Historisch Archief 1877-1940
20 Maart '20. No. 2230
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
OP AMERONGEN
Teekening voor 9de Amsterdammer" van foh. Braakensiek
«mrMimNIUIIHIHIHIHIIIIUIIIIIItilllimiHIIIII
iiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitittn
Redacteur: Di. A. Q. OLLAND
A. R. Falckstraat 5, Utrecht
Alle berichten.deze rubriek betreff ende,gelleve
men te adresseeren aan bovenstaand adres.
13 Maart 1920.
EINDSPELSTUDIE No, 96
VAN A. TROITZKY
ZWART
ede f g h
WIT
Wit: Kc7, Dh3, L»6, pionnen c2 en f2,
Zwart: Ke4, Dd2, Ta4, pion c4.
Wit speelt en wint.
Oplossing volgende rubriek (10 April).
PROBLEEM No. 120
VAN J. STEWART TE ED1NBURG
(Brit. Ctiess. Magg)
ZWART
ede f g h
WIT
Wit: Ke6, La6, Li6, Pb4, Pd2, pionnen b2,
«2 en f2.
Zwart: Kd4, Pal, Pe5, pionnen a7, c6 en f4.
Wit geeft mat in twee zetten.
PROBLEEM No. 119
VAN J. SCHEEL TE SCHLEMDAL
Dit probleem is een driezet. In de vorige
rubriek stond dat er niet bij. Hier volgt
nogmaals de stand der stukken:
Wit: Kb8. Dg7, Te5, Ld2y Pc5, pionnen
a3. d5 en f2.
Zwart: Kd4, Tdl, La7, Pa5, Pc8, pionnen
«6, c2, c6 en h3.
.Ie kunt 't nooit weten."
in i mmniic iiiiiin Hl nul min MuimiiiiinaiutuHiiiiliiiiiiiiitiHitniiiiiiiiiiiiiiillil iiinniiiiin
OPLOSSING PROBLEEM No. 118
VAN FRANK JANET TE NEW-YORK
1. Pd4-b5, Td3Xd7f, 2. c6Xd7f enz.
Goede oplossing ontvingen we van:
M. Dolman te Zeist, J. Z|p te Venhuizen,
J. F. Bloemkolk te Hilversum, K. M. Bergsma
te Weesp, L. O. te Utrecht, J. S. te Zeist,
J. Rietman te Dieren.
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No. 95
VAN HENRI RlNCK TE BARCELONA
Wit: Kf8, Pd3, Ph3, pion g5.
Zwart: Kh7, pionnen a3 en b3.
1. Pd3-f4, b3-b2, 2. g5-s6f, Kh7-h6,
3. *6-g7, b2-blD, 4. j>7-g8Pf, Kh6-h7,
5. Ph3-85t, Kh7-h8, 6. Pg5-f7f, Kh8
h7, 7. Pg8 f6f. Heel aardig.
juist opgelost door J. S. te Zeist en
j. Rietman te Dieren.
SPAANSCHE PARTIJ.
Gespeeld in den wedstrijd te Hsstlngs.
Wit: Zwart:
Capablanca Coude
1.
2.
'3.
4.
5.
e2-e4
Pgl-f3
Lfl-b5
geeft
h7-h6
c6?c5
e7?e5
Pb8-c6
a7?a6
Lb5-a4 Pg8-f6
0-0 d7-d6
Of de bekende voortzetting Le7, 6. Tel, b5,
7. Lb3, d6, 8 c3, Pa5, 9. Lc2, c5. Het nadeel
van 5... d6 bestaat vooral in de zwakte van
pion a6, nadat op c6 is geruild. Die zwakte
doet zich reeds in het mlddenspel gevoelen
doordat de a toren of de c looper op velden
worden vastgehouden waar ze hun volle
kracht niet kunnen aanwenden. En in den
regel wordt de pion zwakker naarmate hij
verder wordt vooruit geschoven. Op dien
toestand van den a pion is het spel van
Capablanca ten deele gebouwd.
6. La4 <c6* b7Xc6
7. d2-d4 e5Xd4
Gezond maar niet gemakkelijk spel
hier Pd7, de zet van Tchigorin.
8. Pf3Xd4 Lr8-d7
9. Pbl-c3 Lf8-e7
10. Lel?g5 0-0
11. Ddl-d3 Tf8-e8
In aanmerking komt Pe8.
12. Tfl?el
13. Lg5-h4
Beter is dadelflk Ph7, 14. Le7: (Lg3, Lh4),
Te7:, 15. Te3.
14. Pd4-f5 Ld7Xf5
15. e4Xf5 Dd8?7
16. h2-h3 a6?a5
Zie de opmerking bij den 5en zet.
