomen. ZQ bestaat uit: Ells.
M. Rogge, E. Slewerts van Reetema, C,
Pol vliet- Hoogstraten, A. P. Smits en Otto
van Tussenbroek.
De inzendingen kunnen geschieden door
ontwerper en uitvoerder, met dien verstande
dat in het laatste geval zoo mogelijk de
schriftellke toestemming van den ontwer
per bij het uitzendingsbiljet moet worden
gevoegd.
BIJ elke inzending zal worden vermeld:
Ie de naam van den ontwerper
2e de naam van den uitvoerder
3e de naam van den inzender.
Copteëa van welke aard ook, zullen worden
geweerd.
De inzendingen dienen vrachtvrij te ge
schieden aan het Museum van
Kun&tnQvrrheid te Haarlem vóór 30 April 1920. De
terugzending der voorwerpen geschiedt
vrachtvrij na het sluiten der tentoonstelling,
Aan iedere zending moet voorafgaan de
toezending aan de
Tentoonstellingscommissle van een biljet, welk biljet is aan te
vragen aan den Directeur van het Museum
tien heer Otto van Tussenbroek te Haarlem.
Ziehier slechts enkele punten, vermeld uit
de uitgebreide cirrulaire, die dezer dagen
verspreid wordt. Zij is aan te vragen aan
het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem.
De tijden zij n ons Nederlandsen weef werk
niet gunstig, weefmateriaal is schaarsch en
duur. Wellicht geeft derea. s. tentoonstelling
door vergelijking met buitenlandsch
handweefwerk er den stoot toe, het weven dat
zijn practisch nut heeft en door techniek en
kleur een zoo aantrekkelijke handenarbeid
is, in het bereik te brengen van velen, die
er thans nog onkundig van zijn.
E. M. R.
iiiiiniiiiiiiiiiiiiiitiiitiiiiiiiiiii
Is het Ambtenaarschap van
Gemeentevroedvrouwen wenschelijk?
De verloskundige hulp, van gemeentewege
verleend, is in hoofdzaak op de volgende
wijze geregeld: Een aantal vroedvrouwen,
voor den tijd van drie jaren benoemd, ver
richt tegen een vast bedrag per jaar 75
verlossingen, voor elke verlossing meer ont
vangen ze een bepaald bedrag per prestatie.
Zij moeten daarvoor de barende bijstaan,
gedurende ten minste 10 dagen de kraam
vrouw verzorgen en het verloop van 't kraam
bed volgen. De stadspractrjk verschaft den
gemeentevroedvrouwen niet een voldoend
levensonderhoud, zoodat te trachten daar
naast een particuliere te verwerven, waar
door het niet onmogelijk is, dat de behan
deling van de stadspatienten niet zoo goed
is, als ze zou moeten zijn.
Daarom stellen B. en W. van Amsterdam
voor de verloskundigen als volledig ambte
nares, met verbod van uitoefening van
particuliere praktijk, aan te stellen.
Bsteekentdit een voordeel voor die vrou
wen, die in de termen vallen verloskundige
hulp van gemeentewege te ontvangen?
Hierbfl moeten wij twee groepen onderschei
den: diegenen, die uit den aard van hare
eigen betrekking of van die van haren echt
genoot recht hebben op die hulp, en de
geneeskundig bedeelden. In de verzorging
van de kraamvrouw, maar vooral van den
zuigeling worden bfj beide groepen meestal
grove fouten begaan, voortkomende uit
gebrek aan kennis. Ea waar elke moeder
gaarne haar kind het beste wil geven, zal
een verloskundige, die goed op de hoogte
is van zuigelingen- en kinderverzorging,
onnoemelijk veel goed en mooi werk kun
nen doen. Noodig is dan echter, dat zij zich
met hart en ziel aan dit werk geeft, en dat
rij iemand is van wie kracht uitgaat, want
zij zal hebben te strijden tegen veel ver
oordeel, Ingeroeste begrippen, bemoeizucht
van de omgeving, om maar zeer enkele
dingen Ie noemen In de huishoudens van
de eerste groep kunnen door de zaakkundige
raadgevingen heel wat fouten in de
zuigelingenverpleging en kinder ver zorging ver
beterd worden.