17. Tel-e3
Sterker iflkt mij b3.
17 Pf6-h7
Ook na Pd5 of Ld8 staat wft Iets beter.
18. Lh4Xe7 Tf8Xe7
19. Te3Xe7 Dd7Xe7
20. Pc3-d5 De7-d7
Indien De5 dan 21. c3, Tc8, 22. f4 gevolgd
door Kf2 en Tel. Maar meer dan de tekst
zet kwam in aanmerking 20. Dd8, om daarna
P/6 te spelen.
21. Tal-el
22. TelXtS
23. Dd3-e3
Niet Pc7: wegens Delf
23
Interessant is 23... D*8
25. P. 6, Db2-. 26. De7f Kf>8, 27. D*8f, Pf8,
28. Pe7f, Kh7, 29. R3) 25. Pc6, Da8, 26. De7,
Dc6:, 27. D 8f, Pf8, 28. Df8;f, Kh7, 29. f6
en wit wint de drie vleugelpionnen en de
drie vrijpionnen beslissen de partij.
24. De3 -e7
Het is zeer de vraag of hier voortzettingen
als g4 of b3 beter zijn.
Ta8?8
Dd7Xc8
De8-d7
24. Pe7f, Kh8 (Kf8,
Voor sterker geldt 6. Tel of 6. d4.
24 Dd7Xe7
25. P(J5Xe7f >K»8-i8
26. Pc7?d5 |H8-e8?
Hierna wint wit zonder veel moeite. Veel
lastiger ware de opgave oniïna 26... c6 te
winnen. Capablanca zou 1» waarschijnlijk
heb oen opgelost maar gemafckeljk is het niet.
Na 26... c6, 27. Pb6, Ke7,2&PH a4,29 Pb6,
kan zwart op verschillende wijze vervolgen.
Bijv. met 29... a3, 30. ba3 l, Pf6,31, c4, Kd8
of 29... Pf6, 30. Pa4:, Pd5, 31. c4, P/4 of
29... d5, 30. Pa4: (beter c4), c4 of 29.. Kf6,
30. g4, Ki5, 31. Pa4:, c4 of PI6. Voor een
uitvoerige analyse is geen plaatsruimte. De
volgende typische speelwQze zij echter ver
meld : 29... a3, 30. ba3:, d5, 31. a4, P/6 (ligt
geheel voor de hand maar voert tot zeker
verlies), 32. a5, Pd7 (dit dreigt Pb6: met
remisestelling), 33. f6f, gfö:, 34. Pc8f, Kd8,
35. Pd6 en wint den zwarten h-pion, waarna
wit door de vrijpionnen op beide vleugels
moet winnen.
Bij de meest plausibele voortzettingen kan
wit alleen winnen door na f4, g4, g5 en ruil
op h6 met het paard den h-pion te nemen,
terwfjl zfln koning het centrum Inbedwang
houdt.
27. Pd5Xc7 Ke8?d7
28. Pc7?d5 Kd7-c6
29. c2?c4 Ph7-f6?
Maakt het wit nog gemakkelijker want hij
krjjgt nu op beide vleugels den gewenschten
vrijpion.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
Pd5Xf6
a2?a4
b2?b3
f2-f4
g2-g4
Kg!-f2
Kf2-f3
Kf3-e4
b3?b4l
h3-rU
a4?a5
g4-g5
f4Xg5
h4Xg5
Ke4-d3
g5-g6
f5Xg6
g7Xfó
d6-d5
d5-d4
Kc6-d6
Kd6?e7
Ke7?d6
Kd6-e7
Kt7-d6
a5Xb4
Kd6-d7
Kd7-c7
'f6Xg5
h6Xg5
b4?b3
Kc7-d7
geeft op.
In zoover een echte Capablanca-part ij als
zonder noodelooze verwikkelingen de meer
derheid in positie in tastbaar voordeel wordt
omgezet.
^ I. D. T.
IHIIIIIflMlIllllllJfmimilllIllflIllllfltlHIIIIIIIimifMIfltlWflIllllJIIIIflim
17e Jaargang 20 Maart 1920
Redacteur: K. C. DE JONGE
Van Woustraat 112', Amsterdam
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, aan bovenstaand adres te richten.
BERICHT.
De redacteur is nog ongesteld. De uitslag
dtr problemen-wedstrijd kan dus nog niet
medegedeeld worden. Er zijn evenwel maat
regelen getroffen om in ieder geval In de
volgende rubriek den uitslag bekend te
maken.
B.