Maar zal dit ook in de tweede groep
mogelijk zijn? Men heeft daar niet alleen
te vechten tegen verkeerd begrip, maar tegen
iiiiiimifiiinimiifii
nu de vraag naar tuinboonen en aardappels
minder wordt, het bloemenschoon van de
heele wereld wat meer op den voorgrond
moge treden. Wat een prachtfiguur zou de
echte grootbloemlge Alpen-aneiel in onze
borders slaan! Van een vacantlereisje in
Zwitserland heb ik eens in een leeg
scheerzeepbusje een partijtje zaden mee
gebracht van ern schermbloem, die meer dan
manshoog groeide aan het aardige bergpad
naar het plateau van Plerradar en ze toen
uitgezaaid in mijn schooltuin in Amsterdam,
want mijn tuin in Bloemer daal was tot
verleden week van een
allerhuiverlngwekkendste onvruchtbaarheid en allerminst ge
schikt voor borderplanten. Nu, die
schermbioem, Laserpitium panax is zijn naam, is
uitstekend opgekomen en heeft zich jaren
lang gehandhaafd, dreigt zelfs als onkruid
op te treden, zoo willig ma*kt hij nieuw
kiembaar zaad. Deze Laserpitium is om in
den catalogus-stijl te spreken een forsche
fraai vertakte plant met sterk gebladerte,
dat zeer gaaf blijft. De lichtrose bloemen
vormen groote eenigszins gewelfde schermen
en de plant behoeft geen bijzondere zorg,
indien de grond voedzaam genoeg is. Een
groote aanwinst. Het l|kt mfl toe, dat er
Border van vaste planten
onhygiënische omgeving, slechte woning
toestanden, OBzindeUkheid, gemis aan zin
delijk beddegoed en zindelijke
zuigelingenkleeding', en ligging voor 't kind; dan zal
er samenwerking dienen te bestaan met den
geneeskundigen dienst, waardoor verstrekking
van al 't ontbrekende mogelijk wordt. Ook
van versterkende middelen in het kraambed,
niet alleen, maai zeker zoolang als het kind
met de moederborst gevoed wordt. Naast
hare verloskundige kennis zal de vroedvrouw
een groote toewijding en veel tact moeten
bezitten, om met de armsten uit de stad om
te gaan, hen niet te kwetsen wanneer ze
hun wijst op hunnen staat van vervuiling,
waarin ze door hun wanhoop en onverschil
ligheid, vaak verkeeren. En juist bij het
optreden van een nieuw leven zullen zij toch
zeker het meest vatbaar voor goeden raad
zQn. Kunnen de verloskundigen zich dan nog
In verbinding stellen met vereeniglngen, die
opvoedend werken, met de zusters van maat
schappelijk werk, of met anderen, die in deze
richting bezig zijn, dan is hier een gebied,
waar zegenrijk werk mogelijk is. Maar het
eischt de volle kracht, de volle toewijding
van energieke, sociaal voelende vrouwen, die
zeker ook wel onder de verloskundigen z$n
te vinden, maar degene, die de benoeming
in de hand heeft, zal bjj de keuze heel
moeilijk moeten zijn, wanneer hij niet de
verantwoording op zich wil laden, dat alle
te maken kosten te vergeefs zullen zfln.
Wanneer dus de gemeente er in slagen zou
enkele vrouwen te vinden in staat en ook
bereid deze taak als levenstaak op zich te
nemen, kunnen wij de vraag naar de
wenschelJJkheid, boven dit stukje gesteld, be
vestigend beantwoorden en zal de zuigelin
gen- en kinderbehandeling, die door onkunde
meer lijkt op een mishandeling, in beter
banen geleid worden. Een ding is hierbij
in het voordeel. De kinderverzorging lijdt
meer onder een teveel" van de zaken, die
tijd en geld kosten en een te weinig" van
de dingen, die voor elkeen kosteloos te ver
krijgen zfln, zoodat men bij verbetering een
besparing van kosten krijgt. Zeker een niet
vaak voorkomend geval. Te veel kleeren,
te veel voedsel, te veel bemoeien met de
kinderen, hun te veel leeren, hen te veel
bezighouden, te veel in onpraktische wagen
tjes door de stoffige stad rijden. Let eens
op die optochten Zondags en Maandags op
den Nieuwendijk. Alles dingen, die tijd en
geld kosten. Maar se hebben te weinig zon,
te weinig frlssche lucht, te weinig rust, te
weinig gelegenheid zich geestelijk en licha
melijk kalm te ontwikkelen, te weinig orde
en regelmaat in de behandeling. En waar
er alom naar gestreefd wordt betere woning
toestanden en hygiënische verzorging ook
onder de armsten te brengen, past in dit
kader zeker, evenals een geneeskundige
wijkverpleging, ook een verloskundige ver
zorging, die geheel onder gemeentelijk toe
zicht staat en zoo kan samenwerken met
andere gemeentelijke Instellingen op dit
gebied. i
Dr. MARIE FIEDELDY DOP
DES BOUVRIE
iiifiiiMiiiHiHiiiiiiiiiiiifpiiiiiiiiiiiimimiijiiiiinnHiiiiHimmiiiiiiiii,
Verzoeke alle stukken voor de
rubriek Voor Vrouwen" in te zenden
Koninginneweg 93, Haarlem.
:: VERHUIZEN ::
MEUBELS BEWAREN
E, J. VAN SCHAICK
BOOTHSTRRRT UTRECHT
nmiiiiimiiiiifiiiimftiitttiiiiitimii
nog doiljnen van dergelijke aanwinsten
verkregen kunnen worden, zoowel onder
onze eigen wilde planten als onder die van
het gemakkelijk voor velen bereikbare deel
van Europa. De groote bekoorlijkheid van
een border is toch ook wel, dat men er een
prachtige gelegenheid vindt om in een
schoon ensemble allerlei planten te saam
te brengen, die niet alleen bewonderens
waardig zrjn om hun schoone vormen, geuren
of kleuren, maar ook om hun associatie's,
om hun botanische bijzonderheden, om het
land en het landschap waaruit t{j afkomstig
zijn, om hun plaats in geschiedenis, gewijde
schrift of sage. De koningin van Schebais
de mooiste reclame voor de akelei en die
flinke Jonas voor de kouwoerde, wat dat
dan ook moge wezen.
Laat ons dus borders aanleggen en laat
hun grond vruchtbaar zijn. Het aantal plan
tensoorten, die er een goed figuur kunnen
maken is legio. Ik heb van mijn border de
beste verwachtingen en breng er aanstonds
mijn Laserpitium in over. Als het met de
andere planten goed gaat, pik ik er mis
schien van tijd tot tijd eens eentje uit en
vertel u wat van zijn eigenaardigheden. En
voor de kweekers ga ik een lijstje maken
van gewenschte noviteiten. Altijd maar met
nieuwen moed vooruit. JAC, P. THIJSSE
Een oeverrand: Spiraea en Wederik