COMBINATIE'S EN PARTIJ-MOMENTEN
I. Buitenkant
Zwart (18 schflven)
Wit (18 schlven)
S. Serlui
Stand Zwart: 2/4, 6/17, 19, 23, 24.
Stand Wit: 22, 28, 32, 33, 35/38, 40, 42/50.
Het spel wordt als volgt afgespeeld :
Wit: 40-34. 33:24. 43:34 gedw. 28:19.
Zwart: 24-29, 19.39, 16-21 14:23,
44-40, 34-29, 32:23, 40:29, 38-32,
17:28, 23:34, 10-14, 13-19, 19:28,
3223, 37-32, 32-28. 36-31, 31-27.
9-13, 11-17, ~7-lï, 21-26, 13-18,
46-41, 28:17. 41-36, 42:31, 47-42
31-37, 26:37, 8-131,
17-22,
11:31,
J>OJ4. _
13-19, 19:28
en zwart heeft een schijf gewonnen
L. Prijs
Zwart (15 schlven)
1
6
11
16
21
26
31
36
41
46
O
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (15 schijven)
S. Serlui
Stand. Zwart: 3, 6, 8, 9, 11/13, 15, 16,19/21,
24/26.
Stand. Wit: 22, 27, 28, 32, 33, 35/39, 42, 43,
45, 48, 49.
Het spel verliep als volgt:
37-31 1. 26.37
42:31 2.
In de veronderstelling dat zwart met 21-26
zal vervolgen, maar wit overziet dat zwart
een veel betere voortzetting heeft, n.l.
2. 12-17!
dreigende door 19-23 minstens een schijf te
winnen. Wit antwoordt nu:
31-26 3.
waarna zwart de partij beslist door
3. 1923
28 30 4. 17:37
26.17 5. 11:31
36:27 6. 25:34
39:30 7. 37-41!
De Turksche kwestie
(Macha)
Als je nu maar stil IB de operatiestoel
bl|ft liggen, zullen w| je geen pijn doen."
?HtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMimiiiiiiliiiiiiiiniiiiiiitiliiiiiiHiMiii
De voorsprong, die ONZE
rijwielen door hun bouw,
constructie, kwaliteit en
eigenschappen hebben ver
kregen, is thans grooter dan
ooit te voren.
De motieven, die tot de
keuze van een
FOMGERS
leiden, zijn derhalve thans
nog sterker dan voorheen.
OefifiHiinQ8f(liiiiBlflniabfiiU.fOlfiEï$
I. Buitenkant
Zwart (15 schflven)
Wit (15 schqven)
O. J. B. van der Sleen
Stand. Zwart :*2, 3, 5/9, 11/15. 17/19.
Stand. Wit: 27, 29, 31/33, 35/39, 43, 45, 47/49.
Wit meende hier op 22 een voor zwart
hinderlijke schflf te kunnen plaatsen door:
Wit: 27-22. 3223. 33:22. 31:22. zie zoo,
Zwart: 17:28, 1928, 18.27
de schQf staat er, maar nu de gevolgen,
,, 3731, 31j22, 36^31^ 31-27,
18:27, 8-12, 12-18, 18231,
22:11, 47-41 te laat l 41-36,
13-18,
2918.
6:17,
11-17, 13:31,
met schflfwinst.
Chr. Markus
Zwart (13 schijven)
31-37,
11
16
21
26|
31
36|
41
461
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
Wit (13 schaven)
J. S wart
Stand. Zwart: 3, 4, 6, 8, 9. 11/14, 16/18, 20.
Stand. Wit: 26, 27, 29, 32, 35/38, 40, 42,
47, 48, 50.
Zwart speelt in deze stelling
4-10
waarop wit als volgt dam neemt
Wit: 26-21. 37-31. 38-33 4034. 35:41
Zwart: 17;26, 26:28, 28:39, 39.30.
L. Pr|s
Zwart (9 schqven)
11
16
21
26
31
36|
41
461
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
W. van der Vliet
Wit (9 schqven)
Stand. Zwart: 12/16, 18, 23, 24. 26.
Stand. Wit: 25, 27, 32, 33, 35,39.
Wit: J59-34, 34:23. 32^8^28_23?_,
Zwart: 23-29, 18:29, 29-34, 13 18,
3228, 2822 gedw. 33 28.
26-3Ü, 31-37, 12-17,
27-22. 22-17. 28-22, 22-18,
7-12, 1221, 34-39, 39-44,
128^ 8-3?. 3:33.
40.27, 27-38. 29 38!
CORRESPONDENTIE
G. A. C. te V. Van uw schrijven zond
ik afschrift aan den problemist.
37-32,
18:29,
22:11,
6.7,
J8-12,
44-49,